Gerhard Meerdink (geb.12-11-1881) uit Kotten. (ovl.1967)
Getr.05-03-1909 Drieka Berendina Renskers. (geb.23-09-1883-ovl.10-01-1971)
Vredenseweg 16
1918: Misterweg (vooral vurenhout)
1919: aan westzijde Parallelweg houtindustrie
1940: timmerfabriek door bombardement afgebrand
Drie zonen:
Fredrik Jan (1909)- ovl.1947
Gerrit Jan (1919)
Alex (1922)
1953: Oude GOLs station aangekocht.
1973: Twee bedrijven (off. in 1977)
Houthandel – westkant v.d. Parallelweg – G.J.Meerdink
Bouwmaterialenhandel – oostkant v.d.Parallelweg – A.Meerdink (kant GOLS-station)
1969
G. Meerdink’s Hout- en Bouwmaterialen handel en Timmerfabriek bestaat halve eeuw
Moeilijke tijden in historie van jubilerende onderneming
25-06-1969,N.W.C.
Meer dan ooit tevoren bladeren de heren G. J. en A. Meerdink deze dagen in de geschiedboeken van de onderneming waarvan zij samen de directie vormen: G. Meerdink’s Hout- en Bouwmaterialenhandel en Timmerfabriek N.V.
Eind juli bestaat dit bedrijf namelijk een halve eeuw en aan dit feit wil men niet zonder meer voorbijgaan. Aanstaande vrijdag zal in café-restaurant Het Kronenhuis een receptie worden gehouden (van 3-5 uur), terwijl voor het personeel op 12 juli een uitstapje is gepland. Beide gebeurtenissen zullen zonder meer in het teken staan van de rijke historie van deze onderneming, die tal van ups en downs heeft gekend.
Vijftig jaar geleden („de exacte datum weten we niet”) begon wijlen de heer G. Meerdink op de hoek Parallelweg-Misterweg een tlmmerfabriekje.
Kort daarvoor had hij een punt gezet achter zijn carrière als aannemer, omdat „hem dat werk niet meer zo geweldig toeleek”.
Begonnen werd met vijf a zes man personeel. Toen de werkzaamheden geleidelijk een grotere omvang gingen aannemen, moest ook het aantal personeelsleden worden uitgebreid. Deze trend zette zich in de loop der jaren voort; momenteel heeft men ongeveer zestig mensen in dienst.
De personeelstoename kan voor een belangrijk deel ook worden toegeschreven aan het feit, dat de heer G. Meerdink reeds na enkele jaren naast zijn timmerfabriek een houthandel begon. Op den duur zou deze houthandel gaan uitgroeien tot het belangrijkste onderdeel van de onderneming. In de timmerfabriek werken op dit moment vijftien man, de
rest in de houthandel.
Uitbreiding
Niet alleen het personeel nam toe, ook het bedrijf zelf werd voortdurend uitgebreid. In 1948 werd terrein gekocht van de Nederlandse Spoorwegen dat men daarvoor reeds in huur had. In totaal kreeg men daardoor de beschikking over zo’n 2,5 hectare, die het mogelijk maakte dat de heren Meerdink behalve aan de houthandel meer aandacht konden gaan besteden aan bouwmaterialen als cement, dakpannen, kalk etc.
Dat was ook nodig gezien de snelle groei van het artikelenpakket.
De oorlog was ook voor „Meerdink” een drama. In juli 1940 viel een brandbom op het bedrijf waardoor een groot gedeelte ervan in de as werd gelegd. Daarnaast namen de bezetters, vrijwel alle voorraden mee.
Na de bevrijding moest men helemaal opnieuw beginnen….
Inmiddels was de huidige directeur, de heer G. J. Meerdink, in het bedrijf van zijn vader werkzaam (sedert 1940).
Samen met zijn vader en zijn broer F. J. Meerdink wist hij de nieuwe basis voor ‘de onderneming te leggen.
De heer F. j. Meerdink, die sedert 1929 in de zaak zat, overleed echter in 1947.
Hij werd in het jaar daarop opgevolgd door zijn broer, de heer A. Meerdink, die voordien elders werkzaam was.
Moeilijke momenten
Naast de Tweede Wereldoorlog heeft „Meerdink” nog andere moeilijke momenten gekend, onder anderen de crisis van de jaren dertig.
Korte tijd heeft men toen zelfs om de andere week moeten werken, met dien verstande dat de ene helft van het personeel de ene week werkte, de andere helft de andere week. De situatie was dermate miserabel, dat men in die jaren nauwelijks kon denken aan interne verbeteringen.
Toen de lucht weer enigszins was opgeklaard brak de oorlog uit.
Pas in 1956 kon men het punt „interne vernieuwingen” weer op het programma zetten. Maar in hetzelfde jaar brak een nieuwe periode van moeilijkheden aan die zijn oorzaak vond in de bestedingsbeperking van de regering.
Modern man
De grondlegger van G. Meerdinks Hout-en Bouwmaterialenhandel en Timmerfabriek (sedert december 1968 een naamloze vennootschap; daarvoor commanditaire vennootschap), de heer G. Meerdink, is in juli 1967 op 85-jarige leeftijd overleden.
Tot 1956 had hij zitting in de directie.
Zelfs nadat hij afscheid had genomen was hij dagelijks in het bedrijf te vinden. „Zijn werk was zijn hobby”, zeggen zijn beide zoons, de huidige directieleden.
De heer G. Meerdink was een zeer modern man, die niet schroomde te mechaniseren. Reeds in 1922 kocht hij een auto, een oude vrachtwagen van het Duitse leger. Van dat voertuig zou hij evenwel meer ellende dan gemak beleven….
De eigenlijk al versleten automobiel was herhaaldelijk kapot.
Dikwijls moest hij van buiten Winterswijk worden opgesleept, hetgeen in die dagen gepaard ging met welhaast onoverkomelijke moeilijkheden. Bovendien was de laadbak kort, zodat bij ladingen lang-hout het gevaarte nogal eens kiepte. In Eibergen is deze wagen al eens een bakkerswinkel binnengereden: toen de wagen opnieuw dreigde te kiepen raakte de chauffeur de macht over het stuur kwijt met als gevolg, dat de bakker een vrachtwagen voor zijn toonbank kreeg.
Afzetgebied
Het afzetgebied van „Meerdink” strekt zich tot ver buiten Winterswijks grenzen uit. Overal in de Achterhoek, en niet zelden ver daarbuiten, kan men de (8) vrachtwagens van de Winterswijkse Hout- en Bouwmaterialenhandel zien rijden.
In de Bondsrepubliek zit men momenteel nog niet, maar de directie houdt het oog gericht op de grens.
„We hebben hoop, dat de handel en wandel over de grens eerdaags geen
probleem meer zal zijn”, aldus de heer G. J. Meerdink.
Mannen van het eerste uur bij „Meerdink” waren de heren G. Vonhof, J. W. Annevelink en J. Vreeman.
Met uitzondering van de heer Vonhof, die kort na de heer G.Meerdink overleed, zijn allen nog in leven. Als werknemers van „Meerdink” hebben zij in het prille begin en ook daarna belangrijk bijgedragen tot de opbouw van het bedrijf.
Het personeelsverloop bij „Meerdink” is door de jaren heen steeds zeer gering geweest. Dat blijkt onder meer uit het feit, dat men op het ogenblik drie mensen in dienst (heeft met veertig of meer dienstjaren. Dat zijn de heren W. Müller, J. Boeijink en J. Renskers.
Daarnaast zijn er nog ettelijke, die 25 of meer jaren bij „Meerdink” werkzaam zijn: ’n reden temeer om ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan feest te gaan vieren.