Saul Braunhut Kruidenierswinkel (1936) Misterstraat 3 Ook na de oorlog weer geopend. Enige overlevende v.d. familie. Zijn vrouw en beide kinderen zijn vermoord tijdens de oorlogsjaren. Later (1950) geemigreerd.
Op 5 Augustus a.s. is het vijftig jaargeleden, dat de Synagoge in de Spoorstraat werd ingewijd. Het heeft langen tijd geduurd, eer de Winterswijksche Israëlieten een vast kerkgebouw kregen, want uit de officieele stukken blijkt, dat reeds voor 1700 eenige Joodsche gezinnen te dezer stede waren gevestigd. Winterswijk ressorteerde destijds onder de ringsynagoge Groenlo. Langzamerhand steeg het aantal Iraëlieten. In 1875 telde de Joodsche Gemeente ± twintig gezinnen, in 1930 zeventig en op ’t oogenblik zijn er tachtig families. De eerste begraafplaats was het tegenwoordige Eelinkboschje aan den Wooldschen weg, daarna werd een terrein in de Spoorstraat als zoodanig ingericht, terwijl het tegenwoordige kerkhof aan den Misterweg gelegen is. In plm. 1775 werd een gebouwtje op den hoek van de tegenwoordige Misterstraat en Jonenstraat als Synagoge gebruikt. Later diende een pand in de Misterstraat, op de plaats, waar nu het huis van wijlen notaris Van Eekelen staat, als zoodanig. In 1877 werd het eerstgenoemde gebouwtje weer betrokken, doch dit bood op den duur te weinig ruimte en werd bouwvallig. In 1866 stuurde men een oproep rond, onderteekend door den toenmaligen burgemeester Haitsma Mulier, waarin op den bouw van een nieuwe Synagoge werd aangedrongen.
Op. 12 Maart 1886 kocht men van den heer G. H. Kappers een stuk land in de Spoorstraat, groot ruim tien aren. Voorjaar 1887 werd de bouw aanbesteed voor de somma van f 5656 en in Juni 1888 werd de eerste steen gelegd door hen, die voor ƒ 250 of meer aandeelen in de leening hadden genomen. In Augustus van het volgende jaar werd de kerk ingewijd door den toenmaligen Opperrabijn van Gelderland, wijlen den heer T. Tal. Dat de Synagoge, die gebouwd werd door wijlen architect H. v. d. Schaaf, tot stand kwam, was in niet geringe mate te danken aan den heer D. A. Gans, voorzitter der gemeente. Oorspronkelijk was er plaats voor zestig mannen en twintig vrouwen, doch dit werd langzamerhand uitgebreid, zoodat er nu honderd mannen en zeventig vrouwenzitplaatsen zijn.
In 1912 werd aan het gebouw een school- en een vergaderlokaal toegevoegd. Van de vroegere bestuurderen willen we noemen wijlen de heeren J. M. Poppers, S.Kan, D. A. Gans, M. Poppers Mzn., E. Philips en H. Hemelryk. Hun ijverige arbeid werd voortgezet door de presidenten M. Hemelrijk, A. Gans, A. de Leeuw en den huldigen voorzitter, den heer M. Gans. Als geestelijke voorgangers traden in het tegenwoordige kerkgebouw op de heeren S.A. Lombard, B. de Lange. Ë. N. Cohen (tot 1898) en L. Roeper, terwijl vanaf 1920 de heer Tj. Schielaar met deze functie is belast. Het dagelyksche bestuur der Kerkeraad bestaat uit de heeren M. Gans, I. Menko en D.A. Schwarz.