12 juli 1798 werd de toren in eigendom en onderhoud overgedragen aan de Burgelijke gemeente, ingevolge Besluit Uitvoerend Bewind der Bataafse Republiek.
De toren van de kerk is 57 meter hoog
12 juli 1798 werd de toren in eigendom en onderhoud overgedragen aan de Burgelijke gemeente, ingevolge Besluit Uitvoerend Bewind der Bataafse Republiek.
De toren van de kerk is 57 meter hoog
De muurschilderingen zijn gerestaureerd 1969-1970
Orgel ingewijd 2 maart 1834
Maker: C.F.A.Naber, Deventer
Banken verdwenen bij restauratie 1971
Deze is na WO2 niet terug gekomen
Vervangen in 1889:
Tekst op de nieuwe Klok:
Besluit Gemeenteraad Winterswijk
20 Juli 1889
E.Haitsma Mulier, Burgemeester
Mr.H.C.Willink
J.G.ten Houten Wethouders
A.J.Temminck, Secretaris
(Gegoten door Gebr,Van Bergen)
Zaterdag 28 oktober 1949 om 15.00 uur werd de nieuwe klok gehoord over Winterswijk.
Tekst:
IN 1949 KWAM IK HIER TE HANGENE UMME DE KLOKKE VAN 1889 TE VERVANGENE.
DE EENIGE, DEE IN ’45 NEET WEER TERUGGE IS E-KOMMENE VAN DE DREE, DEE IN 1943 DEUR DEN VI-JAND WEG BUNT E-NOMMENE.
Tekst: B.Stegeman
BI-J DE INKOMSTE VAN ONZE NI-JE KLOKKE
Klokken in onz’ olden toren,
Zing i’j wèèr oew hoogste leed,
Nao d’ellende van den oorlog,
Den bi’jkans oew den dood an deed?
Jao, was ’t neet in dree-en-veertig,
Dat’s vijands klauw oew hadd’ umklemd?
Umme dree van oew wied weg te slöppene,
Tot den smeltdood veurbestemd?
Maor i’j bunt deen dans ontsprongene,
Twee tenminste ontkwammen èr lot,
In Tilburg hew-we ze wèèr-e-vonnene;
Bloos de jongste, dee was vot.
Van èèn hewwe nooit meer iets vernommene;
God mag weten, waor ze bleef;
Möggelek ligt ze knats vergruzeld
Onder ’t puun gunds van den dreef.
Maor noo is dan ’t leed e-lène;
Wenters Raod stilden oew verdreet,
Leet ne plaatsvervanger geeten
En no bu’j samen wèèr compleet.
Hartlek welkom, ni’je klokke,
Sloet oew bj’j oew zusters an,
Dee al völle heb belèvet;
’t Gescheednisbook steet vol er van.
Hef d’oldste neet nog mét-e-maket
’t Ende van den Spaansen tied,
Dee vrèè van Munster, den beslechtten
Tachtig jaor van bangen stried?
En hef èr ’t harte neet e-bövvet
In ’t ramphaor, doo ’t volk em kneep
Veur ’t dreetal, dat met Munsters Bisschop
Teglieke bu’j de strotte ons greep?
Of, arger nog rond achttienhonderd,
In den Freule van Dorthsen tied,
Doo Holland zuchtten, Holland Frans was
En achttien jaor zien vri’jheid kwiet?
O, gewis, ’t was vake ellende,
Dee’j met ons al heb e-deeld,
Maor, goddank, noa blijden jubel
Bunt de wonden wèèr e’heeld.
Vri’jheid hew-we terugge e’kreggene
Altied nog nao bangsten nood,
As pas nog, doo den Duutsen stevvel
Op ons drukten, zwaor as lood.
Olde klokken in den toren,
Zingt dan maor oew hoogsten leed,
Met oew jongste zuster samen,
Dee nog van gien rampspood weet.
Laot oew bli’jde klank en galmen
Ovver ’t karspel, wied en zied,
En blievet veur ons bloos heilsherauten
In langen, langen vrédestied.
B.Stegeman, 30 september 1949
1731
Tekst de namen van de opdrachtgevers:
ANTON-THEODOOR-DE-LA-LANE-DU-THAY,
Verwalter en Drossard, H.G.SCHOMAKER-W.H.WORM,-1731.
H.SATINK,-DR.S.J.VAN HENGEL,-W.VAN SONSVELDT,-L.HESSELINK,-G.S.V.RATHEM, Gecommiteerden
1765
GOT-ALLEN-DE-ERE
Maker: Casparus Hundt
1641
2200 Kg.
ANNO – 1641 – RENOVATA – PER – MAMERTUM – ET – JOANNEM – FORMIC Æ – FRATRES
D.w.z.: Hersteld (hergoten) door de broeders Mamertus en Johannes Formicae in de jare 1641.
Of de klok is werkelijk voor de laatste maal in 1641 door genoemden hergroten, in welk geval haar vrij moderne vorm verwondering wekt, of er heeft nog een tweede hergieting in b.v. de 18e of 19e eeuw plaats gevonden, bij welke gelegenheid dan de bovenvermelde inscriptie getrouwelijk op den nieuwen vorm zoude moeten zijn overgebracht.
(B.Stegeman, Het oud Kerspel, 1027, blz.235)
Randschrift
GLORIA -IN-EXCELSIS-DEO-IN-TERRA-PAX-HOMINIBUS-BONE-VOLONTATIS
Betekenis:
Eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde in de menschen van goeden wille.
Tweede randschrift:
WILHELM VAN HAESOLTE TOT ELSEN, Drossaert und Richter der amts Bredevoort; GERHARDT VAN BRUNKHORST,voogt, CORNELIS SMIT en LAMMERT WAMLINK,Kerkmeesteren.
De opdrachtgevers.
Wilhelm van Haesolte (1596-1646)
Spoorstraat
In 1858 gingen ontevreden Hervormden stichten een eigen lokaal.
‘Vereniging van Vrienden der Waarheid’
Later werd dit Nederlands Hervormde Evangelisatie Vereniging.
Geopend: 01 december 1860
26 mei 1915: Nieuw verbouwd in gebruik
Afgebroken: 1976
Torenstraat 4
Gebouwd: 1711 De Vermaning
Eerste steen 17 augustus 1711
——————————–
SIET HOE FYN
en liefelyk ’t allen stonden
DAT BROEDERS ZYN
in eendragtigheit bevonden
Psalm 133 Vers 1.
ANNO 1711
Als men den 17 augustus seit
is alhier den eersten steen geleit
door
H.en M.Walijen,
als directeurs
——————————-
Toen in het naburige Munstersche na 1535 de vervolging der Wederdopers begon, hadden ook zij – als met hun fanatieke broeders vereenzelvigd, – daaronder weldra bloedig te lijden en het gevolg was, dat tal van Doopsgezinde familiën het raadzaam oordeelden de wijk naar het Geldersche te nemen, waar onder het bewind van den meer humanen hertog Willem (van Kleef) het leven minder benauwend bleek.
Vooral uit Bocholt, Borken, Vreden e.a. Westfaalsche gemeenten zijn toen verscheidene Menniste broeders naar Winterswijk uitgeweken, volgens een Kroniek der Stad Bocholt van Bernard van Raesfeld in 1611 uit die stad o.m. de familiën Waliën, Willink en ongeveer 18 andere meer, die door den vorst-bisschop verbannen waren.
B.Stegeman, Het oude Kerspel, 1927, blz.257
De historie van de doopsgezinden te Winterswijk en ook die van hun kerkgebouw is zeer interessant.
We gaan terug naar 1555. Toen vertrokken er Mennonieten, zoals de doopsgezinden ook wel worden genoemd vanuit Winterswijk naar Danzig. Het duurt dan tot 1568 voor er weer meldingen over deze groep naar buiten komen, als de Drost van Bredevoort er over bericht.
De namen Mennisten of Mennonieten zijn afkomstig van Menno Simons, die leefde van 1496 tot 1561. De invloed van deze gewezen pastoor uit het Friese Witmarsum is beslissend geweest voor de hele doperse stroming. Door de opvattingen over de doop, die alleen aan mondige mensen kan worden bediend, kregen deze geloofsgenoten de naam doopsgezinden. Momenteel wordt algemeen aanvaard dat de huidige gemeente in 1611 werd gesticht. Dat gebeurde door de komst van een aantal families, die om veiligheidsredenen Bocholt hadden verlaten. Omdat er geen kerkgebouw voorhanden was, vonden de godsdienstoefeningen plaats in de achterkamer van een huis van een van de leden. Dat was zeer waarschijnlijk in het pand van de familie Waliën, dat stond op de plek van de huidige pastorie.
Het duurde toen nog bijna een eeuw voordat er werd begonnen met de bouw van een eigen kerkgebouw, waarvan de voltooiing plaats vond in 1711. Het ging hier om een zogenaamde schuilkerk, niet goed zichtbaar vanaf de weg. Het pandje oogde ook niet uit als een kerk. Het leek meer op een pakhuisje met twee kelders, een met een tongewelf en een met een troggewelf. De reden voor deze ‘onzichtbaarheid’ was dat de overheid eigenlijk liever geen doopsgezinde kerken zag. Deze groep was veel te tegendraads en te lastig. Toch was een algeheel verbod op de bouw niet vol te houden, dus er werden restricties gegeven. Ook was er in de kerk een vluchtdeur, waardoor gelovigen konden ontsnappen naar de belendende tuinen als het hun te heet onder de voeten werd. De restanten hiervan zijn nog steeds te zien.
Het dak van de Vermaning, zoals de doopsgezinden hun kerkgebouw ook wel noemen, is een zogenaamd tentdak. Op het punt waar de vier ribben elkaar ontmoeten bij de koningsstijl, straalt de zon uit Maleachi 4 vers 2 ( ‘Die Mynen Namen Vreest; Sal de Sonne der Gerechtigheid Opgaan’) over de gemeente.
In 1994 heeft het kerkgebouw een grondige restauratie ondergaan. Het dak werd hersteld er zijn toen weer originele leipannen geplaatst en er kwam een nieuwe haan op. Daarop is in 1998 het interieur fors aangepakt. De preekstoel is gezakt, het balkon werd vergroot en er kwam een toiletgroep met garderobe. Ook werd het binnenwerk in authentieke kleuren geschilderd.
Bron: Doopsgezinde gemeente Winterswijk
https://www.dgwinterswijk.doopsgezind.nl/