Michiel Wierenga
Gemeente-secretaris 1918-1939
Michiel Wierenga
Geb:15-06-1888 te Leens
Ovl: 02-11-1939 Winterswijk
Geziena Elisabeth Roo
Geb:02-04-1889 te Leens
Ovl:17-12-1973 Hilversum
Jacob Pieter Wierenga
Geb:06-10-1915 Winterswijk
Ovl: 27-11-1996 Winterswijk
Echt:
Elisabeth Geertruida Bussemaker
Geb: 23-10-1922
Ovl: 27-11-2003
Anje Trientje Wierenga
Geb:13-05-1920 Winterswijk
Ovl: 15-08-2007 Bilthoven
Echt:
Franciscus Cornelis Matthijs Hegener ovl.08-05-1955
Mr.Henricus Johannes Vulsma (1916-1992)
02 NOVEMBER 1939
SEDERT 1918 GEMEENTE-SECRETARIS.
Na een kortstondige ziekte is hedenmorgen in den leeftijd van 51 jaren overleden de heer M. Wierenga, gemeente-secretaris alhier.
Met groote ontroering werd hier van het overlijden van dezen verdienstelijken medeburger. die ook in het openbare leven een bekende en geziene figuur was, kennis genomen.
De heer Wierenga werd op 15 Juni 1888 te Warfhuizen (Gr.) geboren. Hij aanvaarde zijn eerste betrekking op de gemeentesecretarie te Wehe, gemeente Leens (Gr.).
Vervolgens was hij werkzaam te Warfum.
Op 1 Februari 1910 werd de thans overledene alhier benoemd als ambtenaar ter secretarie.
Toen in 1918 de toenmalige gemeente-secretaris, de heer Toebes, bij het spoorwegongeluk te Weesp om het leven kwam, werd de heer Wierenga tot zijn opvolger benoemd, zoodat hij 21 jaren gemeentesecretaris van Winterswijk is geweest.
In tal van vereenigingen en instellingen heeft de heer Wierenga zich doen kennen als een man met helder inzicht en groote stuwkracht. Betrof het een zaak in het algemeen plaatselijk belang, dan was hij steeds gaarne bereid tot medewerking.
De overledene was oud-lid van de Prov. Staten voor Gelderland, en wel van 1929—1933, als afgevaardigde van de V.D. Voorts was hij vanaf de oprichting voorzitter van de Vereeniging voor ziekenzorg en bevordering van gezondheidsbelangen, alhier; lid van het hoofdbestuur van het Groene Kruis; secretaris-penningmeester van het pas opgerichte consultatiebureau voor geestelijke volksgezondheid in Gelderland; secretaris van de Vereeniging tot verbetering der Volkshuisvesting, alhier; bestuurslid van de Vereeniging Hygiene v. Moeder en Kind; bestuurslid van de Vereeniging
Volksfeest; voorzitter van de Vereeniging „Landarbeider” en voorzitter van de Kegel-club „Wenters”. .
Aan de stuwkracht van den heer Wierenga is het mede te danken, dat Winterswijk een nieuw gemeentehuis kreeg. Als voorzitter van het Raadhuis-Comité, dat namens de burgerij een geschenk aan het gemeentebestuur voor het nieuwe Raadhuis aanbood, heeft hij zich
bijzonder verdienstelijk gemaakt.
Winterswijk heeft door het overlijden van den heer Wierenga een algemeen geacht, zeer verdienstelijken’ burger verloren.
Gemeenteraad 16 november 1939
Winterswijk
Wijlen de heer M. Wierenga herdacht.
De VOORZITTER Burgemeester Kneppelhout opent te half drie de vergadering en wijdt gevoelvolle woorden aan de nagedachtenis van den heer M. Wierenga, inleven gemeente-secretaris.
Mijne Heeren,
Hiermede verzoek ik U van Uw plaatsen op te staan om nog een oogenblik onze gedachten te doen verwijlen bij hem, dien wij het voorrecht hebben gehad zooveel jaren in deze vergadering te mogen zien en dien wij thans moeten missen: den heer Wierenga, die op 2 November na kortstondige ongesteldheid uit ons midden weggeroepen is en wiens leege stoel symbool is van de leegte door zijn verscheiden achtergelaten.
Op de begraafplaats mocht ik reeds een afscheidswoord aan hem wijden, waarin ik zijn hoogstaande karaktertrekken deed uitkomen. Ik moge in deze vergadering het licht doen vallen op zijn arbeid in het belang der gemeente.
Op 1 Februari 1910 trad hij als 2e ambtenaar in dienst der gemeente en op 2 November 1939 komt een eind aan zijn werkzaam leven.
Bijna 30 jaar dus heeft de heer Wierenga zijn beste krachten aan de gemeente gegeven: steeds onvermoeid en met onverflauwbaren ijver, zonder zichzelf te ontzien.
Voor de gemeente was niets hem te veel. Na 3 jaren werd de overledene reeds tot l en ambtenaar benoemd;, tevens waarnemend secretaris en volgde ook zijn benoeming tot ambtenaar van den burgerlijken stand. Nadat in September 1918 de toenmalige gemeente-secretaris, de heer S. Toebes, bij het spoorwegongeluk te Weesp het leven verloren had, werd op 22 October 1918 de heer Wierenga met algemeene stemmen tot zijn opvolger benoemd, wel een bewijs hoezeer hij zich reeds in de inmiddels verstreken 8 jaar de sympathie van de raadsleden verworven had.
Tijdens de oorlogsjaren 1914—1918 had hij zich bijzonder verdienstelijk gemaakt als leider van het Levensmiddelenbedriif. Als zoodanig werd door hem enorm veel werk verzet, waarbij hij de leiding der secretarie behield en grootendeels de daaraan verbonden werkzaamheden zelf uitvoerde bij gebrek aan geschoold personeel.
Ook was de overledene nog van 1911 tot 1918 secretaris van de gascommissie.
Om zijn groote werkkracht nog meer te doen uitkomen wil ik hier ter plaatse ook nog wijzep op de talrijke bestuursfuncties, welke hij in den loop der jaren bekleedde:
Secretaris van Volkshuisvesting;
Voorzitter Algemeen Ziekenhuis en Fonds voor Ziekenhuisverpleging;
Secretaris der Vereeniging „De Landarbeider”;
Lid der Vereeniging Volksfeest;
Lid Winterswijk’s Sportterrein;
Lid Volksbond tegen Drankmisbruik;
Secretaris Stichting Jeugdherberg ’t Kreyl;
Lid van het Prov. Bestuur voor Gelderland van ’t Groene Kruis;
Lid van de Provinciale Staten van Gelderland van 1931—1936;
Voorzitter Gelders Oosten van den Nederl, Bond van Gemeente-Ambtenaren;
Voorzitter Handelsavondschool.
Ook werd hij in 1920 tijdelijk belast met de functie Secretaris der Kamer van Koophandel te Winterswijk, welke functie hij tot den datum van opheffing van de Kamer bekleedde.
Gedurende zijn ambtsvervulling ontwikkelde de gemeente zich in sterke mate: het inwonertal steeg in de jaren van 1910—1939 van 13656 tot 19372 inwoners op 1 November j.l., terwijl in het bijzonder na 1920 veel tot stand kwam, dat in groote mate tot den bloei der gemeente bij droeg.
Ik noem U hiervan:
de electriciteitsvoorziening inde jaren 1920—1923;
de stichting van het waterleidingbedrijf in 1925;
de stichting van het slachthuis in 1926;
de stichting van het destructiebedrijf in 1928—1929;
de stichting van de rioolwaterzuiveringsinstallatie In 1932—1933;
verder de rioleerings en de bestratingswerken, terwijl in dit verband voorts dienen vermeld te worden het tot standkomen van den Dienst voor Sociale Zaken in 1931 en de bouw van de verschillende complexen arbeiderswoningen, alsmede die van de nieuwere schoolgebouwen, welke onze gemeente rijk is.
Op de hem eigen bescheiden wijze heeft de overledene ongetwijfeld aan de voorbereiding van die voorzieningen en stichtingen meegewerkt.
Dit geldt in bijzondere mate voor de in de jaren 1925 tot en met 1930 tot stand gekomen woningcomplexen op den Scholtenenk, aan den Eekelerdijk, aan den Oude Ratumscheweg, aan de B. H.Heldtstraat en op De Vrees, waarbij hij zoowel als gemeente-secretaris als in zijn hoedanigheid van secretaris der vereeniging Volkshuisvesting betrokken was.
Ook de zorg voor een goede uitvoering van de genomen besluiten over alle voornoemde onderwerpen heeft veel arbeid van hem gevorderd.
Dien arbeid heeft hij op degelijke wijze en zonder ophef verricht.
De sinds 1920 waarneembare groei en ontwikkeling der gemeente, (gepaard gaande met een aanhoudende uitbreiding van gemeentelijke bemoeiingen, als gevolg van wettelijke bepalingen, hebben het personeel en het werk ter secretarie in beduidende mate doen toenemen.
De heer Wierenga heeft hieraan het hoofd moeten en weten te bieden. Negen en twintig jaar lang heeft hij in het vorige huis der gemeente de administratie en ’t daarmee belaste personeel zien toenemen.
Hij heeft uitbreidingen van dat gebouw zien tot standkomen. Hij heeft moeten zoeken naar huisvesting van onder hem resorteerende diensten, waarvoor het oude gebouw géén’ ruimte meer bood, maar hij heeft ook zien verwezenlijkt worden zijn hartewensch: een nieuw, schoon en ruim raadhuis.
Toen op 11 Mei de feestelijke inwijding van dit gebouw plaats vond, had wel niemand gedacht, dat dit de laatste, groote aanwinst voor de gemeente zou zijn, waaraan de secretaris meegewerkt had.
Toch is het zoo: nog geen half jaar heeft hij in dit nieuwe gebouw zijn arbeid mogen verrichten; nog geen half jaar heeft hij mogen genieten van zijn nieuwe vrooiijke en zonnige werkkamer, welke zulk een schril contrast vormt met het vertrek dat in ’t vorige gebouw ten leste als secretarie-kamer diende; nog geen half jaar heeft hij mogen genieten van de vrucht van zijn inspanning. Het hier verrezen gebouw is architectonisch het werk van den architect met zijn medewerkers en van ambachtslieden, maar over de inrichting van het inwendige heeft hij, die onze secretaris was, voortdurend zijn gedachten en zijn wakend oog laten gaan.
In den tijd van den bouw en van de aankleeding van het raadhuis was zijn streven geduriglijk gericht op een doelmatige indeeling van het gebouw.
Dat onze administratie hier goed gehuisvest is, dat de besturende organen en de ambtenaren hier op doeltreffende wijze hun arbeid kunnen verrichten, is voor een groot deel ook te danken aan den onvermoeiden arbeid van den heer Wierenga.
Ook dit, gebouw zal er toe bijdragen dat steeds bij ons werk de nagedachtenis van den heer Wierenga in dankbare herinnering zal blijven voortleven.
De rede wordt door de raadsleden, de persvertegenwoordigers en de personen op de publieke tribune staande aangehoord
(De loco-seretaris, de heer D. J.Zwagerman, komt hierna ter vergadering).
Gedenksteen voor wijlen den heer M. Wierenga onthuld.
01 april 1940
— Hedenmorgen vond op de algemeene begraafplaats alhier een treffende plechtigheid plaats.
Vrienden en medewerkers van wijlen den gemeentesecretaris, den heer M. Wierenga, hadden op zijn graf een marmeren gedenksteen doen oprichten, waarop stond gegrift:
„Hier rust Michiel Wierenga, in leven gemeentesecretaris van Winterswijk, geboren 15 Juni 18&8, overleden 2 November1939″.
Onder het wapen van Winterswijk was gegrift „Zijn vrienden en medewerkers”.
De heer J. G. Korteling droeg den steen over aan de rond het graf geschaarde weduwe en kinderen.
Spr. gaf uiting aan den drang die na het verscheiden van den heer Wierenga gevoeld werd om ook in zichtbaren vórm uiting te geven aan , dankbaarheid voor, wat hij had gegeven als vriend en voor het vele, dat hij voor de gemeenschap had gedaan.
Bij allen, die bij leven en werken van den overledene waren betrokken, werd voor verwezenlijking van deze gedachte spontane medewerking gevonden en zoo kwam dit gedenkteeken tot stand.
Het is niet alleen een aanduiding van de laatste rustplaats, maar ook een symbool van warme diepgevoelde dankbaarheid, van groote werkzaamheid voor gemeente en ziekenhuis.
Die veel geeft zal veel ontvangen.
Wierenga heeft gewerkt en gesloofd, zelfs zijn gezondheid opgeofferd in dienst der gemeenschap, zoo zeide spr.
Na deze treffende toespraak heeft de zoon van wijlen den heer Wierenga ontroerd door dit nieuw blijk van waardeering voor zijn overleden vader, woorden van dank gesproken.
AANTEKENINGEN:
Straatnaamgeving: 06 maart 1941