Harold Philip Calvert Whitley Squadron 17 augustus 1941 time: 02.30 Neergestort: Alle 4 inzittenden overleefd. Sgt Basil Sidney Craske (POW) Kamp: Stalag Luft F6 Heydekrug Sgt Harold Philip Calvert (ovl.20-05-1942) Kamp: Sgt A.E.King (POW) Warrant officer Kamp: Sgt .Alexander Bruce Antony Robertson (POW) Kamp: Stalag Luft F6 Heydekrug
Sgt Calvert is reported to have been involved in a mass escape bid from Stalag IIIE in May 1942 and was shot by civil Police at Dresden on 20 May 1942. He is buried in the 1939-1945 War Cemetery at Berlin.
Narrative: Operation – Köln, Germany. Took off from RAF Leeming at 22:03 hrs. The aircraft was coned by searchlights and at 01:43 attacked by Oberleutnant Wolfgang Thimmig of the 2./NJG 1, who was flying a Bf 110 from Venlo airfield. At 02:30 hrs, it crashed.
Aantekening: Craske wordt door de gestapo gevangen gezet in de burcht van Oeding en overgebracht naar Munster. Wat volgt is 3 jaar en 10 maand gevangenschap. Hij overleefd 1994 zou hij de boerderij hebben bezocht en de kinderen ontmoeten: Derk Jan en Johann Willem Hesselink
Op de Algemene Begraafplaats in Winterswijk liggen 50 geallieerden. 41 wie omgekomen zijn bij het crashen van bommenwerpers boven Winterswijk en 9 wie zijn omgekomen bij de invasie in het Woold. Twee slachtoffers uit het Woold zijn echter onbekend gebleven en er staan dan ook twee stenen van de onbekende soldaat. Ook is Derek Sheldon omgekomen bij de crash op 1 mei 1943. Echter van zijn lichaam is niets teruggevonden, waardoor hij geen graf gekregen heeft in Winterswijk.
Alle foto’s van de graven van geallieerde slachtoffers zijn van W.Stapelkamp, fotograaf voor Oud-Winterswijk.
Op 30 Maart 1945 sneuvelden de volgende soldaten tijdens de invasie in het Woold
James Bateman 31 jaar George Beecroft 23 jaar Albert Clark 18 jaar Walter Clark 36 jaar George Lobley 30 jaar Donald Parkman 18 jaar Kenneth Webber 27 jaar Onbekende soldaat Onbekende soldaat
8 tanks gesneuveld aan geallieerde zijde
Luitenant-Kolonel Frederick Henry Howard Geb. 25 Februari 1915 – Overl.6 Mei 2000
Hij was een Britse officier aan wie tweemaal het militaire kruis (MC) voor moedig optreden tijdens operaties werd toegekend en later de orde voor dapperheid en verdienste (DSO) kreeg voor de bevelvoering van het 1st Bataljon Lichte Infanterie Oxfordshire en Buckinghamshire
Dit is het onderdeel dat op 30 maart 1945 in het Woold in gevecht geraakt met de Duitse bezetter en men lijdt forse verliezen. Officier Howard is bij deze gevechten persoonlijk betrokken geweest en door zijn inzet, hij commandeerde de soldaten snel uit de tanks te springen toen zij werden beschoten met antitank granaten, werden verliezen beperkt. Nog tijdens de beschietingen heeft hij met zijn jeep de gewonden overgebracht naar ´de Rozenhoeve´ en daar een noodopvang ingericht.
Winterswijk bevrijdt door de Royal Welsh Fusiliers
53ste Welsh Divisie door de 71ste Infanteriebrigade met het 1st Battaljon Oxford en Buckinghamshire Light Infantry, het 1st Battaljon Highland Light Infantry en het 4th Battaljon Royal Welsh Fusiliers).
In den avond van den 21sten Februari 1945, te plm. 10 uur, werd er geweldig druk gevlogen. De vliegtuigen bevonden zich op zeer geringe hoogte en waren in het nu en dan doorbrekende maanlicht zelfs te zien. Plotseling gierde een Duitse nachtjager door de lucht en klonk het geratel van een machinegeweer.
Een Engelse bommenwerper werd getroffen, vloog in brand en sloeg neer in de omgeving van de voormalige fabriek van de fa.Zwanenberg, bij de boerderij van J.H. Damkot, K 21. Een der inzittenden bleek, wonder boven wonder nog in leven, ofschoon aan het been gewond. Hij werd door de Duitschers als krijgsgevangene meegenomen.
Van de andere leden van de bemanning vond men niet veel meer dan enkele kledingstukken, waaraan nog twee als vliegers geidentificeerd konden worden, t.w.:H.R. Piper en P.I. Green.
VEERTIG JAAR GELEDEN: BRITSE LANCASTER STORT NEER IN HET WOOLD
Het lag in het voornemen in het tweede artikel, in een serie van zeven, de propaganda-oorlog te beschrijven; echter het was op 21 februari precies 40 jaar geleden dat in de buurtschap Het Woold een vliegtuig neerstorte waarbij drie Britse vliegers om het leven kwamen. Daarom hier een beschrijving van de crash van deze Lancaster, gezien vanuit twee standpunten, namelijk zoals dit geval door de schrijver werd ervaren, en een reconstructie gezien vanaf vliegerskant.
Het was woensdagavond 21 februari 1945, en we hadden thuis een kaartje gelegd, toen omstreeks negen uur weer eens, zoals vaak die tijd gebeurde, veel luchtactiviteit was waar te nemen, door het enorme gedreun van de motoren van vliegtuigen die over Winterswijk vlogen.
Het zal omstreeks half tien zijn geweest, toen, nadat we naar buiten waren gaan kijken, opeens hoog in de lucht een vuurverschijnsel viel waar te nemen, dat een in brand staand vliegtuig bleek te zijn.
Het toestel vloog een westelijke koers, maar veranderd ineens van richting in een zuidelijke koers, en begon hoe langer hoe erger te branden. Gezien vanaf de plaats, in dit geval de Berkenstraat, vloog het richting het Woold, wat later inderdaad bleek juist te zijn, want het stortte neer nabij de boerderij waar destijds de heer Damkot woonde.
In een rapport van de Duitse Feldgendarme, na de oorlog achterhaald, bleek dat de boerderij genaamd werd Dikke Boschhof, hetgeen Diekebos moet zijn. Bekendheid met de eigenaar van de weide, deed mij besluiten om de andere dag de crash te bekijken. Een enorm gat, met daaromheen verspreid allerlei vliegtuigonderdelen, was de aanblik.
Zo lag er onder andere de filmrol, die op de fotocamera had gezeten die in elke bommenwerper aanwezig is. Een zware olielucht hing in de omgeving. De Duitse bewaking hield aanvankelijk ieder op een afstand, maar nadien mocht men er dichter bij komen.
Contacten met de Koninklijke Luchtmacht na de oorlog, waar alle vliegtuigcrashes zijn bijeen gebracht, brachten verdere gegevens aan het licht, omtrent het soort vliegtuig enzovoort.
Het bleek een Lancaster te zijn, van het 227 Squadron Royal Air Force, die was opgestegen vanaf de vliegbasis Balderton in Zuid Engeland. Het had codenummer PB 666.
Van de zeven inzittenden werden drie man gedood, terwijl de andere vier werden gearresteerd.
Het rapport spreekt van twee zeer zwaar gewonden, maar er waren uiteindelijk drie doden te betreuren.
In het nu volgende deel uit deze beschrijving komen de namen aan de orde.
Op een vliegbasis in Zuid-Engeland zitten de piloten, de luchtschutters de navigators en al de ander bemanningsleden aan de tafel voor de avondmaaltijd. De zon schijnt nog over de velden, maar het zal niet lang meer duren of de dag is ten einde. Na de maaltijd moeten al de vliegers in de missieroom komen om nadere gegevens te krijgen over het doel dat vannacht op het programma staat. Het is het laatste oorlogsjaar, maar niemand weet dit, op dat moment omdat de oorlog voor Engeland al vanaf 1939 gaande is.
De vliegers gaan op hun gemak naar de kamer, waar ze zich neerzetten in afwachting van hetgeen zal komen. De een rookt nog op zijn gemak een pijp, de ander een Wild Woodbine sigaret of een Palyer van de NAAFI (een legervoorzieningsdienst op het gebied van de persoonlijke verzorging).
Als allen binnen zijn, komt de missieofficier, om de wachtenden niet langer in de spanning te laten zitten, vertellen wat of het doel zal zijn. Het blijkt de grote industriestad Duisburg te worden in het Ruhrgebied.
De officier beschrijft de te vliegen route over de Noordzee, richting Ameland, dan op de Zuiderzee aan, vandaar verder over Gelderland oostelijk tot de grens, en dan zuidelijk naar het Ruhrgebied. Sommige der vliegers kennen deze route, en ze weten dat het een gevaarlijke reis zal worden.
Duisburg behoort tot een der zwaarst verdedigde steden in Duitsland, op het gebied van luchtafweer. Menige vriend van de toehoorders liet reeds het leven op deze weg.
De weerkundig officier geeft de toestand van de te verwachten weersomstandigheden weer, het zal half bewolkt weer zijn met opkomende maan.
Na de instructies aangehoord te hebben gaan de vliegers naar hun missiehutten om nog even een korte slaap te houden. Om zeven uur in de avond zullen ze dan paraat moeten staan, om tussen half acht en acht uur op te stijgen voor de raid.
Sommige vliegers die slapen overbodig vinden schrijven nog even een brief naar ouders of verloofdes, of zitten maar zo wat bij elkaar en praten over het een en ander.
Tegen de tijd dat men aanwezig moet zijn gaan allen naar de afdeling waar de parachutes worden verstrekt alsmede enige versnaperingen in de vorm van chocolade en sinaasappels voor onderweg. Zelf hadden de meesten een thermosfles met koffie of thee meegebracht. Men is tijden zo’n raid al gauw enige uren onderweg, en dan is een drankje wel welkom.
TAKE OFF
Bij het moment van opstijgen, gaan een minuut of tien van te voren de bemanningsleden de toestellen in, en ieder gaat zijn gang om datgene door te nemen waar hij voor staat.
Zo gaat bijvoorbeeld de boordwerktuigkundige alle meters en schakelaars uittesten voor de laatste check. Ook de motoren worden gestart en warm gedraaid, alles blijkt goed te werken.
Het wachten is nu op het commando “Take off”.
Het is enige minuten over half acht, als vanaf de commandotoren via de radiotelefoon het commando opstijgen komt.
De eerste piloot duwt de hendels naar voren en de motoren gaan over op vol gas.
De Lancasterbommenwerper gaat langzaam naar voren en voegt zich in de rij, welke reeds is gevormd op de vliegbasis door de andere toestellen.
Een voor een gaat men dan de lucht in met op volle kracht draaiende motoren. Nadat men de goede hoogte heeft aangenomen, vliegt men naar het orientatiepunt in de buurt van Dover om daar in formaties te gaan vliegen.
De Engelse kust gaat onder hen voorbij en men bevindt zich reeds na een korte tijd boven de Noordzee. Het is reeds donker en er treedt nu een korte pauze in voor de vliegers, behalve de boordwerktuigkundige, en men neemt het er even van.
De boordschutters proberen even de kanonnen en alles verloopt naar wens. Na een korte tijd geeft de eerste piloot door dat men zich boven de Nederlandse kust bevindt in de buurt van Ameland. Zuid-westelijk van de formatie zien de vliegers afweergeschut van de Duitser in werking. De navigator zegt tegen de eerste piloot dat hij de koers iets zuidelijker moet houden. Na een korte tijd komen ze weer boven water: Het is de Zuiderzee. Toch wordt geleidelijk het afweervuur heviger. Overal ziet men nu in de lucht het lichtspoor.
GOODLUCK
Als men boven de Veluwe vliegt breekt de bewolking en de vliegers zien een maanovergoten landschap van Nederland, waarvan ze weten dat de bevolking hen welgezind is, zo zelfs, dat een schutter iemand vanaf de grond ziet seinen met een lamp “Good Luck”. Het geeft de vliegers moed om verder te gaan. men vliegt thans in de buurt van Doetinchem en zet de koers iets oostelijker richting Borken in Duitsland. Boven Duitsland gekomen zien ze in de verte het opdoemen van een vuurzee, wat ongetwijfeld Duisburg zal zijn. De Mosquito doel-markeerders hadden hun werk reeds gedaan en menige bommenwerper had reeds de bommenlast geloosd. Nu werd het tijd om de voorbereiding te treffen om hun bommenlast af te werpen. Op dat moment neemt de bombaimer (bommenrichter) het commando van de lancaster over. de eerste piloot moet dan de aanwijzingen van de bommenrichter volgen, en het gaat dan: iets meer links, houden zo. Nu komt het er op aan het toestel in bedwang te houden, hetgeen niet gemakkelijk is.
De lucht is totaal verlicht van het vuur en de schijnwerpers, zodat men een makkelijk doel is voor nachtjagers. De bomdeuren zijn nu geopend en na een halve minuut vliegen, drukt de bombaimer op zijn knop en daar vliegen de bommen uit het toestel naar beneden. De Lancaster krijgt een opwaartse druk en de piloot neemt nu weer bezit van het commando, maakt een draai van negentig graden Noord-oostelijk en begeeft zich op de terugweg. Voor hen is alles weer donker en enige vliegers nemen een slok uit hun thermosfles.
WINTERSWIJK
Ze vliegen nu koers noord-west, richting Nederlandse grens in de buurt van het grensplaatsje Winterswijk.
Alles verloopt naar wens en de piloot zegt tegen de bemanning via de boordtelefoon dat hij in Engeland op pils tracteert op de goede afloop. Het zal echter geheel anders verlopen dan men denkt.
In de omgeving van de Duitse grens, het zal nabij Borken zijn, is opeens in de linker vleugel een enorme klap hoorbaar. Het toestel begint te steigeren en de piloot kon het nog in bedwang houden, Hij vraagt aan de boordwerktuigkundige hoe de toestand van de motoren is en deze ziet het zwaar in. De brand van het toestel neemt grotere vormen aan en er zit niets anders op dan uit het toestel te springen. Men bevindt zich thans boven de Nederlands-Duitse grens en het toestel vliegt van oost naar west.
Op het moment dat men wil springen wordt het toestel ineens onbestuurbaar en gaat het in een duikvlucht. Er is nu geen tijd meer te verliezen.
In het toestel bevinden zich zeven mensen die thans voor hun leven moeten vechten. De luiken die voor ontsnapping dienen, worden geopend en enige tijd daarna stijgen er vier uit en hangen aan hun parachute. Helaas kunnen de andere drie om de een of andere reden niet uit stijgen en ze gaan met de bommenwerper ten onder.
De vliegers aan hun parachute zien met verbijstering hoe het toestel met hun medevliegers op de grond neerstort. Zelf landen ze met hun parachute op de grond en het blijkt dat ze in Nederland zijn neer gekomen in Het Woold bij Winterswijk. Voor hen was de raid achter de rug. Allen werden door de Duitsers in gevangenschap gebracht op die 2 februari 1945. Drie bemanningsleden brachten het er niet goed af; ze lieten het leven in Nederlandse grond. Het waren de vliegers Edwards, Piper en Green, thans begraven op het Algemeen kerkhof te Winterswijk.
Zij die het overleefden waren: Dales, Cassidy, Roberts en Lancaster. Cassidy, die na de oorlog in Canada woonde, in Vancouver, is nog eens terug geweest in Winterswijk bij de familie Riggelink in het Woold. Dezelfde plaats waar Cassidy gedurende de nacht verbleef. De andere dag, toen hij verder wilde lopen naar de linies waar de Britse troepen waren gearriveerd, werd hij gearresteerd door de Feldgendarme.
Verhaal:B.W.C.van Albeslo, 1985
Gepubliceerd op: 18 augustus 2005
WINTERSWIJK – Op 21 februari 1945 zag Winterswijker Johan te Lintum een Britse bommenwerper neerstorten in de buurtschap Woold. In het vliegtuig zat piloot Peter Isaac Green. Hij overleefde het ongeluk niet. Brenda Green bezocht deze week de plek waar haar broer is omgekomen.
Ze was tien jaar jonger dan haar broer Peter Isaac Green. ‘Hij ging thuis weg toen hij achttien was geworden. Mijn ouders wilden niet dat hij het leger in ging, maar ze konden hem niet tegenhouden.’
Brenda Green weet ook zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog dat het haar ouders verdriet heeft gedaan toen broer Peter zich eind 1942 vrijwillig voor het Britse leger meldde. Dat verdriet werd nog veel groter toen de familie in februari 1945 een telegram kreeg. ‘Van het War Office, een telegram in een gele envelop’, herinnert zij zich. ‘Ik kwam net van school, mijn ouders huilden vreselijk.’
Ze weet niet waar het telegram is gebleven, haar ouders hebben daarna nauwelijks over het overlijden van broer Peter gesproken, het verdriet was te groot. Over de omstandigheden van Peters dood wist ze niets, alleen dat hij was neergestort.
Brenda wist wel dat Peter op de algemene begraafplaats in Winterswijk lag. Het graf van de piloot werd na de oorlog geadopteerd door de familie Hoekstra. Zij stuurden de Engelse familie Green foto’s van het graf. Die heeft ze nog steeds in haar bezit.
Bezoek
Pas vorig jaar bracht de Engelse voor het eerst een bezoek aan Winterswijk. Deze week keerde ze terug. In Duitsland bekeek ze het doel van de Lancaster-bommenwerper. Ze werd begeleid door Peter Monasso van AVOG’s Crash-museum in Lievelde, die de laatste reis van de Engelse bommenwerper heeft gereconstrueerd. Monasso: ‘Bij Gravenhorst werd het Mittellandkanal gebombardeerd, op een plek waar een aquaduct is, een kruising met een ander kanaal. Dat was een strategisch doel.’ De Lancaster slaagde in de missie, maar werd op de terugweg aangevallen door de voor de Duitse Luftwaffe succesvolle Messerschmidt-piloot Heinz Wolfgang Schnaufer. Op diens grafsteen staat dat hij der beste und niebesiegte Nachtjäger des Zweiten Weltkrieges was.
Knecht
Johan te Lintum was in de oorlog knecht op boerderij Aarnink in de buurtschap Woold. De 25-jarige zag hoe de bommenwerper werd geraakt. ‘Ik heb het allemaal gezien, in de schijnwerpers. Het was ’s avonds om een uur of tien, half elf. Ik was bij mijn ouders in Ratum. Het vliegtuig kwam brandend naar beneden, het cirkelde en cirkelde.’
De volgende ochtend ging Te Lintum naar de boerderij in het Woold, daar bleek dat de Lancaster in het naastgelegen weiland was neergekomen. Vier bemanningsleden konden zich met een parachute redden, piloot Peter Green en twee van zijn maten hadden het niet gered.
In 1982 werd het toestel door Monasso opgegraven, maar volgens landbouwer Henk te Lintum, nu boer op het Aarnink, herbergt het Wooldse weiland nog steeds resten. ‘Met het ploegen vind ik nog steeds stukken. En kogels liggen er ook nog bij bosjes.’
Voor Brenda Green en haar man is het een indrukwekkend bezoek, omdat alle sporen het verhaal van de jonge piloot Peter Green vertellen. Verbitterd is ze niet. ‘Het is zestig jaar geleden.’
Ze heeft ook het verhaal van Arnold Dales gelezen, de navigator van de bommenwerper die de crash overleefde. ‘Ik heb daardoor veel informatie gekregen, informatie over een verhaal dat ik nooit eerder had gehoord.’
Heinz Wolfgang Schnaufer Geboren 16 februari 1922 Overleden 15 juli 1950
Heinz Wolfgang Schnaufer (16 februari 1922 in Calw in Württemberg – 15 juli 1950 in Bordeaux) was een Duitse piloot tijdens de Tweede Wereldoorlog
Heinz Wolfgang Schnaufer steeg 2.300 maal op, maakte hij 1.133 vlieguren en schoot hij op 164 missies niet minder dan 121 bommenwerpers neer. Zijn record was het neerschieten van 9 Lancaster-bommenwerpers op één dag. Een deel van de geallieerde vliegtuigen werd door Heinz Wolfgang Schnaufer boven Nederland en België afgeschoten.Majoor Schnaufer werd na de oorlog al snel weer uit Britse krijgsgevangenschap ontslagen. Hij ging in de wijnhandel van zijn familie, de Schlossbergkellerei in Calwwerken. In 1950 verongelukte hij in Frankrijk bij een verkeersongeval.
De verticale stabilisator van Heinz-Wolfgang Schnaufer’s Bf 110 nachtjager . Het toont al zijn 121 overwinningen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Getoond in het Imperial War Museum, Londen.
Daarmee was hij in Duitsland beloond.
Ik laat u het gedeelte zien waar ook 21-2-1945 opstaat.
Dit was het laatste geallieerde vliegtuig, dat in onze gemeente verongelukte.
Door bijzondere omstandigheden zijn de lijken van deze vliegers op het Alg. Kerkhof in onze gemeente ter aarde besteld. (05-02-1945)
Opgestegen: Hartford Bridge Engeland met 12 andere toestellen
Mike Ewaschuk is geboren in 1920 in Canada, Edmonton.Hij was de oudste uit een gezin van 5 kinderen. In 1928, op achtjarige leeftijd verhuizen ze naar Vegreville (Canada), waar hij ook naar school gaat en later in Edmonton de opleiding onderwijzer volgt.Na 1 jaar onderwijzer, meld hij zich in 1941 bij de luchtmacht, aangezien zijn geboorteland Canada ook bij de oorlog betrokken raakt en hij een bijdrage wil leveren aan de beeindiging v.d. oorlog.
Na een twee-jarige opleiding vertrekt hij op 20 mei 1943 naar Engeland om zich bij No.418 Squadron v.d. Canadese luchtmacht te vervoegen.
Vanaf november 1944 beginnen de vluchten op Duitsland. Hij samen met Robert Strattan. Na verschillende geslaagde vluchten wederom op 4 februari 1945.Later op de dag, 04 februari 1945 staat in het vliegerslogboek:
NYT – NOT YET RETURN
Door een luchtgevecht of door luchtafweergeschut zijn ze neergestort op de Haart te Aalten. Beide verminkte lichamen lagen naast de resten van hun toestel. Door de Winterswijkse luchtbeschermingsdienst zijn Mike (24) en Robert (23) gekist en begraven op het geallieerde alg.kerkhof te Winterswijk
Op zijn grafsteen staat: Rest in peace dear son may freedom prevail throughout the world. Rust zacht lieve zoon, moge de vrijheid over de hele wereld heersen.
Op 25 December ’44, 1e Kerstdag, kwam ‘s morgens 10.00-11.00 een “Jabo”, getroffen door het Duitse afweergeschut (het enigste succes van de “Flak” in ruim een half jaar) brandend neer in een weiland, kort bij de nieuwe Boterfabriek. De piloot, de ond.off. Peter Charles Nightingale Green, geb. 15-03-’24, kwam hierbij om ’t leven. Het stoffelijk overschot werd bij dat van de reeds eerder gevallen vliegers op de Alg. Begraafplaats ter aarde besteld.
In den nacht van 23 op 24 October 1944 kwamen de brokstukken van een geallieerde bommenwerper neer in Huppel nabij de Duitsche grens. Het was een met bommen geladen Engelsche machine van het Wellington type, welke was aangeschoten door een Duitse nachtjager, en daarna in de lucht is geexplodeerd. De lijken van de 7 inzittenden lagen op grote afstand verspreid, doch waren goed herkenbaar.
Hier volgen de namen van deze gevallen luchthelden:
Als bijzonderheid kan vermeld worden, dat de vader van de gesneuvelde sergeant Ian Hunter Fleming, een Australiër, die zelf bij de Engelsche troepen in Duitschland was ingedeeld, hier bij de Luchtbeschermingsdienst inlichtingen heeft ingewonnen omtrent de omstandigheden, waaronder zijn zoon gevallen was, waarna hij diens graf heeft bezocht.
Een broer van een andere gesneuvelde van deze groep vliegers ontdekte door een toeval, dat diens laatste rustplaats zich hier bevond. Diep onder den indruk bedekte hij zijn graf met bloemen.
In den nacht van 13 op 14 Mei 1943 kwam om plm. 2 uur een Engelsch twee-motorige bommenwerper van het Wellingtontype neer in de buurtschap Huppel, in de omgeving van de boerderij van J.W.Kruisselbrink, F 20. Het toestel was door een Duitsche nachtjager neergeschoten. Tusschen de wrakstukken en daaromheen werden de lijken van de 5 inzittenden gevonden, waarvan er 3 geheel verkoold en onherkenbaar waren.
De namen van de twee geidentificeerde vliegers waren:T.H. Smith en L.I. Mobley ).
Op 1 Mei 1943, ’s nachts te plm. half drie, stortte een grote bommenwerper neer naast de boerderij van J. Prange, Woold K 163. Bij onderzoek bleek deze melding een Engelsch vliegtuig te betreffen, hetwelk door een Duitse Messerschnmitt-110 nachtjager, bestuurd door Hauptmann Wilhelm Dormann was neergeschoten. Bij het neerstorten explodeerde een brisantbom van zeer zwaar kaliber. Kilometers in de omtrek lagen onderdeelen van den bommenwerper verspreid. In de omgeving van het wrak werden te ongeveer 6 uur ’s morgens de lijken van zeven vliegers gevonden, die vermoedelijk getracht hebben, met behulp van hun parachute, het vliegtuig te verlaten, hetgeen hun waarschijnlijk door de te geringe hoogte, niet meer is gelukt.
Hierdoor zijn zij op een gruwelijke wijze te pletter gevallen.
De stoffelijke resten werden op Maandag 3 Mei ’43 op de Alg. Begraafplaats ter aarde besteld. 7 slachtoffers konden geidentificeerd worden. Het lichaam van Derek Sheldon is echter niet gevonden. De volgende vliegers waren aan boord:
4 Mei 1943: Winterswijkse Courant (Nieuwe Wint.Courant mocht niet uitkomen)
Gevallen Engelsche officieren de laatste eer bewezen. Op de Algemeene Begraafplaats werd Maandagmorgen met militair eerbetoon het stoffelijk overschot van een 7-tal Engelsche offcieren, Vrijdagavond bij een luchtgevecht om het leven gekomen, aan den schoot der aarde toevertrouwd. Namens het Duitsche Luftwaffen waren 7 kransen neergelegd. Bij de indrukwekkende plechtigheid waren tegenwoordig: Een vertegenwoordiger van de Duitse weermacht, Dr.W.P.C.Bos, Burgemeester onzer gemeente, Ds.E.Reeser als predikant, de heer Schaffeld, Ortsgruppenleiter der N.S.D.A.P., de gemeentesecretaris, de Inspecteur van Politie en het hoofd van den Luchtbeschermingsdienst. Nadat de kisten waren neergelaten, sprak allereerst de vertegenwoordiger der Duitse weermacht een afscheidswoord. In den strijd, aldus deze, zijt gij gevallen en dan zwijgt het vijandschap. In Winterswijk hebt gij den dood gevonden, daar zult gij uw graf vinden. Omdat een soldatendood een eeredood is, is een soldatengraf een eeregraf. het is de plicht van den Duitschen soldaat U een eeregraf te geven. Daarvoor is deze plaats uitgekozen. In opdracht der Duitsche Weermachtofficieren breng ik U deze laatsten groet. Daarop weerklonken van een vuurpeleton drie salvo’s , waarop de heer Reeser een kort woord sprak.
Nademale ’t den Alnachtigen God behaagd heeft, aldus Ds.Reeser, deze mannen uit de tijdelijkheid tot de Eeuwigheid te roepen. bevelen wij hen in Gods hand en bestellen hun lichaam in Gods akker. Stof bij stof, asch bij asch, aarde bij aarde, in de zekere wetenschap van de opstanding uit de dooden. Hij eindigde met de voorlezing van het Onze vader.
De burgemeester, die daarna sprak, zeide, dat de gemeente Winterswijk de nagedachtenis van hen, die gevallen zijn in de uitoefening van hun hoogsten plicht, het meest treffend kan eeren door hen een laatste rustplaats te geven op een eerekerkhof. Daarom is een deel der begraafplaats als zoodanig ingericht. Allen die gevallen zijn bij de uitoefening van hun heiligsten plicht, zullen daar aan den schoot der aarde worden toevertrouwd. Daarmede was deze treffende plechtigheid afgeloopen.
Verhaal Peter Rhebergen
De fatale vlucht van Derek Sheldon De Britse sergeant Derek Sheldon werd op 13 maart 1920 in Londen geboren. Op vrijdag 30 april 1943 stapte hij laat in de avond op het vliegveld Wickenby in zijn Lancaster bommenwerper om bombardementen boven Duitsland uit te voeren. Aan deze missie kwam voortijdig een einde, want op 1 mei 1943 crashte de bommenwerper van Sheldon in het Woold. De 23-jarige flight sergeant kwam daarbij om het leven.
Sheldon maakte deel uit van een bemanning van in totaal acht vliegers. Zes van hen slaagden er nog wel in het brandende vliegtuig te verlaten, maar ook zij hebben de crash niet overleefd omdat hun parachutes zich niet meer tijdig konden openen. Hun lichamen werden in de directe nabijheid van het vliegtuigwrak gevonden. De zevende vlieger werd levenloos in de restanten van de bommenwerper aangetroffen. Zij liggen allen begraven op de Algemene Begraafplaats in Winterswijk en hebben een gedenksteen waar elk jaar op 4 mei bloemen worden gelegd om hen niet te vergeten.
Het lichaam van Derek Sheldon is nooit gevonden. De kracht van de explosie van de zeer zware bom aan boord van het vliegtuig was zo hevig dat er niets van hem is teruggevonden. De explosie sloeg een diepe krater op de plek van de crash. Derek Sheldon kon niet begraven worden en heeft daarom ook geen gedenksteen op de begraafplaats in Winterswijk. Zijn naam staat wel op het grote Runnymede Memorial in Engeland, waarop meer dan 20.000 vermiste vliegers staan vermeld. Om de herinnering aan Derek Sheldon levend te houden is op de begraafplaats momenteel tijdelijk een foto van hem geplaatst tussen zijn zeven collega-bemanningsleden.