oudwwijk
Digitaal erfgoed

4 mei 2021

Meer over 1940-1945 zie: Tweede Wereldoorlog

Foto: Jacob Doornheim
Foto: Jacqueline Fortuin
Foto: Jacqueline Fortuin
Foto: Jacqueline Fortuin
Foto: Jacqueline Fortuin
Vrijheidspark
Foto: Frank Bosvelt

Lees verder

Joodse vluchtelingen in de krant




1933

Comité voor hulp aan Joodsche vluchtelingen

21-04-1933: Moet dit 21 maart zijn? (Dr.Bos.blz.140)
Comité voor Joodsche vluchtelingen uit Duitschland.
Op verzoek van het hoofd-comité in Amsterdam is alhier een comité gevormd voor heit inzamelen van gelden voor Joodsche vluchtelingen.
Deze gelden worden voor een groot gedeelte aan het hoofd-comité afgedragen, omdat dit het meest om hulp wordt aangezocht. Een klein deel blijft onder berusting van het plaatselijk comité, om, zoo noodig, hier steun te kunnen verleenen. Bij de geloofsgenooten h. t. p. zal een lijst ter inteekening worden aangeboden.
Voorts verzoekt de commissie aan hen die voor dit doel iets offeren willen, dit aan een der leden ter hand te willen stellen.

De Commissie bestaat uit de heeren:
A. de Leeuw Jzn., Gasthuisstr., voorz
D, Schielaar, Spoorstraat, Secretaris.
M. S. Kan, Weurden 44, penningm.
B. Philips, Goudvinkensitraat.
I. Hemelrijk, Wooldstraat.
Jac. Menco, Tuunterstraat.
K. Njhom, Spoorstraat.
A. A. van Gelder, Meddoschestr. 3

De ontrechtlng der Joden in Duitschland

23-05-1933
Onder auspiciën van het comité voor de bijzondere Joodsche belangen te Amsterdam, is een brochure verschenen getiteld „De ontrechting der Joden in Duitschland”.
Deze brochure geeft aan de hand van documenten een overzicht van de voornaamste gebeurtenissen en van belangrijke beschouwingen, in binnen- en buitenlandsche bladen verschenen.
De brochure is tegen 10 cent verkrijgbaar bij de heeren M. S. Kan en D. Schielaar, resp. penningmeester en secretaris van het comité voor Joodsche vluchtelingen alhier, en in Albrecht’s Boekhandel.




1934

Weldadigheidsavond ten bate der Joodsche vluchtelingen

Nieuw Israelietisch Weekblad, 16-11-1934

Zondagavond werd onder buitengewone belangstelling van de zijde van het opgekomen publiek in Excelsior een feestavond gehouden ten bate van bovenstaand doel. Binnen veertien dagen waren alle voorbereidselen getroffen om het werk van het Amsterdamsche steuncomité voor Joodsche vluchtelingen financieel te kunnen steunen. Zoowel het niet-Joodsche als het Joodsche publiek van Winterswijk en vele fabrikanten van elders hadden in elke mogelijke vorm consumptie-artikelen en kunstvoorwerpen vrijgevig geschonken, om het plaatselijk comité alhier gelegenheid te geven met de minste onkosten een maximum ontvangst te bereiken. In het bijzonder memoreeren wij dat het strijkje Schepel belangloos voor muziek zorgde. Met dankbaarheid gewaagden dan ook de voorz., de heer A. de Leeuw, en de eerw.heer Schielaar in hun toespraken van deze daden van mildheid ten bate van hen, die door een regime, dat nu juist niet bijzonder de instemming der wereld oogst, gedwongen waren, vaak met achterlating hunner bezittingen, een goed heenkomen te zoeken. De traditie getrouw, heeft onze regeering voor dezen, zooals dit geschiedde in de 16e en 17e eeuw voor réfugiés van een niet-gedulde godsdienst, haar poorten geopend om hier vrij te kunnen ademen.
Deze berooiden te helpen, was een vanzelfsprekende gedachte, en zoo dit feest, dat onder zang, dans en voordrachten tot laat in den nacht werd voortgezet, deze gedachte in de daad omgezet.
Vele dames en heeren droegen elk op haar of zijn wijze tot het succes ervan bij, zoodat een belangrijk bedrag aan het Steunfonds te Amsterdam kan worden afgedragen.

Aan het slot sprak de heer J. Menco een warm woord van dank tot de aanwezigen, in het bijzonder tot alle medewerkenden en bracht hulde aan ons Vorstenhuis en onze Regeering, die met alle kracht het hunne doen, om een der hoofdgedachten van waren godsdienstzin, verdraagzaamheid, op Neerlands bodem te handhaven. (Wintersw. Crt.).




1938

Romann

13-01-1938:
Paul Romann als vluchteling naar Winterswijk.
Wil logeren bij zwager David Meijler en zus
Na Kristallnacht meer Romans

Anschluss Oostenrijk

12 maart 1938 – Joodse Oostenrijkse vluchtelingen.
Minister van Justitie Goseling – vluchtelingen ongewenst.
09 juni plm.25.000 Joodse vluchtelingen in Nederland

Vluchtelingenleed

27-09-1938
Als een speelbal heen en weer geworpen
Zoo men weet, laat onze regeering gelijk vrijwel alle andere landen geen vreemdelingen toe, die zonder voldoende middelen van bestaan zijn.
Dit vraagstuk is zeer actueel geworden tengevolge van de massa-vlucht van Joden uit Duitschland en Oostenrijk.
Af en toe geeft dit aanleiding tot erbarmelijke grenstooneelen.

Uit den trein gesprongen.
Zoo sprong Zaterdagavond j.l. een vluchteling, die te Winterswijk aankwam, doch weer op den eerstvolgenden trein naar Duitschland gezet werd, uit den trein, toen deze goed en wel het station alhier verlaten had.
Onmiddellijk werd de marechaussee gealarmeerd, die er in slaagde den man terug te vinden. Hij werd voorloopig opgesloten en later op transport gesteld naar Arnhem, omdat de man kon aantoonen, dat zijn leven gevaar liep, als hij weer in Duitschland terug kwam.
De autoriteiten moeten thans nog een beslissing over het lot van dezen man nemen.

Heftige scène bij de douane.
Zondag j.l. kwamen uit Weenen twee echtparen hier aan, Joden, getrouwd met R.K. vrouwen en een 18-jarige zoon van een der echtparen.
Zij waren in het bezit vaneen spoorkaartje naar Amsterdam en zeiden op doorreis te zijn naar België vanwaar zij resp. Engeland en Zweden wilden bereiken.
Waar ook deze vluchtelingen zonder middelen van bestaan waren, werd hun de z.g. „doorreis’ door ons land geweigerd en moesten zij per volgenden trein naar Duitschland terug. Dit gaf aanleiding tot bewogen tooneelen. De vrouwen wierpen zich op den grond, pakten den agent van politie, die hen in den trein moest zetten, om de knieën en smeekten, om te mogen blijven.
Doch wet is wet: de huidige voorschriften laten vreemdelingen-zonder- bestaan in ons land niet toe, zoodat de douanen, geassisteerd door politie en marechaussée, den harden plicht hadden deze verstootelingen terug te sturen naar Duitschland.
Door hun heftig misbaar lukte het niet deze 5 vluchtelingen in den eerst- volgenden trein te plaatsen, en gingen ze met den trein van kwart voor zes Zondagmiddag terug.

Opnieuw geprobeerd de grens te overschrijden.
Maandag werd een autohouder alhier opgebeld met de boodschap dat in Vreden een 5-tal menschen om een taxi verzochten, om hen naar Zutphen te brengen.
Op de vraag van den auto-verhuurder, wie er vervoerd wenschten te worden, kwam als antwoord: gaat u maar naar Vreden, naar het opgegeven adres, het is in orde.
Hier vond de Winterswijksche taxi-chauffeur dezelfde 5 vluchtelingen, die Zondag naar Borken waren terug gezonden.
De chauffeur wist evenwel niet met vluchtelingen te doen te hebben; bij de Hollandsche douane gekomen, werden de 3 mannen en 2 vrouwen evenwel opnieuw aangehouden en terug gezonden.
Zij zullen hun pogingen wel niet nalaten, om Holland in te dringen, daar deze menschen zeggen in Duitschland geen bestaan en geen leven te hebben.
Van Joodsche zijde in Winterswijk trok het geval vanzelfsprekend veel belangstelling. Ook de Burgemeester toonde belangstelling voor dit vluchtelingenleed; Den Haag is nog opgebeld, doch de instructie luidde onverbiddelijk: terug naar Duitschland.
Ons land kan nu eenmaal al deze menschen zonder bestaan niet toelaten.


KRISTALLNACHT

van 9 op 10 november 1938

Uit het grensgebied gezet

14-10-1938
Naar we vernemen, is de heer S. alhier uit het grensgebied verwijderd, omdat hij zijn medewerking heeft verleend vluchtelingen over de Nederlandsche grens te helpen.

Dit zal Dhr.Schielaar betreffen. Ook Nihom, Klaas Schepel en nog een Winterswijker (ombekend) kregen dit verbod. – Hans

Joodsche vluchtelingen.

16-11-1938:
Gedurende eenige dagen, sinds de uitbarsting tegen het Duitsche Jodendom, hebben een 7-tal vluchtelingen op het politie-bureau alhier verblijf gehouden. Het was een gezin van 6 personen en een familielid, terwijl 1 vluchteling in de marechaussee-kazerne vertoefde.
Nadat familie-leden en geloofsgenooten zich garant hadden gesteld voor het levensonderhoud dezer vluchtelingen, is door de hoogere autoriteiten beslist, dat zij niet naar Duitschland behoefden terug te keeren. Daarna zijn ze in vrijheid gesteld.

Alle Duitsche treinen worden grondig geïnspecteerd.

18-11-1938
De groote invasie van Joodsche vluchtelingen, waarop de autoriteiten blijkbaar gerekend hadden na de Duische uitbarsting tegen het aldaar wonende Jodendom, is achterwege gebleven.
Via de officieele toegangswegen zijn b.v. gister 10, vandaag slechts 3 Joodsche vluchtelingen Winterswijk binnen ekomen.
Voor bewaking en controle zijn ca. 60 man militaire politie gearriveerd, die elke uit Duitschland binnenkomende trein (ook goederen treinend omsingelen en ïnspecteeren.
Terwijl marechaussees en militaire politie op de treeplanken springen en het uitstappen der passagiers beletten, gaan andere manschappen de compartimenten binnen en onderzoeken grondig wie en wat ons land binnenkomt.
Nog steeds geldt het parool: armlastigen worden niet toegelaten.
Om redenen van zelfbehoud kan ons land geen massa-intocht van Joodsche vluchtelingen toelaten. Voor ieder persoon wordt dan ook nog steeds machtiging gevraagd van het departement van justitie, of de betrokken vluchteling in ons land mag blijven.
Waar intusschen zoowel de plaatselijke joodsche bevolking als nationale joodsche hulp-comité’s veel voor deze vluchtelingen doen, is de praktijk der laatste dagen geweest, dat de vluchtelingen permissie kregen in ons land te blijven.
Natuurlijk vertellen deze vluchtelingen veel van het hun overkomen leed; wij hoorden echte „gruwelverhalen”, doch waar deze ten eenenmale, oncontroleerbaar zijn, lijkt ons publicatie daarvan uit den booze.
In Borken of althans in de omgeving daarvan schijnt blijkens de verhalen van Duitsche passagiers een trein vol joodsche vluchtelingen klaar gestaan te hebben, waarvan men aanvankelijk aannam, dat deze naar Holland zou komen. De trein had evenwel als bestemming een concentratiekamp. Vanzelfsprekend duurt het eenigen tijd, alvorens de vereischte vergunning voor de vluchtelingen, om in Holland te mogen blijven, verkregen
is. Tot zoo lang blijven zij onder bewaking. De Joodsche bevolking alhier voorziet hem van brood en koffie.
Naar wij vernemen, zijn verschillende Joodsche vluchtelingen, die aan de grens-doorlaatposten toegang tot Holland verzochten, terug gewezen.

Joodsche vluchtelingen aan de grens

Het Vaderland, 19-11-1938

Naar wij in Het Volk (s.d.) lezen, bevonden zich Donderdag veertien joodsche vluchtelingen op het station te Winterswijk. Douane en marechaussee hadden order gekregen dat niemand mocht passeeren, behalve in zeer dringende gevallen een paar kinderen.
Toen de vluchtelingen hoorden dat zij zouden worden teruggestuurd, smeekten zij de ambtenaren hen dood te schieten, opdat hun een nieuwe marteling zou worden bespaard.
De ambtenaren belden Den Haag op, maar zonder resultaat. De wanhoop onder de vluchtelingen steeg. Het oogenblik. waarop de trein, waarmee zij terug zouden moeten gaan, naderde. Tenslotte deden de ambtenaren nog een poging in Den Haag en ditmaal met succes.
Bij wjjze van uitzondering mochten de vluchtelingen voorloopig blijven.
Er bevinden zich thans dertig vluchtelingen te Winterswijk, die onder de hoede van de Israelietische gemeente zijn geplaatst

De Joodsche vluchtelingen.

22-11-1938,N.W.C.
Dank zij vermoedelük het feit dat de grensautoriteiten terstond een doortastende houding hebben aangenomen waardoor men in Duitschland besefte, dat een massavlucht van Duitsche Joden naar ons land ónmogelijk was. zijn betrekkelijk weinig vluchtelingen naar ons land gekomen.
Zaterdag en Zondag zijn via het station ca. 10 vluchtelingen gearriveerd., waarvan plm. de helft mocht blijven; gister kwamen er drie op ’t station alhier aan, waarvan er één mocht blijven.
Bij dit aantal komt. nog een getal vluchtelingen, dat via de doorlaatposten aan de grens toegang tot ons land verkreeg.

Comité voor hulp aan Joodsche vluchtelingen

november 1938:
Voorlopig Comité :
Pastoor J.B.J.Kaeter, Ds.A.G.Kloots, Ds.C.C.de Maar, Ds.J.W.Roobol, Pastoor A.M.J.Vink, Ds.A.Wartena, Ds.F.C.Zwaal

ASYLRECHT AAN JOODSCHE VLUCHTELINGEN.

23-11-1938, De Graafschapper

Adres aan den Raad van Ministers van de Kerkeraden van Aalten, Borculo, Bredevoort, Eibergen, Groenlo, Haarlo, Rekken, Lichtenvoorde en Winterswijk inzake verleening van asylrecht aan Joodsche vluchtelingen.

Het volgende adres is aan den Raad van Ministers te Den Haag gericht :
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekenden, J. W. Roobol, predikant te Winterswijk en E. Jansen Schoonhoven, predikant te Lichtenvoorde ten dezen vertegenwoordigende de Kerkeraden van de Ned. Herv. Gemeenten te Aalten, Borculo, Bredevoort (in meerderheid), Eibergen, Groenlo, Haarlo, Lichtenvoorde, Rekken en Winterswijk ; dat genoemde Kerkeraden de berichten uit de grensplaatsen betreffende het terugzenden van wanhopige slachtoffers der Jodenvervolging in Duitschland door Nederlandsche beambten met droefheid vernomen hebben ;
dat zij de aarzeling van de Regeering om tot verruiming van het asylrecht over te gaan, gezien de economische omstandigheden binnenslands volkomen begrijpen ;
dat God echter zijn zegen belooft aan degenen, die aan Zijn bevelen denken om die te doen (Psalm 103 : 18), zoodat het opvolgen van het gebod tot barmhartigheid (Lucas 10 : 25 —37) ook voor het volk geen schadelijke weg kan zijn ;
dat het bovendien in dit speciale geval gaat om nakomelingen van Abraham en het oude Bondsvolk, waaruit onze Zaligmaker is voortgekomen en dat naar de Schrift een bijzondere plaats vervult in Gods Raad met de wereld ;
redenen, waarom zij Uwen Raad eerbiedig verzoeken tot tijdelijke verleening van asylrecht aan Joodsche vluchtelingen te willen besluiten en daardoor voor de in breede kringen van het Nederlandsche volk levende wil tot hulpverleening de gelegenheid te openen om tot de daad te komen.

’t Welk doende, enz., namens de voornoemde Kerkeraden,
(w.g.) E. JANSEN SCHOONHOVEN,
(w.g.) J. W. ROOBOL.
Winterswijk, 21 Nov. 1938.
Lichtenvoorde, 21 Nov. 1938.

Wat er te doen is

Donderdag 24 november 1938:
8.00 uur:
Bijeenkomst tot oprichting van een comité uit de geheele burgerij voor „hulp aan Joodsche vluchtelingen” in sociëteit „De Eendracht”.

Een milde gift

Graafschapbode,23-11-1938

Door de ‘N.V. Kon. Tricot fabriek alhier is f 1000 geschonken voor de ondersteuning van Joodsche vluchtelingen.
Ook heeft genoemde Tricotfabrick gratis onderkleeding toegezegd aan de vluchtelingen, die in Winterswijk zijn ondergebracht.
Van genoemde f 1000 komt de helft ter beschikking van het plaatselijk comité, terwijl de andere helft wordt gestort in het Prof.Cohen-fonds.

Vergadering Joodsche vluchtelingen-comité

25-11-1938:
Donderdagavond kwam op uitnoodiging van een voorloopig comité, in sociëteit „De Eendracht” een aantal ingezetenen bijeen om maatregelen te beramen voor hulp en steun aan Joodsche vluchtelingen uit Duitschland, die door regeeringsmaatregelen binnenkort op ruimere schaal in ons land zouden kunnen worden toegelaten.
Als voorzitter fungeerde Ds. A. Wartena, wien verzocht was als predikant van de grootste kerkelijke gemeente, hier ter plaatse den avond te willen leiden. Spr. deelde mede, dat Ds. Kloots, Ds. Roobol en Ds. Zwaai bericht van verhindering hadden gezonden.
In zijn openingswoord riep spr. het gebeurde der laatste weken nog even in herinnering terug en zette daarna het doel der bijeenkomst uiteen: wat kunnen wij doen om de Joodsche vluchtelingen te helpen?
Voor hen, die reeds in ons land zijn, wordt reeds van verschillende zijden gelden bijeengebracht, doch tevens moet in overweging genomen worden, welke plannen er moeten worden beraamd, wanneer een groote stroom vluchtelingen ons land binnenkomt.
Spr. kan zich aansluiten bij de actie tot steun verleening, georganiseerd door alle jeugdorganisaties in ons land, die Zaterdag 3 December a.s. een groote collecte houden.
Hierbij zou ook Winterswijk zich kunnen aansluiten.
Ds. De Maar deelde mede, dat het Nederlandsche Jeugdleiders-instituut, op verzoek van het: protestantsch christelijk, ’t roomsch-katholiek en het joodsche comité voor vluchtelingen wegens geloof en ras, met instemming en aanbeveling der regeering, het initiatiefgenomen heeft tot het organiseeren van een nationale collecte op 3 December a.s., over het geheele land, ten bate van de vluchtelingen.
De actie zal worden gevoerd met medewerking van Nederlandsche jeugdigen van alle gezindten.
Uit de uitvoerige besprekingen bleek de noodzakelijkheid om in Winterswiik te komen tot oprichting van een Comité van Aanbeveling en een Comité van Actie en Controle voor den collectedag en daarnaast een Huisvestings-Comité, dat zich ten doel stelt onderdak te verschaffen aan vluchtelingen, die eventueel op doorreis of voor langer verblijf zich in Winterswijk ‘zouden ophouden.
Indien noodig, zal getracht worden de vluchtelingen onder te brengen in het oude Postkantoor, voormalige Diaconie Gasthuis, Hermanshoeve en Feestgebouwen in dorp en buurtschappen.
Het Huisvestingscomité zal zich nader in verbinding stellen met de afd. Winterswijk van het Ned. Roode Kruis.
Uit naam der menschelijkheid doet het Comité een beroep op ieder om het streven van het Comité te steunen.
In het Comité van Aanbeveling voor de te houden collecte werden benoemd:
Burgemeester J. Kneppelhout,
PastoorJ. B. J. Kaeter
Ds. A. G. Kloots
Ds. C.de Maar
Ds. J. W. Roobol
Ds. A Wartena
Pastoor A. M. J. Vink, Meddo
Ds. F. C. Zwaal
Het Comité

Het Comité van Actie en Controle voor genoemde collecte werd als volgt samengesteld:
H. Th. J. C. Bekker
A.Kluppels
H. Nuys,
C. C. Th. Rietberg
F. Ritsema
B. Stegeman
H. Wilten.

In het Huisvestingscomité werden gekozen
mevr. Brittijn
mevr. Commandeur
mevr. Ter Haar
mevr. Kneppelhout
mevr. H. Menco
mevr. Thiel;
Dhr.P. Brittijn
B. Th. J. Grimmelt,
terwijl de directeur van Sociale Zaken alhier ambtshalve als secretaris aan dit Comité is toegevoegd.

Besloten werd a.s. Maandagavond 28 November, ’s avonds half acht in café Kraaijenbrink een vergadering te beleggen ter regeling der collecte, waarvoor alle jeugdvereenigingen, zoowel uit het dorp als uit de buurtschappen worden verzocht twee afgevaardigden te zenden.

De voorzitter sprak een slotwoord, waarna de heer Ph. Boers namens dé Joodsche Gemeente ds. Wartena dank bracht voor de leiding van deze vergaring en tenslotte allen, die wat voor de vluchtelingen hebben gedaan en nog zullen doen, in zijn dankwoord betrok.

Smokkelaars van vluchtelingen betrapt

29-11-1938,N.W.C. (in regionaal bericht)
In dit kan nog worden gemeld, dat een Joodsche inwoners* van Winterswijk wegens het smokkelen van vluchtelingen uit het bewakingsgebied is gewezen, binnen 24 uur nadat hij betrapt was.
De betrokkene deed dit echter niet om geldelijk gewin.

COLLECTE TEN BATE DER DUITSCHE VLUCHTELINGEN.

29-11-1938,N.W.C.
Zaterdag a.s. inzameling.
Naar men weet, zal op Zaterdag 3 Decemjber a.s. ook in Winterswijk (in dorp en buurtschappen) de collecte gehouden worden ten bate van hen, die terzake van geloof of ras vervolgd worden, waartoe het initiatief is uitgegaan van het Nederl. Jeugdleiders-Instituut. .
Door het Comité waren gisteravond, in café Kraaijenbrink de vertegenwoordigers van alle plaatselijke jeugdyereenigingen bijeengeroepen ter regeling van de collecte.
Niet minder dan een 20-tal ieugd- organisaties van alle gezindten waren vertegenwoordigd, die allen gaarne hun medewerking toezegden voor de te houden huis-aan-huis-collecte.
Nadat de voorzitter van het Werkcomité voor de collecte de totstandkoming van het plaatselijk comité en zijn doelstelling nader toegelicht had, gaven zich spontaan een meer dan voldoend aantal collectanten voor een deel der buurtschappen en het dorp op. Voor de overige buurten zal nog contact gezocht worden met de hoofden van scholen om zich met de leiding van een praktische verdeeling. aldaar te willen belasten
De secretaris-penningmeester, de heer’ Ritsema, had de oorganisatie reeds prachtig voorbereid, zoodat in weinige oogenblikken de rollen uitgedeeld konden worden.
Dat bij deze collecte een beroep wordt gedaan op alle ingezetenen van Winterswijk, behoeft geen nader betoog.

Steunt de Vluchtelingen.

02-12-1938

„’t Kan geen langer uitstel dulden”,
Sprak het Vlucht’ling-Comité;
’t Stoomde aanstonds op het doel af.
Op z’n Hollandsch: Recht door Zee.

Menigeen is thans in actie,
Maakt zich bovendien gereed,
Om de vluchtende personen,
Bij te staan in al hun leed.

Bij het lezen, zien of hooren.
Van hun leed en angst en smart,
Wordt het ons het kan niet anders —,
Koud en wee aan ’t menschenhart.

Komen hier de vluchtelingen,
Zeer beangst en zeer ontdaan,
Dan zijn wij als medemenschen,
Met hun aller lot begaan.

’t Zeer groot aantal vluchtelingen,
Voelt zich hier op hun gemak,
Want het weet: in gastvrij Holland,
Geeft men gaarne onderdak.

Doch— dit kost de noodige offers,
Oók voor gastvrij WINTERSWIJK;
Geeft dus voor die medemenschen
Van Uw groote mildheid blijk!

Morgen gaat men collecteeren,
Voor het reeds bekende doel;
Laat hierbij eens duid’lijk spreken,
Uw récht menschelijk gevoel.

Wie in staat is om te helpen,
Helpe! ’t Is Uw naastenplicht,
Zéér veel zorg van hen, die vluchten,
Wordt er ruimschoots door verlicht.

VAN DIJK.

JOODSCHE VLUCHTELINGEN AANGEHOUDEN.

Tubantia,06-12-1938

Heden zijn hier acht Joodsche vluchtelingen aangehouden, die over een z.g. smokkelpaadje over de grens waren gekomen. In den Haag is de vereischte vergunning aangevraagd voor een tijdelijk verblijf in ons land. De vluchtelingen zeiden uit een concentratiekamp in vrijheid te zijn gesteld.
De laatste dagen is er een 15-tal, dat niet toegelaten kon worden, naar Duitschland teruggewezen.

Weer méér vluchtelingen.

06-12-1938:
Naar wij uit goede bron vernemen, is ’t getal Joodsche vluchtelingen, dat via sluipwegen de grens passeert (en onze gemeente binnenkomt, de laatste dagen wederom grooter. Er zijn ook vluchtelingen uit de concentratiekampen bij, die erbarmelijke verhalen vertellen van hetgeen zij als gevangenen te verduren hadden.
Was het voorheen zoo, dat men „voldoende middelen van bestaan” moest hebben om tot ons land te worden toegelaten, thans schijnt vooral gelet te worden op de omstandigheid, of de vluchtelingen in lijfsgevaar komen te verkeeren, wanneer zij naar Duitschland terug moeten.
De beoordeeling blijft intusschen zoo streng mogelijk en dagelijks nog worden vluchtelingen teruggestuurd, omdat ons land een overstrooming van Joodsche vluchtelingen niet zou kunnen verwerken.
Een vrij groot aantal voorloopig toegelaten vluchtelingen moet zich iederen morgen komen melden, in afwachting van de beslissing over hun lot door hoogere autoriteiten.
Onze 42 K.M. lange grens met Duitschland blijft dag en nacht stevig bewaakt door de 90 man sterke marechaussee en militaire politie. Voor deze menschen, in het weer der laatste dagen min of meer wat de , volksmond noemt: een „hondenbaantje”.

OPBRENGST COLLECTE VOOR DE VLUCHTELINGEN.




1939

Joodsche vluchtelingen naar een kamp gebracht.

13-01-1939, N.W.C.
Op last van hoogerhand zijn de alhier z.g. „illegaal” vertoevende mannelijke Joodsche vluchtelingen gistermorgen naar een vluchtelingenkamp te Reuver gebracht; naar wij vernamen 22 personen.
Bovendien zijn deze week een 3-tal kinderen van vluchtelingen naar het mooi gelegen kinderherstellings- en vacantieoord „’t Noorderhuis” te Hoogeveen gebracht.

Joodsche vluchtelingen

De Tijd, 11-03-1939

Vrijdagmiddag arriveerde te Winterswijk met den Duitschen trein van 16.57 een 40-tal Joodsche vluchtelingen, meest jongemannen. Ze waren Donderdagavond uit een concentratiekamp bij Berlijn vrijgelaten en waren nu op doorreis naar Engeland.
Na visitatie begaven zij zich naar de wachtkamer, waar het Joodsche Vluchtelingencomité hun brood met koffie aanbood.
Met den trein van 17.59 vertrok het gezelschap naar Hoek van Holland.

Gift van f 10

18-01-1939,N.W.C.
De heer Schielaar alhier ontving f 10.- voor de Joodsche vluchtelingen.
Deze f 10.- is afkomstig uit de collecte tijdens de „Week der Gebeden” der Evan. en Ger. kerk.
Langs dezen weg wordt hartelijk dank gebracht voor deze gift.

Toelating vluchtelingen.

25-09-1939,N.W.C.
De Minister van Justitie brengt met verwijzing laatstelijk naar zijn bekendmaking, opgenomen in het Buitengewoon Politieblad d.d. 29 Augustus 1939, No. 19, nader het navolgende ter kennis van alle organen, belast met het toezicht op de politiaire grensbewaking en van de hoofden van plaatselijke politie.
In verband met den tusschen eenige Europeesche Mogendheden ontstanen oorlogstoestand, welke er toe geleid heeft, dat allerwegen de grenzen voor vreemdelingen worden gesloten, ziet de Nederlandsche Regeering zich tot haar leedwezen genoopt, de toelating van vluchtelingen (Joodsche emigranten enz.) voor duurzaam of tijdelijk verblijf in ons land stop te zetten.
Het volgende wordt terzake nader bepaald:
le. Nieuwe toestemmingen voor de toelating van vluchtelingen (Joodsche emigranten enz.) ook al behooren dezen tot de allernaaste familie van hier te lande wonende personen, kunnen, een enkel zeer bijzonder uitzonderingsgeval daargelaten, niet meer worden verleend

2e Reeds gegeven toestemmingen voor toelating van vluchtelingen, waaronder met intrekking van het bepaalde onder1 in de bovengenoemde circulaire, ook begrepen worden de na 1 Juli j.l. verleende waarop nog geen binnenkomst heeft plaats gehad, moeten als vervallen worden beschouwd.

3e. Voor zoover verzoeken om toelating van vluchtelingen zijn ingediend en daarop nog geen beslissing is gegeven, moeten zij als afgewezen worden beschouwd.

4e. In gevallen, bedoeld onder 2 en 3, zullen nieuwe verzoeken alleen dan in overweging kunnen worden genomen, wanneer blijkt, dat een buitengewoon geval van dringende noodzaak aanwezig is.


Volledigheidshalve wordt er nog op gewezen, dat de transitregeling voor vluchtelingen (Joodsche emigranten, enz.) bedoeld onder punt 2 van de bekendmaking d.d. 24 Augustus 1939, opgenomen in het Buitengewoon Politieblad van dien datum en afgedrukt in de circulaire aan de procureurs-generaal fgd. Directeuren van politie, opgenomen in het Buitengewoon Politieblad van 26 Aug. j.1., No. 18, gehandhaafd blijft voor zoover de noodige reisgelegenheid blijft bestaan.

Vier personen

Verboden zich in grensstreek te begeven, vanaf 10 november 1939 (ca. 35 km.)
Karel Nihom
Schielaar
Klaas Schepel ‘
Nog een Winterswijker (Nihom jr. meld dit)

en hoe zit het met Mozes Kan?


Lees verder

G. Peters

Geboren:06-08-1904 Winterswijk
Overleden:

Landwachter
Gasthuisstraat 7

Beruchte duo van Kooten-Peters (knipsels, 326)

Thans 6 jaar voor P.

21 MEI 1948

Thans 6 jaar voor P. 

Het Tribunaal te Zutphen behandelde woensdagmiddag wederom zaken op welker eerste uitspraak het fiat executie geweigerd werd.
Als eerste stond terecht de Winterswijkse fabrieksarbeider G.P., die indertijd veroordeeld was tot 5 1/2 jaar internering. P. had in de bezettingsjaren belangrijke bijdragen geleverd aan de Duitse bezetters. o.a. had hij vrijwillig in Duitsland gewerkt en als landwachter deel genomen aan huiszoekingen en arrestaties. 
Dat hij hierbij niet altijd zachtzinnig te werk was gegaan bleek o.a. uit het feit, dat hij zijn arrestanten geschopt en geslagen had. 
Tijdens de zitting werd hoofdzakelijk aandacht geschonken aan de kwestie of P. geschoten zou hebben op een aantal onderduikers. P. zelf ontkende dit ten stelligste doch hiertegenover stond o.a. een verklaring van Tilleman Sr., die verklaarde dat P. wel geschoten zou hebben. 
Het Tribunaal achtte het feit bewezen en verlengde de internering met een half jaar, zodat P. thans eerst op 7 mei 1951 in vrijheid gesteld zal worden. (blz.358)

Lees verder

Brand in de krant




BRON: WWW.DELPHER.NL

IN BEWERKING

Jaren 1820

Bakker Swijtink

08 oktober 1822, Staatscourant
Winterswijk, den 4 October.
In den nacht van den 27 op den 28sten der vorige maand, ’s morgens
omstreeks twee ure, ontstond alhier brand, ten huize van den bakker
Swijtink en , hoewel de spuiten in weinig minuten in werking waren ,
was het niet mogelijk , dit huis te behouden; doch de naast belende’
huizen werden gelukkiglijk bewaard. Op het onverwachtst echter deelde
de brand zich mede aan een gebouw, op eenigen afstand van het brandende huis, aan de overzijde der straat, gelegen en bewoond door den
heer Joost Willink. Hetzelve stond dadelijk van boven geheel in
vlammen , en van daar sloeg de brand verder tot de drie belende huizen over , welke alle in de asch werden gelegd ; terwijl nog twee andere werden beschadigd, alvorens men den brand meester konde worden.
Door dit ongeluk zijn zestien huisgezinnen (waaronder veertien
hulpbehoevende) van hunne woning en het grootste gedeelte hunner,
voor den winter verzamelde levensmiddelen, brandstoffen, enz., beroofd!
De oorzaak van den brand is geheel onzeker; het schijnt, dat dezelve
in het huis is ontstaan. (Arnhemsche Courant.)

Jaren 1850

H.W.Ribbink J.H.Plekenpol

12 januari 1859, Middelb.Courant
Vergunning gegeven, bij besluit van 7 dezer, aan H. W. Ribbink en J.H.Plekenpol te Winterswijk, tot het dragen van het hun door Z. M. den koning van Pruissen verleende algemeene eereteeken wegens verdiensten bij den staat, voor betoonde hulp bij den brand te Vreden op 4 eu 5 augustus 1857-

Jaren 1890

Cafe-brand

24 oktober 1891, Graafschapbode
Door het omvallen van een petroleumlamp ontstond verleden week Vrijdag brand ten huize van den tapper R. L. Deze slaagde er in den brand te blusschen, doch bekwam daarbij zulke brandwonden, dat hij den volgenden aan de gevolgen overleed.

Helderkamp burgemeester

19 augustus 1893, Graafschapbode
Vrijdagavond ontstond alhier, zeer waarschijnlijk door hooibroei, brand in het tuinmanshuis van den burgemeester, bewoond door v. d. Eist en staande op den Helderkamp. Aan het krachtig optreden der brandweer is het te danken, dat slechts het bovengedeelte der woning uitbrandde. Alles was verzekerd.

Mengers Misterstraat

07 april 1894, De Tijd
Eergisteren nacht te ongeveer half drie brak te Winterswijk een felle brand uit ten huize van den heer Mengers, aan het einde der Misterstraat. Het ruime pand werd geheel vernield, doch door het kloek optreden der brandweer werd grooter onheil voorkomen en ging er geen levende have teloor. De inboedels van den eigenaar, van drie bejaarde vrouwen en van een jongmensch, die allen afzonderlijk het huis bewoonden, zijn geheel vernield. Niets was tegen brandschade verzekerd.

Jaren 1900

Molen Klomps Groenloseweg

22 januari 1902, Telegraaf
Gisteren brak een hevige brand uit in den stoomhoutzaagmolen van den heer G. J. Klomps, staande aan den Groenlooschen weg in Winterswijk.
De houtzagerij brandde in een oogenblik totaal af. De oorzaak is tot nu toe niet bekend.

14 nieuwe woningen

10 september 1904, N.Tilb.Courant
Donderdagavond is te Winterswijk wederom een blok van 14 nog nieuwe woningen afgebrand. Huizen en inboedels waren verzekerd.
Wegens gebrek aan water, viel aan blusschen niet te denken.

Waliensestraat

26 september 1906, De Tijd
Gistermiddag brandde in de Waliensche straat (z.g.n. Roode Dorp) te Winterswijk, af een blok van vijf woningen, eigendom van den heer G. J. Remkers alhier. Oorzaak onbekend. Het gebouw en de inboedels der vijf gezinnen waren tegen brandschade verzekerd. Van den Inboedel is veel gered, daar de brand in de bovenhuizen begon. Het gebouw is evenwel geheel uitgebrand.

Pannenfabriek

25 januari 1907, De Tijd
Donderdagavond is te Winterswijk een pannenfabriek, behoorende aan den heer Van H. afgebrand. Het muurwerk is blijven staan.

Batavier

21 mei 1907, Arnh.Courant
Hedennacht is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in de bontweverij „de Batavier”. De bergplaats voor brandstoffen werd geheel door het vuur vernield. Door het vlug optreden van den brandweer wist men het vuur spoedig meester te worden en de brand tot deze bergplaats te
beperken.

Ubbink

28 november 1907, De Courant
Men meldt ons uit Winterswijk:
Gisternacht is alhier een 29-jarig meisje, Ubbink genaamd, door het in brand geraken van haar deken, levend verbrand. Door haar broeder werd haar verkoolde lijk gevonden. (Maasbode.)

Kasteel Het Waliën

28 januari 1908, De Courant
Men meldt ons uit Winterswijk, dd. 26 Jan.:
Hedenavond is het kasteel „Het Waliën”, gelegen op ongeveer een half uur gaans van Winterswijk, uitgebrand. Er is zoo goed als niets gered. De brand moet ontstaan zijn door een petroleumkachel. Het kasteel is thans bewoond door de familie v. d. M., en is voor enkele jaren inwendig gerestaureerd. Vóór dien tijd diende het eenige jaren als verblijf voor vacantiekolonies. Huis en inboedel waren verzekerd. Met dezen brand verdwijnt misschien een der oude havezaten in de graafschap. Misschien, zeggen we, omdat althans de mogelijkheid bestaat, dat de overblijfselen, de zware muren, nog in zooverre zouden hersteld kunnen worden,dat het historisch monument blijft bestaan.
De naam van het kasteel komt omstreeks 1570 ’t eerst voor, doch het heeft in den loop der tijden zooveel veranderingen ondergaan, dat het tegenwoordige gebouw niet veel meer op het vroegere zal gelijken.

S.Menco

17 april 1909, De Courant
Vrijdagmiddag brandde te Winterswijk een schuur af in de kom van het dorp, behoorende aan den heer S. Menco. De belendende woonhuizen werden gered.

Weurden 4 gezinnen

29 juli 1909, De Tijd
Hedennacht is een huis, bewoond door 4 gezinnen op Weurden bij Winterswijk, totaal uitgebrand. De bewoners wisten in nachtgewaad te ontkomen. Een commensaal werd met moeite gered. Assurantie dekt de brandschade.

Jaren ’10

Cafe De Kroon

14 april 1910, De Courant
Te Winterswijk brandde het café „De Kroon”, van den heer D. Scholten geheel uit.
Oorzaak onbekend. Assurantie dekt de schade.

Scholtz Waliënsestraat

04 juni 1910, De Tijd
Hedennacht is afgebrand de bakkerij, het bierhuis en het woonhuis van en bewoond door H. J. Scholtz aan de Waliensche Straat te Winterswijk.
Het vee is gered. De inboedel is verbrand. Verzekering dekt de schade.

Groenloseweg

22 oktober 1910, De Tijd
Hedenmorgen is te Winterswijk aan den Groenloschen weg afgebrand de woning, bewoond door den fabrieksarbeider I. Dijkgraaf en den kruidenier D. J. G. Schuurman. Eigenaar is de heer S. J. Ubbank, bakker. Oorzaak onbekend. Verzekering dekt de schade.

Drie woningen Groenloseweg

19 Augustus 1911, Nieuwsbl.v.h.Noorden
Hedenmorgen brandde een blok van 3 woningen op den Groenloschen Weg, bewoond door de gezinnen Wiggers, Hamerslo en Vonk, totaal uit. Niets werd gered. Assurantie dekt de schade.

Een Vrouw in Brand.

21 juni 1912, De Expres
Uit winterswijk meldt men aan het Volk, dat op een morgen de echtgenoot
van den heer v. d. Zw. opzichter van de H.IJ.S.M., in brand geraakte,
terwijl zij op een gastoestel bezig was melk te koken.
In een oogenblik stond zij in volle vlam. Twee vrouwen, die op het
angstgeroep kwamen toeloopen, konden het vuur niet blusschen.
Een schilder, die er in de nabijheid werkte, snelde toe en wierp een natgemaakten zak over de ongelukkige, die geheel in vlammen en rook gehuld, buiten op den grond lag. Zoo wist hij het vuur te dooven.
Al de kleeren waren verteerd en over het geheele lichaam waren ernstige brandwonden, doch het hoofd was gespaard gebleven. Zij werd naar het ziekenhuis vervoerd. De echtgenoot was voor dienstzaken naar Zutphen.

Marktplein

13 juli 1912, Alg.Handelsblad
Gisteravond zijn op het Marktplein te Winterswijk afgebrand het woonhuis en het winkelhuis van de firma Zijlstra, kruidenier, en het bierhuis van Janssen, eigenaars gebroeders Meerdink. Assurantie dekt de schade.

Tricot Willink

21 oktober 1912, De Courant
Zaterdagochtend is uitgebrand de stalling en het koetshuis met hooibergplaats van den tricotfabrikant G. J. Willink, te Winterswijk.
Verzekering dekt de schade.

Batavier

03 maart 1914, Alg.Handelsblad
Hedenmorgen brak een brand, die zich aanvankelijk ernstig liet aanzien, uit in de droogkamer der .bontweverij „De Batavier” te Winterswijk. De fabriek moest eenigen tijd stop gezet worden. Binnen een half uur was men het vuur meester. Een groote hoeveelheid garens ging verloren.

Spoorstraat 2 woningen

14 april 1915, Alg.Handelsblad
Door onbekende oorzaak is gisteravond te Winterswijk een perceel van twee woningen in de Spoorstraat, bewoond door de gezinnen van den rijksambtenaar Cambier en den Duitschen machinist Criesen en eigendom van de wed. Stemerdink, een prooi der vlammen geworden. De inboedels konden grcotendeels gered worden. Door gebrek aan water kon de brandweer weinig uitrichten. Alles was tegen brandschade verzekerd

Cafe Moerings – Scholten

05 november 1918, Alg.Handelsblad
Door nog onbekende oorzaak is in den nacht van Zondag op Maandag te Winterswijk afgebrand het cafe van mej.Maria Scholten, vroeger eigendom van den heer Moerings. Alles brandde totaal af, zoodat niets dan de muren overbleven en ook van den inboedel bijna niets gered kon worden.
Alles was verzekerd, behalve de bezittingen van een zoon van den heer Moering, die daar bewaard waren.

Jaren ’20

Grote brand Meddosestraat

9 juli 1921, Haagse Courant
Door onbekende oorzaak is brand ontstaan in het perceel der firma Lichtenberg, behangerij, stoffeerderij en meubelmakerij in de Meddosche straat te Winterswijk. Het meubelmagazijn is uitgebrand en de belendende perceelen hebben ook zeer veel geleden.

Ratumsestraat Bonhof Eichelsheim

18 september 1923, Graafschapbode
Zaterdagmorgen omstreeks half negen brak er brand uit, waarschijnlijk doordat de rookleiding van een der schoorsteenen gescheurd was in het pand in de Ratumschestraat, bewoond door den heer Bonhof. De vlammen grepen zoo snel om zich heen, dat met moeite eenig huisraad en de levende have gered kon worden. In de eene helft van het reeds zeer oude gebouw, dat vroeger bewoond werd door steenhouder Eichelsheim werden meubels geborgen van den heer N. Deze helft kon behouden blijven doordat de spuiten en in ’t bijzonder de nieuwe moterspuit, veel water in het vuur brachten. Verzekering dekt d© schade.

Batavier

04 februari 1926, Overijssels.Dagblad
2 febr. Hedennacht zag een dienstdoende agent van politie vuur in de fabriek „de Batavier” alhier. Hij waarschuwde onmiddellijk den directeur van de fabriek. Het bleek dat er kortsluiting was ontstaan bij de electrische geleiding. Met eigen krachten kon het vuur worden gebluscht. Door het spoedige ontdekken is de fabriek voor een grooten brand vrij gebleven.

Cafe ‘Havenzicht’

27 december 1926, N.Rott.Courant
Te Winterswijk is vanochtend afgebrand het café ‘Havenzicht’, eigenaar de heer Maas.

Lupchen Albrecht Meddosestraat

15 november 1929, De Tijd
Te Winterswijk is de winkel en het woonhuis van den groentenhandelaar L. uitgebrand.
Ook het bovenhuis werd een prooi der vlammen. Verzekering dekt de schade. Met moeite kon de brandweer de Albrecht boekhandel behouden.

Jaren ’30

Zwiebel – Plekenpol Vredenseweg

09 april 1930, Alg.Handelsblad
Gisteravond ruim elf uur ontstond brand in den naaimachinewinkel van den heer Zwiebel, Vredensche weg 37 te Winterswijk. De winkel is
geheel, de. woon- en slaapvertrekken zijn gedeeltelijk uitgebrand.
De oorzaak is onbekend. Winkelinventaris is verzekerd. Het onder één dak gelegen pand van den heer Plekenpol kreeg veel waterschade.

Rengelink

27 april 1930: De Tijd
In de boekbinderij van den heer J. H. Rengelink te Winterswijk is Zaterdagochtend brand uitgebroken. De binderij brandde geheel uit.
Een boekwinkel, welke in hetzelfde perceel was gevestigd, kreeg veel waterschade. Verzekering dekt de schade.

Stationskoffiehuis Stortelers

08 juli 1930, Tilb.Courant
Zondagavond omstreeks 10 uur ontstond brand in het stationskoffiehuis van den heer G.Stortelers, Stationsstraat te Winterswijk. De zolderverdieping brandde geheel uit. De daar beneden gelegen vertrekken en het café kregen veel waterschade. De oorzaak is vermoedelijk broeiing van matrassen door de zonnewarmte. Alles was verzekerd.

Hotel Wagendorp

08-07-1930, Graafschapbode
Brand in hotel Wagendorp.
Zondagavond half elf, brak er brand uit in het Hotel Wagendorp tegenover het groote station. Terwijl de familie buiten aan de koffietafel zat, kwamen buren waarschuwen dat er vlammen uit het dak sloegen. De zolderverdieping is dan ook geheel uitgebrand, terwijl de benedenverdieping veel waterschade kreeg, doordat de brandweer die spoedig ter plaatse was, groote hoeveelheden water in den vuurhaard bracht.
Omtrent de oorzaak van den brand, valt niets te zeggen. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat een partij dekens die op den zolder waren gedeponeerd, door broeiing aan het branden zijn geraakt,
Zóówel huis als inboedel zijn verzekerd.
Tijdens den brand viel een der brandweerlieden door het breken van een ladder, waarbij zich deze nogal bezeerde.

W.van Ast Parallelweg

24 maart 1931, Alg.Handelsblad
Zondag ontstond brand in een bergplaats van verpakkingsmateriaal der N.V. W. van Ast Lijstenfabriek aan den Parallelweg te Winterswijk.
Het gebouw met inhoud brandde af. De fabriek en magazijnen konden, dank zij het doortastend optreden van de brandweer van de nabijgelegen timmerfabriek der fa.Meerdink & Co., behouden worden.
De schade wordt door verzekering gedekt.

Schoppers 3e Gasthuisstraat

31 mei 1932, Alg.Handelsblad
Gisteren brak brand uit in de woning van den heer Schoppers in de Tweede Gasthuisstraat te Winterswijk, waarin gevestigd is een groentenhandel.
De brand is vermoedelijk ontstaan door broeiing van houtwol. De bovenverdieping brandde geheel uit, de belendende perceelen kregen veel waterschade. De inboedel kon gedeeltelijk worden gered. Het huis en huisraad waren verzekerd.

Freule van Dorthstraat – v.d.Wagen – Bonhof

13 augustus 1932, het Volk
Hedenmiddag werd de brandweer gealarmeerd voor’ een brand, uitgebroken in een pand aan de Freule van Dorthstraat, bewoond door den groentehandelaar v. d. Wagen en den arbeider Bonhof.
De brandweer was spoedig ter plaatse. Toch kon niet verhinderd worden, dat het geheele bovengedeelte uitbrandde. Bovendien richtte het water groote schade aan in het genoemde gedeelte.
De oorzaak van den brand is onbekend. Vermoed wordt uitstraling van warmte door glazen dakpannen op het hooi, dat op den zolder bewaard werd. Huis en inboedel waren verzekerd.

Blommers Bloemkweker

24 november 1932:Alg.Handelsblad
Gisteravond omstreeks elf uur brak te Winterswijk brand uit in de woning van den heer G. J. Blommers, bloemkweeker. De bovenverdieping brandde geheel uit. Huis en inboedel zijn verzekerd.

Hazeveldsche molen Meddo

03 maart 1933, Graafschapbode
Een van de nog zeer weinige windmolens in den Achterhoek afgebrand.
Donderdagmorgen is te Meddo een van de weinige oude windmolens in onzen Achterhoek n.l. de Hazeveldsche molen, eigenaar de heer Huitink, tot den grond toe afgebrand.
Waarschijnlijk is de brand ontstaan in de machinekamer. De molen werd niet meer gedreven door windkracht. Verzekering dekt de schade.

Willemsen Tuunterstraat 13

14 januari 1934, Alg.Handelsblad
Gisteravond half zes is brand uitgebroken in de timmermanswerkplaats van den aannemer Willemsen, Tuunterstraat 13, te Winterswijk. Weldra was het houten gebouw één vuurzee. Het aangrenzende woonhuis kon door de brandweer worden behouden. Een en ander is verzekerd.

Eeltink Eekelerdijk

14 mei 1934, Bredase Courant
WOONHUIS AFGEBRAND Kind was alleen thuis
Zaterdagmiddag is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in de woning van den heer Eeltink aan de Eekelerdijk te Winterswijk. Op het oogenblik dat de brand uitbrak, was slechts het kindje van het echtpaar Eeltink thuis. Door een gelukkig toeval kwam mevr. E. juist thuis, toen zij rookwolken uit het dak zag slaan. Het is haar gelukt de kleine behouden in veiligheid te brengen.
Wegens gebrek aan water kon de brandweer weinig uitrichten, zoodat het pand geheel uitbrandde.

Bausch

15 september 1934, Tubantia
Te Winterswijk brak brand uit in de bekende uitspanning „Den Helder” van den heer W. Bausch, gelegen in de buurtschap „Woold”.
Van de uitspanning bleef in korten tijd niets over.
Van den inboedel werd niets gered.
Het perceel was verzekerd. De blussching werd niet bespoedigd door het feit, dat de motorspuit door een paard wordt getrokken. De oorzaak van den brand wordt aan hooibroei toegeschreven.

Vier woningen Zwanenberg

27 maart 1936, Graafschapbode
Woensdagavond omstreeks 9 uur brak brand uit in een blok van vier woningen bij de slachterijen der firma Zwanenberg te Winterswijk, eigendom van den heer Joh. Beijers aldaar. ;
De eindwoning, bewoond door den brandstoffenhandelaar Sonderen, brandde geheel uit en kon slechts een klein gedeelte van den inboedel gered worden.
De brandweer was spoedig ter plaatse, waardoor erger voorkomen kon worden, daar anders zeer waarschijnlijk het geheele blok zou zijn afgebrand.
Verzekering dekt de schade. Hierbij een foto van de verbrande woning.

27 maart 1936, Graafschapbode.

Slager Meijler H.Mulierweg – Emmastraat

22 juli 1936, Graafschapbode
Dinsdagavond omstreeks 9 uur, brak er brand uit bij den slager Meijler aan de Haitsma Mulierveg, hoek Emmastraat. Daar niemand der familie M. thuis was, waarschuwden de buren de brandweer, die spoedig tér plaatse was en het vuur met een paar stralen op de waterleiding bewerkte.
Een gedeelte der bovenverdieping brandde uit, terwijl een gedeelte van het dak brandschade opliep.

Kleermaker Nieuwstraat

14 september 1936, Graafschapbode
In den nacht van Zaterdag op Zondag is brand uitgebroken in de werkplaats van den kleermaker S. in de Nieuwstraat. De werkplaats brandde vrijwel geheel uit, waarin verloren ging een pak manchester en een paar pakken. Een en ander was niet verzekerd.

Morgenzonweg

18 SEPTEMBER 1936, Graafschapbode
In den nacht van Woensdag op Donderdag omstreeks half een, brak er te Winterswijk brand uit in een blok van 3 woningen, staande aan de Morgenzonweg aldaar en bewoond door de fam. Klandermans. Oonk en Heuvelman. Het blok woningen was eigendom van den heer Klandermans.
De brand ontstond bij de familie Heuvelman en breidde zich zoo snel uit, dat spoedig het geheele huizenblok in lichte laaie stond. Alleen van den inboedel van de familie Vonk kon nog iets gered worden.
Toen de brandweer op het terrein verscheen, was het brandbare reeds voor het grootste deel door het vuur verteerd.
Omtrent de oorzaak van den brand tast men in het duister.
Alle drie inboedels en het pand waren verzekerd.

Batavier

06 december 1937, Maasbode
FELLE FABRIEKSBRAND TE WINTERSWIJK.
Zaterdagnacht heeft een enorme brand gewoed in de bontweverij „De Batavier” te Winterswijk, waarbij het fabrieksgebouw geheel werd Verwoest.

Tuunterstraat no.2 en 4

06 november 1939, Graafschapbode
In een blok van twee woningen, Tuunterstraat no. 2 en 4 te Winterswijk, is Zaterdagochtend omstreeks tien uur brand ontstaan. Een van de woningen was bewoond door B. J. M., de andere stond leeg. Ook het naastgelegen schuurtje van den aannemer W. werd in het spel der vernielende vlammen betrokken. Nadat de eerste teekenen van den brand waren ontdekt, stonden dak en zolder van het perceel spoedig in lichterlaaie. Daar de brandweer snel ter plaatse verscheen en met twee stralen water gaf, kon zij het allerergste voorkomen. Toch brandden de bovenste verdiepingen der woningen geheel uit, terwijl de benedenkamers ernstig van het bluschwater te lijden hadden. De schade wordt echter door verzekering gedekt.
M., die op ’t oogenblik, dat de brand uitbrak, niet in zijn woning aanwezig was, kon zoo spoedig gewaarschuwd worden, dat hij gelegenheid had zijn kamers te ontruimen, voordat het vuur tot daar was doorgedrongen.
Omtrent de oorzaak zijn deskundigen van meening, dat de mogelijkheid bestaat, dat vonken uit een der vele schoorsteenen in de omgeving terecht zijn gekomen in de stroodokken onder de pannen van het thans uitgebrande pand. Hierbij een foto van het brandende pand.

6 november 1939, Graafschapbode

Jaren ’40

‘De Pol’ Laan van Hilbelink

10 mei 1947, Nieuwsblad v.h.Zuiden
BRAND IN TEXTIELFABRIEK
Te Winterswijk woedde een brand in de Textielfabriek „De Pol”. Aan blussen viel niet te denken, men kon slechts verdere uitbreiding voorkomen.
De aandraaierij, keurderij en inslakspoelerij zijn totaal verwoest, een grote vooraad garens en veel kostbare machines gingen hier verloren.
De weverijen werden echter behouden en liepen slechts lichte schade op. De oorzaak van de brand, die waarschijnlijk in de afdeling aandraaierij ontstond, is nog niet bekend. De schade is nog niet te ramen. Het gehele bedrijf waar ongeveer 150 arbeiders werken, zal voorlopig stop gezet moe-
ten worden.

Wiggers Stelenfabriek

26 februari 1949, Alg.Handelsblad
In den nacht van Zaterdag op Zondag, omstreeks half drie, is door onbekende oorzaak brand ontstaan in de stelenfabriek van den heer D. Wiggers aan den Keizersdwarsweg te Winterswijk. Toen de brand door de bewoners van de in de nabijheid gelegen huizen werd ontdekt, stond het gebouwtje reeds in lichterlaaie. Het vuur vond voedsel in de groote partij stelen en den voorraad hout.
De brandweer bepaalde zich tot het blusschen van het vuur van twee woningen, welker daken reeds vlam hadden gevat. De stelenfabriek brandde geheel uit. Slechts het kantoor bleef behouden, doch liep waterschade op.
De schade wordt gedeeltelijk door verzekering gedekt; onder de machines, die verloren gingen, waren er nog eenige nieuw en onverzekerd. Het bedrijf zou onlangs naar de nieuw gebouwde fabriek in het Vosseveld worden overgebracht; wegens de vorstperiode was dit voorloopig uitgesteld.

Jaren ’50

Te Winkel Weurden

31 mei 1951, Tubantia
Hedenmorgen omstreeks 8 uur, ontstond een begin van brand op de zolder van het dubbele winkel-en woonpand van de Gebr. te Winkel aan het Weurden. In dit perceel zijn een kruidenierswinkel en een glas- en porceleinzaak gevestigd.
Op de zolder lag een grote partij houtwol en ander verpakkingsmateriaal, waarin het vuur gretig voedsel vond. Toen de brandweer 10 minuten later arriveerde, stond het dak reeds in lichte laaie. Met 3 slangen op de waterleiding en 2 op de aangeschafte tankwagen werd het vuur krachtig bestreden, zodat de brand beperkt bleef tot de boven beide zaken gelegen zolder, die geheel uitbrandden tot een gedeelte van de boven de porceleinzaak gelegen verdieping.
Te ruim 9 uur was de brand geblust.
De waterschade is aanzienlijk hoewel met behulp van buren en voorbijgangers een groot gedeelte van de meubels en de winkelvoorraad in veiligheid kon worden gebracht. Toen men een stoel van de eerste verdieping liet zakken, kwam deze tegen de grote spiegelruit van de kruidenierswinkel terecht, waardoor deze barstte.
Omtrent de oorzaak van de brand is nog niets bekend. De schade, die aanzienlijk is, wordt door verzekering gedekt.

31 mei 1951, Tubantia

Woltering Meddo

26 december 1956, Volkskrant
Het vierjarige zoontje van de familie Woltering in de buurtschap Meddo bij Winterswijk speelde eerste Kerstdag in het achterhuis van de boerderij met lucifers en stak een tegen de achterdeur staande schoof stro in brand. De vlammen sloegen over naar de voorraden hooi en stro op de bovenverdieping. De beide thuis zijnde meisjes van 14 en 16 jaar probeerden vergeefs de brand te blussen. Het achterhuis en een groot deel van het voorhuis gingen in vlammen op, evenals de voorraad hooi, stro en haver. De inboedel kon grotendeels worden gered.
De landbouwer en zijn vrouw waren naar de kerk voor het Lof. De boerderij was vrij laag verzekerd.

Jaren ’60

van Ast Parallelweg

13 juni 1961, Friese Koerier
Enkele tonnen schade bij brand Winterswijk
In een half uur tijds is gistermiddag Van Ast’s lijsstenfabriek annex glashandel in vlammen opgegaan. Ook de bedrijfsruimte die aan een handelsonderneming (WICO) was verhuurd, een bedrijf dat klokkasten vervaardigt, is geheel verloren gegaan. De schade wordt op enkele tonnen geschat.

Tweha Fabriek

04 december 1962, Leeuwarder Courant
Vuurzee in Winterswijk – Fabriek verwoest door felle brand
Een felle brand heeft gistermorgen in korte tijd de Tweha-fabriek, een bedrijf voor de vervaardiging van kleine meubelen in Winterswijk, volkomen in de as gelegd. Hoewel de brandweer snel met groot materieel op het fabrieksterrein verscheen, kon men niet verhinderen dat het vuur in het licht brandbare materiaal steeds sneller om zich heen greep. Binnen een uur was de fabriek verloren.
Niet slechts het materiaal voor duizenden stoelen en tafels, maar ook alle machines werden door het vuur verteerd. De schade wordt geschat op enkele honderdduizenden guldens. De brand is ontstaan in de spuiterij, waar met drooglampen werd gewerkt. Het bedrijf zou binnenkort naar een nieuw fabrieksgebouw op het industrieterrein worden verplaatst.

Meubelfabriek ‘Mevak’

16 februari 1963, Limb.Dagblad
MEUBELFABRIEK IN VLAMMEN OPGEGAAN
15 febr. — Een achteloos weggeworpen lucifer is er de oorzaak van geweest, dat vrijdag de meubelfabriek „Mevak” van de gebroeders Annevelink te Winterswijk in korte tijd in vlammen is opgegaan.
Een aangrenzend woonhuis brandde gedeeltelijk uit.
Hoe groot de schade was, kon nog niet worden gezegd. De eigenaars waren slechts ten dele verzekerd.
Bij het bedrijf waren negentien arbeiders werkzaam. De brand ontstond door dat een arbeider van de lakspuiterij, na een sigaret te hebben opgestoken, de lucifer wegwierp. Lakresten begonnen te smeulen. Er ontwikkelde zich terstond een hevige rook. Alle personeelsleden moesten het bedrijf in allerijl verlaten. Het vuur breidde zich snel uit.
De Winterswijkse brandweer stond voor een hopeloze taak.

Drie woningen door brand verwoest

13 mei 1963
Drie oude woningen in Winterswijk zijn zondagmiddag in korte tijd in vlammen opgegaan. Drie bejaarden en een jong echtpaar met een kind zijn dakloos geworden. De brand is ontstaan in de woning van het echtpaar, dat toen bij buren op bezoek was. Vermoedelijk heeft een honten balk, waarop een schoorsteen rustte, vlam gevat. Voor zover de huisjes niet uitgebrand zijn worden ze door waterschade en neerstortend puin onbewoonbaar.

Toebes – Boeyink Ratum

05 augustus 1963, De Tijd
Buurman krijgt hartverlamming – Drama in Winterswijk
In de buurtschap Ratum is een boerderij zaterdagavond in vlammen opgegaan. Bij het zien van de vuurzee kreeg een buurman, de 58-jarige J.G. W. Boeyink, een hartverlamming, hij overleed op weg naar een ziekenhuis.
Door de brand zijn een tiental kalveren en twee zeugen omgekomen.
Buren konden een aantal dieren in veiligheid brengen. In totaal tien personen zijn door de brand dakloos geworden, de ouders van de heer Toebes en zijn gezin, dat uit acht personen bestaat.
De oorzaak van de brand kon nog niet worden vastgesteld.

Huiskamp Carrosserie

14 december 1965, Nieuwsblad v.h.Noorden
Carrosseriefabriek uitgebrand
In de afgelopen nacht is de carrosseriefabriek van de fa. Huiskamp in Winterswijk vrijwel geheel door brand verwoest. Ook vier grote Amerikaanse wagens, die zouden worden omgebouwd tot lijkauto’s, en een auto van een personeelslid gingen verloren.
Kort na het uitbreken van de brand ontplofte een gasfles waardoor het dak in een keer werd weggeslagen. Hoe groot de schade is, en hoe de brand is ontstaan was vanmorgen nog niet bekend.

Autobrand B.H.Heldtstraat

01 maart 1966, Tubantia
Auto uitgebrand – Dag tevoren gekocht
Gistermiddag tegen zes uur is de auto (uit 1959) van C. S., die deze net de dag tevoren had gekocht, in brand gevlogen en totaal vermeld De man had
geprobeerd het voertuig, dat voor zijn woning aan de Heldtstraat stond
te starten, maar dit lukte niet. Toen hij het even later weer probeerde, ontstond er vermoedelijk kortsluiting en vloog de auto in brand.
M.S. die in de buurt woont en voor zijn huis zijn auto juist aan het wassen was, zag een en ander gebeuren en schoot met de waterslang te hulp. Hij doofde na enige tijd het vuur, maar toen was van de auto nog maar weinig bruikbaars over
De inmiddels gearriveerde brandweer behoefde niet op te treden.
S.is niet tegen brandschade verzekerd.

Fam. Navis Misterweg 120

12 oktober 1966, Tubantia
Een felle brand heeft vannacht de woning van de familie W.Navis aan de Misterweg 120 in de as gelegd. Het echtpaar en zijn twee kinderen hebben in nachtgewaad door de vlammen naar buiten moeten vluchten om aan het gevaar te ontsnappen. Van het huisraad kon niets worden gered. Brandweerlieden zijn van drie tot vijf uur in de weer geweest om met drie waterstralen het vuur te blussen. Pas toen was het gevaar dat de brand zich zou uitbreiden tot de aangrenzende huizen geweken.
De brand werd ontdekt door de 14-jarige dochter Willie, die met haar zusje en haar ouders op de benedenverdieping sliep en wakker werd door de rook. Op dat moment stond het huis al vrijwel in lichterlaaie. Het meisje sloeg alarm en de heer Navis waarschuwde daarop de 17-jarige dochter Ineke, die alleen op de bovenverdieping lag te slapen. Zij was door het lawaai echter reeds wakker geworden en kon zich bijtijds in veiligheid stellen.
Het gezin werd bij buren ondergebracht.
Brandmuren
Het is voor een groot deel aan de dikke mist en de zwakke wind te danken dat de brand zich niet tot de andere percelen van het blok van zes woningen heeft kunnen uitbreiden. Tussen de percelen van het woonblok zijn vier jaar geleden bij een verbouwing brandmuren geplaatst. De aangrenzende woningen hebben door de blussing wel zware waterschade opgelopen. Over de oorzaak van de brand tast men volkomen in
het duister. Het gezin Navis is tegen brand verzekerd.

Timmerfabriek J.W.Kortschot

16 december 1966, Tubantia
Een felle brand heeft gisteravond een deel van het nog geen jaar oude bedrijfspand van de timmerfabriek J. W.Kortschot en Zn. op het industrieterrein in Winterswijk in de as gelegd. In de aangetaste ruimte, die een oppervlakte heeft van ongeveer 200 vierkante meter, bevonden zich een partij hout, die geheel in de vlammen opging en enkele machines die als verloren kunnen worden beschouwd. De schade, waartegen het bedrijf is verzekerd, zal vele duizenden guldens bedragen.

Ten Dolle ‘Den Harden’ Bataafseweg

25 oktober 1967, Tubantia
Invalide uit brandend huis gered
Bij een brand, die vanmorgen omstreeks half tien in haar kleine woning ontstond, is een bejaarde invalide vrouw op het nippertje aan de vlammen ontsnapt.
De brand ontstond op de vliering in het woninkje van het echtpaar J.H. ten Dolle, op het erf van de boerderij „Den Harden” aan de Bataafseweg te Winterswijk.
Op dat moment verbleef de 68-jarige echtgenote van de heer Ten Dolle in de woning. Op de boerderij, die bewoond wordt door haar zoon, was verder niemand thuis. De heer Ten Dolle bevond zich ergens achter de boerderij, vanwaar hij niet kon waarnemen wat er zich in het huisje af speelde.
De vrouw, die boven zich de vlammen hoorde knetteren, was niet bij machte zelf de woning te verlaten.
De brand werd ontdekt door de schoondochter, die naar het dorp was geweest en juist op tijd terug keerde om haar schoonmoeder uit de woning te helpen. De ijlings gealarmeerde brandweer was snel ter plaatse en slaagde erin het vuur spoedig te blussen. Omdat het vuur boven in het huisje woedde, kon een belangrijk deel van de inboedel worden gered. Als brandstof voor kookdoeleinden gebruikt het echtpaar butagas. Gelukkig stond de gasfles aan de buitenkant tegen het huisje, en kon deze bijtijds worden ontkoppeld en verwijderd. De oorzaak van de brand is tot nu toe onbekend.

De Strücker

06 januari 1968, Volkskrant
De houtwarenfabriek De Strücker, gelegen aan de Beusinkweg te Winterswijk, is vrijdagmorgen door brand vernield.
De schade aan gebouwen, machines en voorraad beloopt ongeveer twee ton. Naast twee eigenaren telde de fabriek vijf werknemers die waarschijnlijk bij de opbouw te werk gesteld kunnen worden.

Houthandel Nijenhuis – Kapper Vaartjes

13 januari 1968, Tubantia
De Winterswijkse brandweer moest gisteren tweemaal in actie komen, ’s Morgens rukte de brandweer uit om een brandje bij houthandel J. W.Nijenhuis aan de Kottenseweg te bestrijden, omstreeks het middaguur moest blussingswerk worden verricht achter de woning van kapper G. Vaartjes aan de Misterstraat.
In heide gevallen was de schade niet erg groot.
Bij houthandel Nijenhuis brak de brand uit in een loods. Het vuur was ontstaan door een oververhitte kachel in het schaftlokaal. Een deel
van het dak boven het schaftlokaal en een zoldertje werden door de
vlammen verteerd. Het snelle en effectieve optreden van de spuitgasten
voorkwam erger.
Omstreeks half een stegen boven de zaak van kapper Vaartjes stijve, vette rookwolken op en werd de atmosfeer in de omgeving doordrongen van de stank van brandend plastic. Het schuurtje achter, het huis stond; toen de brandweer arriveerde, al in lichter laaie. Men heeft niet kunnen verhinderen dat het gebouwtje inclusief de voorraad plastic namaakbloemen en decoratiemateriaal in vlammen is opgegaan. De oorzaak is nog niet gevonden. De eigenaar was verzekerd.

Cafe Kiekebosch-Konings

11 juli 1968, Ned.Dagblad
Dode bij brand
De 36-jarige J.Kiekebosch is bij een brand in zijn café op de Grote Markt in Winterswijk om het leven gekomen. Toen de brand gistermorgen om kwart over vier werd ontdekt, stond het café al in lichterlaaie. Mevrouw Kiekebosch en haar beide kinderen konden zich redden door op de eerste etage uit het raam te springen. Zij werden door politiemannen opgevangen.

10 juli 1968, Tubantia

Brand Bungalow Rommelgebergte Brammer

17 december 1968, Tubantia
Vakantie- bungalow afgebrand
Een van de ruim veertig zomerhuisjes in bungalowpark Het Rommelgebergte aan de Meenkertweg is vanmorgen met de gehele inboedel afgebrand. De schade bedraagt circa 20.000 gulden. De eigenaar van het vakantiecentrum, de heer L.C. Brammer, is tegen brand verzekerd. Toen de brand ontstond was er niemand in het huisje. Het vuur werd omstreeks negen uur veroorzaakt door een exploderende gasfles, die normaal wordt gebruikt voor het kooktoestel en de geyser. Binnen korte tijd stond het gebouwtje in lichterlaaie. De brandweer kon weinig uitrichten.
De bungalow, die bestond uit een grote woonkamer, een keuken, douche en drie slaapkamers, zou met Kerstmis wel gebruikt worden. Het afgebrande huisje was één van een serie die in het voorjaar door de heer Brammer in samenwerking met zijn zoons werden gebouwd.

Cafetaria Wentink Weurden

06 oktober 1969, Tubantia
Een hevig uitslaande brand heeft in de nacht van zaterdag op zondag de cafetaria van de heer B. Wentink aan Het Weurden in een zwarte ruïne herschapen. Een dochtertje van 15 maanden, dat, toen de brand uitbrak lag te slapen, kon uit de vuurzee worden gehaald.
Een kostganger, de 41-jari-ge J. ten Hagen werd eveneens in zijn slaap door het vuur overrompeld. Hij was door de vlammen ingesloten op de bovenverdieping en moest via de regenpijp aan de voorzijde naar beneden klimmen om het vege lijf te redden.
Brandweerdeskundigen uit Den Haag zullen vandaag een onderzoek instellen naar de oorzaak. In afwachting van hun komst heeft de politie het pand geruime tijd bewaakt.
Toen een bewoner uit de straat omstreeks half twee de brand ontdekte en groot alarm sloeg waren de eigenaar en zijn vrouw niet aanwezig. Zij zaten in een naburig café met de heer Kraus uit Winterswijk, die later op aanwijzingen van de cafetariahouder het kind redde toen het huis reeds als een fakkel brandde. .
Het vuur had zeer snel om zich heen gegrepen. Op het moment dat de politie en de brandweer arriveerden stond het gebouw reeds in lichterlaaie. Loeiend sloegen de vlammen naar buiten tot halverwege de straat.
De hitte was zo groot, dat aan de andere kant van de straat de winkelruiten van bakker Vrieze en groentehandelaar Wiggers sprongen. De brandweer, die het vuur zowel aan de voorkant als aan de achterzijde van het pand bestreed met diverse stralen kon weinig meer redden. De muren en het dak bleven op hun plaats, maar het gebouw brandde geheel uit. De brandweer maakte gebruik van de mobiele schuif ladder om de naastgelegen panden te beschermen. Men heeft echter niet kunnen voorkomen, dat bij slagerij Pecht op de hoek van Het Weurden en de Huininkmaatstraat de badkamer en een slaapkamer zijn uitgebrand. Verder leed de slagerij veel waterschade.
De koelcel raakte defect en de voorraad vlees werd bedorven.
Aan de andere kant kreeg de schoenenzaak van Kappers en de
daarboven gelegen woning eveneens geringe waterschade. Burgemeester J. B. Vlam is ter plaatse geweest om zich van de situatie op de hoogte te stellen.
De oorzaak van de brand is nog niet vastgesteld.
Het pand met de inboedel was eigendom van de heer Wentink, die tegen brand is verzekerd.
Omtrent de schade kon nog geen schatting gemaakt worden. Tegen
half vier kon het nablussen worden gestaakt.

Cafetaria Wentink
6 oktober 1969, Tubantia

Gietman Villa Willink Groenloseweg

29 december 1969, Tubantia
Een uitslaande brand heeft gistermorgen in Winterswijk het pand op de hoek van de Wilhelminastraat en de Groenloseweg verwoest. Bij deze brand werden de 71-jarige bewoner, de heer Gietman, en zijn 54-jarige echtgenote, gewond en in het r.-k. ziekenhuis in Winterswijk opgenomen. De oorzaak van de brand is onbekend.
De brand is ontstaan in de keuken van het huis en werd tegen half acht ontdekt door een gast van de heer des huizes, K, die in een vertrek naast de keuken sliep.
Deze werd wakker van het lawaai en dacht eerst dat er inbrekers waren. Hij sloeg onmiddellijk alarm. De zonen van de familie Gietman, die op de tweede verdieping sliepen konden zich on-middellijk redden.
De bejaarde hoofdbewoner zelf die eerst naar beneden liep om een kijkje te nemen en toen weer naar boven om zijn vrouw te halen lukte dit niet zo snel meer.
Man en vrouw sprongen uit een raam op de eerste verdieping.
Een zoon heeft de moeder, die daarbij inwendige kneuzingen kreeg op weten te vangen. Zij werd in het r.k. ziekenhuis opgenomen. De heer Gietman ging hierop weer het brandende huis binnen om via een tussendeur in de gang de bewoners van het belendende perceel te waarschuwen. Deze waren inmiddels al gealarmeerd. De heer Gietman werd even later bedwelmd aangetroffen in de gang van dit huis en ijlings naar buiten gebracht. Hij is met ademhalingsmoeilijkheden en rugklachten eveneens in het r.k. ziekenhuis opgenomen.
Het pand brandde geheel uit. In het aangrenzende perceel dat binnenshuis in verbinding stond met het brandende huis, was de rookontwikkeling aanzienlijk. Er ontstond echter geen brand en de brandweer, die met groot materieel was uitgerukt heeft dit huis kunnen behouden. De waterschade was echter groot. De brandweer is nog lang bezig geweest met de nablussing. Laat in de namiddag laaide het vuur zelfs weer even op en moest de brandweer wederom in actie komen.
Fonds
De panden zijn eigendom van de koninklijke Trico fabriek G. J. Willink NV en zijn verzekerd. De inboedel van de familie Gietman was echter onderverzekerd. Om de getroffen familie bij te staan is op initiatief van enkele buurt- en vroegere buurtbewoners een rekening geopend bij een bank in Winterswijk. Als beginsom is hierop reeds een aanzienlijk bedrag gestort met name door de vroegere buurman van de familie Gietman, de chirurg Brummel-kamp.

29 december 1969, Tubantia

Jaren ’70

Hotel Victoria

01 september 1972
Derde slachtoffer brand Winterswijk
De brand, die woensdagmorgen vroeg hotel Victoria in Winterswijk verwoestte, blijkt nog een derde slachtoffer te hebben geëist.
Het is de 30 jarige R. G. Eland uit Vlissingen, employé van een Duits bedrijf, dat op het moment in de buurt van Winterswijk een gasleidingnet aanlegt. De heer Eland, die in Victoria logeerde, werd ’s middags om 4 uur tussen het puin gevonden. Aanvankelijk dacht men dat het de 19-jarige Cor Jumelet was, de zoon van de exploitanten van hotel Victoria.
Het lichaam van Cor Jumelet werd echter pas in de nacht van woensdag op donderdag arm ge troffen.

Discobar Paddock Ouwersloot

03 januari 1973, Tubantia
Vannacht om omstreeks 3 uur is aan de Vredenseweg de discobar Paddock met de daarboven gelegen woning uitgebrand. De schade, die nog niet kon worden bepaald, is groot. Woning en winkel van de heer J. Jansen, naast het uitgebrande pand gelegen, liepen waterschade op.
De eigenaar van de bar, de heer L. Ouwersloot, ontdekte de brand tegen kwart voor drie. Hij was toen met een medewerker op de bovenverdieping, waar hij rook langs de buizen van de verwarming zag komen. Beneden ontdekte hij een kleine brand in een stelling aan de buitenmuur van de bar. Met een schuimblusapparaat slaagde hij er aanvankelijk in de vlammen te doven, maar de brand zette door toen het apparaat was leeggespoten. De
heer Ouwersloot werd later, toen de brand te hevig werd, door zijn assistent naar buiten gehaald. De brand trok direct daarna door de hele bar, die naar achteren is gebouwd. De brandweer pakte het vuur van verschillende kanten aan, maar toch begon ook de bovenwoning te branden. Met behulp van de ladderwagen werd deze uitbreiding van brand bestreden, waarbij niet kon worden voorkomen dat ook dit deel van het pand uitbrandde. De heer Ouwersloot heeft niets kunnen redden.

Erve Roerdink Woold

23 oktober 1974, Tubantia
Een felle brand heeft vanmorgen het kapitale scholtengoed Erve Roerdink in het Woold bij Winterswijk in de as gelegd. Een deel van de inboedel kon worden gered waaronder veel antiek. Een zware antieke kast ging evenwel verloren. Levende have is er niet verbrand. Wel ging onder meer een landbouwtrekker in de vlammen op. Het vuur is vermoedelijk in het achterhuis ontstaan, de oorzaak is nog niet bekend- De schade loopt in de tonnen.
De brand werd ontdekt door een voorbij komende jongen die op weg was naar zijn werk. De bewoner, de heer J. Huetink ,kwam juist beneden en zag het achterhuis vol rook staan. Even later sloegen de vlammen er al uit.

Brand Roerdink Woold
23-10-1974, Tubantia

W. J. Lith – Flat

17 januari 1978, Alg.Dagblad
In een flat in Winterswijk is gisterochtend een 31-jarige man bij brand om het leven gekomen.
Het slachtoffer, de alleenwonende W. J. Lith, moet volgens de politie zijn gestikt door de grote rookontwikkeling.
Aangenomen wordt dat de man met een brandende sigaret in slaap is gevallen.

Jaren ’80

Eucalypta

10 maart 1980, Telegraaf
In de nacht van zaterdag op zondag heeft een felle brand een groot deel van het sociaal-cultureel centrum Eucalypta in de as gelegd.
De schade wordt op enige tonnen geraamd.
Of er verband bestaat tussen de brand en een inbraak die een uur tevoren-in het gebouw is gepleegd, zal de recherche nader onderzoeken.

Capis Stationsemplacement

01 april 1981, Alg.Dagblad
Houtloods in de as
Vlakbij het station Winterswijk is gistermiddag een grote loods van een houtdrogerij door een uitslaande brand volledig vernield. De schade bedraagt naar schatting 2,5 miljoen gulden. Het vuur is waarschijnlijk tijdens laswerkzaamheden aan een schoorsteen ontstaan.
Eén van de twee daarbij gebruikte gasflessen ontplofte en kwam tussen het toegestroomde publiek terecht, maar raakte niemand.

Istvar Pados Alma 29

31 oktober 1981, Telegraaf
Vuur verrast opa op wc
De 70-jarige Hongaar Istvar Pados werd vrijdagmorgen vroeg op het toilet ontdekt in een woning aan de Alma 29, waarin brand had gewoed. Het vuur werd door de buurtbewoners ontdekt en door de brandweer snel gedoofd. Toen men het perceel controleerde, vond men het lichaam van de Hongaarse bewoner. Het vermoeden bestaat dat het slachtoffer op het toilet heeft gerookt en dat zijn kleren in brand zijn gevlogen.

Elferdink – Streek

31 juli 1982, Parool
Man gedood bij brand in veevoederbedrijf
De 37–jarige J. Elferdink uit Winterswijk is gisteren in een brandwondencentrum in Rotterdam overleden aan de verwondingen die hij enkele uren eerder had opgelopen bij een brand in het veevoederbedrijf waar hij werkte. Het bedrijf en een aangrenzend woonhuis gingen geheel in vlammen op. De schade bedraagt volgens de brandweer enkele miljoenen guldens. Over de oorzaak is nog niets bekend. Bij het bluswerk raakte een brandweerman gewond toen een ladderwagen omsloeg.

Babyhuis

17 januari 1984, NRC
Groothandel in de as. Een felle brand heeft een groothandel in baby-artikelen in Winterswijk in de as gelegd.

Tribune W.V.C.

22 oktober 1984, Telegraaf
De grote tribune van de Winterswijkse voetbalvereniging WVC met de daaronder gelegen kleedkamers, doucheruimten en opslagplaats, is zaterdagmorgenvroeg door brand totaal verloren gegaan. De schade wordt geraamd op tenminste enige tonnen. Er zijn sterke aanwijzingen dat de brand is aangestoken.

Verwoestend drankje

23 oktober 1987, Telegraaf
Om een kruidendrankje te brouwen had de 37-jarige Winterswijker E. een pannetje met olie en kruiden op een elektrisch plaatje gezet en was toen naar bed gegaan. Hij was echter vergeten de stroom uit te schakelen. Door oververhitting ontstond brand in de keuken. Het huis brandde totaal uit.

Sellink Isochemie

30 oktober 1987, NRC
Op het terrein van het bedrijf Sellink Isochemie in Winterswijk is vanochtend om half twaalf Brand uitgebroken waarbij chloorgas vrijkomt. De brandweer had om half één de brand „redelijk onder controle”, aldus een politiewoordvoerder. Sellink Isochemie maakt isolatiemateriaal.
Via de regionale radio is de bewoners van Winterswijk aangeraden de ramen en de deuren te sluiten. De kinderen werden uit de scholen gehaald. Het fabrieksterrein is niet in het centrum gesitueerd, maar gezien de windrichting werden toch voorzorgsmaatregelen genomen.
Slachtoffers waren er, voor zover omstreeks één uur bekend, niet gevallen

Jaren ’90

Brand Koffieshop

24 november 1992, Telegraaf
Arrestaties na brandstichting in koffieshop
Dinsdag
De politie van Winterswijk heeft gisterochtend drie mannen van 20 jaar aangehouden in verband met brandstichting even tevoren in een koffieshop aan de Misterweg.
Daarbij moesten drie bewoners van het pand worden geëvacueerd. Uit onderzoek bleek dat in de kelder brand was gesticht. De drie verdachten konden even later op het station worden aangehouden.
Het gaat om een Winterswijker en twee mannen zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Een van hen heeft inmiddels bekend dat het drietal had ingebroken in de koffieshop. Daarbij werd een nog onbekende hoeveelheid geld, goederen en hasj meegenomen. Omdat een van de mannen dienstplichtig militair is, is de Koninklijke Marechaussee ingeschakeld.

Islamitisch Centrum

05 mei 1993, Limb.Dagblad
Aangestoken brand verwoest islamitisch centrum
Het Islamitisch Centrum van Winterswijk is in de nacht van maandag op dinsdag als gevolg van brandstichting verwoest.
Het centrum was gevestigd in een voormalig schoolgebouw. Hoe groot de schade bedraagt is nog niet vastgesteld. In dezelfde nacht is geprobeerd een vrachtwagen in brand te steken.
Buurtbewoners zagen dat een spatlap vlam had gevat en doofden het vuur. Ook werd oud papier aangestoken, dat langs de straat was neergezet voor inzameling door verenigingen.
Twee weken geleden deden zich in Winterswijk ook drie brandstichtingen voor. Eén van de branden trof een modezaak, die voor bijna één miljoen gulden schade opliep.
De reeks brandstichtingen is voor de politie van Winterswijk aanleiding tot extra surveillance.

Lees verder

Tweede Gasthuisstraat

Heeft u foto’s van Tweede Gasthuisstraat voor de website, mail naar info@tenbergen.nl

1968

2e Gasthuisstraat  
   
1W.HermsenFabrieksarbeider
2W.A.WieskampTextielhandelaar
3A.Navischauffeur
4H.J.Rauwerdink 
5H.J.SchreursWever textielfabriek
6J.W.BollenFabrieksarbeider
7H.J.Pampiermole 
8A.A.EbbersConstructiebankwerker
8W.J.EbbersHoutbewerker
9B.L.van den BroekeFabrieksarbeider
10H.PampiermoleWever textielfabriek
11J.A.FiringSchilder
12F.A.HesselinkGemeentewegwerker
13J.W.HengeveldGemeentearbeider
14L.BeerninkLandbouwer
15W.V.LeemansFabrieksarbeider
16IJ.B.LensinkFabrieksarbeider
16A.J.te LindertHorlogemaker
17B.J.FrielinkChauffeur
18H.J.ReessinkHoutbewerker
19H.J.GotinkFabrieksarbeider
20H.J.HuisjesMeubelmaker
21J.W.tePas 
22A.PrinsenWegwerker NS
23E.A.B.DielenHuisschilder
25J.C.A.ZegelinkBankwerker
26J.B.PetersLos arbeider
27J.BerendsenSmid
27B.F.J.PiepersFabrieksarbeider
28J.H.HeuzinkveldHeftruckchauffeur
32A.Pieters 
36Mevr.K.G.Oberink, Geb. van Weerd 

Jaren ’20

8 juni 1926, Graafschapbode

Jaren ’40

15 oktober 1946, Graafschapbode

MOORD OP VISCHEDIJK

Ru Wever, 1994

Geweldsmisdrijven zijn in de annalen van de Winterswijkse politie niet erg talrijk. Het zal wel te maken hebben met de aard van de bevolking. Maar er is een incident, dat, hoewel het al een kleine halve eeuw oud is, nog steeds in veler geheugen voortleeft; de moord op Visschedijk. Een onopgeloste moord. De journalist Bill Bilderbeek schreef de volgende reconstructie aan de hand van het politiedossier P.V.1.752.31 terzake misdrijven tegen het leven gericht. Een verhaal vol drama, familievetes en onbeantwoord gebleven vragen; over tientallen verhoren, een reeks aanhoudingen, zelfs een halve bekentenis; over verlinking vanuit de cel en sterke aanwijzingen, zelfs van de paragnost Croiset. Maar uiteindelijk zonder dader voor de rechter.

DE MOORD OP VISCHEDIJK BLEEF EEN ONOPGELOST RAADSEL

Het was een stille herfstmorgen, die woensdag de 23ste oktober 1946. In de toch altijd al rustige 2e Gasthuisstraat leek alle leven uitgeblust. De vrouw van melkboer te Gussinklo slofte de hoek van de Leliestraat om, op weg naar Vischedijk, de oude, alleen wonende man op nummer 32, die zij af en toe een litertje melk bezorgde. Al op enige afstand zag zij de voordeur op een kier staan en dat verbaasde haar. Ze klopte aan en toen er geen reactie kwam deed ze de deur verder open en keek ze naar binnen. Citaat uit het proces-verbaal van de agenten J.F.Pouw en H.A.Tammer, d.d. 31 oktober 1946. “…..zag ik Vischedijk met een geheel bebloed hoofd, direct achter die deur languit in het portaaltje van zijn woning liggen. Hij lag met het hoofd in de richting van de voordeur en met zijn benen in de gang achter het portaaltje. Na dit gezien te hebben schrok ik erg en dacht ik, dat Vischedijk zich aan zichzelf had vergrepen. Ik liep direct weg om hulp te halen.” 
Ze alameerde meteen de naaste buren; metselaar Bloemers, de huisbaas van Vischedijk, stoelenmatter Gotink, stoker Van Doorn, schilder Oberink en Wevers, ook schilder. Oberink zag bij Vischedijk nog tekenen van leven, maar kreeg geen woord meer van hem. De politie werd gewaarschuwd, dokter Jagerink en natuurlijk de kinderen van Vischedijk; dochter Anna, de oudste, en de zoons Willem en FRans. Toen die in de 2e Gasthuisstraat verschenen was daar al een oploopje. De ziekenauto kwam aanrijden, en Vischedijk werd naar het r.k.ziekenhuis overgebracht.

De agenten Pouw en Tammer zagen al gauw dat er van zelfmoord geen sprake was. Vischedijk was op het hoofd geslagen met een fietspomp en wel zo hard dat die in onderdelen op de vloer verspreid lag. Woon- en slaapkamer waren overhoop gehaald, de inhoud van ladekasten lag her en der in het rond. In het portaaltje vonden zij vele bloedsporen. Zij vroegen de zwaar gewonde Vischedijk verscheidene malen: “Wie heeft dat gedaan?”, maar hij kreunde slechts, opende nog wel de ogen, maar antwoordde niet. Dat antwoord kwam ook niet meer – Vischedijk stierf ’s middags, omstreeks vijf uur, zonder nog tot bewustzijn te zijn gekomen; hij was 68 jaar.

DAG VAN ONDERTROUW

Het onderzoek ging over in handen van de rechercheurs Gerkes en Tangena. Zij stonden voor een kolossale taak. Er moesten vele betrokkenen worden gehoord, buren en familieleden en wie verder nog van belang zouden blijken te zijn.
In de eerste verhoren was er een facet, dat centraal kwam te staan. Buren wisten te vertellen, dat deze woensdag voor Vischedijl een feestdag had moeten worden. Hij zou namelijk in ondertrouw gaan met een aanzienlijk jongere vrouw uit de Eibergse buurtschap Hupsel. En de buren wisten ook, dat de kinderen van Vischedijk faliekant tegen die huwelijksplannen waren, evenals familieleden van de bruid in kwestie. Reden te over om ook deze vrouw eens aan een verhoor te onderwerpen. 
De 42-jarige Johanna Kl.G.bleek Vischedijk een week of zes te kennen en bevestigde dat er trouwplannen waren; zij hadden zich op 13 oktober verloofd. Afgelopen zondag hadden zij de laatste voorbereidingen getroffen, sindsdien had zij Vischedijk niet weer gezien. Johanna woonde met twee broers op de boerderij en deed de huishouding.
Beide broers wilden van geen trouwplannen weten, vooral de jongste, Jan, was er fel tegen. Zij vonden, dat Johanna nog best een jongere partner kon vinden. Toen zij er haar bevreemding over uitsprak, dat Vischedijk woensdag niet was komen opdagen, voor de ondertrouw in Eibergen, vertelden de twee Winterswijkse politiemannen haar wat Vischedijk was overkomen. De 33-jarige grondwerker Jan Kl.G. zei, dat de hele familie tegen de trouwplannen van Johanna was en dat zelfs de pastoor was ingeschakeld om haar tot andere gedachten te brengen. Gevraagd waar hij dinsdagavond en- nacht was geweest, zei hij de avond bij de buren te zijn geweest en de hele nacht thuis te hebben geslapen. De buren bevestigden zijn verklaring.

De rechercheurs namen enkele kledingstukken, die hij de bewuste avond had gedragen, mee, voor onderzoek op bloedsporen. De rechercheurs volgden het spoor dat in de richting Eibergen wees. Buurman Bloemers had namelijk meegedeeld dat, op de zondagmiddag voor de moord een hem onbekende man naar Vischedijk had gevraagd. Die was toen niet thuis en de man in kwestie had willen weten wie die Vischedijk eigenlijk was, wat hij voor de kost deed en of Bloemers hem niet even toegang tot de woning wilde verlenen. Hij zijn een neef van Vischedijks verloofde te zijn en, net als andere familieleden, niets in het huwelijk te zien. Bloemers had hem niet in Vischedijks woning gealten, had nog wel een tijdje met hem gepraat, maar daarna was de man weggefietst.
De man in kwestie was vrij snel gevonden; de 30-jarige landbouwer J.W.P.in Eibergen, inderdaad een neef van Johanna Kl.G. Hij bevestigde bij verhoor het verhaal van Bloemers en had een alibi voor dinsdagavond de 22ste oktober tot ongeveer half elf, het tijdstip waarop hij naar bed ging. Zowel deze P. als Jan Kl.G. zaten een paar dagen in Winterswijk in voorarrest, maar werden, nadat hun verklaringen waren onderzocht, dinsdag 5 november op vrije voeten gesteld. Het Eibergse spoor, berustend op een denkbaar motief, bleek dood te lopen.

FAMILIEVETES

Inmiddels hadden de verhoren van de naaste familieleden van Vischedijk ook heel wat mogelijke motieven opgeleverd. De verhoudingen bleken namelijk in de familiekring allesbehalve vredig te zijn. Zoon Frans, 34 jaar, wever van beroep, toen werkzaam als militair bewaker in een kamp voor politiekgedetineerden in Ampsen, had geruime tijd bij zijn vader ingewoond. Hij had weet van de minder goede verstandhouding tussen broer Willem en zijn vader, de laatste tijd nog verslechterd door diens trouwplannen. Citaat uit het proces-verbaal: “Mijn vader vroeg mij nog of ik bij zijn huwelijk getuige wilde zijn. Ik zei hem dat ik dit niet wenste te zijn, waarover hij zich nogal ergerde. Hij zeide onder andere, dat hij mijn broer ook hetzelfde al gevraagd had en dat die ook had geweigerd, zodat hij dan wildvreemden moest vragen om te getuigen.” 
De zondag voor de moord had hij voor het laatst thuis geslapen. Toen had een vrouwelijke kennis zijn vader geholpen met het plaatsen van een tweepersoonsledikant. Bij die gelegenheid had Frans gezegd dat hij, als vader zijn trouwplannen zou doorzetten, niet meer thuis zou overnachten. Op de dag van de moord had Frans dienst gedaan in Ampsen, wat gemakkelijk was te verifieren. Volgens Frans was de verhouding tussen zijn broer Willem en vader helemaal niet goed, maar nog slechter was die met schoonzoon Johan, getrouwd met zuster Anna. De laatste paar jaar was het (citaat uit het P.V.)” een keer of drie voorgekomen dat zijn vader en Johan ter M.in mijn bijzijn een dreigende houding tegenover elkaar aannamen.” Vader was van meet af tegen dat huwelijk geweest. Of hij een spaarpot of bankrekening had wist Frans niet, wel dat zijn vader erg zuinig was. Zoon Willen, 37 jaar, schilder, maar tijdelijk bewaker in kamp Vosseveld, ontkende ten stelligste iets met de gewelddadige dood van zijn vader te maken te hebben. Hij gaf wel toe sterk tegen het hertrouwen van hem te zijn geweest en dat de verhouding tot zijn vader zeer gespannen was; diens karakter omschreef hij als wonderlijk en nogal wispelturig. Een week tevoren had hij hem “het huis ontzegd” en daarna had hij hem niet weer gesproken. De bewuste dinsdagavond was hij al om negen uur naar bed gegaan en die nacht had hij het huis niet meer verlaten. Verdenking uitte Willem jegens zijn zwager Johan, “een driftig persoon” die een nog slechtere verhouding met vader had; die was van meet af gekant geweest tegen het huwelijk met Anna. Willem had zijn vader nogal kwalijk genomen, dat hij de laatste tijd omgang had met vrouwen van gedetineerde NSB-ers. Ook zinde het hem niet, dat hij huwelijksadvertenties plaatste en dat hij de brieven die daarop kwamen door de buren liet voorlezen.

AANHOUDING

Johan ter M. werd vrijdag de 25e oktober aangehouden en voorgeleid en meteen aan een langdurig verhoor onderworpen. Hij bevestigde, dat er door zijn huwelijk met Anna een slechte verhouding tot zijn schoonvader bestond, wiens karakter hij omschreef als “lastig, driftig en opvliegend”. Die dinsdag was hij ’s middags met een broer naar Aalten gefietst voor familiebezoek, tegen negen uur thuisgekomen en om kwart over tien naar bed gegaan (zijn vrouw sliep toen al); ’s nachts had hij het huis niet verlaten. Gevraagd waarom een flanellen broek, die hij die dinsdag zou hebben gedragen, ’s woensdags met spoed door zijn vrouw gewassen moest worden (dus na het ontdekken van de moord), zei ter M.dat hij zijn vrouw dat al eerder had gevraagd; die broek zat namelijk onder de vlekken. De verbalisanten wezen Ter M. erop, dat in het Rijks-laboratorium was vastgesteld, dat daar ook bloedvlekken bij waren. Daarvoor had hij een verrassende verklaring.

Citaat uit het P.V.:” Voor enige weken heb ik namelijk een gedeelte van een varken (2 zijden spek) tussen mijn kleren van Aalten naar Winterswijk vervoerd. Dat spek was afkomstig van een clandestiene slachting. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat daarvan bloedsporen op mijn kleren zijn achtergebleven.” Hoewel Ter M. pertinent bij zijn ontkenning bleef werd hij ’s zaterdags in verzekering gesteld; ’s maandags werd de detentie met wtee dagen verlengd. Woensdag werd hij in Zutphen voorgeleid, maar meteen weer naar Winterswijk teruggebracht. Zijn detentie duurde tot maandag 4 november; toen moest hij bij gebrek aan bewijs worden vrijgelaten. Een dag later gebeurde dat ook met de Eibergenaren P.en Kl.G., die kort in voorarrest hadden gezeten en wier alibi bleek te kloppen.

Dezelfde week nog was er een nieuwe verdachte. Winterswijkers meldden namelijk de politie dat zijn Vischedijk de dinsdagavond voor de moord in Groenlo op de Markt hadden zien praten met de Winterswijkse scharenslijper G., een kennis van hem. Deze werd aangehouden, maar bleek zich van die ontmoeting niet veel te herinneren. Citaat uit het P.V.: ” De mogelijkheid is namelijk niet geheel uitgesloten dat ik op dat moment in staat van dronkenschap verkeerd.” Toen het door de 65-jarige G. opgegeven alibi bleek te kloppen werd hij een paar dagen later eveneens in vrijheid gesteld. het onderzoek zat vast als een muur. Gerkes en Tangena hadden de tijd om alles nog eens op een rijtje (en op papier) te zetten. Op 8 december 1946 sloten zij hun proces-verbaal af. Drie dagen later werd de verzegelde woning van Vischedijk door officier van justitie mr.Stam vrijgegeven.

NIEUW DWAALSPOOR

Ruim een maand later ging het dossier weer open. Er was een nieuwe verdachte, althans…..Een telefoontje met de politie in Oldenzaal meldde, dat daar was aangehouden de 38-jarige varensgezel H.S.uit Enschede, die maar liefst achttien fietsendiefstaalen had bekend en die ook in Winterswijk had rondgezworven. Rechercheur Vaags nam hem in het huis van bewaring in Almelo een langdurig verhoor af. Daarin bleek plotseling S.niet alleen van de zaak-Vischedijk af te weten maar er ook, naar zijn zeggen, op een of andere manier direct bij betrokken geweest. Eind oktober 1946 zou hij namelijk met twee andere zwervers ook in de Achterhoek rond gestruind hebben; hier en daar een fietsje gepikt en verhandeld, koffie gesmokkeld e.d.De ene was een zekere A.B., de andere werd Evert genoemd; beiden kende hij niet. In Winterswijk zouden B. en Evert iets bij Vischedijk hebben willen opknappen en, nadat ze zich wat moed hadden ingedronken, zou dat in de nacht van 22 op 23 oktober ook zijn gebeurd. De twee zouden bij Vischedijk zijn binnengedrongen, terwijl S. bij de fietsen op wacht had gestaan. Heel gedetailleerd vertelde S.aan Vaags, dat hij daarna alleen verder was gegaan, waar hij in het hooi had overnacht, dat hij daar een lege (whisky) fles had achtergelaten, dat hij B. daarna nog enkele keren had ontmoet, dat hij helemaal niet wist  dat Vischedijk vermoord was en dat daarover met B. ook niet was gesproken. S. werd voor verder onderzoek meegenomen naar Winterswijk. Hij wees er de schuur aan, waar hij de bewuste nacht zou hebben geslapen; een lege fles werd niet gevonden. De eerste twijfel over de geloofwaardigheid van S. rees toen hij uit vijf hem voorgelegde foto’s niet die van A.B.aanwees.

Een paar dagen later ging heel het fantasieverhaal van S. in rook op. De directeur van de psychopateninrichting in Avereest deelde twee ingeschakelde rijksrechercheurs mee, dat S. de bewuste oktobernacht helemaal niet in Winterswijk geweest kon zijn, om de eenvoudige reden dat hij toen in Avereest verbleef. De directeur verklaarde (citaat uit het P.V.):”S.is een zeer typisch hysterisch psychopaat. Hij fantaseert, wil gewichtig doen en wil gaarne op transport worden gesteld, teneinde de gelegenheid te krijgen om te ontvluchten.” S. gaf daarop heel laconiek toe, dat het hele verhaal verzonnen was. Op 30 januari werd hij teruggebracht naar zijn cel in Almelo. Inmiddels was de opsporing in gang gezet naar de door S. genoemde A.B., die hij overigens uit Avereest kende en die bij justitie als crimineel bekend stond. B., afkomstig uit Apeldoorn maar meestal zwervend (als hij niet vast zat), bleek namelijk familie in Winterswijk te hebben en er goed bekend te zijn. Op 17 november werd de 36-jarige Arie B. in het Franse Rijssel aangehouden en in Utrecht opgesloten.

Daar werd hij op 12 december door rechercheur Vaags verhoord. Hij beweerde met zijn getrouwde neef Bennie Z. bij Vischedijk te zijn geweest, omdat hij nog geld van hem tegoed had. In de nacht van de moord zei B. te hebben geslapen  in het logement van Tante Dien aan de Kromme Rijn in Utrecht. Wat er waas was van die verklaring bleef dubieus: Bennie Z. ontkende met Arie B. bij Vischedijk te zijn geweest en in het register van Tante Dien stond Arie B. niet genoteerd op 22 en/of 23 oktober 1946.

Op 11 februari 1948 werd Arie B. van Utrecht naar Winterswijk overgebracht om daar nog eens aan de tand te worden gevoeld. Nieuwe gezichtspunten leverde dat niet op. In zijn (aanvullend) proces-verbaal van 25 februari 1948 concludeerde Vaags (citaat):”….hoewel het bewijs niet geleverd kan worden dat Arie B. op 22 oktober 1946 in Winterswijk is geweest of iets met de moordzaak-Vischedijk heeft uit te staan, blijkt toch wel heel duidelijk dat hetgeen door Arie B. en Bennie Z. is verklaard, geen grond van waarheid bevat.”
Arie B. kwam op vrije voeten, maar niet lang. Eind juni 1948 zat hij al weer in het huis van bewaring in Zutphen, verdacht van een nieuwe reeks diefstallen. Hij zou ook de hand hebben gehad in de heling van een horloge, dat Vischedijk zou hebben toebehoord, maar ook dat onderzoek leverde niets positiefs op. Vier jaar later dook de naam van Arie B. andermaal op in het justitiele archief. Een medegevangene tipte de officier van justitie in Zutphen, dat B. tegenover hem en andere gedetineerden bekend zou hebben, dat hij Vischedijk had vermoord. B.lachte erom en ook de officier zag het meer als een “gewichtdoenerij”, hij had zoiets van B. al vaker gehoord.

VINDPLAATSEN

Begin december 1949 liet S. weer van zich horen. Hij was weer eens gedetineerd, nu in Nijmegen. Daar “bekende” hij, na de moord op Vischedijk, in de buurt van Grave een kistje met aldaar buitgemaakte voorwerpen plus twee bankbiljetten van f 1000,- (dit was de buit van een inbraak in Doetinchem) te hebben begraven. Een paar dagen later mocht hij met een rechercheur de plek aanwijzen en toen dat niet lukte bekende hij, dat ook dat weer was gefantaseerd. Nog eenmaal kreeg hij de kans dat kunstje te vertonen. Een paar dagen later wilde hij, “nu echt”, de plek aanwijzen, namelijk ergens op het strand bij Zierikzee. Het werd hetzelfde liedje – na het uitstapje bekende S. andermaal alles te hebben gefantaseerd. In de zaak Vischedijk was zijn rok uitgespeeld. Het laatste proces-verbaal in het dossier- Vischedijk is gedateerd op 28 juli 1952, opgemaakt door brigadier-rechercheur H.W.Stemderink. Het gaf het verhoor weer van de gevangene, tegenover wie Arie B. te kennen had gegeven, dat hij de moord op Vischedijk zou hebben gepleegd. De “zaak-Vischedijk” was daarmee definitief gesloten. In de annalen van de Winterswijkse politie liet ze een witte vlek achter. En een gevoel van onvrede.

Ru Wewer

Jaren ’30

03 FEBRUARI 1939

Koopt mooie MEUBELEN voor weinig geld, bij Meubelmagazijn
JOH..SCHREURS 2e Gasthuisstraat
Eiken Dressoirs f 18.—
Divans f 12.
Slaapkamer-ameublement met 3- deurs kast, slechts f 68— enz.
Beleefd aanbevelend.

Lees verder

Kamp Wenters Vlieland

Idee

Idee vakantie’s voor scholieren is van Wim van Laar .
De eerste schoolvakantie’s in 1946 was een succes voor school O (Vragender) en School N (Dottekro)
Besloten werd kampen voor meerdere scholen te organiseren.
In 1947 in Denekamp een proefkamp en wederom geslaagd.
In 1946 maakte men al uit Ameland en Denekamp de keus voor Ameland.
De pioniers in 1946 waren:
Jo van Laar, Mien Beverwijk, Pim Molsbergen, Riek Beverwijk, Bertha Schutte, Annie Nieuwenhuis, Corrie de Blaauw, Annie van der Meer, Wim van Laar en Jeanne de Graaf.
30 Mei 1947 meldt de Nieuwe Winterwijkse Courant:
‘Een groots opgezet kampeerplan met als leus:
‘EEN WEEK KAMP-EN ZEEVREUGD’
Voor alle kinderen, zowel van de buurten als uit het dorp.
Voorbereidingen in volle gang, maar in 1947 niet niet mogelijk.

De begroting voor 1948 is f 16.000,

Fabrieken en bedrijven: f 3000,
Aandelen f 5000,
Collecte Winterswijk f 3500,
Sparende kinderen f 3000,-
Bedrag bleek toereikend.

In 1948 vertrok de bus vanaf garage Walhof aan de schoolstraat naar Ameland

Deelnemende scholen:
Dorpsscholen C,M,N,en O , buurtscholen Brinkheurne, Corle, Huppel, Miste en Ratum en de Jan Ligthartschool voor VLGO.

2 juni 1948 vertrokken Wim van Laar en Dick Veenhuis naar Ameland voor de opbouw.
7 juni 1948: Eerste scholen gearriveerd: School N en O
Leiding:
Wim van Laar, Dick Veenhuis, Baretta, te Strake en Mevr.v.d.Meer-Harwig.
‘Kook-tante’s’: Dames Kolkman en Kolthof.
Menu: stamppot van kool, witte bonen en uitgebakken spek.

Wethouder L.C.ter Haar-van Schothorst in blad ‘School en Huis’ 10 juli 1948:
‘Ik heb een blij en enthousiast gevoel. En als ik nu naga wat de oorzaak van die gevoelens is, dan moet ik zeggen dat ik vol lof en eerbied ben voor de keurige organisatie. Dit was af, dat klopte, hier was overal aan gedacht!
Tevens kan ik degenen die niet wisten hoeveel kinderen er ziek terug zouden komen, zeggen: Er is niemand ziek teruggekomen. Integendeel, de kinderen zijn in belangrijk betere conditie teruggekomen. Dit is een stuk sociaal werk dat respect afdwingt. Daarom als wethouder en als moeder een woord van hartelijke dank aan de initiatiefnemers en organisatoren van dit kamp, aan de kampmoeders (kooksters) voor de uitnemende verzorging, aan het onderwijzend personeel voor de leiding, aan de chauffeur die de kinderen veilig heen- en terugbracht.’

Eerste week ‘menu’ 1948: 52 kinderen:

-360 broden van 8 ons
-41 pond boter
-32 pond spek
-20 pond kaas
-20 pond vlees
-300 ltr.melk
-280 kilo aardappelen
-60 kilo spitskool
-40 kilo andijvie
-50 kroppen sla
-30 pond peulvruchten
-150 eieren
-30 pond suiker

Tweede groep betrof school M en school Huppel
Leiding: Mevr.Jeanne de Graaf, Mevr.Boesveld, Dhr.Wilterdink, Dhr.Lubberdink
Derde groep: Jan Ligthartschool
Leiding: Mevr.Verhoef, Mevr.Molsbergen, Dhr.Nuys, Sieders,de Goede en Wilterdink.
Vierde groep: School C, Brinkheurne en Miste
Vijfde groep: Corle en Ratum

Na de laatste groep komen er nog ULO-leerlingen, welke later samen met Daaf Broekhuizen, Wim van Laar, Dick Veenhuis het kamp afbreken.

Het aantal tenten gemaakt door de firma Albion Sport in Rotterdam, met canvas zeildoeken van de firma Meyerink uit Winterswijk bedroeg:
6 kindertenten
2 bagage-tenten
2 leiders-tenten
1 keukentent
1 kantoortent

Wordt vervolgd


‘Kooktante’s’
Zus Engeland en Jo Stemerdink
Lees verder

H.A.Stroes

 Herman August Stroes

  • Geboren   30 december 1899 – Winterswijk
  • Overleden   9 januari 1963, leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud
  • Begraven   14 januari 1963 – Winterswijk
  • Kleermaker, manufacturier
  • Graf id-nummer:543768 Begraafplaatsnr.:1311
  • Zwager van Adriaan Kappers

Gehuwd   29 juli 1926, Winterswijk, met Geertruida Elisabeth Kappers, geboren   14 mei 1901 – Winterswijk, overleden   12 augustus 1981 leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud , begraven   15 augustus 1981 – Winterswijk

Werkzaam voor ‘verzetsgroep’ Mevr. Kuipers-Rietberg.
Commandant van de O.D.

Gearresteerd 27 april 1943
28 april 1943 transport Den Haag
Verzet O.D.
gevangen in Oranjehotel van 28-04-1943 tot 10-11-1943, werd toen vrijgelaten

Boek Dr. Bos, blz.242

Boek: ‘Er was zoveel werk nog te doen, Eppo Kuipers, blz.44,45

Lees verder

Herman Jan Hemink

Herman Jan Hemink
Geboren: 03-06-1913
Overleden: 27-05-1989
Boerderij Laarberg Corle
Echtgenote: Hillegonda Catharina Teekman 30-05-1919 – 24-07-2011

Werkzaam voor ‘verzetsgroep’ Mevr. Kuipers-Rietberg.
Verzorgen onderduikers, bonkaarten, joden en contact K.P.

Boek: ‘Er was zoveel werk nog te doen’, Eppo Kuipers, blz.34,44,45

Lees verder

Barend Willem Kruisselbrink

Geboren: 13-09-1909 Winterswijk
Overleden: 03-04-1979 Smithers Canada
Echtgenote: Hilligje (Hilda) Visserman
Geboren: 15-12-1908 Kampen
Overleden: 25-12-1994
onderwijzeres Emmaschool
Getrouwd:14-03-1940 Winterswijk
Woonadres: Boerderij ‘Buskers’
VERZETS HERDENKINGSKRUIS

Werkzaam voor ‘verzetsgroep’ Mevr. Kuipers-Rietberg.
Verzorgen onderduikers, bonkaarten, joden en contact K.P.
Onderduikers: o.a. Sally Son en Zwagerman

Brinkheurne

KINDEREN : 7 (6 geboren in Winterswijk)
w.o.
Harry Kruissebrink 13-03-1941 Winterswijk – 02-05-2022
Shaunce 01-09-1949 Winterswijk – 23-08-2024

Geëmigreerd naar Canada 1951

Postuum Verzetsherdenkingskruis 28 oktober 1983

Boek: ‘Er was zoveel werk nog te doen, Eppo Kuipers, blz.44,45

Lees verder