oudwwijk
Digitaal erfgoed

Kranten 1944

Nieuwe Winterswijkse Courant mocht in deze periode niet verschijnen

Dr.Bos naar Oostfront

VRIJDAG 21 JANUARI 1944, Winterswijkse Courant

Dr.Bos, onze burgemeester naar het Oostfront
Onze burgemeester, Dr.Bos, heeft als zoodanig verlof gevraagd, om zich als Paardenarts te melden bij den Waffen-SS, ter inzet aan het Oostfront bij den strijd tegen het Bolsjewisme, hetwelk Europa en dus ook ons land bedreigt. 

Afscheid H.Feberwee

VRIJDAG 13 MAART 1944, Winterswijkse Courant

HET AFSCHEID VAN DE CHEF WINTERSWIJKS POLITIECORPS KAPITEIN H.FEBERWEE

Voor den Kapitein van Politie H.FEBERWEE  was het Donderdagmiddag ongetwijfeld een moeilijk oogenblik. Na een bijna 20-jarigen diensttijd nam hij wegens zijn benoeming te Almelo afscheid van zijn taak te Winterswijk, die hij met zooveel beroepsliefde en plichtsbetrachting vervuld had.
De plechtigheid vond plaats in de Raadszaal, in tegenwoordigheid van Burgemeester en Wethouders, Gemeentesecretaris, zijn echtgenoote, zijn zoon, het volledige Politiecorps met zijn nieuwen Chef Opperluitemant J.F.Velle en vertegenwoordigers van de verschillende takken van Gemeentedienst. De heer Schilderman had wegens uitstedigheid bericht van verhindering gezonden.

Allereerst sprak Burgemeester Dr.BOS een afscheidswoord. Hij was van oordeel dat de bereikte resultaten bepalen of een ambtenaar zijn taak in dienst der gemeenschap naar behooren heeft vervuld. Toen U te Winterswijk in dienst trad, aldus de Burgemeester trof U daar een goed Politiepersoneel aan. In den loop der jaren is dit evenwel sterk uitgebreid en omgebouwd.
Uw taak werd daardoor veel zwaarder. Maar wijl U zich steeds door en door in een verandering inwerkte en Uw volle persoonlijkheid en werkkkracht inzette, is U de Commandant van Politie gebleven. De ondergrond bij Uw arbeid als Politieman was steeds de menschen te behoeden voor erger en dat is U steeds gelukt.

Het aantal arrestaties in deze gemeente is daarom beperkt gebleven tot een minimum en gelukkig is hier nog nimmer een doodvonnis geveld. U zorgde voor de burgerij, maar ook voor de leden van het corps. Steeds sprong U voor hen in de bres, als U meende, dat een lid te kort gedaan werd. Daarom zult U bij hen in een aangename herinnering blijven. Ook ik heb aan U een groote steun mogen hebben. Altijd stond U naast en achter mij. Aan de aangename samenwerking zal voor mij een prettige herinnering verbonden blijven. Ik hoop, dat U in Uw nieuwe standplaats met hetzelfde vuur en enthousiasme uw taak zult waarnemen. Als blijk mijner erkentelijkheid, bied ik U dit boekwerk aan en hoop van harte dat ’t U goed gaat.

De Opperluitenant Velle, ofschoon nog maar kort met den scheidenden Kapitein samengewerkt hebbende, had hem toch leeren kennen als een humaan chef en goed kameraad. In uw nieuwe standplaats zult U, aldus de heer Velle op moeilijkheden stuiten, maar U zult ze overwinnen. Voor de politie en de bevolking is Uw heengaan een gemis. Ik zal mijn best doen in Uw voetstappen te treden.

Namens de Agenten zeide de heer Bombergen het volgende:
Geachte Kapitein, Daar U op het punt staat onze gemeente te verlaten, wil ik mede namens het Corps eenige woorden ten afscheid toespreken. In de jaren, die U hier als Hoofd van het Politiecorps hebt doorgebracht, hebben wij U als een humaan mensch leeren kennen. Altijd was het wel geen zonneschijn, ook dreven er wel eens donkere buien over, maar toch kwam de zaak steeds weer in orde door Uw tactvol optreden. Uit erkentelijkheid bied ik U namens het Politiecorps een cadeau aan, hopend, dat het naar genoegen mag zijn en dat het Winterswijksche Politiecorps steeds in Uw herinnering moge blijven.
Kapitein, het ga U goed.

Dr.Tervoert sprak als volgt:
Kapitein Feberwee, De Hoofden van Dienst willen van deze door den Burgemeester geboden gelegenheid gebruik maken een enkel woord tot U te zeggen.
Bijna 19 jaren bent U in deze gemeente als korpschef opgetreden. Daar de Politie uit haar aard een min of meer afzonderlijke taak verricht, was het contact met ons minder nauw dan dat, hetwelk tusschen verschillende andere Hoofden van Dienst bestaat.
Om die reden moeten wij er ons van onthouden, een oordeel uit te spreken over de vervulling van Uw taak, dat toch ligt geheel op den weg van den Burgemeester en is door dezen ook al gedaan.
Wij volstaan er daarom mede U te feliciteeren met de overplaatsing naar Almelo – die ongetwijfeld als een bevordering moet worden gezien – en U en Uw gezin bij Uw vertrek daar heen alle goeds toe te wenschen

Brand Bioscoop

VRIJDAG 24 MAART 1944, Winterswijkse Courant

DIEFSTAL MET BRANDSTICHTING

Dinsdagavond j.l. werd in het Bioscoop theater Luxor een uitslaande brand geconstateerd. Politie en brandweer waren direct ter plaatse, zoodat het mocht gelukken den brand in den aanvang te blusschen.
De politie stelde begrijpelijk een voorlopig onderzoek in naar de vermoedelijke oorzaak, waarbij haar bleek dat uit de cabine eenige electrische apparaten waren ontvreemd. Daaruit kon zij terecht concluderen, dat er een misdrijf in het spel was.
Een verder onderzoek bracht aan het licht, dat de dader(s) zich door braak toegang tot de cabine had(den) verschaft en men getracht had door het stichten van brand het misdrijf diefstal te verdoezelen.

In verband met dit feit werd aangehouden W.J.K. alhier. Na verhoor heeft deze het hem ten laste gelegde misdrijf toegegeven. Bij dit verhoor bleek tevens dat deze K. ook verschillende electrische apparaten door diefstal met braak had ontvreemd bij den radiohandelaar W. alhier.
Alle gestolen voorwerpen, ook die uit de bioscoop konden door de politie in beslag worden genomen.
De personen die deze gestolen voorwerpen hadden verborgen en daartoe hun medewerking hadden verleend, t.w. H.A.S. en J.W.B., beiden alhier, zijn eveneens gearresteerd en evenals K. ten Politiebureele Winterswijk ingesloten.
Het is de politie mogen gelukken binnen 24 uur deze zaak tot klaarheid te brengen . Een woord van waardering voor deze beloonde activiteit is hier wel op zijn plaats

Politie beledigd

Vrijdag 31 maart 1944, Winterswijkse Courant.
Mej.W.J.W.te Winterswijk had aldaar tijdens haar verblijf op het politiebureau den Kapitein van Politie H.Feberwee beledigd.
Thans moest zij voor den Zutphenschen Politierechter verschijnen, waar bleek, dat de juffrouw niet al te gunstig bekend staat.
Zij had echter den volgenden dag haar excuses aangeboden, in verband waarmede de Officier genoegen nam met een eisch van f 20,-.
De Rechter bepaalde de boete op f 15,- subs.10 dagen hechtenis.

Max Blokzijl spreekt de jeugd

Max Blokzijl spreekt voor de jeugd

VRIJDAG 12 MEI 1944, Winterswijkse courant

Dinsdagavond sprak in Societeit “De Eendracht” Max Blokzijl voor de Winterswijksche jeugd. De zaal was geheel bezet. Waar zooveel jonge menschen bij elkaar zijn, heerscht uit den aard der zaak een gezellige sfeer, die nog werd verhoogd door aangename zang en muziek van de Stormsters van den Jeugdstorm en de accordeonclub van deze organisatie. Ook de mannen van den Arbeidsdienst en de Brandweerpolitie droegen met hun zang daartoe een steentje bij, evenals gemeenschappelijke zang van Mijn Nederland en Holland. 
Nadat Hopman Post van den Jeugdstorm allen had verwelkomd in ’t bijzonder wel Max Blokzijl, begon deze te vertellen, dat hij niet gekomen was om een gewichtig betoog te houden, maar dat hij ’t  van grooter belang achtte, dat de jonge menschen hun hart maar eens luchtten, voor den dag kwamen met vragen, waarvoor zij geen oplossing weten. 
Het is toch van het grootste belang, dat de jeugd goed onderlegd wordt. Zij moet immers straks den staat overnemen, leiding geven aan het Nederlandsche volk en daarvoor moet zij dus van meet af vast in haar schoenen staan.
De ouderen met de heerschende nieuwe gedachte bezielen gaat moeilijk. Zij zitten te vast aan vroegere begrippen, die men maar niet plots van zich kan afschudden. De jeugd daarentegen zit niet vast aan oudere begrippen; zij wil zelf zien, wat een bewijs is van moed en vetrouwen in de toekomst. Hij riep de jonge menschen daarom met klem aan alles te vragen wat hun op het hart lag. Onbevangen en eerlijk zou hij antwoorden. 

Daarna kwamen de tongen los. Verschillende vragen van meer en mindere beteekenis werden gesteld.
Zoo werd op een vraag betreffende onderduikers medegedeeld dat voor hen, die om politieke redenen waren ondergedoken en langzamerhand hebben ingezien, dat zij verkeerd deden, nog de mogelijkheid bestaat zich te melden, om te werk gesteld te worden. Zij zullen geen straf krijgen. Evenwel duurt deze mogelijkheid van straffeloosheid nog maar heel kort. Zij dienen zich dus te haasten. Reeds hebben zich meer dan 10.000 onderduikers gemeld. 

Op een vraag, hoe de houding moet zijn van een jongen of meisje, die graag bij den Jeugdstorm willen, terwijl de ouders er tegen gekant zijn, werd geantwoord, dat deze daarover zelf moeten oordeelen. Zeker, de N.S.B. leert eerbied en ontzag ook voor de ouders, maar zwaarder weegt ‘t, dat het vaderland de jeugd noodig heeft voor het stichten van een gelukkige volksgemeenschap. Er staat geschreven: eert uw vader en moeder, maar dan moeten deze ook zorgen, dat ze vereerenswaardig zijn. 

Op de vraag wat er na den oorlog met Indie zal gebeuren, werd geantwoord: Wint Engeland den oorlog, dan zal het communisme overheerschen en daar dit steeds de stelling heeft verkondigd: Indie los van nederland, zal dit zich er niet tegen verzetten, dat Amerika Indie inpalmt. 
Wint Duitschland den oorlog, dan zou Adolf Hitler Japan kunnen vragen Indie aan Nederland terug te geven, als hij ten minste kan zeggen, dat Nederland een voornaam aandeel heeft gehad in de vorming van het Nieuwe Europa.

Nog vele vragen meer werden gesteld, deze waren de belangrijkste. 
Nadat de muziek zich nog eens had laten horen, werd de bijeenkomst op de gebruikelijke wijze gesloten.

VROUW VERMOORD TE WINTERSWIJK

ZATERDAG 24 JUNI 1944, Winterswijkse Courant

In een greppel in de buurtschap het Woold, gemeente Winterswijk, werd, onder bladeren verborgen, gevonden het in staat van ontbinding zijnde lijk van een 44-jarige arbeidersvrouw uit Winterswijk. De vrouw was reeds acht dagen vermist. Een haar bekende man had haar meegelokt naar genoemde buurtschap, onder voorwendsel, dat hij haar bij een boer in die omgeving tegen matigen prijs aan boter kon helpen.
De vrouw keerde hiervan niet in haar woning terug en ook de man bleef onvindbaar. De politie slaagde er met
behulp van een politiehond Maandag jl. in, het lijk van de vrouw op te sporen. Dr. Hulst uit Leiden verrichtte sectie
op het lijk, waarbij bleek, dat er een hevige worsteling moet zijn geweest.

Met een zwaar voorwerp waren de vrouw diepe wonden aan hals en borst toegebracht, bovendien was een diepe
halssnede veroorzaakt. De dader is bekend, doch voortvluchtig. De motieven voor dezen moord zijn niet bekend.

DE MOORD IN HET WOOLD TE WINTERSWIJK

13 JULI 1944

Het is de politie gelukt klaarheid te brengen in de geruchtmakende moordzaak in het Woold (gem. Winterswijk), waarbij de 44-jarige arbeiders vrouw M. M. M., echtgenoote van J. R., op 12 Juni j.l. op afschuwelijke wijze van het leven werd beroofd. In samenwerking met de Duitsche politie kon
de dader van de moord, de 61-jarige gehuwde A. O. uit Winterswijk op een boerderij in Duitschland, waarheen hij na het plegen van het misdrijl was
gevlucht, worden gearresteerd.
Aanvankelijk ontkende O, iets met den moord uitstaande te hebben, doch nadat hij op de plaats van den moord was gebracht, legde hij een volledige
bekentenis af. Voorts verklaarde hij, dat een familielid D. R. uit Winterswijk er bij hem had op aangedrongen de vrouw uit den weg te ruimen.
Deze man is inmiddels ook gearresteerd; hij zal zich terzake uitlokking van moord te verantwoorden hebben

In vrijheid gesteld.

14 JULI 1944

De gearresteerde D. R., die volgens een verklaring van A. O., den dader van den moord in het Woold, dezen zou hebben aangespoord de vrouw uit den weg te ruimen, is thans door de politie wegens gebrek aan bewijs, op vrije voeten gesteld.

Dolle Dinsdag 5 September 1944

Nieuwe Winterswijkse Courant 10 september 1954

Het is al weer 10 jaar geleden, dat Nederland Dolle Dinsdag beleefde. Ook in Winterswijk ging deze dag niet ongemerkt voorbij. Vooral op het station was het een ongekende drukte.
Lange treinen, afgeladen met vluchtende mannen, vrouwen en kinderen, stonden urenlang op het perron te wachten.
Militaire treinen, treinen met gewonden, reden af en aan.
Het spoorwegpersoneel moest onder de meest moeilijke omstandigheden zijn taak verrichten; de chaos was volkomen.
Wij ontvingen van een beambte der Ned. Spoorwegen bijgaand artikel, dat een beeld geeft van hetgeen zich toen op en om het station afspeelde.

Het is de avond van de vijfde September 1944. De klok draait langzaam naar half tien. Het wordt tijd om naar het station te gaan voor de nachtdienst.
Het is een angstig dienstdoen in de donkere nacht. Alles is duister, aardeduister. Geen lichtstraaltje mag zichtbaar zijn. Alles wat moet gebeuren vindt plaats in volslagen duisternis, met alle gevaren daaraan verbonden. Er is voortdurend en bijna onafgebroken luchtalarm over de telegraaf. Dit betekent: alle lichten uit of zwaar afgeschermd. De geallieerde vliegtuigen vliegen af en aan. Met lood in de schoenen begeeft de spoorman zich naar het station.
Stil is het op straat, want niemand mag zich zonder papieren na acht uur buitenshuis bevinden. Na een paar maal controle nadert de spoorman het station. Daar is iets ongewoons aan de hand. Veel meer drukte is er dan anders. Het rangeerterrein vol, met wagens, oorlogsmateriaal. Langs het perron staat een lange trein vol met burgers, mannen vrouwen en kinderen.
Wat is dat toch allemaal? Dit belooft een nachtje te worden…. De kantoordeur is gesloten. Toegang naar het kantoor door het bagagelokaal, want door het dikwijls opengaan van de kantoordeur straalde er licht naar buiten en dit mag onder geen voorwaarde.

Op het kantoor is het een grote chaos. Het zit vol met zenuwachtige mannen en vrouwen en huilende kinderen.
Ook de beide wachtkamers zijn vol.
Tussen de burgers lopen, hangen of staan tal van Duitse officieren.
Baby’s worden op de tafels een schone luier aan gedaan en een flesje gegeven… .
Het treinregistér staat vol met telegrammen van aangekondigde extra treinen, alle vanuit het zuiden via Winterswijk naar Duitsland.
Op ieder station tussen Zutphen en Winterswijk staat een lange trein. In Aalten staat ’n lange trein voor Winterswijk en in Varsseveld wachten 3 Duitse locomotieven, op vertrek naar Winterswijk.
Spoedig blijkt wat er aan de hand is.
Vlucht voor de oprukkende geallieerde legers….
Daar komt de burgemeester van Enschede, een oud Winterswijker, vragen wanneer de trein vertrekt naar Borken.
Het antwoord is: „Niets van te zeggen”
Of zij dan met die trein mee kunnen, die voor het perron staat?
Neen, dat is een militaire trein. Dan komen de burgemeesters van Eindhoven en Breda met dezelfde vraag en ze krijgen hetzelfde antwoord.
Het dienstdoen wordt ons onmogelijk gemaakt door de vele vragen die de vorm aannemen van smeekbeden. De mensen willen weg, naar Duitsland.
De militaire commandant wordt er bij gehaald.
„Overste. Zo kan ik de dienst niet doen, met al die mensen op het kantoor ( om mij heen en dat steeds maar vragen.)
Dan is de boot aan ! De burgemeesters en hun dames worden afgesnauwd als honden en zijn in een minumum van tijd van het kantoor en mogen zelfs niet onder de kap blijven. Zij zoeken zo goed en zo kwaad als het gaat een onderkomen in het rangeerders verblijf.
Zo behandelt de weermacht zijn geestverwanten.

De voorafgaande trein heeft Borken bereikt en de D-trein van het perron mag vertrekken. Déze is weliswaar op geen stukken na bezet, maar niettemin mogen er geen burgers mee.
Misschien met een volgende trein, hopen zij.
Weer komt er een telegram overeen extra trein, ’t Is om 5 uur afgezonden uit Eindhoven en bereikt Winterswijk om 11.30 uur. Het is een ambulancetrein. De overste is niet met de militairetrein meegegaan, maar moet in Winterswijk alles regelen. De treindienstleider stelt hem in kennis van de inhoud van het laatste telegram. De ambulance-trein moet vóór alle andere treinen. Dus de trein van Lichtenvoorde en Ruurlo moet op het rangeerterrein ontvangen worden. De ambulancetrein komt langs het perron. Het is een lange trein met zwaar gewonden. Kleine blauwe lampjes branden in de afdelingen en inde loopgangen. De gangen liggen vol met bebloede lakens en slopen en verband. Het is een verschrikkelijk gezicht. Een beeld om nooit te vergeten.
Daar ligt de bloem van het „Herrenvolk” te versterven en het „arisch bloed” bevochtigt onze bodem.
De begeleider van de trein komt vragen hoe lang hij hier moet wachten.
Niets van te zeggen, want er is een bomaanval gedaan op de lijn Borken en de lijn moet nu eerst geschouwd worden. De voorafgaande trein is nog niet in Borken en zolang die daar nog niet is aangekomen, mag de andere niet volgen. De treinbegeleider vraagt bergruimte voor 15 overleden soldaten. Als hiervoor geen ruimte beschikbaar wordt gesteld, zal hij de lijken op het perron leggen. Een oude goederenwagen wordt dan ingericht als lijkenhuisje. De wagen zal aan de trein gekoppeld worden.
Het seinhuis wordt opgebeld en de seinhuiswachter wordt gezegd dat de trein kan vertrekken; onmiddellijk zet het geval zich in beweging tot grote opluchting van de overste en van ons.
De voorafgaande trein is weliswaar niet in Borken, maar nood breekt wet.
Zo gaat het de gehele nacht door, de ene trein na de andere, er komt geen eind aan. De volgende morgen is er nog meer achterstand dan ’s avonds. De telegrammen worden niet meer ingeschreven. Er is geen touw meer aan vast te knopen. De trein in Aalten en de drie locomotieven in Varsseveld staan daar de volgende morgen om 10 uur nog. De chaos is volkomen..
De N.S.B.-ers met hun vrouwen en kinderen zijn de wanhoop nabij.
Zij doen geen oog dicht en hebben geen uitzicht. Zij willen weg, maar kunnen niet. Zo verloopt Dolle Dinsdag, op het station te Winterswijk

Gezocht: Machinisten

VRIJDAG 6 OCTOBER 1944, Winterswijkse Courant
(Nieuwe Winterswijkse Courant mocht in deze periode niet verschijnen)

BEKENDMAKING
DE BURGEMEESTER VAN WINTERSWIJK
maakt bekend:

Dat MACHINISTEN, STOKERS, GELEIDERS enz. der NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN, die bereid zijn kolentreinen van Duitschland naar Winterswijk te rijden (des nachts) zich kunnen melden aan het Gemeentehuis.
Tegen hen zullen geen strafmaatregelen worden genomen. Ook gepensioneerde machinisten, die dit werk willen verrichten, kunnen zich opgeven. De kolen komen alleen ten bate van de Winterswijksche Bevolking en Winterswijksche Industrie.

Winterswijk, 5 October 1944 De Burgemeester van Winterswijk DR.BOS

Aan de ingezetenen van Winterswijk

DINSDAG 10 OCTOBER 1944, Winterswijkse Courant
(Nieuwe Winterswijkse Courant mocht in deze periode niet verschijnen) 

AAN DE INGEZETENEN VAN WINTERSWIJK

Veertien dagen reeds werkt een groep onzer bevolking te Zevenaar; een gedeelte zelfs ruim drie weken. Dit zijn de mannen, die de opdracht zich te melden uitvoerden. Deze mannen deden hun plicht tegenover de Overheid, maar vooral ook tegenover de Bevolking.
Een groot gedeelte, vooral jonge mannen, heeft in dit opzicht hun plicht niet gedaan. Thans komt echter de gelegenheid, hun verzuim goed te maken. Onze mannen in Zevenaar, ruim vierhonderd, moeten worden afgelost door een andere groep. Ik doe thans een beroep op de thuisblijvers, opdat deze zich vrijwillig zullen melden ter aflossing hunner kameraden, en vertrouw er op, dat deze oproep niet tevergeefs zal zijn. Een ieder toch, die voor dit werk in de termen valt, zal niet dulden, dat een plaatsgenoot dubbel lang uit zijn gezin wordt gehaald en dubbel lang moet werken, alleen omdat hij aan de kant blijft staan, of…………onderduikt.

Onze werkers moeten worden afgelost. Ik hoop en vertrouw erop, dat dit op deze manier geschieden zal. Mocht dit echter niet het geval zijn, dan zullen weer maatregelen moeten worden genomen, dan zal de rust in onze gemeente weer worden verstoord en dan zal het resultaat zijn, groote onaangenaamheden, onrust, enz.en ……….

400 MAN, HOE DIE DAN OOK BIJ ELKAAR GEBRACHT WORDEN, GAAN NAAR ZEVENAAR.

Ik doe een ernstig beroep op de mannen tusschen 17 en 50 jaar, in dezen direct mee te werken en zich voor zoover mogelijk te melden. Op het andere deel van de bevolking doe ik een beroep “Onderduikers” niet te steunen, want voor ieder beter gesitueerde die onderduikt (immers Jan Boezeroen kan zich deze weelde niet permitteeren) moet er Jan de Arbeider of een Jan de Boer in plaats komen, die in zeer veel gevallen niet of zeer slecht gemist kan worden. 

De aflossende groep zal VRIJDAG 13 OCTOBER vertrekken.

Kennisgeving

VRIJDAG 13 OCTOBER 1944< Winterswijkse Courant

KENNISGEVING

Alle personen die in Duitsland waar dan ook gewerkt hebben en wegens gebrek aan vervoersmiddel tijdelijk hun werk niet hebben kunnen verrichten moeten zich 

MAANDAG 16 OCTOBER AANST.OP HET ARBEIDSAMT. BOCHOLT MELDEN

om aldaar in bedrijven te worden geplaatst.
De arbeiders worden Maandags naar Bocholt en Zaterdags weer naar Winterswijk per autobus vervoerd. Zij worden in Bocholt gehuisvest. Distributiebescheiden moeten worden ingeleverd op het distributiekantoor te Winterswijk. Vanzelfsprekend geldt deze regeling niet voor de arbeiders, die per fiets regelmatig hun werk kunnen bezoeken. De eerste bus naar Bocholt vertrekt MAANDAG 16 OCTOBER a.s. ’s morgens 9 uur vanaf het Gemeentehuis en rijdt via Barlo.

Sint Nicolaasfeest

VRIJDAG 1 DECEMBER 1944, Winterswijkse Courant

De N.V.D.  organiseert voor de KINDEREN van 4-10 jaar een SINT NICOLAASFEEST in de zaal “DE EENDRACHT”  op den Zonnebrink te Winterswijk.
Alle kinderen van dien leeftijd kunnen zich tot 4 Decenber 1944 hiervoor aanmelden in het gebouw “Goede Tempelieren”, Ulandsteeg te Winterswijk. 
(Nieuwe stamkaart der Kinderen meebrengen.)
OUDERS OF OUDERE KINDEREN HEBBEN GEEN TOEGANG. 

Nederlansche Volksdienst Winterswijk