Isaac Marcus de Leeuw en Katriena Gobas
Isaac Marcus de Leeuw (12-04-1855 Groningen – 09-09-1888 Arnhem)
Echtg.: 14-08-1978: Katriena Gobas (11-02-1865 Almelo – 17-05-1941 Enschede)

Kinderen:
A. Mozes de Leeuw
B. Arie de Leeuw
C. Michel Salomon de Leeuw +
D. Betje de Leeuw
E. Leendert de Leeuw +
F. Abraham de Leeuw + (27-08-1886 Arnhem – 14-05-1943 Sobibor)
-echtg.: 22-04-1914: Belia Philip (11-07-1885 Groenlo – 14-05-1943 Sobibor)

F. Abraham de Leeuw (1886 -1943)

Woonplaats: SPOORSTRAAT 33
Huidenhandelaar/ oud ijzer en textielwaren
Echtg.: 22-04-1914: Belia Philip (11-07-1885 Groenlo – 14-05-1943 Sobibor)
Kinderen:
A. Hartog Israel de Leeuw (29-10-1914 W’wijk – 24-09-1943 Auschwitz
-echtg.: 08-09-1942: Helena Martina (Lenie) Polak (23-04-1919 Bathmen – 04-06-2018)
B. Marcus de Leeuw (Max) (29-01-1916 W’wijk – 06-08-1994 Israel)
-verl.1939: echtg.: Rozette Wolf (1919-2016)
C. Rudolf Maurits de Leeuw (08-05-1917 W’wijk – 31-03-1944 Mid.EU.)
-echtg.: Malka Schupper (04-02-1920 Kanczuga – 27-11-1942 Auschwitz)
D. Arie de Leeuw (11-07-1918 W’wijk – 21-01-1945 Blechhammer)
–echtg.: geen: adres; Spoorstraat 33
E. Sara de Leeuw (04-10-1921 W’wijk – 31-01-1944 Ausschwitz)
F. Sallie de Leeuw (18-09-1924 W’wijk – 09-07-1943 Sobibor)
G. Karel de Leeuw (29-04-1928 W’wijk – 14-05-1943 Sobibor)

C. Rudolf Maurits de Leeuw (1917 -1944 )

Woonplaats: MISTERSTRAAT 90
Echtg.: 25-11-1941: Malka Schupper (04-02-1920 Kanczuga – 27-11-1942 Auschwitz)
Kinderen: 1
a. Belia de Leeuw (07-07-1942-27-11-1942 Ausschwitz)

1965

Vijftig jaar De Leeuw N.V. M. de Leeuw kwart eeuw directeur

Op 18 februari 1915 stichtte wijlen de heer A. de Leeuw zijn huidenhandel in Winterswijk, terwijl tevens de handel in oud ijzer en textielwaren werd begonnen.
Op 15 februari 1940 werd de heer Max de Leeuw directeur zodat deze week, naast het gouden feest van de stichting van het bedrijf, de heer Max de Leeuw tevens zijn 25-jarig directeurschap viert donderdag a.s. worden deze beide jubilea gevierd met een receptie in de zaal Fides.
Hoe het groeide
In een schuur aan de Spoorstraat, kort bij het station begon de in Arnhem geboortige heer De Leeuw sr. zijn bedrijfje, waar huiden gezouten en verhandeld werden.
Paard en wagen dienden voor ’t vervoer. Al vrij spoedig groeide het bedrijf uit zijn jasje en uitbreiden was noodzaak.
Op het Weurden werd in een vrij grote schuur ook een deel van het bedrijf onder gebracht, weer later ook aan de Misterweg en aan de Fabriekssteeg in Goenlo.
De tegenwoordige directeur van het bedrijf, de heer Max de Leeuw vond Winterswijk eigenlijk te klein, wilde meer van de wereld zien en werd inkoper van een Amsterdams bedrijf.
Als zodanig kwam hij ook in vele landen. Toen echter de oorlogsdreiging ontstond en later de oorlog uitbrak, waren dit belangrijke remmingen voor het werk der Amsterdamse firma. Hoewel de buitenlandse handel sterk trok, ging de heer Max de Leeuw op advies van anderen toch weer terug naar de zaak van zijn vader in Winterswijk en combineerde zijn werk aldaar, met dat van inkoper voor het Amsterdamse bedrijf.

De oorlogsjaren

In de eerste jaren van de oorlog en de bezetting, werd het werk te Winterswijk nog normaal voortgezet, waaraan het feit dat de Duitsers geen deskundige verwalter ter beschikking hadden, wel niet vreemd zal zijn geweest.
Toen echter de grote joden deportaties begonnen, werd het hele gezin De Leeuw, vader, moeder, zes zoons en een dochter, alsmede de echtgenote van de heer Max de Leeuw naar Vught overgebracht.
Hiervandaan ging het later naar diverse andere kampen. Max de Leeuw kwam in Auschwitz terecht en werd tenslotte aldaar door de Russen bevrijd.
Zijn vrouw, Rosa de Leeuw-Wolf, belandde in Hamburg en werd later, door bemiddeling van de Zweed graaf Bernadotte naar Zweden overgebracht
Toen de oorlog teneinde was, ondernam ieder op eigen gelegenheid de terugtocht naar het vaderland en het lot wilde, dat van het gehele gezin De Leeuw alleen Max en zijn vrouw terugkeerden en juist op hun trouwdag ontmoetten de beide echtgenoten elkaar weer in Holland.
Met grote dankbaarheid maakt de heer De Leeuw thans nog gewag van het feit dat hij voor een belangrijk deel zijn leven te danken heeft aan de toenmalige directie der Philipsfabrieken, die hem o.m. tot ingenieur bombardeerde en hem in het fabrieksteam opnam.

De afspraak kort voor de deportaties gemaakt, was, dat degene die het eerst weer terug zou komen, zo snel mogelijk zou trachten de zaken weer op gang te brengen. Toen de heer M.de Leeuw na enige tijd goede rust en goede voeding te hebben genoten weer lichamelijk was opgeknapt, werden de zaken weer aangepakt.
In Groenlo was de huidenhandel en pelterij praktisch van alles beroofd.
Gelukkig wordt in Winterswijk het pand op de Hoge Hazel aangetrokken in Arnhem Werden panden gehuurd waar. ook de huidenhandel florèerdé.
Uit het bestaande bedrijf groeiden om praktische redenen, twee N.V.’s nl.
De Leeuw’s Huidenhandel N.V. en de N.V. Handelmaatschappij De Leeuw, die ook thans nog steeds onder directie staan van de heer Max de Leeuw
In Winterswijk werd aan de Industrieweg voor enkele jaren een groot terrein aangekocht van de gemeente en naast een grote opslagloods en moderne kantoren met cantine, ligt er grond genoeg (totaal plm. 10.000 m2 ) om er miljoenen kilo’s metalen e.d. op te slaan.
Dagelijks worden deze aangevoerd, voor de metalenhandel het meest uit de Achterhoek, voor de huiden zelfs uit Twente en de meeste slachthuizen onder de lijn Almelo-Zwolle-Apeldoorn-Arnhem-Den Bosch
Van de metaalhandel, van het papier en de afvalprodukten van textiel verhuizen per week zo’n 100.000 kg naar gieterijen, papierfabrieken, hoogovens enz. en toch ligt het uitgestrekte opslagterrein bijna constant vol. Dat de N.V. De Leeuw in de handelswereld een goede naam heeft zal tijdens de receptie ongetwijfeld blijken. Vele zakenrelaties meenden zelfs nu reeds gelukwensen en cadeaus te moeten sturen en daar zullen er tijdens de receptie van a.s. donderdag ongetwijfeld nog vele bijkomen.