oudwwijk
Digitaal erfgoed

van Noord – Schoorsteenvegers

B.A.van Noord

Bernardus Antonius van Noord
Schoorsteenveger
Geb: 28-05-1855 – Groenlo
Ovl: 17-05-1929 Winterswijk (73 jaar)
Echtg: 13-11-1878 Groenlo
Johanna Catharina Schovers
Geb: 19-10-1855 – Groenlo
Ovl: 29-10-1908 -Winterswijk (53 jaar)

Kinderen:

Leendert Harmanus Antonius van Noord
Geb: 18-08-1879 te Groenlo
Ovl:

Johanna Wilhelmina van Noord
Geb: 06-02-1882 te Groenlo
Ovl: 25-07-1965 Den Haag

Hermanus Gerhardus van Noord
Geb: 09-02-1884 Groenlo
Ovl: 30-01-1885 Groenlo

Hermanus Gerhardus van Noord
Geb: 23-02-1886 Groenlo
Ovl: 11-03-1886 Groenlo

Hermanus Gerhardus van Noord
SCHOORSTEENVEGER
Leliestraat 8
Geb: 10-08-1887 te Groenlo
Ovl: 04-11-1967 Winterswijk
Echtg: 22-11-1911 Groenlo
Gerharda Johanna Konings
Geb: 26-05-1889 Groenlo
Ovl:
Kinderen: 4 (zie derde generatie)
J.G.B.van Noord
G.J.Nijenhuis-van Noord
M.G.J. van Noord (Deventer)
J.H.Th. Ubbink-van Noord

Bernardus Antonius van Noord
Geb: 29-04-1890 te Winterswijk
Ovl: 1918

Gerardus Hermanus van Noord
Geb: 15-07-1892 te Winterswijk
Naar Den Haag

Antonius Gerhardus van Noord
Geb:15-05-1895 Winterswijk
Olv: 04-09-1897 Winterswijk

Antonius Gerhardus van Noord
Geb:01-07-1898 Winterswijk
Ovl: 17-10-1902 Winterswijk

Derde generatie

Johannes Gerhardus Bernardus van Noord Geb:10-09-1912
SCHOORSTEENVEGER
Echtg: D.van Noord-Roding

Foto: Delpher
Foto: Delpher



Lees verder

“In Kotten bunt ze gekker met kipp’n, dan met kinder

In 1896 kwam de ondernemer Hendrikus Minck vanuit Groningen naar Winterswijk.
Naast zijn ondernemerschap als sigarenmaker, was hij een fanatiek turner.
In 1906 sloot hij zich samen met zijn zoon Gerrit aan bij pas opgerichte Winterswijksche Gymnastiekvereeniging.en deze groeide als kool.
In 1915 kwam er zelfs al een grote damesafdeling W.G.V. waarin, mag niet onvermeld blijven Mej.Jans Beskers een grote rol vervulde.
Winterswijk bewoog……..en goed.
En nu waren de buurtschappen aan de beurt.Maar de Kottense boeren waren er niet warm voor te krijgen.
Wel Postbode Beernink en Kappers van het hulppostkantoor, evenals de beide meesters Boxem en Meinen, maar de boeren vonden het nieuwe tijdsverschijnsel helemaal niks.
Ook de sigarenmaker en turner Gerrit Minck ging zich d’r maar eens mee bemoeien en nadat hij toenadering had gezocht door een Kottense boer een van zijn fijne sigaren aan te bieden zei hij hem in de loop van het gesprek: „Jullie behandelen je kippen nog beter dan je kinderen.”

De Kottense boer schrok ervan.
„Hoe bedoel ie dat?” was zijn vraag„
Wel, in je kippenhok hang je een knolraap, zó dat de kippen moeten springen om erbij te kunnen — daar blijven ze gezond van, da’s hun gymnastiek. En waar heb je nou voor je kinderen zoiets?”

De Kottense boer, krapte zich op zijn hoofd en dacht na:
“Ie hebt geliek, Minck”
En bij terugkomst in Kotten vertelde hij het verhaal van Gerrit Minck verder.
Maar helemaal om waren de Kottenaren nog niet, maar Gerrit Minck had toegezegd dat hij ze wel warm zou maken.
‘Zorg maar dat op 25 mei (1930) het Feestgebouw bij jullie gereed staat, dan zullen wij v.d. Winterswijkse Gymnastiekvereeniging laten zien wat we allemaal al kunnen’

Beernink, Kappers en de beide onderwijzers Boxem en Meinen roken hun kans om de Kottenaren aan het bewegen te krijgen en nodigden iedereen in Kotten uit om voor een kwartje te komen kijken naar de Show, die Minck beloofd had.
En ze gingen om, want nog geen twee maanden later, nml. op 01 juli 1930 had Kotten zijn eigen gymnastiekvereniging.
De KGV. Gerrit Minck had toegezegd de eerste tijd te komen helpen lesgeven, als ze beloofden hem iedere keer met de auto te komen halen en brengen.
En dat deden Kottenaren maar al te graag.Vijf jaar later werd het eerste lustrum gevierd en de foto daarbij gemaakt toont 60 leden.

Verhaal in roman-stijl samengesteld uit krantenberichten uit die periode -Hans Tenbergen

Foto: Bijpassend
Links nog net zichtbaar Gerrit Minck, rechts turner Herman Paule

Lees verder

Salonwagen

De woonwagen achter het Algemeen ziekenhuis werd altijd de salonwagen genoemd.
Eelinkstraat 37
Bewoonster was:

Martje van Tijum

Martje van Tijum
Geb: 28 februari 1914 te Westernieland gem. Eenrum
Ovl: 01-01-1996 Winterswijk
Ouders: Roelf van Tijum (55-1930) en Henderika Moltmaker (63-1941)
Beide ouders overleden aan kanker
Haar moeder was altijd ziekelijk en heeft ze verzorgd tot haar dood.
Daarna ging Martje de verpleging in.
Martje had twee broers.
Propagandiste KWF en Moermanstichting
Verpleegster Algemeen Ziekenhuis 1948-1960

Foto: Delpher
Lees verder

Felix Monasso

Terazzowerken

De familie Monasso is afkomstig uit een klein bergdorp in Noord-Italië, Travesio 
Vestigen zich in 1896 Bocholt de drie broers:
Giovanni Monasso, geboren op 08 september 1869 te Travesio
Felice Fortunato Monasso, geboren op 06 januari 1871 te Travesio
Antonio Monasso, geboren op 16 november 1876 te Travesio

In 1915 moeten zij Duitsland verlaten i.v.m. 1ste Wereldoorlog en gaan naar Aalten.
Vandaar uit gaan:
Giovanni Monasso, -blijft in Aalten
Felice Fortunato Monasso, – gaat naar Winterswijk
Antonio Monasso, – gaat naar Doetinchem


09 juni `1922 naar Winterswijk
1923: Zelfstandig bedrijf: Felix Monasso & Zonen.
Jonenstraat 27 – Terazzowerken

Felice Fortunato Monasso

Felice Fortunato Monasso
Geb:06-01-1871 Travesio
Ovl: 04-03-1962 Winterswijk (91 jaar)
Margaretha Clementina Cicutto
Geb: 06-09-1871  Pinzano al Tagliamento-Valeriano 
Ovl: 23-11-1952 Winterswijk (81 jaar)
Goudvinkenstraat 17
Kinderen: 6

Felice Fortunato Monasso

Felice Fortunato Monasso
terrassowerker
Geb: 13-05-1905 te Bocholt 
Ovl: 14-09-1972 Winterswijk
Echtg: 29-12-1936 Winterswijk
Martha Lansing
Geb: 26-04-1917 te Enschede
Ovl:

Francesco Luigi Monasso

Francesco Luigi Monasso
Geb: 16-08-1903
Ovl: 04-12-1966 (62 jaar)
Echtg:
Linda Anna Florean
Geb: 26-02-1915
Ovl: 18-02-2008

Lees verder

Hubers, G.C. – Fotograaf

Misterstraat 83

Gerhard Christoffel Hubers
Geb: 16-11-1887 Deventer
Ovl: 02-11-1949 Borculo
Echtg: 18-12-1919
Johanna Mantel
Zus fotograaf Mantel.
Geb: 06-10-1893 Enschede
Ovl:

1922: Fotograaf G.J.E.Mantel

Constatering: 1919-1922

B.J.Hubers – 1920- Portretvergroting -Vredenschestraat A334

Lees verder

Horlogemaker Egbers

Ludwig Carl Egbers
Horlogemaker
Geb:11-05-1862 Rheden
Ovl:13-02-1921 Winterswijk
Echtg: 24-01-1890 Doesburg
Heriëtta Pietronella de Goede
Geb: 12-03-1863 Deventer
Ovl: 21-08-1927 Winterswijk
1890 komen ze naar Winterswijk

Zoon:

Ludwig Carl
Ondermachinist
Geb: 10-04-1898 Winterswijk
Ovl:
Echtg: 17-04-1926 Winterswijk
Elisabeth Christina van Stuijvenberg
Geb:
Ovl:
Zoon Ludwig Carl 1933 Winterswijk

Constatering:
(1902-1953)
1905: Misterstraat
1925-1953: Misterstraat 37

Foto: Delpher
Lees verder

Horlogemaker J.W.Geurkink

Markt

Jan Willem Geurkink
Geb:13-05-1884 Winterswijk
Ovl: 11-04-1910 Winterswijk (25 jaar)

Foto: Delpher


Foto: Delpher

Nieuwe Winterswijksche Courant, 16 maart 1910

Een niet allerdaagsche diefstal is hier in den nacht van Vrijdag op Zaterdag gebeurd. De horlogemaker Geurkink op de Markt, hoorde om ongeveer half twee een geluid als van een neervallende klok. Uit het raam kijkende van zijn slaapkamer die boven den winkel ligt, zag hij niets, doch hij wilde voor alle zekerheid de herkomst van het geluid nagaan. Toen hij nu beneden kwam en de straatdeur geopend had, ontdekte hij wat er gebeurd was. Blijkbaar met een knuppel had men een zijruit van zijn winkel ingestooten en toen niet minder dan 35 zilveren, 25 nikkelen heeren horloges en 5 zilveren dames horloges weg genomen. Een stuk of vijf waren bij het weghalen van den stang gevallen en een paar lagen met gebroken glas voor de deur. Vlug werd de politie en de marechaussee gewaarschuwd en met bekwamen spoed waren deze op de plaats van den diefstal aanwezig en werden door hen in alle richtingen pogingen gedaan, om den dief te ontdekken.
Beide verdienen een woord van lof voor de bijzondere activiteit bij deze gelegenheid aan den dag gelegd. Ondertusschen vernam men dat met de laatste trein uit de richting Borken, om half één dus, een persoon was aangekomen, die verzocht had inde wachtkamer te mogen blijven, daar hij om half vier weer weg wilde met de eerste trein inde richting Borken. Die persoon nu, was niet meer in de wachtkamer aanwezig, zoodat het vermoeden terstond op hem viel.
De vermoedelijke dader had ondertusschen het hazenpad gekozen in de richting van Varsseveld en aan enkele personen den weg gevraagd naar Arnhem. Dit was o.a. het geval met een rijksveldwachter in burgerkleeding, die Zaterdag juist inspectie had. Toen de veldwachter, die naar Arnhem moest, in den trein had plaats genomen, vernam hij van den gemeenteveldwachter v. d. Goore, den diefstal, in den afgeloopen nacht hier gepleegd. Uit de beschrijving, die daarbij gegeven werd van den vermoedelijken dader meende de veldwachter te mogen opmaken dat deze dezelfde persoon was, die hem den weg naar Arnhem gevraagd had. Toen de rijksveldwachter ’s avonds met de laatste trein uit de richting Zevenaar huiswaarts keerde, bemerkte hij tot zijne niet geringe verbazing den vermoedeiijken dader, die dezelfde reis meemaakte. In Doetinchem stapte deze uit en de rijksveldwachter, zijn pakje aan den conducteur overgevende, met verzoek het in Varsseveld aan te reiken, volgde den vermoedelijken dader en was zoo vrij hem in een café te Doetinchem te aressteeren. De aangehoudene had op dat oogenblik niets bij zich, dan een geladen revolver met 6 scherpe patronen.
Zondag werd hij ter confrontatie hierheen geleid. Het spoorwegpersoneel herkende in hem de persoon, die Vrijdagnacht hier was aangekomen, hetgeen hij ook bekende.
Eveneens stemde hij toe, dat hij vorige week hier ter plaatse was geweest en aan den horlogemaker Geurkink twee ringen van Duitsch goud trachtte te verkoopen, (bij welke gelegenheid hij goed poolshoogte van den winkel nam, om zoodra de kans daartoe gunstig was, zijn slag te slaan). Hij bekende eveneens, dat hij de aangeboden ringen aan den koopman Aschkinas verkocht had, maar van de gestolen horloges wist hij niets. Hij vond het zelfs een bewijs van machtsmisbruik, hem deswege aan te houden. Zijnen naam wilde hij niet opgeven, evenmin waar hij vandaan kwam; men kon niet nagaan of bij een Duitscher of een Hollander was en zoo hij een landgenoot was, uit welk deel van het land hij afkomstig was. Uit de antwoorden, die hij aan den Burgemeester, de politie, de marechaussees en anderen gaf, mocht men opmaken, dat hij een dief is met een groote dosis brutaliteit en eene enorme gevatheid; terwijl hij ook niet vrij bleek te zijn van anarchistische denkbeelden.
’t Bleek een geenszins gemakkelijk sinjeur te zijn. Overigens kon men niet veel wijzer worden.
Zondagmiddag is de aangehoudene, die zijn onschuld volhoudt, weer naar Doetinchem overgebracht en zal hij waarschijnlijk ter beschikking der Justitie te Arnhem gesteld worden.
Het vermoeden bestaat, dat de horloges of ergens verborgen zijn, óf aan een handlanger zijn overhandigd. Nader vernemen we nog, dat hij te Doetinchem beweerde Cornelis Verhoef te heeten, een naam, die ook ons verzonnen toelijkt. Hij is naar Arnhem overgebracht en van daar ter beschikking der justitie te Zutphen gesteld.

Nieuwe Winterswijksche Courant, 19 maart 1910

Aangaande de gestolen horloges van den heer Geurkink hebben we niets naders vernomen.
Wel zijn de kleeren, die de vermoedelijke dader heeft afgelegd en voor nieuwe verwisseld, in een boschje bij Klarendal in Arnhem gevonden, doch van de horloges geen enkel teeken. Niet onmogelijk is het, dat ze ergens tusschen hier en Varsseveld verborgen zijn.

Nieuwe Winterswijksche Courant, 04 april 1910

De persoon, van wien vermoed wordt, dat hij de horloges bij den heer Geurkink gestolen heeft, haalde deze week weer een leelijke bak uit.
Na een paar maanden preventieve hechtenis te Zutphen, moest de rechtbank van het verleenen van rechtsingang voor deze zaak afzien, omdat de aangehoudene niets losliet en getuigen ontbraken, terwijl ook de corpora delicti mankeerden, (de horloges zijn immers niet teruggevonden).
Maar de vermoedelijke dader had nog iets anders op zijn kerfstok.
Hij was ook deserteur en daarvoor zou hij terecht staan. Daarom werd hij naar de militaire strafgevangenis te Haarlem overgebracht, en nu vertelt men ons, dat hij daar zoo flink bewaard werd, dat hij deze week de kans schoon zag . . .om te ontvluchten. Als dit waar is, dan zal men dezer dagen wel weer iets hooren van een fijn uitgesponnen diefstal, oplichting of iets van dien aard.

Foto: Delpher
Foto: Delpher
Foto: Delpher
Foto: Delpher

Lees verder

Horlogemaker Seifer

Markt

Joseph Alexius Seifer
Horlogemaker
Geb: 09-12-1831 Sudlohn
Ovl: 18-02-1916 Winterswijk
Echtg: 12-08-1868
Catharina Berendina Luckman
Geb: 11-11-1842 Winterswijk
Ovl: 00-09-1878 Winterswijk (35 jaar)
Kinderen:1

Echtg: 1879
Christina Elisabeth  Berger
Geb:27-08-1846 Stadtlohn
Ovl:12-11-1905 Winterswijk
Kinderen:3

Kinderen:

Johannes Hendrikus Seifer
Geb: 12-05-1869 Winterswijk
Ovl: 09-07-1971 Winterswijk (102 jaar)
Weurden 5-1 (1946)

Johannes Victor Seifer
Geb: 28-10-1880 te Winterswijk
(Munchen-1905)

Maria Catharina Martina Seifer
Geb: 22-01-1883 te Winterswijk
(Amsterdam-1905)

Anna Ernesta Seifer (Mej.)
Geb: 11-04-1888 te Winterswijk
Ovl:16-12-1976 Winterswijk
(Mook-1905 – terug 1906)

Foto: Delpher
Foto: Delpher
Links bij Luifel: J.A.Seifer
Foto: Delpher

Woensdagmiddag 28 oktober 1964:
„Dit is de laatste klok die ik heb gerepareerd”,
„Ik schei er mee uit”.
Hendrik Seifer 1869-1971
(laatste klok die hij repareerde was bij Lambertus Kip)

Foto: Delpher


Lees verder

Kleinbussink Sigaren

Sigarenmagazijn
Wooldstraat 21/23

Gerrit Kleinbussink
Geb: 15-09-1885 Deventer
Ovl: 23-09-1974 Winterswijk
Echtg: 10-05-1917 Winteswijk
Henriette Wesselina Ruesink
Geb: 13-05-1897 Winterswijk
Ovl:

Foto: Delpher

Opening Sigarenmagazijn Donderdag 13 april 1922

Foto: Delpher
Gaat alleen door als Sigarenmagazijn
Foto: Delpher

Pand gesloopt oktober 1973

Lees verder

De Zonnebloem

Afdeling Winterswijk:
Opgericht: 13 november 1980

Katholieke Nationale Vereniging tot bevordering van het welzijn der zieken van alle gezindten.

Bestuur:
J. ten Damme-ten Dolle (voorzitster)
H. van Druten-Gebbink (secretaresse)
M. Lagerweij-Gerritsen (penningmeesteresse).

Lees verder