oudwwijk
Digitaal erfgoed

J.ter Horst

Johannes Elbertus
Geboren: 23-10-1898 Varsseveld
Getrouwd: 21-10-1922 Winterswijk
Overleden:

Landwachtonderofficier J.ter H.voor Rechtbank

29 SEPTEMBER 1947

Landwachtofficier J.t.H. voor het Bijzonder Hof 
Eis: 8 jaar Rijkswerkinrichting met aftrek voorarrest. 

Geheel ten voeten uit verscheen de figuur J.t. H niet voor de ogen van de leden van het Arnhemse Bijzondere Gerechtshof, waarvoor hij zich vrijdagmiddag had te verantwoorden, want veel van zijn antecedenten liet het hof rusten. 

De openbare aanklager had genoegen genomen met een kleine bloemlezing uit t..H.’s onvaderlands gedrag, maar dat was voldoende om deze figuur in al zijn onfrisheid te tekenen. 
Een groot man is J.t.H. evenwel niet geweest bij NSB en Landwacht, dat bleek ook, ondanks het feit dat hij bij de onsympathieke Landwachtersorganisatie nog wel de rol van “onderschaarleider” speelde. 
Hij was en bleef, zoals zijn verdediger uitdrukte, geen NSB-er ……..
Overigens een gevaarlijk meeloper, want vaak kon men t.H. vinden onder de landwachters, die onder Poelman of onder de ongure Doesburgse Heshusius zich telkenmale opmaakte om schrik en ongeluk te brengen onder de ingezetenenen van Winterswijk en wijde omgeving. 
Huiszoekingen, met name jodenjacht waren de karweitjes, waarvoor t.H.werd uitverkoren door zijn commandanten. Het waren dan ook dit soort zaken, gepaard gaande aan arrestatie, welke de dagvaarding uitmaakten. 

Hoe het bij Rougoor toeging. 
Op 22 aug.1944 verscheen t.H. met 4 andere landwachters op het erf van de landbouwer H.Rougoor te Sinderen. Rougoor zelf vertelde het Hof daarover. 
“Poelman informeerde waar ik de Joden verborgen had: hij noemde die bij naam en toen ik ontkende iets van deze Joden af te weten, sloeg Poelman mij tot ik bewusteloos werd, aldus deze getuige, die op de vraag van de President, mr.Baron de Vos van Steenwijk, of hij zeker weet of H. bij deze onvriendelijke visite is geweest, eerst een onzeker antwoord gaf. 
Maar toen hij t.H. in het verdachtenbankje eens nader bekeek tot de conclusie kwam dat t.H. er bij was. 
“Hij stond voor het varkenshuisje. Ja, nu herinner ik het mij”, zeide Rougoor. 
Maar wat t.H. precies uitvoerde kon getuige zich niet meer herinneren, 

t.H. beweerde dat hij was weggelopen van zijn post bij het huis omdat Poelman en de anderen er zo’n rauwe vertoning van hadden gemaakt bij Rougoor. Overigens had hij niet geweten dat het bij deze huiszoeking om Joden ging: daarvan had Poelman hem niets verteld. De President informeerde bij getuige Rougoor nader of t.H. in het huis was geweest. 
Getuige: “Zover ik weet niet. Ik kreeg de indruk dat t.H. naast de woning op wacht stond.”
President: “Waar zaten de Joden verborgen. Hadden ze een goede plaats?” 
Getuige: “Ja, in het hooi, boven de mestvaalt. Ze hebben de Joden niet gevonden.”
President: “Weet u zeker dat het de landwachters om de Joden te doen was?” 
Getuige: “Ja, ze zeiden: Hier zitten Dina van Gelder en haar 5-jarig dochtertje, die moeten we hebben.” 

Toen getuige een ontkennend antwoord gaf, waren de landwachters erg hardhandig opegtreden. Niet alleen getuige maar ook diens zoon en dochter waren mishandeld of op ergelijke manier gedreigd. 

Daarover gaf t.H., hierna verhoord, nadere bijzonderheden toen hij herhaalde dat hij uit protest tegen de mishandelingen van het huis was weggelopen naar de auto, welke een eindje verder stond. 
“Ik zag dat B. (een collega-landwachter) met het meisje uit Rougoor’s huis kwam” , vertelde t.H,
“Het meisje was geblinddoekt. B. ging hardop tellen en schoot toen in de lucht om het meisje schrik aan te jagen….
Later zag ik Rougoor op een ladder naar buiten dragen, bewusteloos was hij.  Dat vond ik dat te ver ging”., beeindigd t.H. dit deel van zijn verhaal. 

Arrestatie van gijzelaars
Het tweede deel van de dagvaarding betrof de medewerking van t.H. aan de arrestatie van ’t schoolhoofd G.J.Meinen en de manufacturier W.Wolterink, die beide op de Markt woonden. De twee heren zijn met nog 26 anderen in de nacht van 25 op 26 september 1944 van hun bed gelicht, naar de kegelbanen van Hotel “Boer Balink” gebracht en vandaar als gijzelaars naar Aalten getransporteerd.  
Een dag of veertien hebben deze gijzelaars bij Zevenaar graafwerk voor de moffen moeten verrichten, waarna zij huiswaarts konden gaan onder de mededeling dat zij met hun leven borg waren voor het gedrag van de Winterswijkse bevolking. 
Getuige Meinen schtetste de arrestatie in korte trekken voor het Hof.
t.H. is ook in zijn woning geweest, maar gedroeg zich kalm, al was overigens het gedrag van de landwachters onfatsoenlijk. Een hunner liep zelfs  naar de slaapkamer mee. 
Verdachtes raadsman vroeg getuige of deze de indruk had dat t.H. wist waarom getuige mee moest naar “Boer Balink”? 
“Getuige kon dat niet zeggen. Zijn vrouw had aan de landwachters wel wat gevraagd maar verder dan een geruststellend antwoord dat de gearresteerde wel spoedig terug zou komen, was er niet gegeven.”

Verdachte: “Ik wist niet dat het om gijzelaars ging. Had ik dat vooruit geweten, dan had ik mij teruggetrokken, want ik was principieel tegenstander van het arresteren van gijzelaars……
Procureur-Fiscaal: “Maar u wist toch drommels goed dat ’t verrichten van landwachtersdiensten hulp aan de vijand was?”
Verdachte: “Pas later besefte ik dat, vandaar dat ik mij toen direct heb laten afkeuren.”
Ook getuige Wolterink verklaarde dat t.H. zich kalm bij de arrestatie heeft gedragen. 

Ook in Aalten op de Jodenjacht. 
Iets dergelijks vertelde de 58-jarige Aaltense metselaar B.K.Rots, die op 21 augustus 1944 visite van een landwachtersbende heeft gehad. 
Enige landwachters kwamen plotseling door de tuindeuren naar binnen stappen, Het was hun om de drie Joden te doen. 
En Rots verborg: Abr.van Gelder, diens vrouw en de vrouw van S.van Gelder.
Hoewel de Joden goed verborgen zaten onder een kast boven de schuifdeuren, was de schuilplaats ontdekt, omdat een plankje niet goed was gelegd, De Joden zijn meegenomen en nimmer heeft men meer iets van hen gehoord. Ook bij deze arrestatie – t.H. kwam pas nadat de Joden ontdekt waren het huis binnen – had verdachte zich rustig gedragen. 
“Een grote verantwoordelijkheid voor de dood van de drie Joden rust op uw hoofd” vermaande een der raadsheren, 

t.H. voelde dat niet zo aan. Verantwoordelijk voor deze arrestatie was volgens hem zekere D, die gearresteerd was door de landwacht wegens zwarte handel en die zich wilde vrijkopen door Joden te verraden. De commandant had verdachte niets van te voren verteld en hem alleen opgedragen om D. , die mee genomen was naar Rots huis te bewaken, 

Heel oppervlakkig nam de President even ’t dossier t.H. verder door. 
Er staan nog meer assistenties bij arrestaties in zijn staat van dienst bij de NSB, waarvan hij al in 1935 lid werd, de nationaal socialistische opvoeding van zijn twee dochters. 
Bij de landwacht was hij fourier en had de rang van onderschaarleider. Bij de NSB  ging hij omdat zijn zaak slecht rendeerde. Toen hij lid der NSB  was geworden, was het beter gegaan, omdat verscheidene NSB-ers klant waren geworden.

President: “Als ik het dossier zo bekijk, dan blijkt dat u de hele oorlog door aan de zijde van de vijand stond  en overal aan hebt meegedaan”. 

“Ik erken fout te zijn geweest”, besloot verdachte. Uit het kamp kwamen goede rapporten en zelfs is er een advies om t.H al dan niet voorwaardelijk in vrijheid te stellen. 
“Daarvoor voel ik niet veel, want u hebt erge dingen gedaan, al was u niet de ergerlijkste landwachter” vond de President. 
De Procureur-Fiscaal zeide dat t.H. als landwachter ongunstig bekend stond, al dee t.H. niet mee aan de mishandelingen e.d. 
Toch nam hij ook deel aan het terroriseren van medemensen en arrestaties. 
Acht jaar Rijkswerkinrichting met aftrek van het voorarrest was de eis. 
Mr. Schadd uit Arnhem, die t.H. verdedigde vroeg een milder oordeel. Dit was geen “zware” landwachter, zoals de proc.-fiscaal verdachte schetste. Pl. wees er op, dat enige kornuiten van t.H. voor de Tribunalen terecht hebben gestaan -B. b.v.kreeg 4 jaar – en was van mening dat een zekere willekeurigheid kenbaar wordt bij de verdeling van landwachters over Hof en Tribunaal. 
Over twee weken zal het Hof sententie doen. Blz.345

Lees verder

W.L.van Kooten

Walter Lodewijk
Geboren: 29-04-1902 Arnhem
Getrouwd: 15-02-1930 Renkum
Overleden: 11-12-1954 Winterswijk

Bron: Delpher.nl
Bron: Delpher.nl

Beruchte duo van Kooten-Peters (knipsels, 326)

W.v.K. voor Bijz.Gerechtshof

14 MEI 1948

Handlanger door dik en dun
Eis: 8 jaar gevangenisstraf 

Op 4 Februari 1943 stond de uit Arnhem geboortige W.v.K. , op het evacuatiebureau in het gemeentehuis van Winterswijk de orde te bewaren. Hij was niet zo erg best te spreken. Stalingrad was pas gevallen en voor iemand die met hart en ziel, handlanger van de vijand was geworden, wat dat nu niet bepaald opwekkend nieuws. 
Van K. vond dan ook, dat er alle reden was voor rouw, zoals officieel van Berlijn uit bevolen was. 
De hoofdonderwijzer, de heer J.B.Wilterdink, op bezoek op het evacuatiebureau, rouwde ook. Maar op zijn manier. 
Hij streek zich lachend met de hand langs de kin en sprak tot de overige bezoekers, op meesmuilende toon: ‘We moeten rouwen, he!’
Dit gebrek aan medeleven was te veel voor v.K. 
Hij stelde zich meteen in verbinding met de burgemeester, dr. Bos, en hoewel deze thans ontkende, was het gevolg toch, dat de heer Wilterdink door diens of door toedoen van corpschef Feberwee, werd opgepakt en naar Vught en Dachau overgebracht, waar hij eerst na 28 maanden door de Amerikanen uit de gevangenschap werd bevrijd.

“Een echte brute moffenknecht, dat was je”, zegt de president van het Bijzonder Gerechtshof te Arnhem, tot v.K. 
“Een actieve landverrader, bereid, om alles was de vijand van hem verlangde, te doen”., vulde de procureur-fiscaal dit weinig vleiende oordeel aan. 
En dit oordeel was allerminst op losse schroeven gebaseerd. Eens hoorde hij een jongen het wijsje “die kleine schildersjongen” op zijn mondharmonica spelen. Hij nam het kind terstond zijn speeltuig af. 
“Toen hij mijn oudste zoon, die was ondergedoken, niet kon vinden, arresteerde hij mij en mijn jongste zoon”, vertelde de heer L.Gijsbers, als getuige. 
Deze jongste zoon was 15 jaar. Als gevolg van deze arrestatie heeft het kind 23 weken in het ziekenhuis gelegen en ondervindt het nu nog de gevolgen ener hartvergroting, welke de jongen elke lichamelijke inspanning belet. 
De landbouwer Esselink kon zijn persoonsbewijs niet snel genoeg tonen. Hij werd met een gummiknuppel afgeranseld, en moest drie dagen het bed in. 
En passant bracht v.K. van deze controle-bezoeken in het kader van de arbeidsinzet, spek, worst, ook een fiets mee. 
Soms waren er drinkgelagen met Duitse vrouwen. 

Alles even fraai en verheffend…..
Ik vraag acht jaar, zegt de procureur-fiscaal, met aftrek en ontzetting uit de kiesrechten voor ’t leven. (blz.357)

Lees verder

G. Peters

Geboren:06-08-1904 Winterswijk
Overleden:

Landwachter
Gasthuisstraat 7

Beruchte duo van Kooten-Peters (knipsels, 326)

Thans 6 jaar voor P.

21 MEI 1948

Thans 6 jaar voor P. 

Het Tribunaal te Zutphen behandelde woensdagmiddag wederom zaken op welker eerste uitspraak het fiat executie geweigerd werd.
Als eerste stond terecht de Winterswijkse fabrieksarbeider G.P., die indertijd veroordeeld was tot 5 1/2 jaar internering. P. had in de bezettingsjaren belangrijke bijdragen geleverd aan de Duitse bezetters. o.a. had hij vrijwillig in Duitsland gewerkt en als landwachter deel genomen aan huiszoekingen en arrestaties. 
Dat hij hierbij niet altijd zachtzinnig te werk was gegaan bleek o.a. uit het feit, dat hij zijn arrestanten geschopt en geslagen had. 
Tijdens de zitting werd hoofdzakelijk aandacht geschonken aan de kwestie of P. geschoten zou hebben op een aantal onderduikers. P. zelf ontkende dit ten stelligste doch hiertegenover stond o.a. een verklaring van Tilleman Sr., die verklaarde dat P. wel geschoten zou hebben. 
Het Tribunaal achtte het feit bewezen en verlengde de internering met een half jaar, zodat P. thans eerst op 7 mei 1951 in vrijheid gesteld zal worden. (blz.358)

Lees verder

G.de Bruin

Geboren: 1902 te Naarden
Getrouwd: 12-12-1923 Bussum
Overleden: 09-01-1971 Winterswijk
Landwachter

De beul van Eibergen

18 MAART 1949

Landwachter de B. uit Winterswijk
De beul van Eibergen 

Eis 16 jaar Rijkswerkinrichting

“De hier voorgedragen bloemlezing uit het omvangrijke dossier geven een voldoende beeld van het sadisme dat deze man bezielde en waardoor waarschijnlijk veel verzetsgeest in de klem werd gesmoord.”
Met deze woorden eiste Jhr.Mr. Serraris, Procureur-Fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof te Arnhem 16 jaar Rijkswerkinrichting en ontzetting uit de beide kiesrechten tegen de 47-jarige G.de. B. uit Winterswijk, die vanaf November 1944 deel heeft uitgemaakt van de beruchte troep in Eibergen gestationneerde landwachter, die onder leiding van “commandant” Poelman de omgeving terroriseerde en plunderend en rovend door het land trokken. 
Van deze allerminderwaardigste bende was verdachte een der ergsten en terecht noemde men hem dan ook de beul van Eibergen, voor wie iedereen bevreese was. In een zitting, waarin 8 getuigen werden gehoord kwamen er schanddaden aan het licht, waarvoor ieder normaal mense zou huiveren als hij ze had meegemaakt. De woorden en opmerkingen van de getuigen, voor het merendeel slachtoffers van verdachte, waren dan ook allerminst zachtaardig en er bleek uit hoe verbitterd ook thans nog de stemming tegen de verdachte is. De 52-jarige W.B.J.L. een van de P.O.D.-ambtenaren die het proces-verbaal heeft opgemaakt, waarvoor hem door de President  lof werd gebracht, heeft in 57 bladzijden getracht weer te geven, wat verdachte alles misdaan heeft. 
Toen is hij er maar mee uitgescheden, omdat het geen doen meer was. “Ik had nog wel een jaar werk gehad”, vertelde hij. 
Verdachte was volgens de getuige “erger dan een beestmens”. en toonde in tegenstelling met nu in het begin geen enkel berouw over zijn schanddaden. 
Integendeel, hij waagde het de opmerking te lanceren “Alles wat ik gedaan heb, kan ik voor God en mijn geweten verantwoorden”. 
Wat dit geweest is, kwamen andere getuigen vertellen. In November 1944 heeft hij met andere landwachters huiszoeking gedaan bij L. te Eibergen. Een der zoons lag ziek te bed, doch deze werd aan de haren uit het bed getrokken en daarna onbarmhartig afgeranseld.  De broer werd tegen de buik getrapt. In beide gevallen ontkende verdachte. Hij had misschien wel geslagen, doch dan hoogstens met de vlakke hand. 
De 40-jarige wachtmeester ter A. kreeg ook al bezoek van verd. en diens kornuiten. De getuige werd gearresteerd, verdacht van illegaal werk en naar Enschede overgebracht. Op het transport werden verschillende malen schoten in de lucht afgegeven. Alles om zich een vuurvretersaanzicht te geven. 
Daarom ook liep de B. steeds met een karabijn en een helm op. Deze getuige verklaarde dat verdachte erger was dan de beruchte Poelman.

Het ergst mishandeld was wel de 28-jarige G.W.S. uit Eibergen, die aanvankelijk was ondergedoken, doch zich later vrijwillig meldde, omdat anders zijn vader kans liep doodgeschoten te worden. 
Getuige werd door de B. in ontvangst genomen en zodanig geranseld dat hij een paar maal bewusteloos werd. Dit gebeurde met knuppels en stokken en werd zonder pauze awfwisselend door verdachte of andere landwachters gedaan.
Getuige vertelde dan nog dat verdachte bovendien een leugenaar is, want hij had verklaard dat S. verraad zou hebben gepleegd. 
Getuige wees dit van de hand, omdat hij door het Tribunaal werd vrijgesproken en hij bovendien zeer zeker niet zo ergerlijk mishandeld zou zijn geweest. 

Getuige H.H.S. zeide dat de Nederlandse taal zich er niet toe leent verdachte op de juiste wijze te qualificeren, Na deze “fraaie”  bloemlezing gaf verdachte in het algemeen wel toe, hetgeen hem ten laste was gelegd.
Hij verklaarde de naam “beul van Eibergen” ten volle verdiend te hebben en toonde berouw over zijn daden. 
Hij zeide voorts gemeend te hebben goed te doen door samen met de Duitsers tegen onrechtmatigheden te strijden en vertelde verder dat hij van de politieke doelstellingen van de N.S.B. niets afwist. 
De President maakte de opmerking “Ik heb bog zelden iemand gezien over wie zoveel slechts te vertellen is.” 
Verdachte vroeg voorts clementie, omdat hij in het Interneringskamp dusdanig mishandeld is, dat hij een ongeneeslijke hartkwaal heeft overgehouden. 
De Procureur-Fiscaal achtte verdachte ten volle schuldig, omdat hij alles op eigen initiatief deed, terrwijl er geen enkel persoonlijk motief aanwezig was. Spr. wilde echter de gevolgen van verdachte’s optreden niet geheel op hem laten drukken en wilde dan ook nog rekening houden met verdachte’s ongesteldheid, waarvan hij echter niet maar zo voetstoots aannam dat zij door mishandelingen is veroorzaakt. 
Zodoende kwam spr. tot een eis van 16 jaar. De verdediger, Mr.Nanninga uit Den Haag, wist ook al niet veel goeds te vertellen. In een knap pleidooi verzocht hij echter toch met allerlei omstandigheden rekening te willen houden. 
Uitspraak op 30 maart a.s.  (Knipsels, blz.362)

01-04-1949
De Bruin krijgt 12 jaar
Het Bijzonder gerechtshof te Arnhem veroordeelde de Winterswijkse veehandelaar G.de Bruin, bijgenaamd “Beul van Eibergen” tot 12 jaar Rijkswerkinrichting. Wegens het als landwachter verrichten van talrijke arrestaties in Oost-Gelderland was tegen hem 16 jaar geeist. (blz.362)

Lees verder

W. Lammers

07-09-1893 Aalten
18-08-1982 Winterswijk

Bocholtsedijk
Veehandelaar

Bijnaam: ‘Keet Lammers’
Landwachter

Twee maanden Landwachter W.L.

08 NOVEMBER 1948

Twee maanden landwachter
9 jaar gevangenisstraf geëist. 

De veehandelaar W.Lammers uit Winterswijk maakte kort voor het einde van de oorlog nog een zeer ernstige fout. Hij trad in september 1944 toe tot de Landwacht en werd ingedeeld bij de in Eibergen gedetacheerde troepen, waar hij onder leiding van de beruchte commandant Poelman aan razzia’s en huiszoekingen deelnam. 
Verdachte stond vrijdagmiddag terecht voor het Arnhemse Bijzondere Hof, waar hij zich voor drie feiten moest verantwoorden. behalve de algemene omschrijving – hulpverlening aan de vijand – waren hem nog de volgende punten ten laste gelegd. 
Het verrichten van huiszoeking bij de landbouwer D.Scheggetman in November 1944 te Eibergen met het doel een onderduiker op te sporen. 
Het deelnemen aan een onderzoek naar onderduikers op de boerderij van Rhebergen te Eibergen en tenslotte het zich voordoen ale illegale werker om op die wijze iets te weten te komen van de landbouwer Spanjaard te Eibergen over ondergronds werk en onderduikers. De gegevens zou hij hebben doorgegeven aan de commandant Poelman. 

Verdachte maakte voor het Hof niet de indruk een gevaarlijk man te zijn geweest en de getuigen konden te dien aanzien ook niet verhelderend werken. Lammers bestreed allereerst geweten te hebben dat de Landwacht een Duitse instelling was. Hij is er bij gegaan omdat hij meende dat de Landwacht alleen dienst deed wanneer er huizen van gebombardeerde landbouwers te bewaken waren. Toen hij merkte dat deze troep een geheel andere opgave had,  heeft hij ontslag genomen en is daarvoor zelfs nog gearresteerd geweest. 
Als eerste getuige werd gehoord de landbouwer Scheggetman met wie echter niet veel aan te vangen was, daar de man door zijn doofheid niet in staat was een verhoor te ondergaan. De President las daarom maar de verklaring voor, waarin hij reeds eerder verklaard heeft dat er huiszoeking werd gedaan om een onderduiker met de naam Jaap te zoeken. Toen ze deze en ook de getuige zelf niet vonden – zij zaten nl. in de hooiberg – namen ze de vrouw van S maar mee. Bovendien werd een busje met zilvergeld gevonden, dat eveneens meegenomen werd.
Bij deze huiszoeking is verdachte niet zo zeer op de voorgrond getreden. Het was zekere de Bruyn, die de leiding had en die brutaal is opgetreden. Dit gaf de Bruyn als getuige gehoord zelf toe. 

Het tweede punt betrof de opdracht om in Rekken naar illegalen te zoeken, waarbij de Bruyn en verdachte zich eveneens als illegalen moesten voordoen. Daartoe kregen ze een roodwit- blauwe armband en een Nederlands legerpistool. Ook in dit geval werd het eerste contact gelegd door de Bruyn en bleef verdachte op een afstand. 
Later is hij er wel bij geweest, doch toen kregen de werkelijke illegalen argwaan omdat verdachte met kaplaarzen en een zgn. “verkeerde” broek aanliep. 
Hetgeen ze te weten kwamen werd aan de commandant doorgegeven, waarvan een nachtelijke razzia op de Vossenbult het gevolg was. 
Getuige Spanjaard is hier zwaar mishandeld door de B. en naar hij verklaarde ook door verdachte, doch dit ontkent deze fel, terwijl ook de Bruyn verdachte vrijpleit. 

Het laatste punt is gebeurd op de boerderij van Rhebergen, waar verdachte met een aantal andere landwachters aan het jagen was. Bij deze gelegenheid stootte men op een gat in de grond, waarin klederen verborgen waren. Ook wapens lagen erin doch deze werden niet gevonden. 
Zowel de Bruyn als verdachte verklaarden, dat alleen de Bruyn met een ander naar de boer toegingen en dat Lammers zich er geheel buiten gehouden heeft. Rhebergen kon daarover niet gehoord worden, aangezien deze inmiddels naar Canada is geëmigreerd. 
De Advocaat-Fiscaal moest toegeven dat het bewijs niet overal even sterk is. Dit doet er volgens spr.weinig toe, daar de algemene omschrijving in ieder geval bewezen is. Verdachte heeft aan tal van acties meegedaan, aldus spr. zodat er geen aanleiding is hem uiterst mild te behandelen. Spr. vroeg derhalve 9 jaar gevangenisstraf met aftrek. 
Mr. v.Hoorn uit Lochem bestreed de opvatting van de Advocaat-Fiscaal dat de algemene tenlastelegging – het hulpverlenen aan de vijand – voldoende is om een dergelijke straf te rechtvaardigen. 
Het komt er volgens spr. op aan, hoe de landwachters zich gedragen hebben. En dan is Lammers zeker een van de minst slechten geweest. 
Spr.bestreed voorts dat L. aan tal van acties heeft deelgenomen en wees er op dat verdachte toen hij merkte wat er eigenlijk van een landwachter verlangd werd de benen genomen heeft en hiervoor zelfs vast gezeten heeft. 
Spr.vond dan ook de geëiste straf veel en veel te zwaar en vroeg uiterste clementie. Uitspraak op 17 november.a.s. 

19-11-1948
Tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld
Voor het Bijzonder gerechtshof te Arnhem heeft veertien dagen geleden W.Lammers uit Winterswijk terecht gestaan, omdat hij in de laatste maanden van 1944 toegetreden is tot de landwacht en in die functie te Eibergen en omgeving minder fraaie dingen zou hebben uitgehaald.
Ofschoon de getuigen toendertijd niet al te positief hun verklaringen konden afleggen, meende de Procureur- Fiscaal dat de schuld van verdachte vaststond. Hij eiste toen 9 jaar gevangenisstraf. 
Uitspraak doende heeft het Bijzonder Hof Lammers thans veroordeeld tot 5 jaar met aftrek en ontzetting uit de kiesrechten voor het leven.  (blz.360)

Lees verder

Nieuwe namen? Uitzoeken




Barg van den, Albert 22

Geb:
Ovl.: 30-04-1945 Sperenberg (Dld)
Ouders: Albert van den Berg en Aaltje Vorkink
Zie burg.stand Winterswijk 1947, nr.45
Ouders NSB?

Beestman, Bernard

Geb:06-07-1891 Woold
Ovl.:25-05-1945 Winterswijk
Noodlottig ongeval

Berg van den, Gerrit Hendrik 19

Geb: 07-12-1922 Winterswijk
Ovl.: 16-06-1942 Unna (Dld)
Boekdrukker
Ouders: Gerrit Hendrik van den Berg en Johanna Geertruida Ribbink
Zie burg.stand Winterswijk, 1946 nr.200

Holter, Gerhard

Geb: 13-09-1900 Enschede
Ovl: 21-03-1945 Doetinchem
Omgekomen: Bombardement Doetinchem
Misterstraat 14
Echtg: Grada Berendina Takke 1907-2000
Echtg: 06-11-1934 Dinxperlo

Hanna Margreet geboren 1943

Begraven Alg.begraafplaats Winterswijk

1968:
Holter.Mevr.G.B.Geb.Takke-Kapster Misterstraat77

1934

Hungerland, Wilhelmine

Janssen, Johanna Elisabeth

Geb; de Wardt (Dld) wonende te Gennep
Ovl.: 02-01-1945 Singelweg 3
Lft.:24 jaar
Zie burg.stand Winterswijk 1945

Koetse, Elisabeth

Geb; te Amersfoort
Ovl.: 07-01-1945 Elisabeth ziekenhuis
Lft.20 jaar
Ouders: Willem Koetse en Elisabeth Buijs
Zie burg,stand Winterswijk 1945

Kolstee te, Jan Willem Beck

Geb: 17-01-1926 Den Haag
Ovl.: 20-04-1945 Duitsland
Wonende te Winterswijk
Zoon van Cornelia Beck
Zie burg.stand Winterswijk 1952

Lako, Helena

Geb: te Wageningen, wonende te Gennep
Ovl.: 06-01-1945 Elisabeth ziekenhuis Winterswijk
Lft.:59 jaar, ongehuwd
Zie burg.stand Winterswijk 1945

Leemrijse, Hermanus

25 februari 1944, bombardement Venray.
Zou hij slachtoffer kunnen zijn?

Meerdink, Jan Albert

Jan Albert Meerdink, [woonde Meddo 30 bakkerij] nog geen aanwijzing gevonden.
Hij was een zwager van Gerrit Mulder. Peletier heeft blijkbaar met hem gesproken [zie deel 3b, blz.68]

Rog, Neeltje

Geb: 09-10-1879 Scheveningen
Ovl.: 22-03-1945 Winterswijk
Echtg.:Willem Dijkhuizen 1877-1937
Zie burg.stand Winterswijk 1945

Weenink, Catharina Gerhardina


Geb, 04-11-1920 Weurden 39 gaat als ze 8 jaar is met haar ouders naar Velsen en later naar Enschede. overl. 1944.
Zie slachtoffers met de naam W.

Wiggers, Gerrit Willem


Geboren 28 december 1906 – Winterswijk
Overleden 6 november 1944 – Menden, DEU, leeftijd bij overlijden: 37 jaar oud Besteller, groentenhandelaar

Aangifte pas op 06-03-1945. [akte 85]
Echtg. Johanna Wilhelmina Boesveld
Zijn vrouw komt uit Suderwick, maar heeft de Nedl.nationaliteit
Ze woonde vanaf 05-01-1939 Leliestraat 4 Daar is op 28-11-1943 een zoontje, 5 mnd oud, overleden
Ze hadden nog 6 kinderen.
Haar ouders, Boesveld-Lorwink, zijn later ook naar Winterswijk gekomen en hier overl. 1951 en 1952

Wijnhoven, Hubertine

Geb: te Wette ? (Dld), wonende te Gennep
Ovl.: 06-01-1945 Singelweg 3 Winterswijk
Lft.:34 jaar
Zie burg.stand Winterswijk 1945

Lees verder

H.G.E.Poelman

Heinrich Gerhard Emil Poelman
Geb: 16-04-1914 Gendringen
Overl: 21-05-1947 Oldebroek (Wezep)
Rozenstraat 26

Naar Winterswijk 06-13 juni 1941 (Graafschapbode)

Commandant Landwacht

Berucht landwachter overleden

Naar wij vernemen heeft de vroegere commandant van de Landwacht Winterswijk, H.Poelman, die zijn operatieterrein tijdens de Duitse overheersing in nagenoeg de gehele Achterhoek vond en berucht en gevreesd was, door ophangen in het kamp Wezep een einde aan zijn leven gemaakt.
30-05-1947 NWC

Afd.Commandant Hoofdschaarleider der afd.Winterswijk.
Landwachtkwartier: “Boer Balink”

Aantekeningen:


-Maart 1941 aanwezig bij overval op Sally Meijler in Aalten (Knipsels, blz.299,310)
-Opdracht huiszoeking bij Overmars te Winterswijk. (Knipsels,blz.323)
Veel huiszoekingen Poelman en Vossers (knipsels, blz.325)
-Beruchte roversgroep Poelman/Vossers (knipsels, blz.326)

– Hoe het bij Rougoor toeging. 
Op 22 aug.1944 verscheen t.H. met 4 andere landwachters op het erf van de landbouwer H.Rougoor te Sinderen. Rougoor zelf vertelde het Hof daarover. 
“Poelman informeerde waar ik de Joden verborgen had: hij noemde die bij naam en toen ik ontkende iets van deze Joden af te weten, sloeg Poelman mij tot ik bewusteloos werd, (Knipsels, blz.345)

Poelman
191,221,299,310,323,325,326,328,336,345,360,362,363

Lees verder

Stein, H

Weurden 57
Mevr.A.Stein-Peters

Hoofd Duitse School

Hoofd groep 10 mei 1940 Nederlands verklede Duitse soldaten Limburg

Bron: Delpher.nl

18-11-1946
“Herr” Stein ontsnapt
Volgens bij de politie alhier ingekomen bericht is uit het kamp “Lindenheuvel” bij Geleen in Limburg ontvlucht de beruchte H.Stein, destijds schoolhoofd van de Deutsche Schule alhier.
De man stond in Winterswijk destijds al zeer slecht aangeschreven; zijn reputatie werd er niet beter op, toen na de bevrijding bekend werd, dat hij voor 1940 in Nederland gespionneerd heeft, en tijdens de inval op 10 mei 1940 als commandant van een Duitse patrouille in Nederlands uniform in ons land verraderlijk is binnengevallen. Het is wel jammer, dat juist sujetten als deze man ontsnappen kunnen.

10 augustus 1946, De Waarheid
Bron: Delpher.nl
Bron: Delpher.nl

13-08-1946

28-01-1953 Nieuwe Winterswijkse Courant
Herr Stein
Iedereen in Winterswijk zal zich nog de Herr Stein herinneren, die in de bezettingstijd hoofd der Duitse school op het Sleeswijk was.
Deze Stein was reeds voor de oorlog als spion in ons land werkzaam. We willen daarover nu geen oordeel meer vellen; spionnage is een geoorloofd geacht verlengstuk van het militaire systeem in elk land.
Op 10 mei 1940 echter viel deze Herr als Duitse militair ons land binnen, in…… Hollandse militaire uniform! Daarover bestaat maar 1 kwalificatie: vies!
En zie, de vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken.
Deze zelfde Stein heeft onlangs namens de Bond vanuit Holland verdreven Duitsers een brief geschreven aan de W.Duitse minister van Buitenlandse zaken. In deze brief is hij wederom: vies!
Na aan de Duitse regering verzocht te hebben de zeven gevluchte oorlogsmisdadigers van Breda niet uit te leveren, op grond van “eigen bittere ervaringen” met Nederlandse “verhoorpraktijken” gaat Heer Stein verder: “zelfs wanneer de Nederlandse regering stukken zou overleggen, volgens welke de zeven oorlogsmisdadigers ernstige praktijken hebben toegegeven, dan nog verzoeken wij U aan deze ambtelijke documenten geen gehoor te schenken. Wij weten, hoe dergelijke bekentenissen tot stand kwamen; door pressie, mishandelingen en middeleeuwse folteringen van de verschrikkelijkste soort”
Tot ze ver meneer Stein.
Laat hem niet terug komen in ons land; de (nog levende) slachtoffers van de zeven misdadigers van Breda mochten hem eens herkennen.

AANTEKENINGEN:

Maart 1942: Stein geeft Duitse les in Winterswijk

Gesneuvelde militairen:
te obbicht l. H.G. Nijland 37 r.i.
Omgekomen door verklede Duitse militairen?

Nederlandse uniformen gemaakt o.a. bij Kleermaker ter Horst, Beukenhorstweg?

Lees verder

Catrien Weenink 23 jaar

WEENINK                   23 jaar
Roepnaam: Catrien
Voornamen: Catharina Gerhardina
Geb:04-11-1920 te Winterswijk
Overl.22-02-1944 te Enschede
Begraven: Oosterbegraafplaats Enschede
Ouders: Johan Wilhelm Weenink ( 01-10-1884 te Winterswijk-overl.12-01-1946 te Enschede) en (getr.28-04-1910 te Enschede) Frederika Johanna Tuithof (23-06-1887 te Apeldoorn-overl.15-02-1948 te Enschede)
Partner: Wilhelmus van der Veen (..-..-.. te ………..-overl…-..-..te)
Trouwdatum:..-..-.. te ……………
Kinderen:1 Carolina Aleida
Beroep:
Woonadres: Blekerstraat 271, Enschede
Groep:Burgerslachtoffer

Ze gaat in 1928 met haar ouders eerst naar Velsen en later naar Enschede
Getrouwd in 1940 met Wilhelmus van der Veen, textielarbeider [hij hertrouwde later met Maria Knegt]
Woonde in de oorlog Blekerstraat 271, Enschede. Dit is vlak bij de machinefabriek Sanders, die op 22-02-1944
bestookt is met brisantbommen. Ook haar dochter Karolina Aleida, [Lientje] 3 jaar komt dan om.

Het zou gaan om vergissingsbombardement maar volgens nazaat van Sanders:
Omdat de fabriek onderdelen maakte voor de V1 en V2-wapens van de Duitsers, was er volgens hem sprake van een bewust bombardement.
Zijn theorie wordt ondersteund door het feit dat de brisantbommen precies in de buurt van de fabriek vielen. En Sanders stond bij de geallieerden
op een lijst van ‘foute fabrieken’. Van het vliegtuig dat de brisantbommen afwierp, is in de archieven weinig terug te vinden, dit in tegenstelling tot
de 32 andere Liberators die Enschede bombardeerden. „Iets teveel toeval allemaal”, zegt Sanders.
Bron: Erna Kortschot

Bron: Delpher.nl
29-02-1944
Bron: Delpher.nl
Bron: Delpher.nl
Lees verder

Albert Hendrik Aleidus Odding

Geboren: 10-07-1913 Almelo
Overleden: 07-04-1991
In dienst: 01-05-1939
uit dienst: 01-11-1946
Agent van Politie
Vertrokken: Gemeente Politie De Bilt

Winterswijk, 02-06-1945
Bron: Delpher.nl
Lees verder