oudwwijk
Digitaal erfgoed

Gerrit Jan Willink

Rechts Gerrit Jan Willink Oprichter Tricotfabriek
Links zijn ouders Hendrik Willink en Coenradina Jacoba van Heek

Gerrit Jan Willink

Geb:02-10-1864 Winterswijk
Ovl:29-03-1933 Lyon
Oprichter 1888 Tricot
Partn: Geen  

Villa Gerrit-Jan Willink
Groenloseweg 1

De teraardebestelling van wijlen den heer G. J. Willink.

Zeer groote belangstelling.
Onder zeer groote belangstelling heeft hedenmiddag de teraardebestelling plaats gehad van wijlen den heer G. J. Willink, in leven oprichter en gedelegeerd commissaris der N. V. Tricotfabriek v.h. G. J.Willink.
Reeds om half twee heerschte er op de Groenloscheweg, nabij het sterfhuis, een bijzondere drukte.
Auto’s reden af en aan met personen, die den overledene den laatste eer wilden bewijzen en op de trottoirs stonden dichte rijen menschen.
Politieagenten zorgden, dat de rijweg vrij bleef, en dat het verkeer omgeleid werd.
Alles had een zeer regelmatig verloop.
Ongeveer half drie stelde de lange begrafenisstoet zich in beweging.
Achter de lijkkoets, waarbij de dragers en de oudste arbeiders der fabriek eenige kransen en bloemstukken meedroegen, volgde een 14-tal volgrijtuigen, waarin gezeten familieleden, w.o. de Rijksminister van Arbeid, de heer Seldte uit Berlijn, naaste kennissen van den overledene en van de onderneming. Daarachter volgde het mannelijk personeel en verdere belangstellenden.
De stoet ging door de Groenloscheweg, Prins Hendrikstraat en vervolgens langs de Tricotfabriek, wier stichter hij was en welke fabriek hij tot grooten bloei heeft gebracht.
De vlag hing hier halfstok. Voor de fabriek stond het vrouwelijk personèel geëscorteerd, die hun geachten oud-patroon een laatsten groet brachten, waarbij namens het personeel eenige kransen inden stoet werden meegegeven.
Bij de oude Algemeene Begraafplaats was eveneens sprake van een groote drukte, evenals langs de straten, welke de stoet volgde.
Overal stonden groepjes menschen die eerbiedig het hoofd ontblootten bij het passeeren van de lijkkoets, die het stoffelijk overschot vervoerde.
Bij de begraaf- plaats waren eveneens speciale politie-maatregelen getroffen. Tientallen auto’s waren er geparkeerd. Velen wachtten bij het kerkhof de aankomst van den stoet af.

Onder de wachtenden merkten we op talrijke industrieelen, zoowel uit Twente als elders.
Toen men zich om de geopende groeve had geschaard, waren velen hun aandoening niet meester.
Nadat de kist in de groeve was neergelaten en met een groot aantal kransen en bloemstukken was bedekt, trad Ds. De Maar naar voren, die de bijbeltekst sprak: „Rust zacht in de schemering der graven”.
Vervolgens noemde spr. het een voorrecht namens allen enkele woorden aan de nagedachtenis van den ontslapene te wijden.
Als ik hier aan uw groeve het woord neem, voldoe ik niet geheel aan
uw geuiten wensch, dat aan uw graf zoo mogelijk niet gesproken zou worden, doch voor de aanwezigen zou het een gevoel van onbevrediging zijn, als allen hier stil vandaan zouden gaan. Spr. schetste de vele goede eigenschappen van den overledene, die Winterswijk, de bevolking en de natuur lief had. In ruimen kring zal het heengaan van deze beminnelijken en hulpvaardigen mensch als een groot gemis worden gevoeld.
Wij dragen uw onsterfelijke ziel over in de hoede van den Eeuwigen Vader.
De heer Martin bracht namens de familie dank voor de bewijzen van deelneming. Het mooie voorjaarsweer werkte mee om deze plechtigheid tot een schoone herinnering te maken in het leven van familie, kennissen en personeel. Ook al blijft de weemoed.

Aantekening

De heer Seldte (1882-1947) uit Berlijn zat in het kabinet van Hitler 1933-1945.
De eenarmige Seldte (verloren in WO1) verscheen op de begrafenis met een aantal lijfwachten die de vuilnisbakken controleerden op bommen.
Hij was in 1907 getrouwd met de dochter van Gerrit-Jan’s zus Christina Margaretha Coenradina Willink. Genaamd: Hildegard Martin (drie kinderen)
Gerrit-Jan kon hem niet waarderen.
In 1935 verzoekt Seldte om van zijn officiële verantwoordelijkheden te worden verlost, maar Hitler weigert. Hij blijft rijksminister van Arbeid tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en lid van de Pruisische regering onder minister-president Hermann Göring, eveneens als minister van Arbeid.
Hij overlijd in 1947 gevangenschap in een Amerikaans ziekenhuis in Fürth, voordat hij wordt aangeklaagd op het Nuremberg proces

Legaten

De heer G. J. Willink heeft de volgende legaten besproken alle vrij van rechten en kosten:
Aan het personeel der N. V. Tricotfabriek G. J. Willink de somma van drie honderd duizend gulden ƒ 300.000. van welk bedrag de rente moet worden aangewend ten behoeve van nuttige instellingen ten bate van het personeel.

Aan het Algemeen Ziekenhuis te Winterswijk, de somma van vijftigduizend gulden ƒ 50.000.—.

Aan de Doopsgezinde Gemeente te Winterswijk, de somma van vijf en twintig duizend gulden, ƒ 25.000.—.

Aan de Vereeniging voor Natuurmonumenten in Nederland de somma vijfduizend gulden ƒ 5.000.—,

Aan de Vereeniging voor Vogelbescherming in Nederland de somma van vier duizend gulden ƒ 4.000,—.

Aan de Ambachtsschool te Winterswijk, de somma van vier duizend vijfhonderd gulden ƒ 4.500.—.

Aan het Algemeen Nederlandsch Verbond de somma van twee duizend gulden ƒ 2.000.—.

Aan de Nederlandsch-Zuid-Africaansche Vereeniging te Amsterdam, de somma van tien duizend gulden ƒ10.000.—.

Aan de gemeente Winterswijk de beide weiden aan den Singelweg te Winterswijk voor het huis van den heer Willink ter weerszijden van de beek onder voorwaarde dat de Gemeente zich verbindt hiervan een plantsoen met wandelpaden te maken en niet te bebouwen.

Aantekeningen:

Daarnaast ging een groot deel van de erfenis naar zijn zusters Ter Kuile-Willink en Martin-Willink. 
Ook naar een relatie die hij zou hebben sinds eind jaren ’20 met een dame uit Nederlands-Indie. Zij erfde een aanzienlijk bedrag.

1890

1888: Oprichting door Gerrit Jan Willink
1901: Frits Overweg in dienst
1906: H.H.Martin in dienst
1921: N.V.: J.F.Overweg en H.H.Martin, Directeuren en aandeelhouders (ook Gerrit-Jan)