Het Opvoedersgilde, opgericht in september 1940, was de onderwijs-organisatie van de NSB die er naar streefde het onderwijs op nationaalsocialistische en volkse leest te schoeien. Het Opvoedersgilde gaf het maandblad ‘Opvoeding in Volkschen Geest’ uit.
Het Economisch Front was een organisatie van de NSB. Het werd opgericht op 24 augustus 1940 en actief vanaf 22 februari 1941. Het doel was “het uitdragen van de nationaal-socialistische gedachte in ondernemerskringen en het medewerken aan de opbouw van het bedrijfsleven in Nederland in nationaal-socialistische zin’.
Het Nederlandsche Arbeidsfront (afgekort tot NAF) was een nationaalsocialistische vakcentrale opgericht op 30 april 1942 bij een decreet door de rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. De volgende dag, de dag van de arbeid, zouden de andere vakcentrales en vakbonden in Nederland opgeheven worden, zoals CNV, RKWV en de NVV. De bezittingen en vermogens van de opgeheven vakcentrales zouden overgaan naar de nieuwe vakcentrale. Aan het hoofd van het Nederlandsch Arbeidsfront kwam NSB’er Hendrik Jan Woudenberg.
De vakbond had zich tot doelstelling gegeven: Het Nederlandsche Arbeidsfront heeft tot taak alle Nederlanders die door eigen arbeid geheel of gedeeltelijk in hun levensonderhoud voorzien, samen te brengen, te verzorgen, hen op te voeden tot wederzijdsch begrip voor hun economische belangen, alsmede voor hun sociale en cultureele behoeften en bij de bevrediging van deze behoeften medewerking te verleenen.
De NAF werd echter geen succes. Maximaal had de NAF 100.000 leden, waarvan het overgrote deel landarbeiders waren. Landarbeiders hadden sterk seizoensafhankelijk werk en waren daarom vaak aangewezen op een uitkering. De opgeheven vakbonden, die tegen de nieuwe opzet waren, hadden echter voor de oorlog nog ruim 700.000 leden. De NAF kreeg geen zitting in belangrijke commissies en kon daardoor weinig opbrengen voor de aangesloten arbeiders. In 1945 werd de vakcentrale opgeheven.
De Nederlandse Landstand of Nederlandsche Landstand was een organisatie die in oktober 1941 ontstond uit de fusie van Boerenfront en de Nationale Bond Landbouw en Maatschappij. De Nederlandse Landstand werd geleid door Evert Roskam die daarvoor al de leider was van de begin 1940 opgerichte NSB-boerenorganisatie Boerenfront. Doel van de Nederlandse Landstand was onder meer alle organisaties op het gebied van landbouw en visserij te overkoepelen en onder nationaalsocialistische controle te brengen. De Landstand was onder meer verantwoordelijk voor het behartigen van de belangen van boeren, vissers en tuinders. Deze werden allen gedwongen lid te worden. In 1942 ging ook de Bond van Landpachters op in de Nederlandse Landstand.
Het Front van Nering en Ambacht ontstond uit het Middenstandsfront dat op 20 juli 1940 was opgericht. Het doel van de organisatie was verzorging van de sociale belangen van kleine ondernemers en de behartiging van bedrijfsbelangen van de leden bij de overheid. Dit alles op basis van denkbeelden van de NSB. In 1942 ging het Front op in het Nederlandsche Arbeidsfront.
1943 en 1944 (grote uitloop) is een inschatting aan de hand van eindcijfer 1945:403 Buiten de ‘gelovigen’die tot het eind trouw bleven, zeer grote meerderheid onder de 403 die niet opgezegd hebben, aangezien de NSB niet direct meer over een georganiseerde administratie beschikte.
Groep 103: Leider Dr.Bos
1937: Kring Winterswijk Winterswijk, Aalten en Groenlo Winterswijk drie groepen: Winterswijk, Miste-Corle en Henxel-Huppel
Op max.sterkte: Kring Winterswijk: Groepleider:Johan te Winkel Winterswijk – 450 leden Groepsleider Eerst even Dr.Bos, daarna Hendrik te Winkel Miste-Corle – 69 Groepleider Blekkink (tot zomer 1941), daarna Oonk Henxel-Huppel – 55 Groepsleider Damkot
De werkelijk leider van 1933-1945: Dr.Bos
Andere ‘kopstukken’ Ds.Reeser Slotboom (gem.raadslid)
De grote toename na mei 1940: Een aantal leden trekt zich terug, teleurgesteld door de collaboratie, maar een flinke toename van ‘Meikevers’ en ‘brood-NSB-ers’.
1940: De voor de bezetting verboden W.A. komt terug (‘zwarthemden’) Voor man.leden tussen 18-40 jaar verplicht. (eind 1941) sterke toename
De Weerbaarheidsafdeling (WA) was de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). De WA bestond van 1932 tot eind 1935 en werd in 1940, na de Duitse inval in Nederland, opnieuw opgericht. Laatste jaren van bezetting traden velen toe tot Ned. SS.en NSKK
Najaar 1940: NJS Winterswijk De Nationale Jeugdstorm (NJS) was een Nederlandse jongerenbeweging die van 1934 tot 1945 bestaan heeft, georganiseerd naar voorbeeld van de Duitse Hitlerjugend en als nationaalsocialistische tegenhanger van de padvinderij. Leider: Oprichter en hopman pl.padvinderij Post
Najaar 1940: NSVO De Nationaal-Socialistische Vrouwenorganisatie (NSVO) was de naam waaronder NSB-vrouwen zich tussen 1938 en 1945 actief konden betonen in de op- en uitbouw van het Nederlandsenationaalsocialisme Leider-groepsvrouw: Bos-Heersink.
Na de Slag om Stalingrad is de ‘bloei’ uit de Winterswijkse N.S.B. Het leden-aantal stagneert, bezoeken van appéls nagelaten en bedankjes.
Landwacht Opgericht: 11 maart 1943) 12 november 1943 wordt de Landwacht Nederland opgericht Landwachters en hulp-landwachters (rode mouw) Bestond voornamelijk uit NSB-ers met jachtgeweer De Landwacht werd voor het eerst op straat gesignaleerd in maart 1944. Ze werd vooral ingezet voor de bewaking van gebouwen, het controleren van persoonsbewijzen en het uitvoeren van arrestaties, huiszoekingen en visitaties. Leden van de Landwacht droegen de zwarte NSB-partijkleding: zwarte overhemden, zwarte pantalon of rijbroek, zwarte leren motor- of rijlaarzen, zwart lederen koppelriem met bijbehorende draagriem. Al naargelang de weersomstandigheden kon een zwarte tuniek en/of zwarte overjas worden gedragen. Taken: huiszoekingen anti-Duitse Nederlanders, opsporen ondergedoken Joden en andere onderduikers.
Na Dolle Dinsdag 05 september 1944 grote toestroom gevluchtte N.S.B.-ers uit Zuiden en Westen van Nederland. Winterswijk is dan al geheel gedesorganiseerd. Dr.Bos kan echter nog putten uit gevl.NS,B,ers om de organisatie enigszins op gang te houden, ook doordat veel pl.gemeente ambtenaren zijn ondergedoken. Een waarboel alom, in een tijd dan de landwacht ‘regeert’.
Ledenlijst NSB: (aantal inwoners 20.000) Aantal mogelijke leden: plm.4/5 deel: 16.000 572 namen 444 mannen 128 vrouwen
Tijd van toetreden
Periode
Mannen
%
Vrouwen
%
1933-01-01-1936
100
23,8
18
15,3
01-01-1936—–10-05-1940
38
9,0
6
5,1
10-05-1940—–01-02-1943
229
54,5
80
67,8
01-02-1943—–31-03-1945
53
12,6
14
11,9
Totaal
420
100
118
100
Obekend (Na 10-05-1940)
24
10
Leden naar Geboorteplaats
Geboorteplaats
Mannen
%
Vrouwen
%
Winterswjk
242
54,5
49
38,2
Overig.Gelderland
78
17,6
24
18,7
Overig.Nederland
65
14,6
22
17,2
Duitsland
20
4,5
22
17,2
Overig.Buitenland
2
0,4
1
0,1
Onbekend (geen W’wijk)
37
8,3
10
7,8
Totaal
444
128
Van alle leden zijn er dus 291 geboren in Winterswijk. Winterswijk bestond voor de Duitse inval uit een grote groep Duitse inwoners.
Dit betekent, dat de N.S.B. niet typisch een beweging is geweest, gedragen door de lokale ‘ingroup’ (Dr.G.A.Kooy, Het echec van een volkse beweging, blz.137)
‘Anders dan mogelijk verondersteld, blijkt uit de ledensamenstelling van de Winterswijkse NSB geen extra ontvankelijkheid voor het nationaal-socialisme onder de geboren en getogen Winterswijkers; integendeel, de ontvankelijkheid voor deze ideologie is vermoedelijk onder de allochtonen het sterkst geweest. Dr.G.A.Kooy, blz.159
Onmiskenbaar heeft de van oorsprong Duitse vrouw (en moeder) de gevoeligheid voor hat nazisme beduidend vergroot; onder de leden der beweging doet zich een betekende oververtegenwoordiging voor van indiviuen met Duitse bloed-en/of aanverwanten. Dr.G.A.Kooy, blz.159
Tijd van toetreden Winterswijkers
Periode
Mannen
%
Vrouwen
%
1933-01-01-1936
59
59,0
5
27,7
01-01-1936—–10-05-1940
13
34,2
4
66,6
10-05-1940—–01-02-1943
134
58.0
17
46,2
01-02-1943—–31-03-1945
25
47,1
3
21,4
Totaal
231
49
Onbekend
11
Leden naar Leeftijd
Leeftijd
Mannen
%
Vrouwen
%
20
39
10,0
16
14,1
20-24
52
13,4
21
18,5
25-29
43
11,0
11
9,7
30-34
57
14,6
16
14,1
35-39
57
14,6
16
14,1
40-44
38
9,7
16
14,1
45-49
36
9,2
6
5,3
50-54
30
7,7
4
3,5
55-59
14
3,6
1
0,8
60-64
11
2,8
3
2,6
65-69
9
2,3
2
1,7
70-74
2
0,5
1
0,8
Totaal
388
100
113
100
Onbekend
56
12,6
15
11,7
Tijd van toetreden naar Leeftijd
Periode
<30
30-44
>40
Allen
1933-01-01-1936
37,9
31,6
30,5
100
01-01-1936—–10-05-1940
34,4
41,5
24,1
100
10-05-1940—–01-02-1943
36,5
42,5
21,0
100
01-02-1943—–31-03-1945
33,3
41,7
25,0
100
Burg.staat Leden bij toetreding
Burg.staat
Mannen
%
Vrouwen
%
Gehuwd
295
66,4
81
63,2
Ongehuwd
149
33,6
47
36,8
Totaal
444
100
128
100
Op 4 gehuwde mannen is 1 hunner vrouwen eveneens lid. (Het komt nml. niet voor dat een echtgenote wel lid is en de man niet)
Kiezers en Leden naar gebied
Gebied
NSB-stemmers
Mannen
Vrouwen
Leden
%
Gem.Raad 1939
Winterswijk
462
318
110
428
92,6
Dorpbuurt
93
19
3
22
23,6
Brinkheurne
4
1
5
Henxel
60
8
0
8
26,6
Huppel
3
0
3
Miste
71
10
5
15
38,0
Corle
9
3
12
Meddo
44
16
5
21
47,7
Ratum
59
16
0
16
27,1
Woold
66
19
1
20
30,3
Kotten
84
15
0
15
17,8
Onbekend
7
Totaal
939
444
128
572
60,9
Brinkheurne, Henxel en Huppel 1 stembureau Miste en Corle 1 stembureau
Leden over Huishoudingen
Huish 1 lid
Huish. 2 leden
Huish. 3 leden
Huish. 4 leden
Huish. 5 leden
Totaal
Aant. Huish.
225
80
35
13
6
359
Aanta. N.S.B.-ers
225
160
105
52
30
572
359 huishoudens op 5300 huishoudens. Bijna 40% v.d.359 huishoudens heeft slechts 1 NSB-lid.
Leden naar Kerkgenootschap
Kerkgenootschap
Mannen
%
Vrouwen
%
Ned.Hervormd
304
74,8
76
60,8
Gereformeerd
2
0,4
4
3,2
Rooms-Katholiek
58
14,2
20
16,0
Over.Kerkgen.schap
3
0,7
4
3,2
Geen Kerkgen.schap
39
9,6
21
16,8
Totaal
406
100
125
100
Onbekend
38
3
Leden Mannelijk naar beroep
Beroep
Gehuwd
Ongehuwd
Tot
%
Vrije en Acad.ber.
8
2
10
2,0
Gesalarieerden
23
15
38
8,8
Zelf.middenstanders
126
42
168
37,8
Agrar.zelfstandigen
62
18
80
18,0
Arbeiders
68
62
130
29,3
Geen of onbekend
8
10
18
4,1
Totaal
444
100
De leden der Vrije en Acad.beroepen: (10) Dr.Bos, Reeser, een arts, een directeur mid.school, 5 architecten (2 hebben naam gemaakt in hun vak) en 1 freelance-reclame-tekenaar.
De leden gesalarieerden: (38) O.a. handelsreizigers (7), onderwijzers (7), boekhouders (5), kantoorbediende, gem.ambtenaar, politieman en anderen.
De leden zelfstandigen (168) Vooral timmerlieden (15), slagers (14), Cafe-houders (13), bakkers (10), boekhandelaar, metselaar, expediteur, garage-houder, houthandelaar en molenaar. Vooral de oudere middenstanders.
De Agrar.zelfstandigen (80) Op 6 scholtenbedrijven (30) 1 of meer N.S.B.-leden. Daartegenover dat onder de invloedrijke Scholten ook zeer felle anti-nazi’s worden gevonden.
De arbeiders: Hierbij valt op dat het aantal Textiel-arbeiders aanzienlijk gering is binnen de N.S.B.
In tegenstelling tot het ter plaatse veelal veronderstelde heeft de NSB in Winterswijk-centrum uiteindelijk dieper wortel geschoten dan in de buurtschappen. Dr.G.A.Kooy, blz.159/160)
Uitgetreden leden onder de arrestanten
Jaar
Mannen
Vrouwen
Totaal
voor 1940
2
2
1940
4
1
5
1941
17
4
21
1942
14
4
18
1943
17
2
19
1944
42
5
47
1945
1
1
onbekend
1
1
Totaal
98
16
114
Van de 21 in 1941 uitgetredenen valt op dat GEEN van hen voor de inval lid is geweest. Velen slechts 3/4 maand.