De gereformeerde gemeenschap komt samen op het Laarberg aan de Corleseweg. Het is een hoogtijdag en ook alle kinderen horen erbij. Alleen de 13-jarige Hendrik Geurkink v.d. Kottenseweg is er niet bij. Hij heeft straf van zijn vader Johan en moet thuis blijven. Hij is na schooltijd niet alle klanten aan gegaan met de melkwagen en hij moet maar eens leren dat hij niemand vergeten mag. Familie Geurkink is een groot gezin van zes jongens en een paar meisjes.
Maar kleine Hendrik is een avonturier. Als er ergens kattenkwaad werd uitgehaald, was Hendrik altijd haantje de voorste. Hij had al eens tegen zijn neefje Gerrit gezegd: „Ik loop nog een keer van huis weg. Ik wil naar Amerika. Ga je mee?”
Alleen thuis pakt Hendrik het geldkistje en haalt er f 50 uit. Reisgeld had hij nu. Hij pakte een stukje papier en schreef erop: ‘Ik ga over zee naar Amerika, ik wens vader en moeder het beste toe en zal later de f 50 terug zenden’ ‘s Avonds als de familie Geurkink terugkomt van de Laarberg is Hendrik niet thuis. Vader Johan heeft al direct een bang vermoeden en slaat een blik in het geldkistje. f 50,- weg en het briefje: ‘Ik ga over zee naar Amerika’ .
Vader springt gelijk op zijn fiets richting Borken, want hij heeft het vermoeden dat hij daar Hendrik zal vinden. Hendrik echter zit dan al in een logement in Deventer. Hij was met de trein van vier uur ‘s middags vertrokken. Zover is hij die eerste dag gekomen. De volgende dag wil hij namelijk naar Hamburg om daar een boot te kunnen krijgen naar Amerika.
De logementhouder vertrouwt het niet en stelt voordat hij de politie wil waarschuwen Hendrik een aantal vragen. Maar Hendrik krijg je maar niet zo te pakken. Hij vertelt de logementhouder dat zijn vader veehandelaar is en morgen naar de veemarkt komt in Deventer en dan samen met zijn vader weer naar huis gaat.
De logementhouder is gerustgesteld. De volgende morgen, vrijdag pakt Hendrik de trein naar het noorden en weet zelfs de havenstad Bremen in Duitsland te bereiken. Vader Johan zit intussen niet stil. Hij kent zijn zoon Hendrik als geen ander en vermoed dat Hendrik naar Hamburg is vertrokken,
Hendrik had namelijk al vaker thuis gezegd dat hij een wereldreis wilde maken en noemde dan vaak de grote stad Hamburg. Kleine Hendrik kijkt inmiddels zijn ogen uit in de grote havenstad Bremen. Zoiets had hij nog nooit gezien. Zijn f 50 heeft hij inmiddels op en met het beetje Duits dat hij kan informeert hij hoe hij naar Amerika kan komen. Dat zal niet zo makkelijk gaan. Niet omdat hij pas dertien is, een jongen van dertien kan al flink aan het werk gezet worden. Maar hij heeft geen papieren en dat is de grote moeilijkheid.
Hendrik loopt alle schepen af, maar overal schudden ze ‘Nee’. In een zeemanskroeg probeert hij het opnieuw en ze zullen voor hem uitkijken. Om aan eten en een slaapplaats te komen gaat hij helpen in de kroeg. De volgende dag heeft Hendrik meer geluk. De matrozen vertellen hem dat hij zaterdag 29 mei mee kan met een koopvaardijboot als lichtmatroos, voor acht maanden naar Australie.
De dagen wachtende op vertrek in het matrozenlogement vult Hendrik met het bedienen in de kroeg. Vader Johan is inmiddels in Hamburg, maar de pogingen om Hendrik met hulp van de politie te vinden in de havenstad blijven vruchteloos. Dan komt de melding dat er een jongen dood gevonden is in het water en vader Geurkink krijgt angstige uren te doorstaan. Echter het blijkt niet zijn Hendrik te zijn.
Ook begint de politie te informeren in Bremen en dan opeens komt er een politiebeambte binnen dat ze waarschijnlijk Hendrik hebben gevonden. In Bremen is een jongen die zich Heinrich noemt en zelfs is er een photographie van gemaakt. Bij het tonen van het portret zegt vader Geurkink met blijdschap dat deze Heinrich zijn Hendrik is.
De politiebeambte vergezelde vader Geurkink naar Bremen naar het matrozenlogement en bij het tonen van de photo zeggen de matrozen: ‘Ja, dat is onze Heinrich’ Heinrich wordt dan opgehaald en ineens staat hij oog in oog met zijn vader. De moed zakt hem daarbij in de schoenen, hij had zo uitgekeken naar zijn komende wereldreis van acht maanden. Hendrik vind het ook weer niet erg de thuis reis naar Winterswijk te moeten aanvaarden, alhoewel hij liever de zeereis had ondernomen.
Donderdagmorgen, een week na Hemelvaartsdag, twee dagen voor zijn vertrek, zat hij ‘s morgens om zes uur weer aan de keukentafel aan de Kottenseweg. Zijn werk als melkbezorger moest weer hervat worden.
Heinrich heeft geen straf gekregen, zijn ouders waren veel te blij dat ze hun Hendrik weer terug hadden. Maar hij heeft er wel een bijnaam aan over gehouden. Zijn kameraden waar hij altijd kattenkwaad mee uithaalde noemden hem voortaan: Heinrich von Bremen.
Toch kreeg Hendrik zijn zin. Twee jaar later emigreerde het gezin Geurkink naar Amerika. Op een boerderij. Maar ja, Hendrik kennende was het hem daar te stil en samen met zijn zus Siena trok hij naar Chicago voor avonturen. Allerlei werk heeft hij daar verricht. ‘Ik was ook nog een tijdje cowboy’
Maar dan opeens zijn zijn Wilde Westen haren verdwenen. Hij is getrouwd, gaat studeren, wordt leraar en zal 35 jaar, tot 1961, onderwijs geven in Duits (‘Hendrik = Heinrich’) en Europese geschiedenis (‘Bremen en Hamburg zijn havensteden’) aan de Hogeschool in Michigan.
In 1966 gaat, hij kan het niet laten, toch weer even op wereldreis. Naar Winterswijk. En even naar Velp, want daar woont een meisje waar hij vroeger een beetje verliefd op was.
Gerrit Jan Salomon Oonk Geb: 13-11-1894 Ovl: 12-06-1954 Vrijgezel
Wooldstraat 27
Steven Hendrik Meerdink Geb: 27-04-1866 Ovl: 13-09-`1918 Vrijgezel
S.H.Meerdink had hier zijn kruidenierswinkel al voor de eerste wereldoorlog en Gerrit Jan Salomon Oonk was zijn bediende. Op 13 september 1918 kwam Meerdink om bij een groot treinongeluk in Weesp, waarbij 42 doden vielen. Bankier ten Houten zorgde ervoor dat Gerrit-Jan Salomon Oonk (vrijgezel) de zaak kon overnemen. Johan Klein Langenhorst (geb.1916) was er bediende van 1929-1937. In 1953 deed Gerrit-Jan Oonk de zaak over aan De Spar uit Doetinchem en werden Wiggers en Bilderbeek de eerste beheerders van deze Eerste Supermarkt (1954) in Winterswijk. De Winterswijkers vonden het maar wat vreemd, dat ze nu zelf hun produkten mochten pakken. Op 21-12- 1956 vestigde G.W.Freriks hier zijn meubelzaak. Momenteel (2017) is hier gevestigd: Kruidvat Wooldstraat 27
1954: Eerste zelfbedieningswinkel in Winterswijk: WIHUB van H.W.Wiggers en Bilderbeek. Winkelchef: Groen Personeel: dames Honderslo en Simmelink
In Australië kunnen flinke krachten gebruikt worden -1948
In verband met de grote belangstelling, die momenteel bestaat voor emigratie naar Australië, is het gewenst, belangstellenden nog eens te wijzen op de plaatsingsmogelijkheden aldaar en de formaliteiten die tevoren vervuld moeten worden.
In Australië, is ruime werkgelegenheid voor geoefende en ongeschoolde krachten in de landbouw- en veeteeltbedrijven (rundvee- en schapenfokkerijen), alsmede op boom- en fruitkwekerijen, terwijl in de omgeving der steden ook plaats is in de tuinbouw- en bloemisterijbedrijven.
Voorts vraagt de industrie eveneens geschoolde en ongeoefende krachten. Voorkeur wordt gegeven aan emigranten van ca. 20 —35 jaar, waarbij in de agrarische bedrijven plaatsingsmogelijkheid bestaat voor gehuwden met 1 a 2 kinderen, doch in de industrie en andere stedelijke beroepen voorlopig slechts nog ongehuwden kunnen worden geplaatst met het oog op de daar nog nijpende woningnood. Er wordt nadrukkelijk op gewezen,’ dat er zeer weinig gelegenheid bestaat om geplaatst te worden als hoofdarbeider, b.v. in administratieve of commerciële functies, hoger technisch personeel e.d.
De Australische bevolking is over het algemeen prettig in de omgang en weet goede arbeidskrachten te waarderen. In de agrarische bedrijven is een 56-urige werkweek; in de steden is er slechts een 40-urige werkweek. De lonen zijn zeer behoorlijk en variëren van 5 tot 10 Australische ponden (1 pond is ca. ƒ 8.50). De formaliteiten, en voorwaarden voor emigratie zijn de volgende: De adspirant-emigrant meldt zich persoonlijk bij het Arbeidsbureau, waaronder zijn woonplaats ressorteert. Het Arbeidsbureau brengt rapport uit over de emigrant aan de Stichting Landverhuizing ‘omtrent de door de Australische Immigratie-autoriteiten verlangde gegevens.
Bedoelde Stichting zendt de gegevens door naar de Australische autoriteiten, die bij toelating een landingspermit en visum verstrekken en waarbij de Stichting behulpzaam is bij het verkrijgen van passage.
Opgemerkt wordt, dat de kosten voor passage op het ogenblik geheel voor rekening van de emigrant zijn en deze rond f 1600 per volwassene bedragen. Voor hen die in de tweede wereldoorlog als militair in Nederlandse of geallieerde dienst zijn geweest, respectievelijk zij, die in bezettingstijd actief aan het verzet hebben deelgenomen, bestaat gelegenheid reductie te krijgen op deze kosten. Alle verdere inlichtingen worden kosteloos verstrekt door het Gewesteliik Arbeidsbureau te Arnhem en zijn bijkantoren te Bergh, Doetinchem, Eibergen Rheden, Wageningen, Winterswijk Wisch en Zevenaar elke voormiddag van 08.30-12.30 uur
Emigratie naar Australië kwam intrek
Nieuwe Winterswijkse Courant/ Delpher 1952:
De „jongens van Oonk” verrichtten pionierswerk
„Wie emigreren wil moet zich vervoegen bij het Gewestelijk Arbeidsbureau of bij één der bijzondere aanmeldingskantoren. Dat weet zo langzamerhand iedereen, want iedereen heeft wel in zijn familie- of kennissenkring iemand die Nederland wil verlaten om in den vreemde een nieuwe toekomst op te bouwen. En mocht dat niet het geval zijn, dan is er toch wel eens tijdens een visite over emigratie gesproken. En steevast zullen er tijdens die visites dan ook verschillen van mening zijn geweest of het voor- en nadeel.
Over het wel en wee van de emigranten hoort men soms de meest fantastische verhalen, zowel in mineur als in majeur. Maar hoe het ook zij, Nederland is emigratie-minded geworden. Wekelijks worden we op de hoogte gesteld van het vertrek van schepen en vliegtuigen naar Australië en Canada. En dan komt de vraag op „Gaan er uit Winterswijk en omgeving ook veel personen weg’. En hoe ligt die verhouding ten opzichte van andere streken.”
Om een antwoord op die vraag te krijgen hebben we een onderhoud gehad met de heer W. Koopmans van het Gewestelijk Arbeidsbureau, alhier de emigratiespecialist, die in het gebied van de kantoren Winterswijk, Eibergen en Silvolde alle emigratiegevallen die over het Arbeidsbureau lopen, behandelt. De heer Koopmans heeft dit werk al een jaar of zes verricht en heeft in die tijd al veel gezinnen naar het buitenland geholpen. Eerst in het Noorden van ons land en daarna, sinds Augustus 1950, in Winterswijk. Toen de heer Koopmans in Winterswijk ‘kwam stond hier de emigratie nog in de kinderschoenen, in tegenstelling tot andere delen van het land, waar men al veel verder was.
Gebr. Oonk waren pioniers
Maarde laatste twee jaren is de emigratie ook hier toegenomen. In Winterswijk voorai naar Australië. De gebroeders Oonk waren hier de pioniers en zij waren het die anderen geinspireerd hebben ook te gaan. Het wekte vertrouwen dat „de jongens van Oonk” het zo goed ging en zo zien we dan nadien in Winterswijk een toenemende belangstelling voor emigratie naar Australië. Wat de gebroeders Oonk waren voor Winterswijk, dat was de heer B. Prinzen uit Aalten voor Canada. Ook een figuur die vertrouwen wekte en die vele Aaltenaren tot hulp en steun was bij hun reeds lang sluimerende plannen. Zo zien we dan ook in Aalten – in tegenstelling tot Winterswijk – veel meer personen naar Canada vertrekken.
Er zijn nog wel andere factoren te noemen die oorzaak hiervan zijn. Aalten met zijn in hoofdzaak landbouwende bevolking, kon hiermede aan de behoeften van landbouwwerkkrachten in Canada voldoen, terwijl Australië meer industrie-arbeiders vraagt. Emigratie naar Canada gaat wat gemakkelijker als naar Australië; het gaat ook vlugger. Vooral als men daar een familielid heeft die zich met de autoriteiten in Ottawa verstaat en voor een huisvestingsvergunning alsmede een werkgeversverklaring zorgt. Dan kan het zelfs heel vlug gaan .
Geen formulierenplaag
„Hoeveel formulieren moet een emigrant wel invullen’}, vragen we de heer Koopmans.
„Och”, zegt deze „wat de mensen allemaal zeggen van die papieren rompslomp, is sterk overdreven. Het wordt hun zo gemakkelijk mogelijk gemaakt. Practisch doen wij hier al het werk voor hun en niemand behoeft zich daarvoor te laten afschrikken.”
In zijn vrije tijd, vooral op winteravonden, gaat de heer Koopmans vaak op bezoek bij adspirant- emigranten. Inde vertrouwelijke sfeer die de huiskamer biedt, komen dan veel meer vragen los. Het voor en tegen wordt dan vaak veel beter belicht. Vooral het tegen, want velen zien in Australië het land van belofte, ondanks de vele niet al te optimistische ervaringen van anderen.
De subsidie
„Hoe zit dat nu met de subsidie, die de staat geeft”, is onze volgende vraag.
„Subsidie wordt vrij gemakkelijk verstrekt en behelst dan de kosten voor de overtocht. Zelfs kan men vrijstelling krijgen van het storten van de waarborgsom van honderd gulden. Een subsidie-emigrant moet echter zelf altijd voor de volgende kosten zorgen: pasfoto’s, paspoort, röntgenfoto’s en voor Australië de keuring door ’n plaatselijk arts. Verder de reis naar ’t keuringscentrum (voor Australië is dit Arnhem, voor Canada Deventer) en het vervoer, aanschaffing en inpakken van de kist met het geen men wil meenemen.
In het gebied rond Winterswijk zijn ruim 90- \procent )subsidie-gevallen, de rest betaalt de overtocht zelf. De subsidie geldt zowel voor emigranten die per boot reizen als per vliegtuig.
Tot welke categorie behoren de emigranten die uit Winterswijk naar Australië vertrekken.
„In hoofdzaak zijn het arbeiders en dan nog het meest uit de textiel- en aanverwante bedrijven”.
„Heeft de werkloosheid in de textiel nog invloed gehad”
„Heel weinig hebben we daarvan gemerkt Het zal natuurlijk wel zijn invloed hebben gehad, maar we kunnen niet zeggen dat we daardoor ’n plotselinge toevloed van aanstaande emigranten kregen”.
„Hoe ligt de verhouding tussen gehuwden en ongehuwden hier in Winterswijk”?
„Naar schatting kunnen we aannemen dat in 40 procent der gevallen de emigrant ongehuwd is. Grote gezinnen gaan hier weinig; het meest met twee of drie kinderen. Het eigenaardige is dat bij de gehuwden de meesten geschoolde arbeiders zijn en bij de ongehuwden juist andersom”.
„Hoe liggen in Winterswijk de verhoudingen ten opzichte van de godsdienst”.
„Veertig procent zijn Ned. Hervormd, veertig procent Gereformeerd en twintig procent Booms Katholiek”.
„De gebroeders Oonk zijn eerst vooruit gegaan en hebben daarna hun gezinnen laten overkomen. Gebeurt dit nog veel?”
„Neen en het is ook niet aan te raden. Het is nl zo dat gezinshereniging dan nooit te garanderen is. De mogelijkheid bestaat toch dat de vrouw of één der kinderen ziek wordt als de man al weg is. Als hierdoor vrouw of kind wordt afgekeurd dan is van vertrek naar een ander land geen sprake”.
„Wie komen er nu voor emigratie in aanmerking. Ik heb wel eens ge- hoord dat iemand te oud was om te emigreren. Kan dat waar geweest zijn?”
„Voor Canada gelden geen leeftijdsgrenzen. Voor Australië gelden de volgende voorschriften: De maximum leeftijden zijn voor: ongehuwde man 35 jaar; ongehuwde vrouwen 30 jaar; echtparen zonder afhankelijke kinderen, man 35 jaar, vrouw 30 jaar; echtparen met afhankelijke kinderen, man 45 jaar, vrouw 45 jaar. Bij echtparen met afhankelijke kinderen wordt in sommige gevallen door de Australische autoriteiten ’n uitzondering gemaakt voor de vrouw wanneer deze de maximum leeftijd van 45 jaar even heeft overschreden. Of deze uitzondering gemaakt zal worden is voornamelijk afhankelijk van de algemene gezondheidstoestand van de vrouw. Wil een echtpaar met afhankelijke kinderen onder de Nederlands-Australische Emigratie-Overeenkomst emigreren, dan mag het gezin een grootte van man, vrouw en vier kinderen beneden de leeftijd van 16 jaar niet te boven gaan.
Reeds een paar maal is ons gesprek onderbroken door personen die persé de heer Koopmans even alleen moesten spreken. Het zijn adspirant-emigranten die met hun kleine moeilijkheden even bij hem komen. Zij worden als een goede bekende behandeld. Vriendelijk en beleefd. Een handdruk tot afscheid en die mensen zijn weer een stukje dichter bij hun nieuwe vaderland gekomen. Zo gaat het regelmatig op het Arbeidsbureau in Winterswijk, waar velen hun eerste stap zetten op de weg naar een nieuwe toekomst.
Arendsen
Baarschers
H.Baarschers M.Baarschers-Grant Hornsby Sydney Constatering: 1969-1977
Beckmans
Constatering: 1959-1964
Ouders: H.W.Beckmans- J.H.Beckmans-te Brake , Gasthuisstraat 65 8 kinderen, waarvan 1 in Australie
Berenschot
Constatering: 1974: Fam.G.Berenschot
Oakville Willy Hanckel: I am a descendant off the Berenschot family and lived en the Morgenzonweg we moved to Australia in 1953 and live in Oakville NSW
Bolding
Steven Bolding echt: Adriane de Jong -Utrecht Eerst getrouwd voor emigratie 1952 op 22- jarige lft. vanuit Goudvinkenstraat In Winterswijk metselaar, in Brisbane Kinderen: Harry (6) Steven (2) -1961 Vader/moeder en drie broers (Jan, Tinus en Freek) tevens geemigreerd :
J.Bolding Ovl.Oktober 1979 – 80 jaar
1954: N.W.C. “De heer Augustinus had Remarke bezocht waar een aantal Winterswijkers verblijven. Hij kon mededelen dat de families Schepel en Kluppels het op alle gebied uitstekend ging evenals de gebr. Bolding en de heer Wams”
Droppers
Elberink
Fornier
Oud-Winterswijks echtpaar in Australië om het leven gekomen -1964
Het echtpaar P. P. C. Fornier-N.M. J. Fornier-Tholens, vroeger woonachtig te Winterswijk, is in Brisbane (Australië) op tragische wijze door gasverstikking om het leven gekomen. De heer en mevrouw Fornier zouden een nieuwe woning betrekken, die echter nog niet helemaal klaar was. In afwachting daarvan woonden zij in een caravan. In deze caravan bevond zich een koelkast, die werkte op butagas. De waakvlam van deze installatie blijkt ’s nachts te zijn uitgegaan. Mede door een vermoedelijke constructiefout stroomde hierdoor het gas de caravan binnen. De kleine ruimte in de caravan was hierdoor snel met gas gevuld en betekende de dood van het echtpaar Fornier. Het echtpaar woonde tot 1952 in de Delistraat alhier. De heer Fornier was destijds directeur van de weverij De Tuunte. Toen dit bedrijf een moeilijke tijd doormaakte, nam de heer Fornier een functie aan als vertegenwoordiger. Later emigreerde het echtpaar naar Australië. De heer Fornier was 49 jaar, zijn vrouw was 47.
Het echtpaar emigreerde in 1956 met vier kinderen naar Australië. De kinderen zijn inmiddels allen getrouwd. — (ANP)
W.A.J.Jansen (Wim) J. Jansen-Keuler (Jolanda) Const.1964
Jonker
Voorheen exploitant Hotel Jonker Stationsstraat
Kempel te-Vlaar
Klandermans
Kluppels-Bannink
Vertrokken 1952
M. Kluppels-Bannink J. Kluppels Marijke en Graeme Peter en Belinda Antoon en Ricky Rebecca Pieter Johan
1959: Op de foto zien wede heer J. Kluppels, die ruim zes jaar geleden met zijn gezin naar Australië vertrok. Wat het beroep van de heer Kluppels is, behoeven we niet te vertellen want dat is op de foto duidelijk te zien. Hij is kelner in dienst van het grote Renmark Hotel. Zijn vrouw (die velen nog kennen als Martha Bannink) komt dit jaar naar Winterswijk om de familie en kennissen te bezoeken. Ze is voor de réis, die ongeveer 700 Australische Ponden kost, aan het sparen. Ze komt met haar jongste zoon Johan. Johan is zes jaar en heeft Nederland nog niet gezien. Hij is er erg enthousiast over en vertelt iedereen dat hij dit jaar naar Nederland gaat. Ook de familie Kluppels heeft een eigen huis in Renmark. En een auto is er natuurlijk ook. Marijke Kluppels is al weer zestien jaar en Antoon twaalf.
1954: N.W.C. “De heer Augustinus had Remarke bezocht waar een aantal Winterswijkers verblijven. Hij kon mededelen dat de families Schepel en Kluppels het op alle gebied uitstekend ging evenals de gebr. Bolding en de heer Wams”
Kolkman
Rudi Kolkman Campbelltown, New South Wales, Australia
Konings
Kruit
H.Kruit (Henk) -ambulance vervoer Australie – W’wijk – keeper WVC ovl.27-07-1959 – 57 jaar. In zijn winkel plotseling overleden. W.G.Kruit-Hoitink (Willy) Willy Hoitink november 1950 met man, schoonouders en twee zwagers.
Fam.Kruit had een kruidenierszaak hoek misterstraat-Wierengastraat 1972: ouders Kruit inmiddels overleden Fudgee (Nieuw Zuid Wales) 1x per mnd.naar Sydney boodschappen (reis 8 uur) Kinderen: 3 Rick (19), Reginald (17) en Joanne (15) – lft.-1972
Kuiper
Const.1974
Lammers- Schalekamp
Lievers-Lem
H.W.Lievers B.Lievers-Lem en kinderen Const.1956
Lobbes
Mooibroek
Meerdink
Willemien Meerdink vertrokken naar Australie -1955
Oonk
Elizabeth Oonk Jansen Sydney
Oonk
Zie ook verhaal Fam.Oonk
Pas ten
Piepers
W.W.Piepers T.Piepers-Staal
Polak
Radstake
09 mei 1952 naar Australie – Johan van Oldenbarnevelt Louisina Lamberta Radstake-Mekking ovl. 1976 – 66 jaar
———- St Mary’s Jo, Rieke and Janke Radstake
Rotering- Becking
Golden Cquare G.Rotering G.Rotering-Becking Constatering: 1967
Schepel
Hendrik Schepel Schepel-Slots Vertrokken 1952 met zoons dan 11 (Roelof) en 15 Hendrik: In Australie chef-monteur garage Renmark
Kwamen plm.1960 weer terug en begonnen een groentezaak aan de Misterweg in Winterswijk
Souilljee
Anneke Souilljee Emerald, Queensland
Uwland
H.J.Uwland M.Uwland-Piek en kinderen Terand-Australie const.1958
Jong Winterswijks meisje verrichtte moedige daad in Australië
25-02- 1957: Begin februari redde het 13-jarige dochtertje van de familie Uwland, vroeger wonende Kobstederstraat 27, welke in April 1954 naar Australië emigreerde, een 10-jarige jongen uit volle zee. In Zuid-Australië is het momenteel hoog zomer en er heerst een druk badleven. De jongen was door de zeestroming meegesleurd. De 13-jarige Johanna was vertrouwd met het water en kon de Australische , jongen bereiken. Deze greep haar verkeerd vast; niettemin wist het meisje met grote inspanning de jongen boven water te houden, tot boten het tweetal bereikten. De jongen was bewusteloos, en er kwam nog kunstmatige ademhaling bij te pas. De Indische Oceaan, die de Australische zuidkust omspoelt, wemelt dikwijls van haaien, die tot vlak onder de kust verschijnen, Daarbij staan in de Bass-straat sterke stromingen. De heer en mevrouw Uwland, die met zes zonen en 1 dochter zich in Barwon Heads, ongeveer 100 km ten z.w. van Melbourne vestigden, kunnen trots zijn op hun dochter. En Nederland op zulke emigranten, waarvan er weer één, één kind nog, een daad verrichtte, die recht tot het Australische hart spreekt.
Mijn ouders zijn ook in Sept 1950 ook vertrokken met Johann v Oldenbarnevelt naar Sydney, eerst paar weken in BATHURST te zijn opgevangen kwamen wij in St Marys terecht, waar ook de families Oonk later nog meer Winterswijkers. Ons gezin heeft er een geweldig leven hebben gehad…. en ben naar al die jaren sinds midden jaren 60 nu toch weer op mijn geboorteplaats weer terug ook getrouwd. Down Under….( Australia) is just a great country
Visser
Vries de -Heusinkveld
Vriesen
Woonachtig aldaar plm.1963 J. H. Vriesen . Ouders: J.B.Vriesen en W.A.Vriesen-Wiggers (Winterswijk) W. Vriesen-Schröder
Naar Winterswijk gekomen 50 jarig huwelijk ouders in 1975
Wams
1954: N.W.C. “De heer Augustinus had Remarke bezocht waar een aantal Winterswijkers verblijven. Hij kon mededelen dat de families Schepel en Kluppels het op alle gebied uitstekend ging evenals de gebr. Bolding en de heer Wams”
Weenink
Hendrik Willem Weenink Ovl: 17-12-1968 Melbourne -62 jaar
Weetink
Weevers-Toebes
Jenny Menke: We lived in Blacktown I’m the daughter of Henk and Sini Weevers who migrated to Australia from Winterswijk in 1952 ages 26 and 28 along with the Kolkman family. My Mum, Sini Weevers /Toebes lived on the Vredenseweg and at 99 years of age still lives in Blacktown, probably last of that generation to do so. My Mother, Sini Weevers-Toebes at her 99th birthday 25.11.22. Living in Blacktown who migrated with husband Henk Weevers in 1952
Na de tweede wereldoorlog kwam Australië in beeld als het beloofde land. En dat ging ook niet aan Winterswijk voorbij. De eerste pioniers in Winterswijk waren wel Bertus en Jan Oonk. De zonen van de manufacturenzaak van Willem en Trui Oonk aan de Vredenseweg.
In 1949 had Bertus Oonk bij zijn emigratie zijn zaak in manufacturen aan de Vredenseweg over gedaan aan zijn beste vriend Hendrik ten Dolle – Guldens Goedkoper. Ook ten Bokkel v.d. Morgenzonweg was zijn beste vriend. In de oorlog bij bombardementen aan de Morgenzonweg, toog de fam.ten Bokkel altijd naar Willem en Trui aan de Vredenseweg om te schuilen.
Beide zoons Bertus en Jan waren in 1937 getrouwd met resp. Teiltje en Fenna. 16 december 1949 is de grote dag van vertrek met S.S. Volendam. Eerst gaan de broers alleen om bij een geslaagde vestiging in Australie een jaar later hun gezin te laten overkomen. Een lange reis over zee. Op 21 januari 1950 komen ze aan in Fremantle in Australie. Ze vestigen zich in St.Marijs en pakken alles aan wat maar voor de hand ligt aan werk. Een jaar later kunnen zich dan ook de gezinnen zich daar vestigen. Bertus heeft inmiddels een leidinggevende functie in de woningbouw en Jan chef op een fabriek. Het gaat voortvarend. Het liefste zouden ze op een farm werken in het achterland, maar voor vrouw en kinderen vestigen ze zich in het bosgebied aan de buitenkant van St.Marys, 75 km. boven Sydney gelegen, waar Bertus een soort van kampeerbedrijf begint. Jan en zijn gezin kopen grond en een woning naast Bertus.
Willem en Trui moeten er erg aan wennen dat hun beide zoons met hun gezinnen geemigreerd zijn. Samen met dochter Anna blijven zij in Nederland. Ze missen hun zoons wel degelijk, maar ze hopen, het is inmiddels 1956, dat Bertus en Jan, zoals ze beloofd hebben, met hun gezin naar Winterswijk komen voor hun gouden huwelijk.
Maar dan valt er een brief uit St.Marijs op de mat: “Wij weten wel hoe Winterswijk eruit ziet, maar vader en moeder weten niet hoe het bij ons in St.Marijs gesteld is.Kunnen we het niet zo doen, dat vader en moeder hun 50 jarig huwelijk bij ons vieren. Wij betalen het reisgeld”
Trui (68) schrikt van het prachtige aanbod en Willem (72) zegt niet veel. Ja en nu? Met dochter Anna, familie, vrienden en bekenden wordt overlegd. Ze gaan het doen. En zelfs een jaar lang. Willem is nog nooit verder geweest dan Amsterdam en Trui heeft de zee zelfs nog nooit gezien. Alleen Bocholt en Wesel. En dan moet er veel georganiseerd worden, voordat het grote vertrek op 07 oktober 1955 zal plaats vinden om aan de andere kant van de wereld samen hun zoons en gezinnen daar hun gouden huwelijksfeest te gaan vieren op 25 juni 1956.
“Ai’je een jaor weg gaot, is er veule te regel’n”, zegt Willem “Hek gas en de electrisch he’k af laoten sluten, want ‘t is zunde a’j der een jaor veur betaalt, a’j ‘t toch neet gebroekt” Weken achtereen wordt er nu dagelijks kippensoep gegeten, want tenslotte moesten deze natuurlijk geruimd worden. De laatste 6 kippen worden maar verkocht, want ze kunnen geen kippensoep meer zien. “Het hef ok veurdeel’n, zegt Willem. “Gin winteropslag van aerdappeln en ging koll’n” “Wie holt geld ovver veur een ijsjen daor, want daor is het zommer”
07 oktober 1955 is de grote dag van vertrek voor de vijf weken durende bootreis naar Bertus en Jan. Twee koffers gaan mee, met o.a. een nieuwen manchesterbokse en nieuwe klompen. “Tot ovver een jaor”
De S.S. Jan van Oldenbarnevelt vertrekt, met Willem en Trui. “En dan wordt het stil aan de over kant” Berichtgeving vanuit Australie is natuurlijk zeer beperkt in die tijd, maar toch gespeurt naar hoe het hun daar vergaan zal zijn en of ze een geweldig jaar en gouden huwelijksfeest hebben genoten. Trui vond het er fijn, het klimaat, maar zeker de kinderen en kleinkinderen om haar heen te hebben, maar toch was ze liever weer thuis. Het huwelijksfeest was meer dan geslaagd in het bijzijn van hun beide zoons Bertus en Jan en hun gezinnen, maar precies een maand later slaat het noodlot toe. De gezondheid van Bertus liet echter ook bij het huwelijksfeest al ernstig te wensen over en op 25 juni 1956 komt hij op 47 jarige leeftijd te overlijden. De glans van het gouden huwelijksfeest zal snel verdwenen zijn. Maar dan staat er ineens weer een bericht, 17 september 1956 in de Nieuwe Winterswijkse Courant.
Niet over de belevenissen van Willem en Trui, maar weer bij de overlijdensadvertenties. ‘Heden overleed onze lieve man, vader en opa Willem Oonk, 73 jaar. St.Marijs-Australie. Willem was ernstig ziek geworden en er werd nog een poging gedaan hem eventueel over te vliegen, maar dit werd onverantwoord geacht. Willem zal zijn Vredenseweg nooit meer terug zien. Hij wordt in Australie begraven
De berichtgevingen over de familie Oonk stokt verder in de Nieuwe Wint.Courant. Trui zal de terugreis naar de Vredenseweg naar alle waarschijnlijkheid alleen hebben moeten aanvaarden. Wat een prachtige reis en huwelijksfeest had moeten worden, zal al zijn glans hebben verloren. Ook zoon Jan mocht niet oud worden, hij overleed in 1967 in St.Marijs, 55 jaar oud.
De beide schoondochters en kinderen zijn in Australie gebleven. Trui Oonk is overleden in 1976 in Winterswijk op 88 jarige leeftijd. Dochter Anna (Lutjenkossink) in 1986 (79)
In de periode 1950-1980 zijn heel veel Winterswijkse gezinnen geemigreerd naar Australie
Genealogie Fam.Oonk
Berend Willem Willem Oonk (Willem) Geb:05-03-1883 Winterswijk Ovl: 16-09-1956 St. Marijs (73 jaar) Echtg: 25-05-1906 Winterswijk Geertruida Menting (Trui) Geb: Ovl: 01-04-1976 Winterswijk (88 jaar)
Kinderen:
Anna Bertha Hendrika Geb: 24-10-1906 Ovl:10-07-1986 (79 jaar) Echt:12-05-1933 Winterswijk Jan Derk LutjenKossink Geb: 04-06-1904 Winterswijk Ovl:23-02-1984 (79 jaar)
Hendrik Engelbertus (Bertus) Geb: 04-05-1909 Winterswijk Ovl: 25-06-1956 St.Marijs (47 jaar) Echtg:22-10-1937 Winterswijk Teiltje ten Cate Geb:18-02-1912 Winterswijk Ovl: Weer getrouwd met J.Rombout
Jan (Jan) Geb:04-06-1911 Winterswijk Ovl: 31-03-1967 St.marijs (55 jaar) Echt: 27-08-1937 Winterswijk Fenna Berendina Hendrika Veeningen (Veningen) komt op 25-02-1918 met haar ouders naar Winterswijk Geb: 05-03-1913 Schoonhoven Ovl:
Kottenseweg 25 JOHANNES Hendrikus Gunther, geboren op 11 maart 1862 te Amsterdam, ladingmeester van beroep
HERMINA Lubbertha Dulmes, geboren op 15 september 1862 te Amersfoort
Alberta Gunther, geboren op 12 september 1887 te Zutphen -1960 Wilhelmina Gunther, geboren op 7 april 1889 te Zutphen FERDINAND Philippus Theodorus Gunther, geb.17-12-1890 te Winterswijk
Johanna Fredrika Gunther, geboren op 13 mei 1893 te Winterswijk (OVERLEEFD) Kinderen: 5 waaronder Fernando Fernando is geboren op 20-01-1916 -overleden 2004 – 88 jaar oud NELLY Gunther
JOHANNA GUNTHER, het Winterswijkse meisje
Johanna Fredrika Gunther, geboren op 13 mei 1893 te Winterswijk Kottensweg 25. Haar vader Johannes was een echte socialist en stond, als laadmeester werkzaam aan het station te Winterswijk, vooraan bij de spoorwegstakingen om te bereiken dat er een vakbond moest komen. Maar helaas, het komt er niet en Johannes Gunther werd ontslagen. Het gezin Gunther besluit, te emigreren naar Chili, waar in die tijd veel Nederlanders heen trokken voor een beter bestaan. Ook de familie Michgelbrink In 1906 is de vakbond wel mogelijk, maar dan heeft de Familie Gunther zich allang gevestigd in Chili. Naast hun in Chili woont de familie Jans uit Rotterdam, waar ze veel mee omgaan. Woensdag 28 februari 1906:Johanna, dan 13 jaar moet ’s morgens samen met haar zusje Nelly’ op de koeien en ossen passen op de weide. Vader Johannes is samen met haar broer Ferdinand op het land aan het werk, als Johanna en haar zusje lawaai horen bij de boerderij. Samen rennen ze er heen, maar worden gegrepen door twee Chilenen, waarbij Nelly met een bijl worden geslagen en zwaar gewond raakt. Johanna weet zich los te rukken en vlucht naar buurman Rudolf Jans, die direct de politie inschakelde Komende bij de boerderij van Johannes vinden zij een vreselijk bloedbad. Vader Johannes, Moeder Hermina en zoon Ferdinand. Alle drie vermoord.Nelly, het jongste zusje, was inmiddels naar het ziekenhuis gebracht, maar voor haar leven werd gevreesd. Zij overlijdt echter een paar dagen later. Vele Nederlanders in de buurt waren woedend en wilden de beide Chilenen lynchen en begonnen een klopjacht. De politie weet de beide moordenaars al snel op te sporen, voordat ze in handen vielen van de woedende Nederlanders in de buurt. De verantwoordelijke minister in Chili heeft de beide moordenaars de doodstraf gegeven. Rudolf Jans, de buurman ontfermt zich over Johanna als 13-jarig meisje.Het Winterswijkse meisje wat niets of maar weinig verteld wordt wat er precies is gebeurd, om haar de gruwelijkheden te besparen. Zij heeft haar vader, moeder, broer Ferdinand en haar zusje Nelly verloren.
FERNANDO JANS, de zoon -1960
DE ZWAARSTE AARDBEVING OOIT GEMETEN. 9,6
22 mei 1960:Chili wordt getroffen door de zwaarste aardbeving ooit gemeten op de wereld. 9,6 op de schaal. Een dag eerder was Chili al getroffen door een aardbeving van 7,3 en de hulpverlening was net op gang gekomen. De beving was zo krachtig dat rivieren hun loop verlegden en de vulkaan Puyehue uitbarstte. De beving veroorzaakte een ongekende tsunami. Chili en Peru werden getroffen door golven van 25 meter hoog, maar de tsunami reikte veel verder, tot aan de andere kant van de Grote Oceaan.
Steden werden weggevaagd en ook vanuit Nederland kwam hulp opgang. Vanuit Nederland reisde een televisie- en cameraploeg naar Chili om opnamen te maken. Voor deze ploeg was het al behelpen door de verwoestingen, maar ook door de taalbarrière .In het complete verwoeste stadje Tolten, worden ze ineens aangesproken in het Nederlands, die omdat ook zijn winkeltje is weggevaagd aanbied de televisie-ploeg te helpen aan informatie. Alles is de Familie Fernando Jans kwijt, alleen een schuld van f 25.000 hebben ze nog. Zijn naam is Fernando Jans en is in Chili geboren, maar heeft Nederlandse ouders: Zijn vader is getrouwd met Johanna Gunther. Johanna was naar de verschrikkelijke moord op haar ouders, broer en zus bij de familie Jans terecht gekomen en trouwde later met de zoon. Thuis werd er altijd bij Jans en Johanna Nederlands gesproken en zo had ook Fernando de taal geleerd. Het dorp Tolten wordt niet herbouwd, kan niet herbouwd worden. Vijf kilometer landinwaarts wordt een nieuw dorp gesticht. Nueva Tolten. Fernando krijgt daar samen met zijn vrouw en vijf kinderen een noodwinkeltje. Nadat de Nederlandse tv-ploeg Chili weer had verlaten werd er besloten in Nederland een landelijke actie op te zetten en daarbij werd gekozen voor de plaats Tolten: ‘Actie Tolten’
Verbaasd kreeg Fernando in Chili het bericht of hij naar Nederland wilde komen om een landelijke actie van de gezamenlijke omroepen te ondersteunen. Uiteraard zonder kosten.
„Je móet gaan”, zei zijn vrouw Zij weet dat haar man in Nederland belangrijk werk kan doen voor de opbouw van het nieuwe dorp. Binnen drie dagen na het verzoek stapte hij op Schiphol uit het K.L.M.-vliegtuig. Hij bemerkte al direct dat hij „nieuws” was want „ik werd gebombardeerd door de flitscamera’s”. In de week van zijn verblijf heeft hij aan verschillende programma’s, over de actie Tolten meegewerkt. Prins Bernhard had op de Tv- en Radio zender de actie geopend. De tv-actie duurde van 19 november t/m 31 december In de eerste week werd al f 670.000 opgehaald voor nieuwe Nueva Tolten. Tijdens zijn verblijf in Nederland geeft hij aan de landelijke leider van de actie Ds.Nieuwenhuizen aan dat hij graag naar het geboortehuis wil van zijn moeder: Kottenseweg 25, Winterswijk. De bewoner van het huis Dhr.Beernink werkt hier graag aan mee. Ook de plaatselijke pers is paraat, maar ook deze weet, 54 jaar na dato, evenals de Winterswijkse gemeenschap niets meer over de verschrikkelijke geschiedenis van de fam.Gunther.
Het geboortehuis van zijn moeder, zijn in Chili vermoorde opa en oma, oom en tante. Ook Fernando Jans verteld hier niets over, hij is een man van weinig woorden. Toen Fernando ’t trapje van de opkamer (waar zijn moeder werd geboren) beklom schoot z’n gemoed vol en kon hij helemaal geen woord meer uitbrengen. „Wat had ik haar dit graag willen vertellen” zei hij nog eens
.Zijn moeder Johanna was pas overleden en heeft de aardbeving nog meegemaakt. De landelijke actie van de gezamenlijke omroepen liep voorspoedig en bracht uiteindelijk f 1.400.000 op voor het nieuwe stadje Nueva Tolten.
Honderd woningen, enkele winkels (waaronder de winkel van Fernando) en een wijkcentrum werden gebouwd. Bij Fernando’s vertrek uit Nederland, toonde hij zich dankbaar en was zeer blij met de gulle gaven van de Nederlandse gemeenschap. Maar de woning van moeder in Winterswijk en de kamer waar ze is geboren „zal mijn mooiste herinnering zijn als ik weer thuis ben”.
Letterlijke tekst brief Fam.Jans, direct na de moord
Transvaal-Colony, 3 Maart 1906.
Geachte Familie !
Het is mij een treurige plicht U uit naam van mijn aanstaande, Elsje Gunther, een zwaar ongeluk, dat haar familie getroffen heeft, te moeten mededeelen. De geheele Kolonie is in rouw gedompeld door het verlies van ons aller vriend en vriendin en hun zoon Ferdinand. Ik zal van begin af vertellen wat er gebeurd is. We zijn reeds een maand aan de tarweoogst. Daarvoor heeft mr. Günther 2 Chileenen aangenomen om de tarwe te snijden. Die hebben gehoord, dat mr. Günther wel geld zal hebben. Nu moet U weten, dat een Chileen uiterst diefachtig is en voor een gulden, een jas of een broek een moord doet. Woensdag 28 Februari waren des morgens tusschen 9 en 10 uur mr. Günther en Ferdinand, zijn zoon, bij huis aan het werk. De twee Chileenen kwamen toen bij hen een praatje maken. Ineens namen ze een bijl en in een oogenblik tijd waren Vader en Zoon een lijk. Toen juffrouw Günther dat zag vluchtte zij het land in, maar kon door de vele boomstammen, welke op het land lagen niet verder komen dan een honderd meter, waar ze door die bloedhonden van kerels achterhaald en vermoord werd. Jo en Nelly waren niet ver van huis de koeien en ossen oppassen. Door het lawaai kwam Jo naar huis loopen, en werd door een der kerels in de keel gegrepen. Ze wist zich echter gelukkig los te rukken, waarop zij de hulp van hun buurman en mijn ouders is gaan roepen. In dien tijd hebben de schurken het huis doorzocht, maar hebben doordat ze geen tijd hadden niet veel meegenomen. In hun vlucht hebben ze Nelly met bijlslagen zoo toegetakeld, dat we voor het behoud van haar leven vreezen. De docter geeft echter nog hoop. Ik heb den heelen oorlog in Transvaal mee gemaakt, maar zoo ontzettend gruwelijks, heb ik nooit gezien; dat gezicht zal ik nooit vergeten. De overige kinderen hebben hun ouders en broer niet teruggezien, wat beter is, daar die vreeselijk verminkte lijken hen ziek gemaakt zouden hebben. Ik heb het huis doorzocht, waarbij ik nog 212.80 Peseta’s vond, hetzelfde wat zoo ongeveer in huis kon zijn. Dus hebben de schurken niet veel gestolen; een poging om de moordenaars, die gevangen genomen zijn te lynchen, is mislukt. We hebben de verzekering van den Minister voor Kolonisatie gekregen, dat de moordenaars in het dorp of op het land van den vermoorde doodgeschoten zullen worden. Wanneer er echter niet genoeg soldaten bij zullen wezen, zullen zij eerst nog wat van de zijde der kolonisten moeten ondergaan. De meubelen zijn door den rechter opgeschreven en aan mijn ouders in bewaring gegeven, totdat de kinderen bij elkaar zijn. Els heb ik al opgehaald en Miena en haar man zullen vandaag wel komen. Nelly is in ’t hospitaal en Jo bij mij aan huis. Wees hartelijk gegroet van uw toegenegen vriend
RUDOLF A. JANS, Colonia Transvaal, Gorbea, Chili.
Als alles geregeld is zal Els of Mien U wel schrijven. 14 Maart. Vergeef het mij, dat de brief niet op tijd is weggestuurd. We hebben het nu ook zoo druk. Nelly, die in het Hospitaal is opgenomen, is een paar dagen later overleden.
Uw vriend, RUDOLF.
Volksblad
Het is hier zeker op z’n plaats met een enkel woord nog den vermoorden Güntber te herdenken. Hij was een gewezen ambtenaar van de Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappij en tijdens de staking van 1903 was hij ladingmeester te Winterswijk. Van de eerste minuut af nam hij deel aan de staking en hij behoorde tot de minderheid, die tot het eind toe volhield. Na den afloop ging hij met Laurens en Michelbrink naar Chili. Ik bewaar van hem de herinnering van een man, uiterst karig in woorden, maar zijn solidariteit toonend door daden. Een bedaarde, maar wel-bewuste strijder !
Genealogie Fernando Jans
Fernando Jans Günther Ouders: Rudolf Jans – Johanna Gunther Geb:20-01-1916 Ovl.:2004 (88) Echtg: 18-03-1939 María Ana Sandoval Geb:1910 Kinderen: Alberto Marcelo Jans Sandoval Ismael Fernando Jans Sandoval Alejandro Eduardo Jans Sandoval Jaime Rodolfo Jans Sandoval Martín Guillermo Jans Sandoval
Huininkmaat const.1924-1937 (later plantsoen ziekenhuis) Industrieterrein tussen Ambachtsstraat en Golsweg Eekelerweg Tussen Driemarkweg en Venemansweg const.1968
1932: Op de vuilnisbelt zijn twee arbeiders werkzaam
Ophalen van huisvuil.
01 APRIL 1949:
B. en W. stellen voor, na ingesteld onderzoek, om na 1 Mei a.s. te beginnen met slechts eenmaal per week het huisvuil op te halen; tot nog toe wordt in vele straten 2 maal per week de vuilnisbakken geledigd. De maximale hoeveelheid vuil, welke toegestaan wordt, is 3 bakken van ten hoogste 1 hl. Deze reorganisatie betekent een besparing van ca ƒ 1000.— per jaar. De heer Tenkink acht het niet juist in de zomerdag het ophalen van vuilnis te beperken. De ‘heer Raben is van mening, dat mensen die samen wonen, overlast van het huisvuil zullen krijgen wanneer het ophalen tot een keer per week beperkt wordt. De heer Kruit vindt het voor straten waar veel zaken gevestigd zijn wel bezwaarlijk, dat niet twee keer wordt opgehaald. De heer Verwers is er voor om een proef te nemen; blijkt dat met één keer volstaan kan worden, dan zou misschien een auto aangeschaft kunnen worden. De heer Bent zegt dat twee maand lang een proef is genomen met 26 straten en dat hieruit gebleken is, dat geen noemenswaardige stoornissen zijn voorgekomen. Mocht in de loop van het jaar blijken dat het voldoet, dan zal B. en W. misschien in het najaar met ’n voorstel komen om ’n auto aan te schaffen. De heer Kruit vraagt, of de controle ook plaats gehad heeft in de winkelstraten. De Voorzitter: „In alle straten”. De heer Bent noemt dan de straten op waar gecontroleerd is. De heer Kruit merkt op, dat dit allemaal straten zijn die niet in de kom liggen. Spr. zou voor van de zomer willen proberen. Mevr. Ritsema is van mening, dat het uit hygiënisch oogpunt belangrijk is dat het huisvuil twee keer per week wordt opgehaald en maakt er bezwaren tegen dat juist in de zomer begonnen wordt met 1 keer per week. De Voorzitter zegt toe, dat wanneer in de toekomst mocht blijken dat een keer niet kan, dan maatregelen genomen zullen worden. Hiermede kan de raad zich verenigen.
Den 31 Juli 1878 deed zij haar Lochemsche reisje voor ’t laatst, waarvan het Weekblad voor Winterswijk van den 2 Aug.1878 schreef: “Eergisteren had hier een roerende plechtigheid plaats. Een ouden, geel beschilderden vriend, getrokken door een zeer mageren bruinen viervoeter en een dito schimmel, werd de laatste eer bewezen. Gezeten in een vijftal rijtuigen deden een dertigtal jongelieden, met lange Goudsche pijpen gewapend en dikke rookwolken uitblazend, de oude diligence van Van Gend & Loos, die voor ’t laatst de reis naar Lochem aanvaardde, uitgeleide”.
1926 02 november:
TE KOOP Een Paard Te (zien en te bevragen bij VAN GEND & LOOS, Wooldstraat 24.
1948: Wijzigingen: N.V. Expeditie-onderneming Van Gend en Loos, filiaal Winterswijk, Woolstraat 24. Uitgetr. proc.h. (fil. beh. Winterswijk): A. M. Esselink; ingetr. idem L. Jagtenberg.
1964: Hendrik Jan Bennink: 12,5 jaar in dienst (ovl.1970-53 jaar) 1965: J.H.Oonk, 25-jaar in dienst 1966: N.J.Vredenberg: 40 jaar in dienst; Bronzen medaille in de Orde van Oranje Nassau -1967
1928: Overname door NS 1986: Verkocht aan Nedloyd 1999; Verkocht aan Deutsche Post 2003: Fusie: Danzas, DHL Worldwide Express en Van Gend & Loos Euro Express tot DHL