oudwwijk
Digitaal erfgoed

Skinny Binny Club

Opgericht: 26-12-1963

Mensen van het eerste uur:
Hans en Frans Tolsma, Hans en Ben Brammer, Louis Lavalaye, Edy Kwak
Leerlingen R.K.H.B.S.-Groenlo.
Oprichter: O.a. Frans Tolsma

Sinds oktober 1964 algemene vereniging
1964 naar muziekkoepel

1967: Jos Spaen voorzitter
Leiding daarna overgenomen door Edy Kwak, Huub Konings, André Hoitink en Jan te West.

Bestuur 1968:
Voorzitter Henk Naaldenberg, Ben Konings, Eddy Bilderbeek, Dé Wassink en Geert Nijweide.
Plm.250 leden

“Waren het in het begin vooral leerlingen en oud-leerlingen van lycea, thans kan in principe iedereen toegang verkrijgen en lid worden.
Mede in verband met het grote aantal leden en de beperkte ruimte waarover men beschikt, past men wel een bepaalde selectie toe. „We moeten wel”, aldus Henk Naaldenberg.

1974 naar Spoorstraat.
1974 Muziekkoepel afgebroken

Bestuur 1978:
Voorzitter Franz te Loo. Ellen Jonkman, Marlies van Lith, Anne Wevers, Hans Müller, Fred Renskers en Jolanda Freriks




Het begon allemaal in het begin van de zestiger jaren. Een groep, met name katholieke jongeren,vond dat er te weinig te beleven was in Winterswijk. Hoogstens twee keer per maand werd er een dansavond georganiseerd in het Parochiehuis. Bovendien was de sluitingstijd 23:30 uur. In 1963 besluit een groep vrienden (o.a. de verkenners van de padvinderij St. Marinus) eens te informeren of er een ruimte beschikbaar is waar ze eigen bijeenkomsten konden organiseren. Ze slagen erin om, onder het mom van een discussievereniging, een zijzaaltje van het Parochiehuis te huren. De naam voor “de praatgroep” werd “St. Christoffel”. De leden kwamen om te dansen, te kaarten, te drinken en muziek draaien. Er werden veel feesten georganiseerd, die ook wel eens elders werden gehouden. Gezelligheid stond voorop!

Nieuwe mensen konden uitsluitend lid worden met instemming van de hele groep. De regels schreven voor dat het een katholiek persoon moest zijn, maar in de praktijk werd er geen onderscheid in godsdienst gemaakt. Andere regels werden eveneens niet streng gehanteerd. Zo werd er wel degelijk drank geschonken, hoewel dit alleminst thuis hoorde binnen een jongerenclub van de kerk. Om de schijn hoog te houden werden lezingen georganiseerd, bijvoorbeeld door pater Spaai. Ook kwam de kapelaan regelmatig langs ter controle, maar van hem hadden de jongeren niets te vrezen, hij dronk gezellig een glas jenever mee.

In 1964 kwam er een eind aan het verblijf van de groep in het Parochiehuis. Op een zondagmorgen vond de exploitant van de door St. Christoffel gehuurde ruimte, een bord met het opschrift:”Oude Bokma 75 cent”. Dit ging het kerkbestuur te ver. Ze verzocht de discussiegroep een ander onderkomen te zoeken.

Na zeer korte tijd zonder ruimte te hebben gezeten viel het oog van de jongerenclub op de kelder van de muziekkoepel. Aangezien deze niet in gebruik was, werd toestemming van de gemeente gevraagd om de ruimte te mogen gebruiken. Dit opnieuw met de dekmantel een discussievereniging te zijn. Het verzoek werd ingewilligd. En dus betrokken de jongeren in december 1964 de, met oude meubels ingerichte, muziekkoepel.

In deze tijd kwam ook de naam Skinny Binny Club tevoorschijn, die direkt aansloeg bij iedereen en dat veertig jaar na dato nog steeds doet. De muziekkoepel was gelegen naast school C daar waar tegenwoordig de woonwijken de Batavier en de Wheme gelegen zijn. Zeker in het begin was het er improviseren, zonder warm water en met slecht geluid. Bovendien waren er geen w.c.’s. Gelukkig konden de dames gebruik maken van de toiletten van school C. De heren moesten zich maar zo redden. De elektriciteitsvoorziening was ook niet optimaal, losliggende draden veroorzaakten gevaarlijke situaties in de toch al enorm vochtige kelder. Gelukkig deden er zich geen ongelukken voor. Druipkaarsen zorgden voor de noodzakelijke verlichting. Verder stond er een jukebox, die zo’n zes uur nodig had om op gang te komen.

De minimumleeftijd om lid te worden van de Skinny was voor meisjes zeventien en voor jongens achttien jaar (Positieve discriminatie is blijkbaar toch niet zo’n nieuw begrip). De gemiddelde leeftijd van de Skinny gangers lag zo rond de twintig. De sluitingstijd werd op een uur gesteld. Omdat deze echter niet altijd even nauw werd genomen, veroorzaakte dit nogal eens problemen. Op zondagmiddag was de kelder ook tussen drie uur en zes uur geopend. Dit liep eveneens vaak uit, maar daar werd nooit moeilijk over gedaan. Nog steeds werden er in de Skinny lezingen gehouden. In 1965 bijvoorbeeld over de OostWest verhouding en Parapsychology.

In 1969 kwamen er twee pick-ups en een versterker van vijftien watt. De muziek was van de Stones, de Beatles of Dixieland. Naast het feesten, moest er, net als tegenwoordig, ook schoongemaakt worden. Dit is bijna altijd door de Skinny leden in hun vrije tijd gedaan. Korte tijd heeft een schoonmaakbedrijf hiervoor zorg gedragen, maar op den duur bracht dit te hoge kosten met zich mee. Waarna de leden het weer op zich hebben genomen.

In 1970 was er , bij uitzondering, sprake van een ongeregeldheid in de Skinny, deze werd veroorzaakt door lieden die minder positief over de club dachten. Nadat zij de kelder waren binnengedrongen, werden de leden genoodzaakt de benen te nemen en de politie te waarschuwen. Het heroische optreden van de politieagent Dollekamp leidde later tot zijn benoeming als erelid. De slogan van dat jaar schijnt “To escape or not to escape” te zijn geweest. De plaatselijke politie deed doorgaans niet zo moeilijk over overschreden sluitingstijden. Als Dollekamp bijvoorbeeld nachtdienst had, kwam hij altijd even langs voor de gezelligheid en om een oogje in het zeil te houden.

In 1973 kwam het bericht dat de muziekkoepel zou worden afgebroken. Na het tweede lustrum was de Skinny wederom genoodzaakt een nieuw onderkomen te zoeken. En gelukkig lukte het ook dit keer weer. De nieuwe stek werd de voormalige badhuis aan de Spoorstraat. Waar de Skinny Binny Club nu nog steeds is gevestigd.

In november van dat jaar werd begonnen met de verbouwing, waarna in februari van 1974 de nieuwe huisvesting werd betrokken. De sfeer was er anders, maar uiteraard minstens zo gezelligals in de kelder. Dit keer werd de sluitingstijd op twee uur vastgesteld, de consumpties werden iets duurder evenals het lidmaatschap. Voor de leden was dit geen reden om minder te komen, integendeel.

Bij het derde lustrum in 1978 vatten een aantal leden het plan op om op de openingsavond met een bandje te spelen. Dit werd zo’n succes dat deze band, onder de naam “Skinny Houseband”, ieder jaar met Pasen optrad. Tot december 1988, bij het vijfde lustrum, hebben ze in de Skinny gespeeld, iedere keer weer met evenveel succes. Daarna ging de band verder als bruilofts- en vermaakband, onder de naam Skinhouse. In 1985 kwam er een Jeugd-Skinny voor jongeren tot zeventen jaar, met een eigen bestuur en activiteiten onder toezicht van het hoofdbestuur. De openstelling op de zondagmiddag werd in 1987 definitief afgeschaft.

Het vijfde lustrum werd in juni 1988 gevierd in een tent bij de Sevinkmolle. Datzelfde jaar deed ook de groene Skinny-munt zijn intrede. De papieren bonnetjes werden de laan uitgestuurd. Alleen bij bepaalde aktiviteiten wordt er nog gebruik gemaakt van papieren bonnen.Twee jaar later werdt er besloten de oude toiletten een opknapbeurt te geven. Alle klusmannen van de Skinny rukken aan om de hele hal- en toiletruimte leeg te breken en totaal te verbouwen.In 1993 namen de klusmannen de electriciteitsvoorziening onderhanden, evenals het interieur. De van oorsprong mintgroene eend werd (na enkele jaren kanariegeel te zijn geweest) PTT-groen geschilderd.

Bron: Skinny Binny Club