oudwwijk
Digitaal erfgoed

Politie-agent L.W.Hofstraat

Politiagent L.W.Hofstraat geboren in ‘s-Heerenberg op 20 september 1917

Politie-agent L.W.Hofstraat behoorde bij het oorsponrkelijke Winterswijkse korps dat bij aanvang v.d. oorlog in dienst was.

Wachtmeester Hofstraat kwam op 20 juli 1944 bij de landbouwer Huiskamp in Henxel om eieren te kopen. In de loop van het gesprek deelde Hofstraat mede dat er een aanslag was geplegd op de Fuhrer. 
Huiskamp vroeg hem of de Fuhrer gedood was, waarop Hofstraat antwoordde: ‘Was het maar waa’. 
Toevallig was ook mevr. Paule aanwezig, die Hofstraat vertelde dat hij met NSB-leden te doen had. Toen Hofstraat dit hoorde bood hij zijn verontschuldiging aan en vroef haar te doen alsof hij die woorden niet gebruikt had. 
Het hielp niet; mevr. Paule deed aangifte van belediging van de Fuhrer van het Duitse Rijk en verzocht Hofstraat te willen doen vervolgen. Op 21 juli 1944 vertrok Hofstraat in burgerkleding en dook onder. 
Op 17 oktober 1944 werd hij door de bezetter ontslagen. 

Er op of er onder, blz.133:

De heer L.W.Hofstraat, destijds rechercheur van politie te Winterswijk, was ondergedoken. Hij voelde zich niet meer veilig en liep elken dag kans door den S.D. en zijn trawanten opgepikt te worden. Hoe men ook zocht, de heer Hofstraat bleef onvindbaar. Toch zou hij zijn straf niet ontloopen, want voor de politie gold, dat de naaste familieleden mede aansprakelijk waren. 

Zoo kregen dan de ouders van Hofstraat te ‘s-Heerenberg van de plaatselijke politie de aanzegging, dat ze zich ’s Maandags 14 augustus 1944, moesten melden bij den S.D. te Arnhem. De aanzegging geschiedde twee dagen van te voren, het het oogmerk hen ruimschoots in de gelegenheid te stellen, zoo ze dit wilden, onder te duiken. 
Maar de oude heer Hofstraat en zijn vrouw zagen het niet zoo zwaar in. Wat zouden ze hun doen, een man van 76 en een vrouw van 64 jaren? 
Toch is hun die reis noodlottig geworden. Ze werden niet verhoord, maar direct als gijzelaars opgesloten in het Huis van Bewaring. 
Op den 25en Augustus werden ze met een groot transport overgebracht naar Vught. Veel hebben ze daar aan onmenschelijks moeten meemaken, totdat het Zuiden bevrijd werd. 

Mevrouw Hofstraat kreeg bij die gelegenheid haar vrijheid terug, terwijl haar echtgenoot, met nog andere gijzelaars, overgebracht werd naar het kamp te Amersfoort. Daar is het lijden voor hem gelukkig kort geweest. Na 5 dagen kreeg hij toen ook zijn vrijheid en ging naar huis. 
Toch hebben de oudjes, tot na de bevrijding van ‘s-Heerenberg, ver van elkaar verwijderd geleefd, daar mevrouw Hofstraat in september 1944 niet thuis kon komen. Het laat zich begrijpen, hoe ze na hun bevrijding nog veel geleden hebben, daar ze van elkaar geen enkel levensteeken ontvingen. 

Zoodra de ondergedoken zoon de kans kreeg, heeft hij in de Paaschweek 1945 zijn moeder per auto naar ‘s-Heerenberg gehaald.