Zie ook Tweede Wereldoorlog – Mevr.Kuipers-Rietberg
Voetstuk geplaatst door leerlingen Technische school o.lv. leraar J.W.Gijsbers in de paasvakantie 1955. Voorzitter comite: J.R.Verwers Datum foto: 12-04-1955
H.K.H. Prinses Wilhelmina arriveert
04 MEI 1955
Alles maar dan ook „alles” was goed geregeld, met het oog op de komst van de hoge Gaste. Alle onbewaakte overwegen, waarlangs de Koninklijke trein Winterswijk naderde, waren „bewaakt” door spoorwegpersoneel en politie; op het perron was een verhoogd plankier aangebracht, waarvoor het Koninklijk rijtuig precies stil hield. Hier waren o.a. de Commissaris der Koningin, Jhr. Quarles van Ufford en Burgemeester J. Vlam ter begroeting aanwezig. De derde klas wachtkamer was omgetoverd ineen voorname receptiezaal, waar H.K.H. zich enige ogenblikken met Haar gevolg en de ter begroeting aanwezige gasten ophield. Door de speciaal nog aangebrachte nieuwe buitendeur van de wachtkamer begaf de Prinses zich tegen elven naar buiten, waar Haar auto’s gereed stonden. In dikke rijen stond het publiek bij het station opgesteld; een dertigtal rijksveldwachters zorgde hier voor de afzetting; vriendelijk wuivend in de langzaam rijdende auto vertrok H.K.H. naar het Plantsoen bij het Gemeentehuis, waar de onthullingsplechtigheid zou plaats vinden. ledereen wuifde terug; en nog wat onwennig maar hartelijk bedoeld weerklonk uit vele monden het „Leve de Prinses!” , Overal in Winterswijk hingen de vlaggen halfstok, Overal stond een dikke haag mensen langs de straten geschaard, waar de Koninklijke stoet langs reed. Dat oud-koningin Wilhelmina, de „Moeder van het Verzet”, deze dag in ons midden was en het standbeeld onthulde voor „Tante Riek” en voor alle vrouwen, die hun plicht voor het vaderland deden tot in de dood dat gaf wel een bijzondere kleur en nadruk aan deze dag voor Winterswijk!
TWEE VROUWEN: moeder des vaderlands en moeder van het verzet. Er is nooit een innerlijker confrontatie tussen deze beide Vrouwen geweest dan vanmorgen in Winterswijk. De regen, die de gehele morgen uit een grauwe lucht was neergesijpeld, had opgehouden en de zon brak met enkele verwarmende stralen door. Een vogel speelde met de kleine kluitjes aarde aan de voet van het monument van „Tante Riek”, het was een duif Een paar seconden geleden had H.K.H. Prinses Wilhelmina het monument, ter herdenking van mevr. Kuipers-Rietberg onthuld. Daarna trad zij enkele passen achteruit en aanschouwde met opgeheven hoofd het monument. Dit was het moment, waarop velen hun ontroering niet meer meester konden blijven. Het was het moment, waarop men zich niet alleen realiseerde, maar waarop men, meer dan ooit daarvoor, diep doorvoelde, dat er een hechte band is tussen tante Riek, de moeder van het verzet en prinses Wilhelmina, de moeder des vaderlands, en vanmorgen, aan de voet van het monument hebben allen gevoeld, wat wij in de barre oorlog aan deze vrouwen, en aan zoveel andere vrouwen tevens hebben te danken.
De moed van „Tante Riek” en van alle vrouwen herdacht en geëerd
Het monument voor ‘Tante Riek’ is een monument voor alle Nederlandse vrouwen in het verzet, in het bijzonder voor Helena Kuipers-Rietberg, schuilnaam Tante Riek. Het monument werd op 4 mei 1955 onthuld door prinses Wilhelmina in Winterswijk. Op 4 mei 1961 werd het monument opnieuw onthuld, omdat het op een hoger voetstuk was geplaatst
Het monument bestaat uit een staande vrouw met een jong, opgejaagd hert. De vrouw symboliseert de vrouw in het verzet die de vervolgden, weergegeven in het jonge hert, beschermt. Het monument is in 1953 ontworpen door de Amsterdamse beeldhouwer Gerrit Bolhuis. Het beeld stond in eerste instantie op een lage bakstenen sokkel. In 1961 werd het beeld op een hogere bakstenen poort geplaatst. Aan de zijkant van de poort staat een tekst:DE VIJAND WEERSTAAN
Ook zit er een plaquette op de bakstenen poort met een gedicht van F.C. Zwaal, een Winterswijkse predikant, deze luidt: ’T GELOOF HEEFT HAAR GEDRAGEN,DE LIEFDE GAF HAAR KRACHT,DE HOOP DEED NIET VERSAGEN,TOT REDDING WAS GEBRACHT
Voor de poort staat een plaquette voor Tante Riek. Hierop is het portret van haar te zien, uitgevoerd in brons. Ook deze plaquette is ontworpen door Gerrit Bolhuis. De tekst erop luidt:HIER STAAT U VOOR HET MONUMENT DAT OPGERICHTWERD TER NAGEDACHTENIS AAN MEVROUW H.T. KUIPERS-RIETBERG(TANTE RIEK) EN TER ERE VAN DE NEDERLANDSE VROUWEN IN HET VERZETTANTE RIEK NAM HET INITIATIEF TOT OPRICHTING VAN DE LANDELIJKEORGANISATIE VOOR HULP AAN ONDERDUIKERS (DE L.O.) DIE IN DEOORLOGSJAREN 1940-1945 ONGEVEER 300.000 ONDERDUIKERS VERZORGDEEN DAARDOOR ZEER BIJDROEG TOT DE BEVRIJDING VAN ONS VADERLANDZIJ WERD GEBOREN 26 MEI 1893 TE WINTERSWIJK EN STIERF OP27 DECEMBER 1944 IN HET CONCENTRATIEKAMP TE RAVENSBRÜCKH.K.H. PRINSES WILHELMINA DER NEDERLANDENONTHULDE DIT MONUMENT OP 4 MEI 1955 Bron: Wikipedia
Opdracht februari 1941 aan Gerrit Bolhuis. Eisen bezetter: -Onthulling in alle eenvoud -Uitnodigingen op beperkte schaal -Geen publicatie in dagbladen -Niet bij gemeentehuis, maar op alg.begraafplaats -Onopvallend, achteraan, niet zichtbaar van de weg.
Eind 1942 is monument klaar.
1945: 29 juni (verjaardag Prins Bernhard) Onthulling gemeentehuis
Het monument
Vorm en materiaal Het ‘Monument voor de Gevallenen’ in Winterswijk is een wit natuurstenen beeld van een staande vrouwenfiguur met een bloem in haar hand. Het beeld is geplaatst op een zuilvormig voetstuk. Op de sokkel is een plaquette van Impala-graniet aangebracht.
Bolhuis: ‘een gesluierde vrouwenfiguur die een bloem in haar hand houdt. De weemoedige houding dezer figuur is direct gericht op de nagedachtenis der gevallenen; jeugdige schoonheid een symbool voor het leven, dat voortgaat zich te vernieuwen, troostend voor de nabestaanden’
Teksten De tekst op de plaquette luidt:
‘AAN DE GESNEUVELDEN VAN WINTERSWIJK 10 – 14 MEI 1940 EN AAN DE PLAATSGENOTEN DIE ZIJN OMGEKOMEN DOOR DE HAND VAN DE BEZETTER 1940 – 1945′.
In het voetstuk staan de namen gebeiteld van zestien militairen uit Winterswijk die in de meidagen van 1940 zijn omgekomen.
Achterzijde: In dankbare herinnering van Winterswijks bevolking aan haar plichtsgetrouwe medeburgers.
Links: op den grebbeberg th.g. bloemers 8 r.i. h. bruntink 8 r.i. j.th.a. flint 8 r.i. b.w. geurkink 8 r.i. t.a. te lintum 8 r.i. o.g. neuschäfer 11 r.i. g.j. römer 8 r.i. j.h. stemerdink 8 r.i. j.h. vriezen 8 r.i. te obbicht l. h.g. nijland 37 r.i.
Rechts: te barneveld w.j. rauwers 7 e.w. j.w. te sligte 8 e.w. te rotterdam b.c.m. brugman 32 r.i. g. wassink 32 r.i. te dordrecht j.a. peters 8 r.i. te culemborg g.w. wiggers 11 r.i
Bij de onthulling van het Monument voor de oorlogs-gevallenen.
Ons volk vergeet zijn helden niet, Die voor de vrijheid streden, Die, trots des vijands overmacht, Hun moed en trouw beleden! Zij streden saam, zij waren één, Als Neêrlands beste zonen, Om inde dagen van gevaar Hun dapperheid te tonen!
Het monument, te hunner eer, Spreekt ons van grote rouwe; „Rust zacht, Gij vrienden; Gij die waart Tot inde dood getrouwe.” Het monument zal t’aller tijd’ aan ’t nageslacht verkonden Dat Hollands roem, als eeuwen her, Ook thans bleef ongeschonden.
’t Blijv’ niet bij stoff’lijk huldeblijk Dat dank en eerbied stichtten; Moog’ elk van ons, óók in zijn hart Een ereteken richten! Zij hebben inde zware strijd Zich voor hun land gegeven; Ons bleef óók nog een taak, een plicht, Als opdracht voor het leven!
Aan óns de taak het dierbaar pand Der vaad’ren te bewaren; Moog’ Neêrlands volk, als één geheel, Vast om de troon zich scharen! Wat kerk wij zijn, wat rang of stand, O, dat ’t ons nimmer scheide, Doch ieder, naar zijn aard en kracht, Aan ’t Landsbelang zich wijde!
Wel zal de taak, ons opgelegd, Ons aller krachten vragen; Maar ’t offer was dan niet vergeefs, ’t Zal schone vruchten dragen!
Geboren: 21-05-1922 Winterswijk Overleden: 09-01-2017 Beverwijk Koerierster van het verzet Verzetsherdenkingskruis 1983
Knokploeg St.Pancras
Ouders tevens in verzet. Vader:Gerrit Jan Engelbertus Hendrikus Kuenen Geb:29-01-1895 Winterswijk Ovl: getr.25-10-1917 Moeder: Gerritje Johanna Theodora Roelofswaard Geb:plm.1893 Enschede Ovl:
Broers: tevens in verzet: Jan Kuenen 13-01-1918 Aalten Engelandvaarder Opgeleid Engeland geheim agent. Omgekomen:01-06-1944 Gilze-Rijen Op 22 september 1945 met militaire eer begraven. Kruis van Verdienste Kuenenplein Beverwijk (Raadsbesluit 16 mei 1950) Erelijst van Gevallenen, blz.1359
Wim Kuenen 01-01-1921 Aalten Werk;Hoogovens Opgepakt: 16 april 1944 Munnikenweg 100 Vrijgelaten 3 mei 1944.Oorlog overleefd. Overleden:30-09-2009 Beverwijk
Evacuee Denzelfden dag (28 Sept.dus) werd enkele uren later een tweede aanval op dit punt gedaan, waarbij helaas wel slachtoffers vielen. In de onmiddelijke omgeving van perceel L 190, langs de spoorlijn gelegen, werden twee deerlijk verminkte lijken gevonden. Bij identificatie bleken de slachtoffers twee jongens te zijn te weten: J.H. Wagemans, 15 jaar, wonende te Cuijk en alhier geevacueerd. Henri van Ardennen, 12 jaar, wonende te Rijswijk en eveneens hier geevacueerd.
BAUR, HEINZ 18 Jaar
Geb:09-06-1926 Prüm Ovl:31-03-1945 Winterswijk
Een v.d. laatste twee Duitse soldaten in Winterswijk. Door de geallieerden neergeschoten nabij School O
Blekkink
Corle Oostfront
Derksen, Wilhelm Gerhard
Rottenführer Geb.12-04-1924 Bocholt ( Wonende te Aalten) Ovl.: 24-02-1945 Apeldoorn Betr.bij fusillade Dokkum 20 politieke gevangenen
Het executie-peleton bestond uit 4 Duitsers (hoge rang), 7 Belgen en 2 Nederlanders, waaronder de Winterswijker. Hij was er verantwoordelijk voor, dat vele onderduikers en verzetstrijders in handen van de Sicherheitsdienst (S.D.) vielen. Velen van hen kregen de doodstraf nadien. Ook gekeken waar hij gebleven is: Hij is een maand later al overleden op 24-02-1945 door ziekte te Apeldoorn.
ENDE VAN DER JOHANNES 12 Jaar
Evacuee Op 16 Febr. ’45, ’s middags ongeveer kwart over een, werden door twee Amerikaansche bommenwerpers een 30-tal brisantbommen boven onze gemeente afgeworpen, 14 splinterbommen van zwaar kaliber (80 lb.) kwamen in de omgeving van perceel Oostervoort 48 terecht. Dit had tot noodlottig gevolg, dat twee personen, die zich voor genoemd perceel bevonden, door scherven doodelijk werden getroffen, t.w.: G.E. Lammers, wonende Iepenstraat 20, en J.F. v.d.Ende, wonende te Gouda en alhier geevauceerd in de Berkenstraat 32.
ENSERINK, EGBERT 33 Jaar
Erelijst van Gevallenen
Eppie (Egbert Enserink ) zat in het verzet in Gorssel. 33 jaar. De hele familie was gelovig en fanatiek in het verzet. Zijn broer was al naar een kamp gestuurd en zijn vader ondergedoken. Eppie ging echter gewoon door, maar werd verraden. Hij werd weggevoerd naar Gladbeck en moest puinruimen begin 1945. Hij raakte ondervoed en uitgeput en werd op sterven na dood op straat gegooid.Strompelend ging hij op weg naar liefst thuis in Gorssel. Een vrachtwagen pikte hem op, maar Gorssel zou te ver zijn. Hij kwam terecht in het Algemeen Ziekenhuis in Winterswijk. Zijn vader, broer en zijn echtgenote konden hem daar nog zien . Op zijn vreselijk vervallen gelaat kon hij nog een glimlach toveren en zei: ‘Veilig in Jezus armen’ . Egbert Enserink 04-02-1945 Erelijst van Gevallenen, blz. 823, no.5. Zijn broer heeft hem met de wagen mee naar huis genomen. Zelf kon de familie niet naar de begrafenis i.v.m. hun verzetsactiviteiten. Een krans van onderduikers dekte de eenvoudige kist.
FEKKES-BOGAERDT VAN DEN ,JOHANNA MARIA 43 jaar
Echtgenote van Willem Fekkes
5 October 1944 werd op de Misterweg, ter hoogte van perceel B 93, een auto door Jabo;s met de boordwapens beschoten. De auto brandde geheel uit en tusschen de wrakstukken werden twee geheel verkoolde lijken gevonden. Het bleken te zijn:
Johanna Fekkes-Bogaerdt, oud 43 jaar, wonende te Rotterdam, en Maria Fekkes, oud 21 jaar, eveneens te Rotterdam woonachtig. (zie Maria Fekkes)
FEKKES, MARIA JOHANNA 21 jaar
5 October 1944 werd op de Misterweg, ter hoogte van perceel B 93, een auto door Jabo;s met de boordwapens beschoten. De auto brandde geheel uit en tusschen de wrakstukken werden twee geheel verkoolde lijken gevonden. Het bleken te zijn: Johanna Fekkes-van den Bogaert, oud 43 jaar, wonende te Rotterdam, en Maria Fekkes, oud 21 jaar, eveneens te Rotterdam woonachtig.
Gerz, Adriana
Geb 17-04-1894 Delft Ovl.;21-03-1945 Winterswijk Echtgenoot: 09-08-1921 Hendrikus Johannes Martinus van Weert
GOKKE, NICOLAAS DOMINICUS ANTONIUS 32 jaar
Evacuee- NSB
Bij een luchtaanval op het Spoorwegemplacement van 9 Maart, ’s namiddags plm. 2 uur, kwamen bommen neer op de Parallelweg en op Keizers. De verwoesting was groot. Deze aanval kostte twee menschenlevens. Gedood werden: E.H.W.Weenink, 41 jaar, Keizersdwarsweg 6 en M.L. Lichtenberg, 24 jaar, Iepenstraat 20. Genoemde Weenink was een S.D.-agent en had zich juist ingewerkt in een illegale strijdersgroep met het doel de zaak “op te rollen”. Ook in de Leliestraat en omgeving vielen bommen, die behalve aanzienlijke vernielingen, ook weer twee slachtoffers maakten, t.w.: J.B.Huitink, 54 jaar, 3e Gasthuisstraat 17, en
de evacue N.D. Gokke, 32 jaar, Leliestraat 11 I.
JAGERSBERG , GUNTHER 25 Jaar
Geb:27-05-1920 Ovl:31-03-1945 Winterswijk
Duitse soldaat Een v.d. laatste twee Duitse soldaten in Winterswijk. Door de geallieerden neergeschoten nabij School O
JANSEN , JAN 33 jaar
Tenslotte vielen op 28 maart 1945 ook bommen in de omgeving van de Scholtenenk, waarbij helaas ook weer slachtoffers vielen. Gedood werden: L.ter Horst en
J.Jansen (afkomstig uit Utrecht)
KEMPEN VAN, HENDRIK JOSEPH 41 jaar
Brandweerpolitie
Denzelfden dag (28 Sept.dus) werd enkele uren later een tweede aanval op dit punt gedaan, waarbij helaas wel slachtoffers vielen. In de onmiddelijke omgeving van perceel L 190, langs de spoorlijn gelegen, werden twee deerlijk verminkte lijken gevonden. Bij identificatie bleken de slachtoffers twee jongens te zijn te weten: J.H. Wagemans, 15 jaar, wonende te Cuijk en alhier geevacueerd. Henri van Ardennen, 12 jaar, wonende te Rijswijk en eveneens hier geevacueerd. Door boordvuur werd ook nog een opperwachtmeester van de Brandweerpolitie doodelijk getroffen
Leemkuil,J.A.
Jan Albertus Leemkuil Geb: 23-01-1916 Winterswijk Ovl.01-02-1942
W.A.man Oostfront
LUXEN, JANKE 49 jaar
12 maart 1896 Leeuwarden -21 maart 1945 Winterswijk Ouders: Jan Eeltjes Luxen en Aaltje Alberts Oltmans
Evacuee In den namiddag van 21 maart 1945, ongeveer half vijf, werden door overvliegende bommenwerpers 8 brisantbommen afgeworpen, die neerkwamen op de Groenloscheweg en omgeving, op dezelfde hoogte van de punten, die den vorigen dag reeds getroffen waren. De gevolgen waren verschrikkelijk. De perceelen Groenloschenweg 32 en 34 werden getroffen, en fel laaide een brand op. Door personeel van de Opruimings- en Herstellingsdienst werden 5 lijken geborgen. De slachtoffers waren Mevr.Willink en vier leden van een geevacueerde Haagsche familie, de heer en Mevr. v.Santen en dochter, en J. Luxen, eveneens een evacuee, die tijdelijk hun intrek hadden genomen in dit perceel.
MEIJER, GERHARDUS 46 Jaar
Gefusilleerd Meijer was de kapitein van de Staatsbrandweerpolitie die in het kantoor van de staf daarvan werd neergeschoten door de Duitse verbindingsofficier Wilkens, nadat hij geweigerd had de ca. 120 man die niet ondergedoken waren af te marcheren naar Doesburg om ze in handen te stellen van de O.T. Hij was zelf ook NSB’er, maar dit ging hem zelfs te ver. ‘Zijn vrouw maakte het verhaal zó, dat hij door de Duitsers geëxecuteerd was, zodat hij als verzetsman begraven kon worden en zij het pensioen kon toucheren.’
Op de grafsteen staat: Mijn lieve man Gerhardus Adelbert Meijer werd op 10 oct.1944 te Winterswijk door de Duitschers gefusllieerd, Hij stierf aldaar in den ouderdom van 46 jaar. Rust in vrede Gerhard.
Geb:22-06-1919 Velsen Ovl.:05-04-1945 Winterswijk Maarten huwde Velsen circa eind maart 1941 Geertruida Pauwels geboren Velsen circa 29-12-1923 Schilder
Maarten is overleden op het adres Eelinkstraat 37 Winterswijk waar toen het ziekenhuis gevestigd was. Volgens een aantekening gevonden in het archief van Tata Steel (stuk TaCoHo1199) is Maarten slachtoffer van een bombardement op Winterswijk. Winterswijk werd op 31 maart 1945 bevrijd.
Vlgs. gegevens familie was Maarten gelegerd in een school.
Dit zou dan moeten verwijzen naar het bombardement van 28 maart 1945:
Bij School C, waar een aantal spitters was ingekwartierd, werden een aantal menschen min of meer ernstig gewond. (Bron: Lelieveld)
Maarten is vermeld op het Hoogovenmonument aan de Wenckebachstraat te Velsen-Noord.
Maarten huwde Velsen circa eind maart 1941 Geertruida Pauwels geboren Velsen circa 29-12-1923, dochter van Cornelis Pauwels en Jansje Johanna Maria Verdikt. In de IJmuider Courant van 31-03-1941 is als woonadres Velserduinweg 97 vermeld inwonend bij C. Pauwels. Weduwe Post-Pauwels woont in 1952 J.P. Coenstraat 11 IJmuiden.
De ouders van Maarten zijn Simon Post Huwde Maria den Dulk geboren ‘s-Gravenhage circa 1887, overleden Velsen 29-07-1960.
In 1930 woonde de familie Post Wijk aan Zeeërweg 75 IJmuiden, in 1933 Napierstraat 24 en in 1940 Bloemstraat 18.
Maarten Post is begraven op de Westerbegraafplaats te IJmuiden Vak/rij/nummer: NOZ 122
PRINSEN-DEUNK, JOHANNA BERENDINA HENDRIKA
Geb:31-12-1906 Winterswijk Ovl:28-09-1944 Nijmegen Getrouwd: 28 april 1932 Willem Gijsbert Prinsen (17-04-1905 W’wijk – 16-08-1968 Arnhem) Bominslag op de Van Heutzstraat 10 Nijmegen
ROEMERS-MALINA, Maria Magdalena 43 Jaar
Geb.:08-10-1900 Feld (Dld) Echtg.: Peter Josef Roemers geb:25(22)-01-1896 Charneuse (Belgie) Wonende later Vorden, ovl.te Zutphen 13-12-1958 Kinderen: Katharina (1921) Joseph (05-03-1922- 01-12-2010) Peter (1924) Karl (27-03(04)-1926-18-03-1997) Allen geboren te Gladbeck
Vermoord Moordzaak Op 12 juni 1944 werd bij de politie de verdwijning gemeld van de 43-jarige Duitse vrouw Roemers. Die morgen zou zij met de 60-jarige O. zijn meegegaan naar het Woold .Een week later werd zij daardoor aangetroffen. Na intensief onderzoek, geleid door Velle, volgde enkele weken later door de Gestapo in Duitsland de arrestatie van de Winterswijker O. Hij bekende het slachtoffer in het Woold met de scherpe kant van een schop om het leven te hebben gebracht. Nadien had Velle de schedel van de Duitse vrouw op zijn bureau staan, In de kaak bevonden zich gouden tanden. Velle had het hoofd meegenomen, het uitgekookt en daarna op zijn bureau geplaatst. Hij begroette het iedere morgen met een opgewekt “Goede morgen, Malina”; velen ergerden zich daaraan, Velle zei destijds zelf over die schedel: “Deze schedel is van het slachtoffer en binnenkort staat de schedel van de dader ernaast.” Toen deze zaak bekendheid kreeg, wekte dit de nodige opschudding, waarna de schedel in beslag werd genomen en bijgezet in het graf van de vermoorde op het R.K.Kerkhof.
AANTEKENING: Wie is NSB -P.J.Roemers, echtg.: E.J.B.Jansen, Parallelweg 68
Juni 1937: Gekomen P.J.Roemers, Molenpad 72 van Gladbeck
SANTEN VAN, CORNELIS 52 jaar
Evacuee In den namiddag van 21 maart 1945, ongeveer half vijf, werden door overvliegende bommenwerpers 8 brisantbommen afgeworpen, die neerkwamen op de Groenloscheweg en omgeving, op dezelfde hoogte van de punten, die den vorigen dag reeds getroffen waren. De gevolgen waren verschrikkelijk. De perceelen Groenloschenweg 32 en 34 werden getroffen, en fel laaide een brand op. Door personeel van de Opruimings- en Herstellingsdienst werden 5 lijken geborgen. De slachtoffers waren Mevr.Willink en vier leden van een geevacueerde Haagsche familie, de heer en Mevr. v.Santen en dochter, en J. Luxen, eveneens een evacuee, die tijdelijk hun intrek hadden genomen in dit perceel.
SANTEN VAN-VAN BAALEN, JOHANNA 49 jaar
Evacuee In den namiddag van 21 maart 1945, ongeveer half vijf, werden door overvliegende bommenwerpers 8 brisantbommen afgeworpen, die neerkwamen op de Groenloscheweg en omgeving, op dezelfde hoogte van de punten, die den vorigen dag reeds getroffen waren. De gevolgen waren verschrikkelijk. De perceelen Groenloschenweg 32 en 34 werden getroffen, en fel laaide een brand op. Door personeel van de Opruimings- en Herstellingsdienst werden 5 lijken geborgen. De slachtoffers waren Mevr.Willink en vier leden van een geevacueerde Haagsche familie, de heer en Mevr. v.Santen en dochter, en J. Luxen, eveneens een evacuee, die tijdelijk hun intrek hadden genomen in dit perceel.
SANTEN VAN, EMMY 16 jaar
Evacuee In den namiddag van 21 maart 1945, ongeveer half vijf, werden door overvliegende bommenwerpers 8 brisantbommen afgeworpen, die neerkwamen op de Groenloscheweg en omgeving, op dezelfde hoogte van de punten, die den vorigen dag reeds getroffen waren. De gevolgen waren verschrikkelijk. De perceelen Groenloschenweg 32 en 34 werden getroffen, en fel laaide een brand op. Door personeel van de Opruimings- en Herstellingsdienst werden 5 lijken geborgen. De slachtoffers waren Mevr.Willink en vier leden van een geevacueerde Haagsche familie, de heer en Mevr. v.Santen en dochter, en J. Luxen, eveneens een evacuee, die tijdelijk hun intrek hadden genomen in dit perceel.
Overlevende zoon: Leo van Santen (1928-24-06-2014 Raalte)
Op een dag kwam hij tegen het eind van de middag terug op de boerderij en vertelde, dat Emmy van Santen, een vriendinnetje uit mijn klas, samen met haar vader en moeder bij een bombardement die dag gedood was. Ze was een van mijn beste vriendinnen en we hadden samen in een vriendinnenclubje gezeten, dat elke zaterdagavond bij één van ons bij elkaar kwam, totdat dat niet meer ging wegens de avondklok. Die avondklok wilde zeggen, dat iedereen na 8 uur ’s avonds niet meer buiten mocht zijn. Werd je gesnapt, dan gold het standrecht, wat betekende, dat je ter plaatse doodgeschoten kon worden. Maar veel tijd om toen bij Emmy’s dood stil te staan was er niet, want er gebeurde van alles.
Zie verhalen Riet Addink- van den Berg
SELLE TE, BERTUS 29 Jaar
Selle te, Bertus Jacobus Burgerslachtoffer Ravenhorsterweg Geb:24-07-1915 te Winterswijk Overl:20-03-1945 te Winterswijk Ouders: Derk Willem te Selle en Grada Johanna Demkes Partner:Janna Geertruida Slotboom Beroep: Timmerman Groep: Burgerslachtoffer Ravenhorsterweg Bombardement Bron:W.Lelieveld
SELLE TE, DERK 56 jaar
Selle te, Derk Willem Burgerslachtoffer Ravenhorsterweg Geb:03-06-1888 te Winterswijk Overl:20-03-1945 te Winterswijk Ouders: Bertus Johannes te Selle en Theodora Berenschot Partner:Garda Johanna Demkes Beroep: Timmerman/aannemer Groep: Burgerslachtoffer Ravenhorsterweg Bombardement Te Selle Derk, NSB-vader van Bertus. Bron:W.Lelieveld
Hulpbesteller PTT Geb:11-02-1926 Haarlem Ovl.:20-06-1945 Winterswijk
TROMPETTER, GESIENA 29 Jaar
Geb: plm.1915 te Amsterdam Ovl: 07-07-1943 Winterswijk Echtg: 1934 – Antonius Hendrik Bakker (12-06-1909 Amsterdam )
Moord? ten huize van J.F.Velle Op 7 juli 1944 was het de opperluitenant Velle zelf die politieassistentie nodig had. Hoofdwachtmeester Renshof werd door rechercheur Odding verzocht om zich zo spoedig mogelijk naar de woning van Velle te begeven op het Weurden 55. Hij trof daar rechercheur Odding, Velle en de zwaargewonde. 29 jaar oude huishoudster van Velle aan, die zich volgens Velle en Odding met het dienstpistool van Velle, dat toevallig op het bureau lag, door het hoofd heeft geschoten. Aanleiding tot deze zelfmoord: angst en onzekerheid omtrent de afloop van de oorlog en het feit dat Velle haar de deur had gewezen. Enige dagen daarvoor had de vrouw van Velle Winterswijk verlaten, omdat Velle een verhouding had met de huishoudster. Velle had wroeging over het vertrek van zijn vrouw. Hij verzocht zijn huishoudster de woning te verlaten; hij wilde zijn buitenechtelijke verhouding met haar beeindigen, omdat hij zijn vrouw weer thuis wilde hebben. Ze zei:”Nou Jean, ik ga vanavond nog weg.”. Hierop liep ze naar het bureau, greep het dienstpistool en schoot zich door de rechterslaap. Diezelfde avond overleed de huishoudster, zonder nog bij kennis te zijn. Van deze zelfdoding werd door de Winterswijkse gemeenschap met gemengde gevoelens kennis genomen. Velle verzuimde de autoriteiten van dit voorval in kennis te stellen en tekende daarmee in feite voor zijn eigen gedwongen overplaatsing. Was het zelfmoord?
Onderzoek:
Op 27 maart 1943 ontving de politie van Kerkrade een brief van een zekere K. met de volgende inhoud: Zeer Geachte Heer, Als N.S.B.-er voel ik mij verplicht u mede te deelen dat in ’t Smulhuis te Bleijerheidestr. 2 meisjes aan ’t bedienen zijn die van joden afkomst zijn ’t zijn de twee gezusters Trompetter, de oudste ervan staat aan de cassa en voor de bediening de jongste is voor de bediening. Als jood zijnde behooren ze aan ’t werk en niet als winkelmeisjes die plaats kan ’n ander bekleeden. Hopende dat mijn bericht aan ’t goede adres is verblijf ik in afwachting een getrouw N.S.B.-er.
In Kerkrade in oorlogstijd werkte in een ijssalon een Margaretha en Gesina Trompetter (zussen). Betr. politieman oordeelde dat zij half-joods waren.
Mij is nog niet duidelijk of het om dezelfde Gesina gaat, maar wellicht kan het een aanknopingspunt zijn.
Onderzoek: Broers en zusters (vlgs.Pondes) Anna Maria Trompetter Johannes de Roos Maria Catharina Trompetter Koert Frederik Meijer Albertus Johannes Trompetter Tona Cornelia Maria Runge
WAGEMANS, JOHANNES 15 jaar
Evacuee Denzelfden dag (28 Sept.dus) werd enkele uren later een tweede aanval op dit punt gedaan, waarbij helaas wel slachtoffers vielen. In de onmiddelijke omgeving van perceel L 190, langs de spoorlijn gelegen, werden twee deerlijk verminkte lijken gevonden. Bij identificatie bleken de slachtoffers twee jongens te zijn te weten: J.H. Wagemans, 15 jaar, wonende te Cuijk en alhier geevacueerd. Henri van Ardennen, 12 jaar, wonende te Rijswijk en eveneens hier geevacueerd.
WEENINK, E.H.W. 41 jaar
Bij een luchtaanval op het Spoorwegemplacement van 9 Maart, ’s namiddags plm. 2 uur, kwamen bommen neer op de Parallelweg en op Keizers. De verwoesting was groot. Deze aanval kostte twee menschenlevens. Gedood werden E.H.W.Weenink, 41 jaar, Keizersdwarsweg 6 en M.L. Lichtenberg, 24 jaar, Iepenstraat 20. Genoemde Weenink was een S.D.-agent en had zich juist ingewerkt in een illegale strijdersgroep met het doel de zaak “op te rollen”.
WIGGERS, GERRIT WILLEM 37 jaar
Geb: 28-12-1906 te Winterswijk Overl:06-11-1944 Menden, DEU Ouders: Berend Hendrik Wiggers (ovl.10-11-1944) en Hendrika Willemina te Lindert Partner: 19-01-1929 Johanna Wilhelmine (a) Boesveld Beroep: Besteller, groentenhandelaar
WINKEL TE, JOHAN 64 Jaar
Burgerslachtoffer Inslagstraat 22 Geb:28-06-1880 te Winterswijk Overl.:10-12-1944 te Winterswijk Ouders:Berend Hendrik te Winkel en Aleida Christina ten Haken Partner:Engelina Bartha Truitje Bloten Beroep:Winkelier Groep:Burgerslachtoffer Inslagstraat 22 Begraafplaats: Winterswijk Bron:W.D.Lelieveld. Oprichter NSB Winterswijk
WINKEL TE-BLOTEN, ENGELINA 48 jaar
Bloten,Engelina Bartha Truitje Burgerslachtoffer Inslagstraat 22 Geb:01-12-1896 Westervoort Overl:10-12-1944 Winterswijk Ouders: Jan Bloten en Mina Aleida Weggelaar Partner: Johan te Winkel Groep: Burgerslachtoffer, Inslagstr.22 Begraven: Begraafplaats Berkenhove Aalten Bron:W.D.Lelieveld
Op 4 februari 1944 maakte B-17 42-3500 van de 482 Bomb Group een noodlanding bij Meddo/Winterswijk. Piloot David G. Alford zette het toestel alleen aan de grond, de rest van de 12 bemanningsleden was al boven Duitsland gesprongen. Bron: Crashmuseum
David Williams heeft in Duitsland krijgsgevangen gezeten tot april 1945.
Vereniging Het Museum organiseert in dit Jaar van Verzet een grote tentoonstelling rond het werk van de in Winterswijk geboren Joodse schilder Max van Dam. Vrijdag 1 juni wordt de expositie geopend, die op meerdere plekken in Winterswijk en Aalten te zien is. Wie was Max van Dam? Hoe verliep zijn vlucht voor de nazi’s naar Zwitserland en hoe kwam hij aan zijn eind in het vernietigingskamp Sobibor? Hans Tenbergen (bekend van de site oudwinterswijk.nl) dook in Van Dams verleden.
Door Hans Tenbergen
Max van Dam wordt op 19 maart 1910 geboren in Winterswijk, als zoon van Aron van Dam en Johanna Leviticus en broer van Roosje (1911) en Henriëtta (1921). Het gezin woont dan op de Wooldseweg 8. Aron werkt bij Zwanenberg bij het voormalige Fortuna-veld, maar wordt later directeur van coöperatie De Dageraad. In 1919 komt hij voor de SDAP in de gemeenteraad. Hij schuwt niemand. Ook niet zijn geloofsgenoot maar politiek tegenstander, de liberale wethouder Poppers, die hij in 1921 van valse belastingaangifte beschuldigt. Hij maakt dus niet altijd vrienden, zoals ook de latere burgemeester dr. W. Bos geen vriend van hem zou worden.
Intussen is het gezin verhuisd naar de Groenloseweg 27. De kinderen bezoeken de Nutskleuterschool op de Zonnebrink en school L op de Sleeswijk. De Van Dams zijn niet alleen socialistisch, maar ook sociaal. Vaak helpen ze arme mensen.
Eigenzinnig Max mag graag lezen. Resultaat voor zijn studie (aan de RHBS, 1922-1929) levert dat echter niet op. Hij moet de vierde en de vijfde klas overdoen. Zelfs zijn cijfers voor tekenen zijn niet geweldig: zesjes, soms een vijf en vaak een zeven. Maar op zijn eindexamenlijst prijkt ineens een negen. Max en zijn ook bekende leraar/tekenaar/schilder Marius Johan van Dugteren zijn het niet altijd eens over Max’ artistieke eigenschappen. Max: “Ik heb geen zin om sigarenkistjes te tekenen, ik ga liever mijn eigen gang.” Ook later krijgt de eigenzinnige Max hier met andere opleiders problemen over.
Wie wel van Max gecharmeerd raakt, is dr. Jaap Hemelrijk, een geboren Winterswijker, SDAP-er, leraar en schrijver. Vader Aron voelt er weinig voor om Max een kunstopleiding te laten volgen, maar Hemelrijk overreedt hem om Max schilderkunst te laten studeren in Amsterdam. Directeur van zijn opleiding is Huib Luns, de vader van de grote Joseph Luns, secretaris-generaal van de NAVO.
Max’ grote voorbeelden zijn Vincent van Gogh en Käthe Kollwitz, die de kunstwereld shockeerde met schilderijen van minderbedeelden en onderdrukten. In 1934 maakt Max voor het bedrijf van zijn vader, De Dageraad, het bekende glas-in-loodraam. Dat werk schiet Luns door de politieke afbeelding echter in het verkeerde keelgat en hij laat Max vallen. Max houdt het voor gezien in Nederland en verhuist naar Antwerpen. Hij gaat er studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, onder leiding van de bekende portrettist Isidoor Opsomer. Onder andere door geldgebrek woont hij in bij de familie Waisvisz-Reich. Hij houdt intussen een goed contact met Jaap Hemelrijk, die dan rector is in van het gymnasium in Alkmaar en Max steunt waar hij kan.
Max gaat in 1936 op studiereis. Alleen naar Italië. Eerst naar Venetië, de stad van kunst en gondels. In Italië bezoekt hij veel tentoonstellingen en verdiept zich in de kunstgeschiedenis vanaf de renaissance.
Op 2 maart 1937 is Max terug in Winterswijk en houdt een tentoonstelling van zijn werk in Sociëteit De Eendracht, waar Jaap Hemelrijk de opening mag verrichten. Maar veel werk verkoopt hij er niet: slechts drie tekeningen.
Jodenhaat De toestand in Europa, met het opkomende nationaal socialisme en de Jodenhaat vanuit Duitsland, houdt Max erg bezig. De Joodse schrijver Jacob Hiegentlich (1907) is inmiddels een goede vriend. Hiegentlich draagt zijn roman ‘Onbewoonbare wereld’ aan Max op. Het boek gaat over ‘de opkomst van de NSB en de alles verdrukkende, cultuurverstikkende bedreiging van de mentaliteit die met deze fascistische organisatie samenhangt’. De hoofdpersoon in de roman pleegt zelfmoord. Ook Jacob zelf maakt een einde aan zijn leven tijdens het bombardement van 14 mei 1940 op Rotterdam. Hij wil het allemaal niet meer mee maken.
Max verkeert steeds vaker in kringen die zich sterk bewust zijn van de gevaren van nazi-Duitsland. Hij voert veel gesprekken met Fré Cohen en Jaap Hemelrijk. Het socialisme, het zionisme, het Marxisme en het Joodse zelfbewustzijn zijn de terugkerende thema’s.
Prix de Rome Max raakt in de war. Hij komt zelfs in aanvaring met Opsomer tijdens een tentoonstelling, waar hij zijn zinnen had gezet op de befaamde Prix de Rome, een prestigieuze prijs voor talentvolle schilders en architecten in Nederland. Het loopt volledig uit de hand en aan de relatie met Opsomer komt een eind. Max stuurt Hemelrijk een brief met wat er allemaal gebeurd is en zegt dat ‘alles wel weer goed komt’. Hij gaat er vandoor, richting Frankrijk. Eerst Parijs. Daar verdiept hij zich in de kunst en ook Hemelrijk bezoekt hem daar nog. Ook leert hij hier een Duits meisje kennen, die fel anti-nazi is. Hij reist en tekent veel en half augustus 1937 bereikt hij Collioure, een schilderachtig plaatsje aan de Spaanse grens. Daar treft hij vele kunstenaars. Hier hoopt hij nieuwe inspiratie op te doen. Zijn vader in Winterswijk gebiedt hem echter direct terug te komen. Op terugreis doet hij Parijs weer aan om enkele tentoonstellingen te bekijken. Ook is hij van plan Antwerpen te verlaten en zich in Amsterdam te gaan vestigen, waar hij zich kan gaan voorbereiden op deelname aan de door hem begeerde Prix de Rome.
In november 1937 vraagt Max of hij bij Hemelrijk in mag trekken in Bergen. Daar krijgt hij een klein schuurtje dat zijn atelier wordt. In april 1938 verhuist Max weer naar Amsterdam, want hij wíl de Prix de Rome. De opdracht luidt: een schilderij met een scène uit het Oude Testament. Een groot doek met een volwaardig mondeling examen in de vakken iconografie, klassieke mythologie, perspectief, anatomie, esthetica en kunstgeschiedenis. In mei haalt hij het voorbereidend examen en mag hij deelnemen aan de prijs. In oktober heeft hij zijn schilderij ‘Hagar en Ismaël’ klaar. Max wint de tweede prijs, de zilveren medaille. De jury heeft besloten dat jaar geen gouden en bronzen medaille uit te reiken. Het doek hangt tot 1942 in zijn atelier in Amsterdam. Wat er daarna mee gebeurd is, is niet bekend.
Max voelt zich gesteund door alle positieve publiciteit en zit boordevol plannen. Maar in 1939 verlaat hij Amsterdam vanwege de Duitse inval in Polen en de dreiging van de nazi-terreur. Max gaat weer naar Frankrijk, Collioure. Dat verblijf is echter van korte duur, aangezien in Nederland de mobilisatie is afgekondigd en hij de terugweg aanvaardt. Terug in Nederland leert hij het echtpaar De Jong-Weil uit Hengelo kennen. Hans de Jong is textielfabrikant en geeft Max enkele opdrachten. Zijn vrouw Alice is van Joodse afkomst. De jaarwisseling 1939-1940 brengt hij door bij Hemelrijk in Bergen. In 1941 woont Max in Amsterdam aan de Zomerdijkstraat. Jaap vraagt Max een aantal Winterswijkse stadsgezichten te maken. Max’ ouders en zusjes hebben Winterswijk inmiddels verlaten en wonen in Amsterdam, in de hoop hier in de anonimiteit van de massa op te gaan.
Vlucht Op 22 maart 1941 krijgt Max het ‘bewijs’ dat hij ‘van Joodschen bloede’ is. De Jodenvervolging krijgt steeds meer vorm en er moet ondergedoken worden: Max en Alice Jong-Weil duiken onder in Blaricum. Maar het wordt te gevaarlijk en in de zomer van 1942 besluiten ze naar Zwitserland te vluchten, samen met Alice’s dochtertje Jacqueline. Eerst met de fiets richting het zuiden, waar ze zonder problemen de Belgische grens bereiken. Vandaar met de trein naar Parijs en door naar Vichy, want die stad is nog niet bezet door de Duitsers. Maar wat ze op dat moment niet weten is dat Vichy net ingenomen wordt door Duitse troepen. Ze hadden van een bevriende Franse arts een brief meegekregen dat het ‘gezin’ moet aansterken in de Franse Alpen. Eindelijk komen ze aan in Besançon en vandaaruit gaan ze oostwaarts richting Zwitserland. Met hun contactman spreken ze af dat ze met de autobus verder rijden naar Pontarlier in de Alpen. Daar aangekomen rijdt de chauffeur echter het hotel voorbij en brengt ze naar een ander gebouw, waar de Sicherheitsdienst ze al staat op te wachten. Ze worden gearresteerd en langdurig verhoord. Hun bagage wordt in beslag genomen en de SD ontdekt een dubbele bodem in Max’ koffer, waar papieren en geld in verborgen zitten. Max moet zich uitkleden en wordt verder onderzocht. Ze concluderen dat hij Jood is.
Na het verhoor mag Alice met haar dochtertje naar het hotel. De jas wordt haar toegeworpen. Alice vraagt nog waar Max blijft en krijgt te horen dat hij al op transport is gezet naar Drancy, het Franse ‘Westerbork’ bij Parijs.
Sobibor Op 23 maart 1943 wordt Max op transport gesteld naar Sobibor. Daar moet iedereen aangeven welk vak ze beheersen en Max geeft zich op als kunstschilder en Prix de Rome-winnaar. Hij krijgt een kleine ruimte waar hij kan schilderen, niet wetende wat de dag van morgen brengt en in welk verwoestend kamp hij verblijft. Gustav Wagner is hier de allerwreedste leider. Zonder pardon ga je naar de gaskamers, maar Max mag (vooralsnog) blijven. Wagner en de eveneens walgelijke Karl Frenzel laten Max schilderijen maken. Frenzel laat hem zelfs een portret van hem maken.
Ineens ontdekt de kampleiding een plan voor een opstand onder de gevangenen onder leiding van de Nederlandse marineofficier Jacobs. Ze zijn woest en nemen op afschuwelijke wijze wraak. Alle Nederlandse mannen moeten aantreden, 72 in totaal. Ook Max. Frenzel loopt er langs en zegt: “Maler, komm’ raus’. Zijn portret zou nog niet af zijn. De andere 71 worden in kamp III naar de gaskamers gedreven en niemand komt er meer uit.
Op 22 september 1943 komt een nieuw transport aan van vooral Russische krijgsgevangenen. Een overlevende, de Russische luitenant Petsjerski, weet na de oorlog te vertellen dat Max toen al niet meer leefde. Niets hadden ze meer van hem vernomen. Hoe en wanneer Max precies overleden is, blijft een mysterie. Zijn overlijdensdatum wordt bepaald op 20 september 1943.
Gustav Wagner vluchtte na de oorlog naar Zuid-Amerika, waar hij zelfmoord pleegde. Karl Frenzel werd in 1963 gearresteerd en in 1965 begon zijn proces. De rechter vroeg Frenzel naar het portret, maar die ontkende dat er een portret van hem gemaakt was. Wel zou Max een landschap voor hem hebben geschilderd. Ook vroeg de rechter hoe het verder was gegaan met Max van Dam. Frenzel: “Van Dam is tijdens de opstand om het leven gekomen. Hij heeft niet kunnen ontsnappen. Toch jammer van dat landschap, dat vernietigd is. Ik had het u graag gegeven.” Frenzel kreeg levenslang, maar kwam in 1985 vrij vanwege zijn leeftijd en gezondheid. Hij overleed op 2 september 1996.
Alice de Jong-Weil en haar dochtertje Jacqueline hebben de oorlog overleefd. Alice was gescheiden van Hans de Jong en had intussen een relatie met Max. Jacqueline is later weer in Nederland gekomen en volgde het lyceum in Enschede van 1952-1957.
Max’ vader Aron stierf op 17 september 1942 in Auschwitz, 61 jaar oud. Moeder Johanna Leviticus stierf op dezelfde dag in Auschwitz, 57 jaar. Max’ zus Henriëtta stierf op 30 september 1942 in Auschwitz. Max’ andere zusje, Roosje, overleefde de oorlog en overleed op 3 september 1992 in Amsterdam.