MULDER 31 jaar Roepnaam: Gerard Voornamen: Gerhardus Evert Hendrik Geboren: 25-08-1912 te Winterswijk Overleden: 11-04-1944 te Nachterstedt Begraven: Alg.Begraafplaats Vak B,rij 9, nr.143 Ouders:Hendrik Mulder (01-09-1879 Oldemarktte-overl.19-01-1962 te Winterswijk) en (getr.29-10-1908 te Winterswijk) Everdina Margaretha van Lochem (21-06-1878 te Winterswijk-overl.05-07-1951 te Winterswijk) Partner: Trouwdatum: Beroep: Bakker Woonadres: Morgenzonweg 40 (1951-ouders) te Winterswijk Groep: Dwangarbeid
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkten honderden Sovjet-krijgsgevangenen en veroordeelden van andere nationaliteiten onder onmenselijke omstandigheden in de Concordia- mijn ( Braunkohlegrube Concordia) van Riebeckschen Montan-Werken . Tussen 130 en 140 mensen verloren hun leven.
MOM 24 jaar Roepnaam: Herman Voornamen: Hermanus Hendrikus Bernardus Geboren: 11-04-1920 te Winterswijk Overleden: 06-06-1944 te Overveen Begraven: Eerebegraafplaats Bloemendaal te Overveen, vak 23 Ouders: Hendrikus Bernardus Johannes Mom (27-01-1892 te Oosterbeek -overl…-..-..te) en (getr.23-05-1918 te Renkum) Helena Johanna van Dijk (27-04-1887 te Den Haag-overl.23-05-1951 te Eibergen) Beroep: Smid Bankwerker Woonadres: (1920 B.H.Heldtstraat 55 L) te Winterswijk Groep: Verzet Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.997.no.2
Herman Mom woonde bij zijn ouders in Eibergen en werkte als smid-bankwerker en elektromonteur bij de NV Heemaf in Hengelo. In de loop van de oorlog werd hij, in het kader van de verplichte arbeidsinzet, gedwongen in Duitsland te gaan werken. Begin 1944 weigerde hij na een verlofperiode terug te keren en dook hij onder op de boerderij van de familie Walterbos in Beltrum, gemeente Eibergen. Hier kwam hij in contact met de KP-Aalten onder leiding van C. Ruizendaal (‘Zwarte Kees’), die de boerderij als onderkomen gebruikte. Mom sloot zich aan en werd uit hoofde van zijn beroep de wapenmeester van de groep. Zo verzorgde en repareerde hij geweren, karabijnen, revolvers en mitrailleurs. Nadat J.H. Sonderen een boardgun uit een neergeschoten Engels vliegtuig had gehaald, maakte Mom hiervoor een standaard, die gemonteerd kon worden in een auto. Als gevolg van het verraad van provocateur W. Markus werd Mom op 20 april 1944 door de Sipo gearresteerd, naar kamp Vught overgebracht en in één van de bunkercellen opgesloten. Na in ’s-Hertogenbosch ter dood te zijn veroordeeld, werd hij, op 6 juni 1944 gefusilleerd in het duingebied Overveen, gemeente Zandvoort
Achtergrond
Herman Mom woonde bij zijn ouders in Eibergen en werkte als smid-bankwerker en elektromonteur bij de firma Heemaf in Hengelo. In de loop van de oorlog werd hij, in het kader van de verplichte arbeidsinzet, gedwongen in Duitsland te werken. Begin 1944 weigerde hij na een verlofperiode terug te keren en dook onder op een boerderij in Beltrum bij Eibergen.
Verzetsactiviteiten
Mom kwam op zijn onderduikadres in contact met de knokploeg Aalten die de boerderij als onderkomen gebruikte. Hij sloot zich aan en werd vanwege zijn beroep als smid-bankwerker de wapenmeester van de groep. Hij verzorgde en repareerde de geweren, karabijnen, revolvers en mitrailleurs. Toen een groepslid een boardgun uit een neergeschoten Engels vliegtuig had gehaald, maakte Mom hiervoor een standaard, die gemonteerd kon worden in een auto.
Arrestatie en moord
Als gevolg van verraad door V-mann (= een Vertrauensmann die infiltreerde in verzetsgroepen om deze te verraden) W. Markus werd Mom op 20 april 1944 door de Sicherheitspolizei gearresteerd en overgebracht naar kamp Vught, waar hij in één van de bunkercellen werd opgesloten. Na ter dood te zijn veroordeeld, werd hij op 6 juni 1944 met 28 anderen, onder wie leden van zijn knokploeg, in het duingebied bij Overveen gefusilleerd en daar in een massagraf provisorisch begraven.
De verrader Markus werd in 1945 gearresteerd en kreeg een gevangenisstraf van achttien jaar opgelegd. In 1956 werd hij vrijgelaten.
MOES 27 jaar Roepnaam: Hendrik Voornamen: Hendrik Geboren: 03-11-1917 te Emmen Overleden: 13-12-1944 te Neuengamme Begraven: Ouders: Geert Moes (16-07-1877 te Emmen-overl.29-01-1959 te Apeldoorn) en (getr.04-07-1899 te Emmen) Margje Bloemberg (06-07-1873 te Emmen-overl…-..-..te Emmen.) Beroep: Metselaar Woonadres: te Groep: Verzet Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.996.no.3
Aangekomen in Neuengamme Hoofdkamp op 10-09-1944 vanuit Amersfoort. Kampnummer: 48749 In de bewaard gebleven dodenboeken van Neuengamme (de registratie van overleden gevangenen) staan verschillende ziekten waaraan gevangenen zijn gestorven: enteritis, tuberculose, dysenterie, hartfalen, enz. Dat is verhullend. De ware doodsoorzaak zijn vrijwel altijd de abominabele omstandigheden in het kamp geweest. Bovendien zijn de gegevens volledig onbetrouwbaar. Vaak werd er in de registratie maar wat opgeschreven. (Bron: Nederlanders in Neuengamme)
MENGERS 40 jaar Roepnaam: Herman Voornamen: Herman Geboren: 02-06-1904 te Winterswijk Overleden: 27-09-1944 te Winterswijk Begraven: Ouders: Jan Willem Mengers (04-12-1863 te Winterswijk-overl.05-02-1949 te Winterswijk) en (getr.08-03-1889 te Winterswijk) Aleida Wilhelmina Schreurs (26-02-1866 te Winterswijk-overl.20-03-1908 te Winterswijk) Partner: Grada Johanna Wiggers (29-05-1904 te Winterswijk-overl.24-09-1994 te Monnikendam?). Trouwdatum:28-08-1934 te Winterswijk Kinderen: Beroep: Landbouwer Woonadres: 1924-Walienseweg 29- (Nieuw Hemink) te Winterswijk en vertrekt in 1928 naar Renkum. Groep: Burgerslachtoffer
Op 27 Sept. ’44 hield de Landwacht een van de vele razzia’s op onderduikers. Ook de buurtschap Huppel werd bezocht. Bij deze gelegenheid werd de Landbouwer Herman Mengers door een lid van dit illustere verraders gezelschap doodgeschoten. De dader is thans ontmaskerd en zit in afwachting van het vonnis, dat over hem geveld zal worden, veilig in het bewaringskamp “Vosseveld” alhier opgeborgen. Doodgeschoten door Joh.van Buuren (Jan van Buuren?) Destijds geevacueerd op de Plataanlaan. Uit Beusichem? (Krantenbericht 11-09-1945)
Herman Mengers zat gevangen in Kamp Amersfoort tussen 21 juli 1944 en 11 augustus 1944 zat Herman Mengers gevangen in Kamp Amersfoort.
MEERDINK 39 jaar Roepnaam: Albert Voornamen: Albert Geboren: 04-11-1905 te Winterswijk Overleden: 02-03-1945 te Bocholt Begraven:Alg.Begraafplaats Winterswijk Ouders: Jan Willem Meerdink (28-09-1866 te Winterswijk-overl.13-12-1942 te Winterswijk ) en (getr.03-05-1895 te Winterswijk) Janna Hendrika Pasman (12-10-1866 te Winterswijk-overl.19-07-1959 te Winterswijk) Beroep:Timmerman Woonadres: Jan Stienstraweg 6 te Winterswijk Groep: Burgerslachtoffer
Albert Meerdink, werkzaam tijdens verplichte ‘arbeidsinzet’ in de gemeente Bocholt, werd tijdens een bombardement op de stad zwaargewond en overleed op 2 maart 1945, Adres: Schonenbergstraat 3 Tijd: 22.30 uur Albert Meerdink, 39 jaren, ongehuwd, timmerman.
LOO TE 19 jaar Roepnaam: Jan Voornamen: Arend jan Geboren: plm.1926 te Aalten Overleden: 08-04-1945 te Winterswijk Begraven: Ouders: Jan Roelof te Loo (11-10-1902 te Winterswijk-overl.03-05-1974 te Winterswijk en Aaltjen Oonk (..-..-..te-overl…-..-..te) Beroep:Monteur Woonadres Freule van Dorthstraat 23 te Winterswijk Groep: Burgerslachtoffer
LITH VAN 19 jaar Roepnaam: Henk Voornamen: Hendrikus Marinus Maria Geboren: 30-01-1925 te Winterswijk Overleden: 03-12-1944 te Hamburg Neuengamme Leliestraat 24 Begraven:Husum Ostfriedhof Vak/rij: S.O.96. Gedenkboek 34 Ouders:Bernardus van Lith (10-03-1883 te Beesd-overl…-..-..te.) en (getr.24-11-1911 te Winterswijk) Johanna Berendina Konings (16-09-1884 te Winterswijk-overl…-..-..te ) Beroep:Scholier Woonadres: Jonenstraat 3 (1920) te Winterswijk Groep: Verzet Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.988, no.5
Reden arrestatie: Verzet
Gearresteerd in Amersfoort. Tot 08-09-1944 kamp Amersfoort Aangekomen in Neuengamme:10-09-1944 vanuit Amersfoort Kampnummer:9314 Kamp: Husum-Schwesing, Schwesing (Engelsburg)
In de bewaard gebleven dodenboeken van Neuengamme (de registratie van overleden gevangenen) staan verschillende ziekten waaraan gevangenen zijn gestorven: enteritis, tuberculose, dysenterie, hartfalen, enz. Dat is verhullend. De ware doodsoorzaak zijn vrijwel altijd de abominabele omstandigheden in het kamp geweest. Bovendien zijn de gegevens volledig onbetrouwbaar. Vaak werd er in de registratie maar wat opgeschreven. (Bron: Nederlanders in Neuengamme)
LINTUM TE 21 jaar Roepnaam: Tobias Voornamen: Tobias Albertus Geboren: 30-07-1918 te Winterswijk Overleden: 11-05-1940 te Rhenen Grebbeberg Begraven: Militair Ereveld Grebbeberg, rij 5, graf 41. Ouders:Tobias Hendrik te Lintum (03-08-1888 te Winterswijk-overl.26-03-1956 te Winterswijk) en (getr.16-03-1917 te Winterswijk) Johanna Wilhelmina Samberg (13-01-1895 te Winterswijk-overl.27-09-1980 te Winterswijk) Beroep: Landbouwer Woonadres: Ratum 9- (Dunnewijk)-Wesselerweg 1 te Winterswijk Ratum Groep: Koninklijke Landmacht dpl.Soldaat 3-III-8R.I 2e Sectie. Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.1366, no.4
Op 18 mei 1940 gevonden in een boomgaard aan de Haarweg, ter hoogte van de boerderij Anna’s Hoeve. Rappor:Sellies/Verhoeven
Jan, Bertus en Hendrik probeerden ze nog tegen te houden…………
Jan te Kulve, Bertus te Lintum en Hendrik Bruntink Het weekend van 4 en 5 mei was Jan nog met verlof geweest en maandagavond 6 mei was hij weer in Wageningen.
Zij waren alle drie Winterswijkse militairen gelegen op de Grebbeberg en daar zouden we de Duitsers tegenhouden. Jan, Bertus en Hendrik zaten tussen Wageningen en Rheden.
Donderdagavond 9 mei om 21.00 uur werd er alarm geslagen. Ze moesten zich klaar maken in volledig tenue en zo mochten ze nog op bed liggen. Zelf hadden ze ook het gevoel dat het nu wel eens menens kon zijn.
Vrijdag 10 mei om 01.00 kwam het grote alarm. Ze moesten direct naar hun stellingen. Even later hoorden ze al dat de Duitse troepen de grens waren gepasseerd en nu was het afwachten. Toen het licht begon te worden, kwamen drommen vliegtuigen over en de luchtdoelartillerie wist verschillende Duitse vliegtuigen neer te halen.
Nu was het wachten tot de Duitsers te voorschijn zouden komen. Ze plaatsen nog een aanwezige kraan dwars over de weg en hakten nog een kersenboom om die in hun schootsveld stond. De burgerbevolking werd die vrijdagmorgen snel geëvacueerd over de Rijn. Die dag bleef het echter verder betrekkelijk rustig. ‘S avonds gingen ze beurtelings slapen in de slaapplaatsen achter hun stellingen. Echter van spanning en nervositeit kwam daar weinig terecht. Ze hoorden dat Wageningen al bezet was. Vanuit de schietgaten van hun stellingen hielden ze de Haarweg in de gaten. Deze moest verdedigd worden om te voorkomen dat de Duitsers zo verder konden trekken naar het Westen. Jan, Bertus en Hendrik zouden Nederland wel verdedigen.
Opeens kwam er een grote kudde koeien aan wandelen. Waarschijnlijk door de Duitsers hun kant op gedreven om hen van de wijs te brengen. Netjes hebben ze de koeien nog naar het erachter gelegen weiland gedreven. Even later zagen ze de eerste Duitsers door de sloot richting de stellingen kruipen.
Direct werden ze onder vuur genomen door de Nederlandse mitrailleurs. Maar de Nederlandse stellingen waren slecht. Ze waren voor de Duitsers makkelijk te herkennen met hun schietgaten van verre al te zien. De schietgaten werden dan ook zwaar onder vuur genomen. Jan te Kulve was al een poos aan het schieten en Bertus te Lintum vulde achter in de nissen de patroonhouders. Bertus kwam naar voren om de patroonhouders te brengen en zei tegen Jan: “Kijk, daar zitten er ook een paar. Geef mij eens even”………………. Bertus nam de mitrailleur van Jan over en schoot in de richting van de Duitsers. Hij schoot nog geen twintig keer en toen zat de oorlog er voor Bertus op. Jan was zwaar aangeslagen en emotioneel. Vlak daarna raakte ook Hendrik zwaar gewond, maar leefde nog.
De Luitenant kwam kort daarna vertellen dat ze omsingeld waren en er niets anders overbleef dan hun over te geven. De witte vlag werd getoond en de Duitsers schreeuwden: . “Heraus! Heraus!”. Met de handen omhoog verlieten ze hun stellingen. Vlak daarna hoorden Jan dat ook Hendrik was overleden. Er was niets in te brengen geweest tegen deze superieure tegenstander.
De Duitsers waren heel goed op de hoogte geweest hoe de verdediging in elkaar zat. Alles stond gedetailleerd op hun kaarten. Jan moest met zijn overgebleven kompanen eerst de kraan verplaatsen, zodat de weg vrij kwam voor de doortocht. Daarna moesten ze helpen gewonde Duitse soldaten weg te dragen.
Jan’s legeronderdeel werd naar Wageningen gebracht en opgesloten in een gebouw met een groot bord: “Kriegsgefangenen Sammelstelle”. Overal hadden de Duitsers aan gedacht. Ook in deze buurt stonden zware kanonnen waarmee de Duitsers de Grebbeberg beschoten. Arme Jongens daarginder, zei Jan. Waaronder ook veel Winterswijkers. Het moet daar vreselijk geweest zijn. Jan: “Wij waren nog beschoten met mortieren, maar hun met bommen”. Vanuit Wageningen marcherend werden ze via een pontonbrug naar Westervoort gebracht.
Daar kreeg Jan de kans om een briefkaart naar huis te sturen met de mededeling dat zijn beide vrienden Bertus en Hendrik waren omgekomen. Van daaruit werden ze na enige dagen weer naar hun eigen Kazerne De Koehoorn in Arnhem gebracht.
De inwoners van Arnhem hadden in de gaten dat deze helden die ons land probeerden te verdedigen nu krijgsgevangenen waren. Van alles reikten de inwoners aan over de omheining, waar ze opgesloten waren: “sigaretten, zeep, tabak, scheerzeep, mesjes,handdoeken, etc.etc. En er kwamen steeds meer gevangenen.
Jan kwam ook de broer van Bertus, die ook op de Grebbeberg gevochten heeft hier tegen en moest hem het tragische nieuws van zijn broer vertellen. Het verhaal ging dat ze naar Duitsland werden overgebracht en op een gegeven dag moesten ze marcherend in grote dikke rijen richting Zevenaar. Duizenden Arnhemmers stonden langs de kant van de weg en zagen hun eigen Nederlandse militairen afgevoerd worden. In zevenaar stond een trein met veewagons, waar in iedere wagon 60 man gestopt werd.
De reis ging de hele nacht door en ze kwamen terecht in een Durchgangslager in Soest bij Dortmund. Daar zijn ze ongeveer een week geweest en hoorden hier tevens dat Nederland ‘kapituliert’ had, Er werd nauwelijks op gereageerd. De fut was er compleet uit. Van daaruit werden ze naar Neu-Brandenburg gebracht, een heel groot kamp boven Berlijn gelegen. Daar kregen ze te horen dat ze spoedig naar huis mochten, aangezien de oorlog “voorbij was”.
Dit duurde echter nog een hele tijd. Sommigen konden daar bij de boeren werken, maar een Duitse bewaker zei dat ze zich daar vooral niet voor moesten melden, aangezien ze snel naar huis zouden mogen. Iedereen wilde naar huis. Alleen maar huis, naar huis. En plotseling op een maandagmorgen mochten ze marcherend naar het station waar een trein klaar stond. Met banken erin en er hoefden er maar 40 in een wagon. Eindbestemming: Enschede.
In het Volkspark werden ze even medisch onderzocht, kregen hun achterstallig loon uit de krijgsgevangenschap (11 gulden) en mochten naar huis. De jongens uit Oost-nederland op eigen houtje. Dus Jan kon gewoon met de GTW-bus richting Winterswijk . Wat zal hij gedacht hebben turend door het raam deze rit? In Winterswijk aangekomen werd hij bij Cafe De Zwaan getrakteerd op een flinke maaltijd en vertrok daarna snel naar huis. Daar waren ze op de hoogte door de briefkaart van zijn krijgsgevangenschap en het sneuvelen van zijn beide kameraden, Bertus en Hendrik.
Jan’s vader had beide familie’s helaas het trieste nieuws al moeten brengen. Jan was verzwakt en oververmoeid. Het heeft een hele tijd geduurd eer hij hersteld was. Drie weken later is hij met vrienden op de fiets naar Wageningen en de Grebbeberg geweest. Naar zijn stellingen en uiteraard naar het Ere-kerkhof op de Grebbeberg, waar hij zijn gesneuvelde vrienden heeft bezocht.
LIGTENBARG 24 jaar Roepnaam: Marinus Voornamen: Marinus Lambertus Geboren: 29-01-1921 te Laren Overleden: 09-03-1945 te Winterswijk Begraven: Begraafplaats Deugenweerd Borculo Ouders: Willem Ligtenbarg (27-05-1896 te Ruurlo-overl.20-09-1966 te Borculo) en (getr.24-09-1920 te Laren) Tonia Wilhelmina Schutte (31-01-1899 te Laren-overl.28-05-1981 te Borculo) Partner:Hanneke Lammers (verloofde) Beroep: Chauffeur Woonadres: Iepenstraat 20 te Winterswijk Groep:Burgerslachtoffer/Verzet
Anneke Lammers
Anneke Lammers woonde op Iepenstraat 20 samen met haar ouders, zus en kleine broertje Gerritje Lammers van 10 jaar. Ook haar verloofde Marinus Ligtenbarg, 24 jaar woonde bij hun in huis.
16 Februari 1945 gaat haar broertje Gerrit met zijn moeder melk halen en Gerrit wordt op de Oostervoort dodelijk getroffen door een brisantbom. Gerrit was niet meer herkenbaar en Marinus heeft voor de familie de identificatie op zich genomen.Aan de hand van het rood-geblokte jasje kon de conclusie getrokken worden, dat het Gerrit betrof.
Twee weken later, op 9 maart 1945 wordt Marinus (zie Ligtenbarg), die zich bezig hield met ondergrondse activiteiten, zelf door een bom getroffen bij het spoorwegemplacement en kwam daarbij om het leven. Anneke raakt dus binnen een maand haar broertje en verloofde kwijt.
Enige tijd later loopt Anneke ‘s avonds in het donker van de Iepenstraat richting de Vredenseweg.Uit de andere richting komt in het donker, een voor haar onbekende man met hoed op, haar tegemoet lopend. Hij spreekt Anneke aan en zegt: “Bun ie Anneke Lammers? “ , wat zij bevestigd met: “Ja, ik ben Anneke Lammers”. Hij reikt haar een leren buideltje aan en zegt: “ Dit is voor de grafsteen van Marinus, van zien Kamerö ”. Draaide zich om en verdween weer in het donker.
Het leren buideltje bevatte allemaal goud en zilverstukken voor het grafsteen. Anneke is nooit te weten gekomen wie die man met de hoed was, die in het donker verdween.
Marinus heeft een mooie grafsteen gekregen.
Bij een luchtaanval op het Spoorwegemplacement op 9 Maart 1945 , ’s namiddags plm. 14.00 uur, kwamen bommen neer op de Parallelweg en op Keizers. De verwoesting was groot. Deze aanval kostte twee slachtoffers.
LENGWENUS 17 jaar Roepnaam: Frits Voornamen: Frits Geboren: 30-08-1927 te Winterswijk Overleden:22-03-1945 te Borken Begraven: Ouders: August Johann Lengwenus (07-08-1900 te Stoppenberg (Dld)-overl.01-03-1987 te Winterswijk) en (getr.26-05-1922 te) Anna Maria Hartmann (15-12-1896 te Wermelskirchen (Dld)-overl.24-01-1973 te Winterswijk) Woonadres:Kotten 21-II (Lengwenus)-Bekeringweg 7 te Winterswijk Kotten Groep:Burgerslachtoffer
Broer:Willem Lengwenus (19-12-1924)
Je eigen zoon zoeken
22 Maart 1945 Bocholt wordt zwaar gebombardeerd, maar ook Stadlohn en Südlohn. Frits Lengwenus, 17 jaar uit Kotten, moest in Südlohn werken en………….. ’s Avonds kwam hij niet thuis en zijn vader Hans Lengwenus uit Kotten ging op zoek naar hem en vond hem tussen de slachtoffers. Hans vond ergens ‘ne wanne’ en zeulde achterop de fiets het stoffelijk overschot van z’n zoon mee. Aan de grens bij Kotten overgenomen door de buurman die het lijk met paard en wagen naar z’n huis bracht. Frits Lengwenus werd slechts 17 jaar