21 maart 1941, Graafschapbode
WINTERSWIJK.
Het oude gemeentehuis is belastingkantoor geworden.
Verbouwing kostte een kleine ƒ 16000.—.
Zonder veel vertoon heeft de Inspectie der Directe Belastingen haar oude pand aan de Prins Hendrikstraat verruild met het nieuwe home: het voormalige gemeentehuis.
En het is typeerend voor de hooge opvatting van den „Naober-plicht” der Wooldstraatbewoners, dat zij de ambtenaren op allercharmantste wijze hebben ontvangen. Wij konden ons daarvan persoonlijk overtuigen, toen wij onder leiding van de inspecteurs het tot onherkenbaar wordens toe verbeterde gebouw hebben bezichtigd. Een belastingkantoor staat voor vele menschen in „vreeselijkheid” zoo ongeveer gelyk met de wachtkamer van den tandarts.
Hier de blinkende instrumenten,ginder stoffige folianten, waaruit tanige heeren, voorzien van nijdig-uitziende brilletjes, hun verbazingwekkende fiscale kennis puren.
Zoo is het niet in de Wooldstraat!
Ofschoon wij niet gaarne de stelling zouden poneeren, als zal de Wintersweker in de toekomst al zingende zijn vaderlandsche plichten vervullen, tóch is het een feit, dat veler gelaat een vol octaaf vroolijker zaï staan bij het zien van dit geriefelijk en modern fiscaal domein.
‘Hier zwerven geen stoffige folianten, hier heerscht niet die intimideerende, temmende, sloopende sfeer, die wy zoo goed kennen van vele duistere Rijksgebouwen uit het verleden.
Hier zagen wij bloemen en planten, geschonken door vriendelijke omwonenden, hier las de inspecteur, de heer J. R. Verwers, ons toepasselijke gedichten voor, waaruit ongekunstelde hartelijkheid en waardeering spraken. Want de Wooldstraatbswoners waardeeren het, dat ’t gemeentehuis, waaruit Winterswijk in 1939 te voorschijn kroop als een te omvangrijk geworden — en dus vervellende — rups, weer bewoond is.
Wel is het plan van wijlen den heer Priester, in – leven wethouder, om het gebouw te koop aan te bieden aan het Rijk, spoedig in vervulling gegaan, maar de oude gevel, welks onbekleede ruiten een groote doodschheid en verlatenheid onthulden, stond daar temidden van belangrijke zaken a!s een aftandsch relict uit grijs verleden.
Doch wat er achter dien gevel in luttele maanden tijds aan arbeid werd verzet, dwingt respect af. Geen materialenschaarschte, noch beperkte communicatiemogelijkheden hebben den hoofdaannemer, den heer Vreman uit Aalten, er van kunnen weerhouden, met de zijnen een ongelooflijke hoeveelheid werk te verzetten. Onder toezicht van den Rijksgebouwendienst zijn zeer ingrijpende verbeteringen aangebracht. Men kent in het interieur ’t oude gemeentehuis niet terug.
Van kelder tot nok pelde het, breekijzer ,’t oude muurwerk uit zijn cementen ommanteling. Het vertoonde niet één scheurtje. In den kelder werd een nieuwe ketelinrichting gebouwd voor de centrale verwarming. Dit geschiedde door het warmte-technisch bureau Kappers alhier. Gelijkvloers vinden we ter weerszijden van de royale gang zonnige werkvertrekken. Daar lag eenmaal de kamer van den secretaris, een sombere en kwalijk riekende verblijfplaats. De huidige opvattingen over licht en lucht, vloerbedekking en behangsels, hadden met dat eerste euvel spoedig afdoende afgerekend. Het tweede bleek zijn oorzaak te vinden in steeds rottende vloeren. De oude bouwmeesters hadden de fundamenten drie meter diep laten ingraven, ten einde door de veenlaag op stevigen zandbodem te geraken.
Die veenlaag was intusschcn funest gebleken voor de vloerdeelen, voor de ventilatie en voor de gansche sfeer.
Een moderne vloer, thans gelegd boven de nieuwe kelders, heeft aan die „luchtjes” gedecideerd een einde gemaakt. Vooral aan de achterzijde is het gebouw ingrijpend veranderd. Daar liggen de garage, de rijwielbergplaats, de garderobe, en een keurig wachtvertrek voor de ambtenaren. Met behoud van een vriendelijken tuin is een royale inrijweg geprojecteerd aansluitende op de Badhuisstraat.
De eerste verdieping bezit flinke kantoorlokalen. Alles maakt er een prettigen indruk en wie eventueel nog kopschuw zijn mocht, wordt door kunstige, dikwijls geestige teekeningen en raadgevingen wegwijs gemaakt en op zijn gemak gesteld.
De bovenverdieping heeft een bijzonder belangrijke wijziging ondergaan. De oude kap van het gebouw heeft moeten plaats maken voor een nieuw en beter dak.
Ruimte ontbreekt ons om de prettige sfeer, de moderne opvattingen over service van inspecteurs en het overige personeel te loven.
Velen hebben het nieuwe home, dat thans plaats biedt aan twintig ambtenaren, dezer dagen reeds bewonderd. *
Wie tot dusverre de veranderingen nog niet ging zien, kunnen wij slechts troosten met de mededeeling, dat hij er weldra eveneens zal binnenstappen. Desnoods zijns 0ndanks………
Nieuw belastingkantoor Misterweg plm.1984-plm.2007