‘In den Lindenhof’
Stoom-Tabaksfabriek
Frederik Hendrik Lindenhovius en Zn
Koffiebranderij – Tabakskerverij
Misterstraat 4
Frederik Hendrik Lindenhovius
Geb: 08-05-1856
Ovl. 03-06-1930
Albertus Gerrit Lindenhovius
Geb: 12-11-1888
Ovl.: 26-04-1956
Stoom-Tabaksfabriek
Frederik Hendrik Lindenhovius en Zn
Koffiebranderij – Tabakskerverij
Misterstraat 4
Frederik Hendrik Lindenhovius
Geb: 08-05-1856
Ovl. 03-06-1930
Albertus Gerrit Lindenhovius
Geb: 12-11-1888
Ovl.: 26-04-1956
IJ.de Vries & Co.
Koffiebrander
Steenhouwerspad 11
(Met broer Lolko Hendrik de Vries geb.9-7-1911?)
IJnze de Vries
Geb: 24-1–1905 Burum
Ovl: 27-01-1970 Winterswijk
Echtg: 05-05-1928 Winterswijk
Johanna Aleida Gerberink
Geb: 02-03-1909 Nordhorn (Dld)
Ovl: 09-11-1967 Winterswijk
Dorpbuurt 229 (Misterweg 184)
Gaat 05-05-1928 naar Goudvinkenstraat 33
01-01-1958
Huininkmaatstraat 17 Koffiebranderij en Pindabranderij. Theehandel, Pindazouterij en grooth. in zuidvruchten. V.O.F.
1921
Beukenhorst, A.-Markt 27
Cannegieter, S.-Spoorstraat 64
Hesselink, J.W.-Meddoschstraat 30
Lindehovius, F.H.-Misterstraat 4
In 1840 begon Jacobus Egbertus Egberts in de Meddosestraat in Winterswijk een cichoreifabriek, de zogenaamde “Sukerieje”.
Het bedrijf floreerde, maar de decentrale ligging ten opzichte van de afzetmarkt maakte, dat het bedrijf niet voldoende kon concurreren en in 1897 fuseerde het met de cochoreifabriek van zijn zoon Berend Hendrik Egberts in Dalfsen bij zwolle.
In 1897 werd de fabriek in Winterswijk na 57 jaar gesloten. In Winterswijk is er niemand meer die zich de speciale geur van een cichoreibranderij, die vroeger vooral op mistige dagen tot ver in de wijde omgeving te ruiken was, nog kan herinneren.
In 1840 was de Winterswijkse Koffiebranderij van jacob Egberts geen gewone koffiebranderij want hij brandde koffie van cichoreiwortels. In die tijd was dat niet echt iets nieuws, want in Nederland werd vanaf ongeveer 1775 cichoreikoffie gemaakt.
tegenwoordig zit je met alternatieve koffie gelijk in de reformhoek en dat is niet zo gek want cichorei bevat geen cafeine en het stimuleert de spijsvertering. Cichoreikoffie kan door zijn hoge gehalte aan vezels zo in het rijtje van darmwerkingsstimulerende producten (probiotica) als yakult, vifit en activa.
In 1840 lag dat anders, want de cichoreikoffie werd in de hoek van de namaakkoffie (surrogaatkoffie) gedrukt. Het was koffie die alleen gedronken werd als bonenkoffie niet beschikbaar was of door arme mensen die bonenkoffie niet konden betalen, terwijl de fabrikanten probeerden de cichorei te profileren als smaakversterker zowel voor koffie als ook voor allerlei andere producten zoals koekjes, taarten, pudding, soep en jus.
In oorlogstijden was bonenkoffie meestal schaars en dan werd cichoreikoffie op grote schaal genuttigd, maar na WO 1 daalde het cichoreiverbruik in Nederland aanzienlijk. In tegenstelling tot andere landen, waar cichorei gezien werd als een volwaardig product dat de smaak van koffie verbetert, werd in Nederland cichorei gezien als surrogaatkoffie. In Nederland erd in advertenties wel aandacht gevraagd voor cichorei als smaakversterker, maar het accent lag toch meer op de kostenbesparing die je bereikte door cichorei aan de bonenkoffie toe te voegen.
het imago van koffie voor arme mensen werd hiermee ongewild bevestigd en in Nederland is daardoor het spreekwoord ontstaan: “Dat is geen zuivere koffie”.
Jacob Egberts was een ondernemend persoon.
Voordat hij in 1840 zijn cichoreifabriek in de Meddosestraat begon, was hij brood- en banketbakker. Jacob was in 1793 in Groenlo geboren en hij trouwde in 1828 in Winterswijk met de uit Aalten afkomstige Berendina Beestman. Voor beiden was het een tweede huwelijk. In 1828 dreef Berendina een winkel die zij voorheen samen met haar inmiddels overleden echtgenoot Derk Scholten was begonnen.
Jacob en Berendina kregen vier kinderen, drie jongens en een meisje.
In die tijd was het heel gebruikelijk dat kinderen in het bedrijf van de ouders meehielpen. Zakjes plakken, koffie afwegen en zakjes vullen werden gezien als typische vrouwenarbeid die ook door kinderen gedaan kon worden.
Als Jacob in 1854 op 60-jarige leeftijd overlijdt, zetten zijn weduwe en twee van de zonen, Berend Hendrik (1832) en Harmanus Antonie Samuel (1834) de fabriek voort. Beide broers worden later cichoreifabrikant.
Harmanus, de jongste van de twee, blijft in de fabriek van zijn ouders in Winterswijk werken en na het overlijden van zijn moeder in 1871 neemt hij de zaak over. Berend Hendrik Egberts begint in 1858 een nieuwe cichoreifabriek in Dalfsen in Overijssel. Omdat Berend vertrekt naar een plaats waar cichoreibranden nog volstrekt onbekend is, neemt hij uit de ouderlijke fabriek een jongeman mee naar Dalfsen. Deze jongeman, Hendrik Sik (1839) wordt in Dalfsen de bedrijfsleider.
Cichorei is een tweejarige, vaste plant die wel 80 cm hoog kan worden. de bladeren zijn diep getand en lopen in de bladstengel af. De wortel, die het uiterlijk heeft van een kleine voederbiet, is van buiten geelachtig wit en van binnen wit.
De plant wordt gezaaid in mei en de bloei, met lihctblauwe bloempjes, ligt in het tweede jaar tussen julie en augustus. De oogsttijd ligt vlak daarna, omstreeks eind september en oktober. Met de wortel deed men voor 1775 eigenlijk niks; alleen het loof werd als groente gebruikt.
Pas vanaf het laatste kwart van de achttiende eeuw is in Nederland de bereiding van koffie uit de wortel van de cichoreiplant bekend.
De cichoreiwortel is rijk aan vitaminen, vezels en mineralen en het bevat geen cafeine en weinig calorieen.
In de 19e eeuw werd cichorei voornamelijk in Friesland verbouwd, waar de cichorei werd opgekocht van de boeren door drogerijen. In de drogerijen werden de wortels eerst gewassen en met stampmes in kleiner stukken (wortelbonen) gehakt om vervolgens bij een temperatuur van minstens 85 graden Celsius boven cokesvuren gedroogd te worden in een droogoven, een zogenaamde eest.
In deze hitte zwoegden de werknemers om de wortelstukjes door elkaar te harken zodat ze gelijkmatig droogden.
Het hele droogproces duurde ongeveer 36 uur en na het drogen was het watergehalte met zo’n 85 procent afgenomen. Wat overbleef waren stukjes droge cichoreiwortel, klaar voor de branderij. De gedroogde cochorei werd in jutezakken van zo’n 50 kilo verpakt en meestal per schip naar de branderijen verzonden. In een cichoreikoffiebranderij wordt de cochorei gebrand door een ronddraaiende, met wortelstukjes gevulde trommel boven een oven te verwarmen. de cichorei wordt zodanig verhit dat het zou verbranden als de brandertrommel niet zou ronddraaien. De wortelstukjes worden gebrand; ze mogen niet verbranden. Belangrijk hierbij is een juiste temperatuur en de duur van het branden. Een continue temperatuur van ca.180 graden is vereist im een kwalitatief hoogwaardig product te krijgen. De nog in de wortelstukjes aanwezige sappen moeten namelijk gekaramelliseerd worden zonder te verbranden om het volledige cichoreiaroma te bewaren. Doordat de brandertrommel ronddraait tijdens het branden, is de inhoud voortdurend in beweging en wordt deze gelijkmatig verwarmd. Hierdoor wordt voorkomen dat de wortelstukjes aan elkaar gaan koeken en er een grote klont ontstaat die aan de buitenkant verbrand en van binnen niet gaar is.
De brander is een belangrijke persoon, zeker in vroegere tijden toen er nog geen gebruik gemaakt kon worden van vocht- en temperatuurmeters. De brander is de smaakmaker van de cichorei.
Bij het verwarmen van de cichorei ontsnapt damp. De kleur van de damp wordt op een bepaald moment blauw en nog later wit. De witte damp is het sein voor de brander om een monster uit de trommel te nemen om te kijken hoever de branding klaar is. Dit is ook het moment om, naar keuze raapolie, reuzel, vet of boter toe te voegen. Als het branden klaar is, wordt eerst een klep in de trommel geopend waardoor de stoom kan ontsnappen. Daarna wordt de trommel nog een tijdje “koud” rondgedraaid. Vervolgens kan de trommel geopend worden en wordt de inhoud op de vloer uitgestort om af te koelen. Om te voorkomen dat de cichorei aan elkaar gaat kleven (klonteren), zijn direct enkele medewerkers bezig met het door elkaar harken van de cichorei.
Na afkoeling is het verkregen product keihard en kan het goed vermalen worden tot korrels. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in grove of fijne maling, al naar gelang de klant heeft besteld. in het algemeen geldt: hoe fijner de maling hoe beter de poeder oplost en des te beter is de smaakoverdracht. Van fijn gemalen cichorei heb je minder nodig dan van grof gemalen om dezelfde smaak te krijgen.
Pure cichoreikoffie kun je niet vergelijken met de smaak van gewone koffie. Het is veel zwarter en bitterder en het smaakt een beetje naar karamel. Cichorei kwam het best tot zijn recht als smaakmaker van de bonenkoffie van vroeger. Koffie die gemaakt was met half cichorei en half koffie (van koffiebonen), was donkerder van kleur en smaakte sterker dan gewone koffie.
Tegenwoordig is het net andersom. Als je cichorei aan je koffie toevoegt, wordt de smaak milder. de fabrikanten van (bonen) koffie hebben goed ingespeeld op de veranderde smaak van de consument. Zij zijn andere, pittiger koffiesoorten gaan gebruiken. Bovendien bevatten veel koffiesoorten chemische toevoegingen zoals geur-, smaak- en kleurstoffen. Cichoreipoeder moet niet verward worden met Buisman (vroeger in de blauwe busjes).
Buisman is puur suikerpoeder. Er wordt suikerstroop via hydrolyse uit aardappelzetmeel gewonnen. Deze suikerstroop wordt gebrand.
Na afkoeling is het een harde korst geworden, die na stukgeslagen te zijn, tot poeder gemalen wordt. Dit Buismanpoeder is ook als smaakverbetering van de koffie bedoeld en dus een concurrerend product.
Harmanus Antonius Samuel Egberts
Zoon Harmanus bleef in Winterswijk en werd in 1871 directeur van het fabriekje aan de Meddosestraat.
In 1867 trouwde hij met Johanna Christina Uwland, geboren in 1843 in Winterswijk, dochter van Jan Hendrik Uwland, landbouwer, en Aleida Johanna te Lintum. Het paar krijgt zes kinderen: drie meisjes en drie jongens. De oudste zoon, Jacobus Egbertus Egberts (1868) werd belastingambtenaar en de andere twee zonen, Jan Hendrik (1871) en harmanus Antonie Samuel jr. (1875) gaan, net als hun vader, in de cichorei. de zaken gaan goed. Voor de aandrijving, om de brandertrommel en de molen te kunnen laten draaien, wordt aanvankelijk een paard gebruikt.
Later werd het paard vervangen door een stoommachine waardoor de productiecapaciteit toenam. de firma maakte twee soorten koffie: cichorei (de zogenaamde kniepkoffie en peekoffie (pee is wortel) dat ook wel “gezondheiskoffie” werd genoemd. Het onderscheid tussen kniepkoffie en peekoffie ontstaat tijdens het brandproces doordat aan de peekoffie raapolie wordt toegevoegd. Hiermee wordt verstuiving en verlies voorkomen en tevens smaak toegevoegd. Er wordt ook mee bereikt dat peekoffie iets minder gevoelig is voor vocht. Peekoffie is een poeder, terwijl kniepkoffie een taaie substantie is. Je knijpt er een stukje af en dat stukje doe je in de koffiepot bij de gewone koffie. Ook oude koffie die al een dag op het vuur had gestaan kon je er weer smakelijk mee maken. In veel gezinnen werd dit dagelijks gedaan. deze koffie kreeg ook wel de bijnamen “sukerienat” en “schooierskoffie”.
Voor de kniepkoffie was er een kelder onder de gebouwen, waarin de kant-en klare cichorei kon “rijpen”, dat wil zeggen vocht kon aantrekken.
Daartoe werd de cichorei in een blauw, papieren rolletje, dat aan de ene kant gesloten was, geschept.
Het andere eind werd opengelaten. Daardoor stond de cichorei bloot aan de vochtige lucht in de kelder. Gedroogde cichorei trekt vocht aan en na enige tijd was het gewicht met zo’n 33% toegenomen. Als het zover was, dan kon het.
Cichorei werd ook verpakt in vaten aan de winkeliers geleverd. In de winkel werd het dan in een zakje geschept. De verkoop van de producten vindt hoofdzakelijk plaats in de Achterhoek. In het begin is reizen nogal moeilijk. pas rond 1840 komen er enkele hoofdwegen door het gebied. De meeste wegen zijn zandwegen die een groot deel van het jaar moeilijk begaanbaar zijn. De winkeliers werden toen te paard bezocht en omdat de afstanden te groot waren om in een dag af te leggen werd in herbergen overnacht. Na het overlijden van vader Jacobus werd zoon Berend Hendrik de “reiziger” die de klanten bezocht. Op een van de reizen ontmoette hij in Didam zijn latere vrouw Wilhelmina Johanna Keurschot.
Berend Hendrik begint in 1858 in Dalfsen voor zichzelf. vanaf dat tijdstip is zoon Harmanus sr. de “reiziger” . Als zijn zonen groot genoeg zijn, gaan zij ‘op reis’. Eerst zoon Jan Hendrik en later zoon Harmanus jr..
Zij kondigden hun bezoek bij de winkels aan door middel van een briefkaart, welke per post werd verzonden. In de jaren negentig van de 19e eeuw wordt het steeds moeilijker om rendabel te produceren. De gedroogde wortel, die in Friesland gekocht werden, kwamen vanaf dat moment dat de spoorlijn Zutphen-Winterswijk door de Hollandsche Spoorweg Maatschappij (H.S.M.) in 1878 in gebruik werd genomen, per spoor.
Concurrenten als de cichoreifabriek van D.H. Schaars in Borculo, die werd aangedreven door een watermolen en de Doesburgse cichoreifabriek die via de goedkopere scheepvaart op de IJssel kon aan- en afvoeren, hadden onoverbrugbare voordelen.
In 1897 gaat Harmanus Egberts sr. een vennootschap onder firma aan met zijn broer Berend Hendrik die in Dalfsen een stoomcochoreifabriek bezit. Harmanus sr. heeft een aandeel van 10% in de gezamelijke onderneming. De akte wordt op 7 oktober 1897 in Almelo verleden voor notaris Verbeek. Er zal cichorei geleverd worden in pakjes met de opdruk “B.H.Egberts & co te Dalfsen”.
In Gelderland zal aan de afnemers van vennoot H.A.S. Egberts pakjes met de opdruk “J.E. Egberts te Winterswijk” worden geleverd. De fabriek in Winterswijk wordt gesloten. Zoon Jan Hendrik gaat in de fabriek in Dalfsen werken, waar hij begint als bedrijfsleider en waar hij later directeur wordt.
In 1903 worden voorbereidingen getroffen om de firma om te zetten in een naamloze vennootschap. Gezien de leeftijd van de firmanten – Berend Hendrik is 71 en Harmanus sr. is 69 jaar – is de omzetting voornamelijk bedoeld om de continuiteit van de fabriek te waarborgen. Door het overlijden van Berend Hendrik komt er een kink in de kabel. Pas in 1914 wordt de NV echt opgericht.
Zoon Harmanus jr. wordt in 1897 fulltime reiziger. Maar blijkbaar is dat niet zo’n groot succes. Harmanus jr. zoekt het grote avontuur. In 1904 vertrekt hij per schip naar Amerika. Hij gaat, zoals elke emigrant vroeger, aan land op Ellis Island. Nog hetzelfde jaar is hij in Chicago en heeft hij een importbedrijf aan de van Burenstreet. Hij importeert ondermeer Egberts cichorei uit Dalfsen.
Op de plaats waar in Winterswijk de cichoreifabriek was gevestigd staat nu het bioscooppand Skopein. In 1897 werd de fabriek na 57 jaar gesloten en de speciale geur van een cochoreibranderij, die vroeger vooral op mistige dagen tot ver in de wijde omgeving te ruiken was, is vervangen door de koffiegeur van een paar echte koffiehuizen aan de Meddosestraat in Winterswijk.
Drs. G.J.Brunnekreef
Geurt Schut
Freriks Nieuws, December 2012
Geb: 1812
Ovl: 1882
Echtg:
Geertruida Aleida Harmina Beukenhorst
Geb: 1820
Ovl: 1878
Geb: 16-03-1863 Winterswijk
Ovl: 12-03-1937 Winterswijk
Echtg: 23-06-1886
Hanna Elisabeth Tenkink
Geb: 08-08-1862 Winterswijk
Ovl: 28-05-1916 Winterswijk
Kinderen: 5: waaronder:
Jan Willem (1887-1951)
Albertus Gerrit (1891-1952)
Roelof Johan Willem (1894-1962) Notaris
Geb: 20-03-1887 Winterswijk
Ovl: 17-09-1951 Winterswijk
Echtg:
Fermie Koeslag
Geb: 03-12-1884
Ovl: 15-01-1960
Geb: 23-05-1891 Winterswijk
Ovl: 02-03-1952 Winterswijk
Echtg: 14-12-1921 Winterswijk
Santje Maria Wesselina Jansma
Geb: 14-08-1898 Culemborg
Ovl: 13-12-1971 Winterswijk
Geb: 15-04-1894 Winterswijk
Ovl: 29-11-1962 Winterswijk
Echtg: 03-05-1922 Winterswijk
Hanna Alida Wesselina Meijerink
Geb: 11-07-1899 Winterswijk
Ovl: 06-05-1962 Enschede
Geb: 02-07-1925 Winterswijk
Ovl: 1983
Echtg: 1958
Gerda Berendsen
Geb:
Ovl:
Kinderen: 2
Geb: 1962
Echtg:
Carli
Geb: 03-06-1967
Meddosestraat 30
1885: Jan Willem Hesselink J.W.zn. eenmansbedrijf ‘handel in koffie’.
thee, koloniale waren en verdere aanverwante artikelen.
26 febr.1885:
tevens vergunning tot de uitoefening eener nering in Zout, Zeep en Suiker.
Kruidenierszaak tevens een boter en eierhandel.
1923 werd de kruidenierszaak verkocht aan te Kortschot Ratumsestraat.
In 1951 overlijdt Jan Willem en in 1952 Albert Gerrit
Zoon Jan (26 jr.) van Albert Gerrit
Getrouwd 1958 met Gerda Berendsen uit Eibergen.
Overlijden Jan in 1983 -58 jaar oud.
Zijn zoon Albert Gerrit (roepnaam; Gerrit) neemt zaak over (21 jr.)
Bedrijf verhuisd naar Ambachtsstraat 45.
Sinds 1994 Rondweg-Zuid 95.
Officiel geopend 6 oktober 1994.
Geb: 15-03-1752 Winterswijk
Ovl: 10-01-1813 Winterswijk
Echtg:
Harmina Aleijda Lohuis
Geb: 05-09-1756
Ovl: 09-12-1799
Winkelier/koopman
Kinderen: o.a.:
Geb: 07-02-1790 Winterswijk
Ovl: 21-11-1855 Winterswijk
Winkelier/Koopman
Echt:15-04-1814
Christijna Gesijna Hijink
Geb: 29-03-1795 Winterswijk
Ovl: 04-07-1816 Winterswijk
Kinderen: 1: Aleida Martina Beukenhorst 1815-1867
Echtg: 19-03-1817
Willemina Catharina Beukers
Geb: 24-03-1787 Bredevoort
Ovl:02-03-1823 Winterswijk
Kinderen: 3: waaronder:
Gerhard Wolter Christiaan Beukenhorst 1820-1895 (winkelier)
Echtg: 07-11-1827
Johanna Aleida Gelink
Geb: 27-01-1802 Sudlohn
Ovl: 05-12-1871 Winterswijk
Kinderen: 4: waaronder:
Albert Beukenhorst 1833-1874 (ongetrouwd)
Geb: 13-02-1794 Winterswijk
Ovl: 12-02-1866 Winterswijk
Winkelier
Echtg: 15-12-1813 Winterswijk
Johanna Veenhuis
Geb: 11-06-1787 Winterswijk
Ovl: 23-02-1853 Winterswijk
Kinderen: 9: waaronder:
Geertruid Aleida Harmina Beukenhorst (1820-1878) echtg: J.W.Hesselink (1812-1882)
Albert Beukenhorst 1822-1913 (winkelier)
Hendrik Beukenhorst 1827-1895 (goud/zilversmid)
Geb: 02-11-1822 Winterswijk
Ovl: 14-01-1913 Winterswijk
Winkelier
Echtg: 11.06.1851
Marigje Catharina van Dijk
Geb: 28-04-1818 Winterswijk
Ovl: 18-06-1899 Winterswijk
Kinderen:6: waaronder:
Pieter Beukenhorst 1853-1905
Geb: 03-10-1827 Winterswijk
Ovl: 08-03-1895 Winterswijk
Goud/zilversmid
Echtg: 06-06-1861 Winterswijk
Louiza Manschot
Geb: 23-06-1836 Aalten
Ovl: 18-07-1904 Winterswijk
Kinderen: 4: waaronder:
Derk Gerrit Willem Beukenhorst 1869-1911 (Arts)-echtg:Anna Eggink (kinderloos)
Hendrik Louis Beukenhorst 1878-1944 (ongetrouwd)
Geb: 17-12-1853 Winterswijk
Ovl: 09-03-1905 Borken
Echtg: 22-08-1884 Winterswijk
Classina Bernarda Meijerink
Geb: 15-04-1857 Winterswijk
Ovl: 29-12-1925 Winterswijk
Kinderen: 4: waaronder:
Albert Beukenhorst 1892-1947 (koopman)
Geb: 28-01-1892 Winterswijk
Ovl: 22-02-1947 Winterswijk
Echtg: 28-11-1916 Winterswijk
Laura Johanna Lokker
Geb: 15-06-1891 Weesp
Ovl: 23-08-1975 Winterswijk
Kinderen: 2
Pieter Beukenhorst 1918-1967
Herbert Beukenhorst 1920-1989
Geb: 29-03-1918
Ovl: 20-10-1967
Echtg: 1951
Mr.Annie van Rossum (Ank)
Geb:
Ovl:
Geb: 01-07-1920
Ovl: 19-11-1989
Echtg: 1952
M.R.Mermod (Madeleine)
Geb: 08-08-1917
Ovl: 19-01-1999
Adres: markt A82/Markt 27
Albert (1822) is de oprichter van A.Beukenhorst & Zoon Koffie-en theehandel in 1872. Samen met zijn zoon Pieter (1853-1905)
De koffiebranderij bevond zich achter pand markt 27 aan de Nieuwstraat.
Het pakhuis stond op de markt, naast Cafe Kraaijenbrink.
In 1985 werd de koffie-branderij overgenomen door Benno Leferink.
In 1989 verhuisde de Koffie-branderij naar Lichtenvoorde.
Koffiebranderij & Theehandel A. Beukenhorst & Zn
Het stichtingsjaar in het thans gebezigde logo “Koffiebranders en Theepakkers sinds 1784” is gebaseerd op het ontslag van stichter Albert Beukenhorst uit militaire dienst, als markering van het begin van zijn loopbaan.
Het logo is overigens feitelijk onjuist, omdat de oprichter en diens nazaten aanvankelijk niet alleen handelden in koloniale waren, maar ook in andere kruidenierswaren, textiel, ijzerwaren, huishoudelijke en landbouwartikelen. Men specialiseerde zich pas naderhand in het bewerken en verhandelen van koffie en thee.
Kleinzoon Albert Beukenhorst nam de zaak in mei 1861 van zijn vader Derk over. Volgens de opdruk van een koffieverpakking zou de “Koffie-& Theehandel A. Beukenhorst & Zn.” door hem in 1872 zijn opgericht.
De handelsaktiviteiten in kruideniers-en ijzerwaren werden echter pas in 1899 beëindigd.
Bron:Geneanet- Kortschot