oudwwijk
Digitaal erfgoed

Canada

FAMILIE STEMERDINK UIT CANADA VOOR EEN JAAR TERUG IN WINTERSWIJK

1978 Nieuwe Wint.Courant. /Delpher

“Eigenljk kan ik mij weinig herinneren va n de aankomst in. Canada. Ik was toen acht jaar. Wel weet ik dat er toen niemand was om ons welkom te heten.”
Dat vertelt Jan Stemerdink, die in 1952 met zijn ouders en broers Gary en Wim naar Canada emigreerde. Jan Stemerdink en zijn vrouw Janet en de kinderen zijn momenteel in Winterswijk.
Het is niet de eerste maal dat het echtpaar Stemerdink naar Winterswijk komt.
In het verleden brachten zij al twee maal eerder een bezoek aan Jan’s geboorteplaats, daarbij gold het meestal een vakantie. Dat is dit maal anders.
Het echtpaar Stemerdink, dat half juli in Winterswijk arriveerde, zal een jaar in Winterswijk blijven.

Jan zal namelijk een jaar lang voor zijn werk stage lopen bij houthandel Meerdink. Overigens is er een duidelijke overeenkomst tussen het vertrek van de familie Stemerdink senior in 1952 van Winterswijk naar Canada en de komst van de familie Stemerdink junior in 1978 van Canada naar Winterswijk.
In 1952 vertrok het echtpaar Stemerdink senior met drie kinderen per schip, de ‘Rijndam’ naar Canada.
Zesentwintig jaar lat r zouden Jan en Janet Stemerdink met drie kinderen oorspronkelijk ook met de ’Rijndam’ naar Nederland gaan en bovendien op dezelfde dag. Op het laatste moment kwam er echter verandering in de plannen en werd de overtocht per vliegtuig gemaakt.

Van de aankomst in Canada in 1952 zijn Jan een paar dingen bijgebleven. ”De treinreis van Halifax naar Monckton in Ontario staat mij nog bij, door de harde banken waar we toen op zaten’’, vertelt Jan.
De familie Stemerdink bleef een tijdlang in Monckton, toen ging zij door naar Harriston en van daaruit naar Kitchener, waar Jan junior en zijn gezin nu nog wonen.

Ten dans gevraagd

Jan was zeventien jaar toen hij in Kitchener naar een andere school ging. Daar leerde hij zijn toekomstige vrouw Janet Hallman kennen.
“Een maal per jaar, aan het begin van het nieuwe schooljaar is er een grote dansavond. Op die avond mogen „de meisjes de jongens ten dans vragen.
Ik vond Jan wel een knappe vent en wilde hem ten dans vragen.
Maar hij ging eerst links en rechts informeren wie ik dan wel was.
Het antwoord dat hij kreeg was kennelijk wel positief, want we dansten’’, zo vertelt Janet Stemerdink-Hallman lachend.
Na een verkering van zes jaar trouwden Janet, die inmiddels als onderwijzeres werkte en Jan, werkzaam bij Bell Canada, een telefoonmaatschappij. De wens om eens naar Nederland te komen, leefde al heel lang bij Janet en Jan.
“Veel van mijn familie woont nog steeds in Nederland en bovendien wil je je geboorteplaats wel eens weerzien”, zo zegt Jan Stemerdink. .

Gezamenlijk op reis

ln 1974 kwam het echtpaar Stemerdink voor het eerst naar Nederland.
Aanleiding voor het bezoek was de negentigste verjaardag van grootvader Stemerdink (nu 94 jaar en woonachtig in het bejaardencentrum Pelkwijk). De Canadese tak van de familie Stemerdink vertrok toen gezamenlijk vanuit Canada naar Nederland. “Dat was een sensationele aankomst in Nederland! En Neder- land maakte op mij meteen een overweldigende indruk”, weet Janet zich te herinneren.
“Veel mensen in Canada schijnen nu nog steeds te denken dat Nederland het land is van molens, klompen en tulpen en dat de mensen allemaal in klederdracht lopen, maar ik weet wel beter”.
Wat was de eerste indruk die Janet van Nederland kreeg?
”De mensen zijn enorm vriendelijk”, zegt Janet. Een ander ding dat Janet
meteen opviel zijn de tuinen: ”En hoewel de mensen over ’t algemeen kleine tuinen hebben, kun je zien dat ze er met veel liefde aan werken.
De tuinen zien er erg kunstzinnig uit. In Canada zie je dat niet, dat komt natuurlijk ook omdat de winters daar veel strenger zijn”.
In 1974 verbleef het echtpaar Stemerdink ruim een maand in Nederland; het tweede bezoek, in 1976 ter gelegenheid van het vijfendertig jarig huwelijksfeest van Jan’s ouders, duurde langer. Dat heugelijke feit wilde de familie Stemerdink senior graag in Nederland vieren, zodat voor de tweede maal de Canadese tak van de familie, inclusief het bruidspaar, naar Nederland reisde.
Ook dat verblijf in Nederland werd een onvergefelijke gebeurtenis.

De familie Stemerdink, v.l.nr. Janet, Christopher-John, Amy-Jo en
Jan die Mattliew-Jay op de arm draagt .
Bron; Delpher

Met de kinderen

De kinderen van Janet en Jan waren beide keren niet mee geweest.
Toch wilden zij ook een keer met de kinderen, naar Nederland. Toen bekend werd dat Jan in verband met zijn werk voor langere tijd naar Nederland zou moeten gaan, besloten zij dan ook de kinderen mee te nemen. “Wij zijn al vroeg begonnen met het voorbereiden van de kinderen. Je moet ze allereerst uitleggen hoe lang zij in dat vreemde land zullen zijn en dat zij al die tijd hun speelkameraadjes niet zullen zien”, zo vertelt Janet. ”Dan moet je ze uitleggen hoe ze zich in het verkeer moeten gedragen. De straten zijn in Nederland veel smaller. Op de dag voor ons vertrek heeft onze dochter nog gauw even fietsen geleerd, dat kon ze al een beetje, maar ze wilde laten zien dat ze zich met de fiets wist te redden. Ook moet je ze vertellen dat ze op het trottoir moeten blijven met het spelen”.
De kinderen pasten zich wonderbaarlijk snel aan en voelden zich de eerste dag al meteen thuis in hun nieuwe omgeving. Taalproblemen hadden zij niet.
Dat Christopher-John (7), Amy-Jo (6) en Matthew Jay (4) alleen Engels praten en hun speelkameraadjes in Winterswijk Nederlands, speelt geen enkele rol.
Zij weten zich best verstaanbaar te maken.

Naar school

De kinderen gaan hier ook naar school. De twee oudsten naar respectievelijk de tweede en eerste klas van de lagere school, Matthew-Jay naar de kleuterschool. Daar leren zij Nederlands, terwijl Janet ze thuis datgene in het Engels onderwijst dat zij normaliter op school in Canada zouden leren.
“Matthew was de eerste dag op de kleuterschool al vreselijk enthousiast.
Toen ik hem vroeg hoeveel kinderen er in zijn klas zaten zei hij ”wel
tienduizend!!”, zo vertelt Janet.
Zelf heeft zij nog wel eens problemen met de taal. Maar zij neemt de kans waar om tijdens het verblijf in Nederland ook het Nederlands onder de knie te krijgen en volgt daartoe lessen.
“Vooral als het gaat om ingrediënten voor bakrecepten, is het wel eens moeilijk. De gewichten zijn anders (in Canada is het metrieke stelsel nog niet ingevoerd voor wat betreft de gewichten) en het is wel eens moeilijk de juiste ingrediënten in de winkel te vinden”.
Zij is overigens diep onder de indruk van de markt en gaat dan ook meestal op woensdag en zaterdag naar de markt.
Juist de verscheidenheid aan artikelen trof haar. “In Kitchener is ook ’n markt, maar daar zie je hoofdzakelijkk groenten en fruit en wat kunstnijverheidsartikelen. De sfeer is ook heel anders als je hier in Winterswijk op de markt loopt”. Vooral de gebakken vis blijkt goed inde smaak te vallen.

Schoefkoare

Jan Stemerdink kan zich overigens best redden in het Winterswijks dialect: “Het gekke is dat ik wel weet wat een “schoefkoare” is, maar ik zou niet weten hoe het in gewoon Nederlands heet”. Er is veel van het Winterswijks dialect blijven hangen bij Jan Stemerdink:
“Mijn vader kent bijvoorbeeld nog liedjes, zoals deze vroeger in Winterswijk werden gezongen, maar die je nu bijna niet meer hoort. Gek eigenlijk, dat een klein land als Nederland nog zoveel dialecten heeft”.
Alleen als het gaat om technische uitdrukkingen in het Nederlands, moet Jan afhaken. “Vergeet niet dat je in feite maar een beperkte woordenschat hebt, met de dingen uit het dialect kan ik me goed redden, maar als het gesprek te moeilijk wordt, moet ik wel vragen hoe iets in het Nederlands heet”.
Het typerende van Nederland vindt hij overigens de gezelligheid. ”In het Duits heb je het ‘woord “Gemütlichkeit”, maar in het Engels is er geen woord dat precies dat omschrijft’’, vindt Jan Stemerdink.
“Nederland is zo’n klein land en als je ziet wat hier allemaal is gedaan, denk maar eens aan de inpolderingen, dat is geweldig”.

Kans grijpen

“Als je zo’n kans krijgt om naar Nederland te gaan, zeg je geen nee,”, vindt Jan. ”Als je ouder bent zou je het niet meer zo snel doen.
Niet dat we niet tevreden zijn in Canada, integendeel. Maar ik wilde eens iets anders doen. De familie zei, toen ze hoorde dat wij voor een jaar naar Nederland zouden gaan:
“Je bent net je vader, toen die in 1952 naar Canada ging”.