BRITTIJN 42 jaar Roepnaam: Pieter Voornamen: Pieter Franciscus Geboren:17-03-1902 te Utrecht Overleden:12-03-1945 te Amsterdam Begraven: Eerebegraafplaats Bloemendaal te Overveen Ouders: Pieter Brittijn (23-11-1872 te Leiden-overl.04-02-1954 te Winterswijk)en (getr.24-04-1901 te ‘s Gravenhage) Antonia Jozepha Aghina (02-06-1874 te Haarlem-overl.03-08-1955 te Winterswijk) Partner: Hendrika Johanna Kuijpers (14-10-1903 te Diepenveen-overl.14-10-1997 te Winterswijk Trouwdatum: 16-04-1930 te Winterswijk Kinderen: Beroep: Boekhouder provinciaal ziekenhuis te Medemblik Woonadres Westerhaven 18 te Medemblik Groep: Verzet Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.441 no.12
Pieter Brittijn wordt op 17 maart 1902 geboren te Utrecht. Met zijn ouders komt hij in 1907 naar Winterswijk, waar zijn vader de eerste directeur wordt van de Ambachtsschool. Het gezin gaat wonen in het huis naast de school en bestaat naast vader en moeder uit 4 kinderen. Pieter ging eerst naar school M en daarna naar de RHBS aan de Zonnebrink, waar hij in 1920 zijn diploma ontvangt. Daarna zette hij zijn studie voort aan de Nederlandse Handels Hogeschool in Rotterdam. Na deze studie, juli 1924, gaat Pieter op 22-jarige leeftijd in Militaire dienst. In 1926 verlooft hij zich met Henny Kuypers (14-10-1903), dochter van het schoolhoofd uit het Woold en 16 april 1930 treden zij in het huwelijk. Ze verhuizen naar Amsterdam, waar Pieter een baan krijgt als administrateur in een groothandel in papier. Op 9 december 1931 wordt hun zoon Pieter Jan geboren. De baan in Amsterdam is door de economische crisis van korte duur en het gezin besluit op 30 december 1933 terug te gaan naar Winterswijk, waar Pieter een baan krijgt aangeboden bij de firma Geerlings. In 1935 vertrekt het gezin naar Medemblik, waar hij op 33-jarige leeftijd een functie krijgt als boekhouder in het Provinciaal psychiatrisch ziekenhuis.
Januari 1940 wordt Pieter in verband met de oorlogsdreiging opgeroepen voor de mobilisatie. Hij wordt gelegerd op de Grebberg en weet de ongelijke strijd van 10 tot 13 mei te overleven. De verschrikkingen bij zich dragende gaat hij eerst naar zijn ouders in Winterswijk, voordat hij zich meldt bij zijn gezin. De dagen daarna wordt hij ingezet voor de ruiming van het slagveld Grebbeberg en op 15 juni krijgen ze ‘groot verlof’.
Gedesillusioneerd gaat Pieter weer aan het werk in het ziekenhuis in Medemblik en langzaam aan, vooral vanaf 1942 raakt hij steeds meer betrokken bij het verzet. Dit ook door zijn baas, psychiater Dr. Riender Zijlstra (1909-1985).
Pieter is o.a.in het verzet lid van Nederlandse Unie (verboden door de Duitsers) ,het Medembliks Comité, de NSF, plaatselijk leider v.d. L.O en de O.D. Daarnaast hebben ze de uitgave van hun eigen illegale verzetsblad ‘de Vrije Stem’.
De omstandigheden op het werk in het psychiatrisch ziekenhuis waren verre van optimaal. In de periode 1942-1945 worden hier 500 patiënten verpleegd en zijn hier 150 personeelsleden. Onder de patiënten bevinden zich ook Joodse mensen, maar tevens onderduikers. In het ziekenhuis was een verzetsgroep werkzaam, waaronder naast Pieter Brittijn, directeur Riender Zijlstra ook verpleger Wieger Boonstra en klerk Tiede Oost actief in deelnamen. Onder het personeel waren echter ook leden van de NSB, die op zoek waren naar Joodse onderduikers en verzetsmensen. Dit leidde o.a. tot twee razzia’s in het ziekenhuis, op 2 maart 1944 en 21 april 1944, waarbij zestien joodse psychiatrische patiënten en joodse onderduikers werden opgepakt en gedeporteerd werden naar kamp Westerbork. Voor Dr.Riender Zijlstra werd de situatie onmogelijk en hij moest onderduiken. In januari 1945 vonden er in het ziekenhuis, dat bekend stond als ‘broeinest’ van verzet, twee razzia’s plaats van ca. 100 Duitse soldaten. Pieter Brittijn werd op 20 januari door verraad thuis gearresteerd, maar na vijf dagen vrijgelaten. Op 14 februari werd hij in het ziekenhuis weer opgepakt. Wieger Boonstra en Roelof Tiede Oost waren op de zelfde dag thuis gevangengenomen.
Alle drie worden zij overgebracht naar Amsterdam, naar de gevangenis aan de Weteringschans. Opgesloten, verhoord en wachtend op transport naar Amersfoort of Vught. Op 11 maart 1945 komt echter de Duitse SD-er Ernst Wehner bij een vuurgevecht met verzetsstrijders aan de Stadhouderskade om het leven. Uit wraak worden op 12 maart 1945 30 gevangenen uit de Weteringschans, waaronder Pieter Brittijn, Wieger Boonstra en Roelof Tiede Oost gefusilleerd. Allen werden ze nadien begraven in de Kennemerduinen. Na de oorlog zijn ze herbegraven, Pieter en Roelof op de Eere Begraafplaats in Boemendaal.
Pieter Brittijns echtgenote Henny gaat met haar zoon Pieter Jr. terug naar Winterswijk en trekken in bij haar schoonouders aan de Prins Hendrikstraat. Henny wordt later in Winterswijk lerares aan School O en Pieter jr. de latere directeur van het Algemeen ziekenhuis en verpleeghuis De Pronsweide.
Het verhaal gaat dat Pieter o.a. verraden kon zijn door een onderduiker welke hij en zijn vrouw in huis hadden genomen. Deze onderduiker zou door de O.D. na de oorlog geliquideerd zijn. Dit verhaal werd verteld door een vroegere medewerker van de O.D. Van de onderduiker heeft de fam.Britttijn ook nooit iets vernomen.
WILLINK-BOS 48 jaar Roepnaam: Hilda Voornamen: Hilda Jeannette Geboren:20-05-1896 te Winschoten Overleden:21-03-1945 te Winterswijk Begraven: Ouders: Dirk Bos (13-09-1862 te Groningen-overl.06-05-1916 te ‘s Gravenhage) en (getr.18-12-1888 te Wildervank) Margaretha Henderika Meihuizen (11-11-1866 te Wildervank-overl…-..-.. te) Partner: Willem Adam Willink (28-08-1890 te Winterswijk -overl.20-03-1969 te Winterswijk Trouwdatum: 28-09-1916 te ‘s Gravenhage Kinderen: Woonadres: Groenloseweg 34 te Winterswijk Groep: Burgerslachtoffer
21 Maart 1945: In den namiddag van denzelfden dag, ongeveer half vijf, werden door overvliegende bommenwerpers 8 brisantbommen afgeworpen, die neerkwamen op de Groenloscheweg en omgeving, op dezelfde hoogte van de punten, die den vorigen dag reeds getroffen waren. De gevolgen waren verschrikkelijk. De perceelen Groenloschenweg 32 en 34 werden getroffen, en fel laaide een brand op. Door personeel van de Opruimings- en Herstellingsdienst werden 5 lijken geborgen. De slachtoffers waren Mevr.Willink en vier leden van een geevacueerde Haagsche familie, de heer en Mevr. v.Sante en dochter, en J. Luxen, eveneens een evacuee, die tijdelijk hun intrek hadden genomen in dit perceel.
Hun stoffelijk overschot werd naar het Ald. Ziekenhuis vervoerd. Door scherven werden nog een aantal personen min of meer ernstig gewond, waarvan er later nog een is bezweken.
Bron:W.Lelieveld, Winterswijk in oorlogstijd.
Naast Mevr. Bos kwamen hierbij om de geëvacueerde Haagse familie de heer Cornelis van Santen (17-05-1892) 52 en mevrouw Johanna Alberdina van Santen-van Baalen (28-01-1896) 44 en dochter Emmij Alberdina van Santen (25-02-1929)16 en Jauke Luxen (V-49 jaar), eveneens evacué.
“Met papa en mama kan je niets gebeuren”
Henkie te Bokkel, 7 jaar, woonde met zijn ouders aan de Morgenzonweg. Samen met zijn zusje. Die zaterdagmorgen 21 maart 1945 vlogen de Jabo’s weer over Winterswijk en het spoorwegemplacement moest getroffen worden. O.a.kwamen de bommen terecht bij de voetbalvelden van W.V.C. , maar kwamen niet allemaal tot ontploffing.
Het werd te gevaarlijk aan de morgenzonweg. Pa en Ma te Bokkel, die aan de Morgenzonweg een kruidenierswinkel hadden, besloten met hun kinderen te vertrekken naar Bertus en Tijdje Oonk, hun vrienden. Deze hadden een manufacturenzaak aan de Vredenseweg en daar waren ze altijd van harte welkom. Lopend vertrokken ze vanaf de Morgenzonweg richting Bertus en Tijdje. Maar op de Groenloseweg hoorden ze de Jabo’s weer aankomen. Schuilen, zo snel mogelijk schuilen. Ze renden naar het huis van mevr. Rietman en werden daar opgevangen.
Daar waren ze voorlopig weer veilig hoopten ze. Het inslaan van bommen in de omgeving was duidelijk te horen. En eindelijk werd het weer rustig en kon de voettocht worden voortgezet. Op de kruising van de Singelweg- Vredensestraat hoorden ze weer de Jabo’s aankomen en schuilden ze in het portiek van fotograaf Hofstee. Bijna waren ze bij Bertus en Tijdje. De bommen hoorden ze weer inslaan richting de Groenloseweg. Het was intussen al half vijf. En weer werd het langzaam rustig.
Nu het laatste stukje nog naar de fam.Oonk. Daar aangekomen konden ze Bertus en Tijdje hun hele verhaal vertellen wat ze meegemaakt hadden en kwamen daar weer een beetje tot rust. S’avonds was alles weer rustig en konden ze de terugreis aanvaarden. De bommenwerpers waren verdwenen.Het was weer veilig. Lopende over de Groenloseweg richting hun huis aan de Morgenzonweg, kwamen ze weer langs het huis van mevr.Rietman. Kleine Henkie keek richting haar huis. Hier stond toch haar huis?
(Bij dit bombardement kwamen aan de Groenloseweg 32-34 die middag omstreeks half vijf 5 mensen om, waaronder Mevr.Willink-Bos. )
Verhaal:Henk te Bokkel.
Hilde Jeannette Bos en Willem Adam Willink hadden 1 dochter, Hetty: 1921-2007.
SMEEK-BOERS 30 jaar Roepnaam: Aaltje Voornamen: Aaltje Geboren:08-11-1914 te Zutphen Overleden:28-03-1945 te Winterswijk Begraven: Ouders:Hermanus Boers (1890 te Zutphen-overl…-..-.. te) en (getr.13-08-1913 te Zutphen) Catharina Plugers (1890 te Eindhoven-overl.06-08-1950 te Zutphen) Partner: Hermann Gerhard Smeenk ( Plm.1913 Mülheim an der Ruhr-overl. 26-03-1945 te Winterswijk) Trouwdatum: te Kinderen: Woonadres: Beusinkweg 102 te Winterswijk Groep: Burgerslachtoffer
26 Maart 1945 zijn de Jabo’s ’s morgens om 7 uur al weer present. Er werd met boordvuur geschoten. Een bewoner van de Beusinkweg 102 werd hierdoor doodelijk getroffen, n.l. de heer H.G.Smeenk. Zijn echtgenoote Aaltje Smeenk-Boers werd gewond. Ofschoon dien dag nog meerdere aanvallen plaats vonden, vielen er gelukkig verder geen slachtoffers te betreuren. Aaltje Boers overleed op 28 maart 1945, drie dagen voor de bevrijding, ten gevolge van een bomscherf 2 dagen daarvoor, waarbij haar man Hermann Smeenk kwam te overlijden. Enkele kinderen bleven ouderloos achter.
BLOEMERS 23 jaar Roepnaam: Theo Voornamen: Theodorus Gerrit Geboren:18-07-1916 te Wisch Overleden: 13-05-1940 te Rhenen, Grebbeberg Begraven: Militair Ereveld Grebbeberg, rij 5, graf 6 Ouders:Theodorus Johannes Bloemers (..-..-1879 te-overl.04-11-1944 te Varsseveld) en Cornelia Antonia Greven (1889-overl.09-01-1926 te Arnhem) Beroep: Bakker Woonadres: Henxel 38 te Winterswijk Groep: Kon.Landmacht dpl.Soldaat 3-III-8 R.I. Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.1275, no.9
Op 18 mei 1940 gevonden in een boomgaard aan de Haarweg, ter hoogte van de Zijdvang. (Uit het rapport Sellies/Verhoeven)
Tweede Pinksterdag 1941 werd op de begraafplaats op de Grebbeberg een monument onthuld ter nagedachtenis van de in mei 1940 gesneuvelde militairen, met name die behorende tot het 8e Regiment Infanterie. Het monument is een betonnen gedenkzuil waarop 233 namen van gesneuvelde militairen ,waaronder Theodorus Bloemers. (Bron: Stichting De Greb)
BEUSINK 28 jaar Roepnaam: Jan Willem Voornamen: Jan Willem Geboren:12-07-1911 te Winterswijk Overleden:06-07-1940 te Winterswijk Begraven: Alg.Begraafplaats te Winterswijk Ouders:Jan Willem Beusink (10-07-1885 te Winterswijk-overl.19-09-1961 te Winterswijk en (getr.30-09-1910 te Winterswijk) Geertruida Johanna Grotenhuis (30-03-1886 te Winterswijk-overl.:31-12-1969 te Winterswijk) Partner: Janna Christina Geelink (16-06-1908 te Winterswijk-overl.28-03-1966 te Winterswijk Trouwdatum: 20-07-1935 te Winterswijk Beroep: Fabrieksarbeider Woonadres: Javastraat 12 te Winterswijk Groep: Burgerslachtoffer.Bombardement Javastraat
In den nacht van 21 op 22 Juni 1940 vielen de eerste bommen in onze gemeente, die ook de eerste slachtoffers vroegen. Deze bommen explodeerden niet, en nieuwsgierig geworden kwamen enkele bewoners uit de omliggende buurt naderbij. Men had toen nog weinig ervaring op dit gebied en zag het gevaar nog niet zoo zeer in. De gevolgen waren verschrikkelijk. Plotseling explodeerde een bom, en twee mannen werden op slag gedood, t.w. J.H.Hijink en B.W. Konings, resp. oud 27 en 31 jaar. De heer J.W. Beusink werd zwaargewond en overleed 6 Juli d.a.v. Omstreeks dezen tijd heerschte er een geweldige onrust onder de bevolking en velen trokken het dorp uit om buitenaf hun intrek te nemen.
W.Lelieveld, Winterswijk in oorlogstijd
Maandag 8 Juli 1940: Nieuwe Winterswijkse Courant: Aan de bekomen verwondingen overleden Zaterdagavond is in het Algemeen Ziekenhuis alhier overleden de 29-jarige J.W.Beusink, die in den nacht van 21 op 22 juni j.l.door granaatscherven ernstig werd gewond. Het slachtoffer was gehuwd en vader van één kind.
Vrijdag 12 Juli 1940: Nieuwe Winterswijkse Courant: Droeve Plechtigheid Gistermiddag werd op de Nieuwe Algemeene Begraafplaats ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den onder zoo tragische omstandigheden om het leven gekomen J.W.Beusink. Een groot aantal familieleden, vrienden en bekenden bewezen den overledene de laatste eer. Er waren o.m.kransen en bloemstukken van de directie en personeel van de textielfabriek H.Willink & Co. en buurtvereeniging ‘Jubern’. Aan de groeve sprak Ds.A.G.Kloots een treffend afscheids- en troostwoord. De heer J.B.Rikkers sprak namens de familie een woord van dank tot allen voor het medeleven met de familie Beusink.
21/22 juni: Rond 01:45 uur worden er bommen afgeworpen boven de Misterstraat. Deze slaan in bij de omgeving van het station, waardoor een goederenloods in brand vliegt. Hetzelfde vliegtuig zou kort hierna teruggekeerd zijn en de reeds brandende loods gebombardeerd hebben. Later op de dag blijken er meerdere blindgangers van het bombardement te zijn achtergebleven, waardoor een aantal woningen aan de Misterweg en de Morgenzonweg worden geëvacueerd. Niet onterecht, omdat rond 17:30 uur een blindganger alsnog ontploft. (Bron:Ecal; toeg. nr. 0298, inv. nr. 323.)
Uit de archieven van het Britse Bomber Command blijkt dat één of meerdere Handley Page Hampdens dit bombardement hebben uitgevoerd. Het doelwit werd gevormd door het rangeerterrein bij het station. Het doel wordt getroffen. Eveneens slaan er bommen in op een fabriek, ongeveer 1,6 kilometer ten zuidwesten van het rangeerterrein. Bron: TNA, AIR14/2665
BEERNINK 35 jaar Roepnaam: Henk Voornamen: Hendrik Dirk Jan Geboren:03-02-1910 te Lichtenvoorde Overleden:08-02-1945 te Zwolle Begraven: Gem. Begraafplaats Kranenburg te Zwolle, Vak A No.14 Ouders: Evert Jan Beernink (05-05-1880 te Aalten-overl.21-08-1971 te Winterswijk) en (getr.25-05-1906 te Winterswijk) Hendrika Slijtermeilink (03-04-1886 te Vorden- overl.25-08-1974.te Winterswijk) Partner: Hendrika Alberta te Riet (24-08-1913 te Eibergen-overl.14-04-1992 te Zwolle) Trouwdatum: 21-05-1938 te Winterswijk Beroep: Telegraafwerker NS Woonadres: Morgenzonweg 38 (1916-1939) te Winterswijk Groep: Verzet Monument: Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.786 no.9 Verzetsherdenkingskruis: 25-07-1952 Medal of Freedom with Bronze Palm:21-10-1946 Yad Vashem : nr.9140: 2000
Henk Beernink werd in 1910 te Lichtenvoorde geboren en verhuisde op 6 jarige leeftijd naar Winterswijk. In 1938 trouwde hij te Winterswijk met Hendrika te Riet uit Eibergen en samen verhuisden zij in 1939 naar de Harculosestraat 6 te Zwolle. In Winterswijk woonden zij aan de Morgenzonweg 38 en Henk Beernink – opgegroeid en gehuwd in Winterswijk- was evenals zijn vader werkzaam bij de spoorwegen.
In Zwolle ging Henk in 1939 aan het werk als telegraafwerker bij de Ned..Spoorwegen. In 1940 werd hun dochtertje Rineke geboren. In de oorlog was hij de leider van de verzetsgroep ‘De Groene’, die bestond uit een kern van twintig man. Ook Beernink’s vrouw was actief in het verzet. De groep heeft honderden mensen geholpen.
Henk Beernink is doodgeschoten bij een inval van de Duitsers in het Katholieke ziekenhuis te Zwolle op 8 februari 1945.
Op 8 februari 1946 werd de naam Harculosestraat gewijzigd in Beerninkstraat.
Henk Beernink (1910-1945) Hendrik Dirk Jan Beernink begon in Zwolle zijn eigen verzetsgroep en verleende waar de verzetsgroep maar hulp kon bieden haar medewerking.
De verzetsgroep bestond uit vervalsers van papieren, KP-ers, verzorgen (verstrekken van bonkaarten) van onderduikers, makers en verspreiders van het verzetskrantje enz.enz. Een groot leider was hij niet, maar wist altijd wel de juiste mensen om zich heen te vinden voor zijn verzetsgroep.
Ook thuis bij Henk Beernink waren altijd volop activiteiten van de verzetsgroep, waarbij zijn vrouw Riek Beernink-te Riet zijn rechterhand was. Nooit was iets een probleem. Eeters, slapers en altijd een komen en gaan van mensen.
In het najaar van 1942 kreeg de verzetsgroep nieuwe impulsen door contacten van Henk met plaatsgenoot Arie Bijl, welke werkzaam was voor de OD en tevens voor de Landelijke Organisatie van Onderduikers (van ‘Tante Riek’) Nu ging de verzetsgroep ook werkzaamheden verrichten voor deze groep.
Henk verscheen daardoor steeds minder op zijn werk bij de NS, maar problemen leverde dit niet op, want zijn chef liet het verzuim oogluikend toe. Later kwam Henk helemaal niet meer op zijn werk, want het verzetswerk eiste al zijn tijd op.
Op 28 april 1943 werd Arie Bijl gearresteerd en ging Henk Beernink, opererend onder de schuilnaam ‘De Groene’ door met zijn verzetswerk. Moest Henk soms zelf ook onderduiken dan deed hij dat bij ‘Moeder Overste’ van het RK Ziekenhuis te Zwolle.
Vrijwel alles werd aangepakt. Joodse onderduikers die geholpen moesten worden (zelf heeft Beernink en zijn vrouw een jaar lang joodse onderduikers in huis gehad, welke de oorlog overleeft hebben), voorvluchtige piloten die ondergebracht moesten worden, het maken en verspreiden van de illegale verzetskrant en geld inzamelen voor financiering onderduikers.
Er werd samengewerkt met andere illegale groepjes, maar ook zelfstandig werkzame individuen. Alle werkzaamheden hield Beernink hierbij in eigen hand.
Beerninks netwerk bestond uit een kring van goed geïnformeerden, die wisten wat er gedaan moest worden en waarom, met daaromheen mensen die alleen opdrachten uitvoerden, zonder de achtergronden ervan precies te kennen. Hoewel Beernink als leider binnen zijn groep vrijwel onomstreden was, trad hij niet directief op. Delegeren lag hem kennelijk niet.
Altijd als er een opdracht kwam was het: ‘We zitten met dit probleem, wat zullen we eraan doen? Overvallen op distributie-kantoren, sabotage’s. Niets was te gek.
Najaar 1944, met de bevrijding in het zicht, nam de nonchalance en de drang tot gewapend optreden bij de ‘doeners’ onder Beerninks medewerkers toe. Tot die tijd was alles nog goed gegaan. Zwolle was een stad vol Duitsers geworden en waakzaamheid zou zeker geboden zijn.
In augustus 1944 voerde hij met KP-leider Andries Kalter besprekingen over ‘aanschaf’ van wapens. Deze wilde hier echter niet aan meewerken, i.v.m. de reputatie van ‘De groene’, als ‘wilde actie doeners’.
En dat gebeurde nog wel eens. Op Dolle Dinsdag 5 september 1944 werd de Radio-distributiedienst overvallen en las Henk een boodschap voor op de radio: ‘Leve de Koningin, Leve het Vaderland’. Velen in Zwolle dachten toen de stem van Prins Bernhard te herkennen. Echter de vrijheid was nog niet daar en was de boodschap erg voorbarig.
De meest geruchtmakende actie van ‘De Groene’ was op 2 oktober 1944 de overval op het Huis van Bewaring in Zwolle. Drie medewerkers van Henk, waren nml.bij een razzia gearresteerd en opgesloten in het Huis van Bewaring. Uit angst dat zij zouden gaan ‘praten’, werd besloten een overval te beramen om hen te bevrijden.
De directeur van de gevangenis had hen informatie verstrekt omtrent de situatie aldaar. Van een andere verzetsgroep werden Duitse uniformen verkregen.
Op 2 oktober 1944 rijden zij ‘s middags om 13.00 uur naar het Huis van Bewaring Vier personen, waarvan drie in Duits uniform en een in burgerkleding als zogenaamde gevangene welke zij kwamen afleveren.
Met hulp van binnenuit van Nederlandse gevangenis bewakers was de hele actie in drie minuten gedaan. Een Duitse bewaker, welke helemaal verdiept was in het plaatjes kijken in de voor mannen zo bekende boekjes, werd helemaal door de actie verrast.
Echter de bevrijders vertrokken niet alleen met de drie gehoopte medewerkers, maar tevens nog met een extra gevangene. Iedereen wist veilig onder te duiken .
Echter op 8 februari, vlak voor het einde van de oorlog gaat het helemaal mis. Het RK Ziekenhuis van ‘Moeder Overste’ was een toevluchtsoord van illegaliteit en tevens de lokatie van de geheime zender.
Om 10.30 werd er een inval gepleegd door de Duitsers. Henk Beernink zelf komt op dat moment net aan fietsen, zonder dat hij in de gaten heeft wat er gaande is. Zodra Henk Beernink door heeft wat er zich afspeeld, besluit hij rustig te vertrekken. Bij de uitrit stonden twee Duitsers in uniform en ‘door de angst’ dat Henk een pistool trekt, wordt hij resoluut op dat moment doodgeschoten.
Op dat moment weten zij nog niet wie Henk is. Later wordt pas bekend dat zij de grote leider van de verzetsgroep ‘De Groene’ hebben gedood. Henk’s vrouw Riek, die in de buurt was, vernam snel dat het om haar man ging en besloot samen met haar dochter te vluchtten op de fiets naar familie in Neede.
Henk Beernink’s ouders krijgen op 16 februari 1944 in Winterswijk Ds. A.G.Kloots aan de deur met het bericht van Henk’s overlijden. Henk Beernink werd op dinsdag 12 juni 1944 met militaire eer begraven op begraafplaats Kranenburg te Zwolle. De gemeente Zwolle heeft hem geeerd door op 8 februari 1946 de straat waar hij aan woonde, de Harculosestraat, om te dopen in de Beerninkstraat.
Bronnen: Coen Hilbrink. De ondergrondse: illegaliteit in Overijssel, 1940-1945. 1998 Wikipedia Wim Scholtz, Winterswijk
BANNINK 48 jaar Roepnaam: Hendrik Voornamen:Hendrik Gerrit Willem Geboren:28-10-1896 te Winterswijk Overleden:29-03-1945 te Wierden Begraven: Gem.Begraafplaats Kranenburg te Zwolle, Vak A, nr.19 Ouders:Willem Bannink (17-01-1853 te Laren- overl.08-05-1942 te Zwolle) en (getr.09-07-1886 te) Jaantjen Bannink (12-06-1863 te Laren-overl.10-10-1945 te Zwolle) Partner: Antonette Johanna Maria Schiks Geb: 24-02-1900 Breda. Overl:..-..-..)Komt met haar ouders vanuit Haarlem op 12-02-1906 naar de 2e Gasthuisstraat 28 Trouwdatum:07-06-1923 te Winterswijk Kinderen: Jaantje 1927, Antoinette 1933. Beroep: Inspecteur van politie Woonadres te Zwolle Groep: Verzet Monument: Rijssensestraat Wierden Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.412, no.2 Verzetsherdenkingskruis
Hendrik Bannink was een zoon van landbouwer/spoorbeambte Willem Bannink (17-01-1853) uit Laren en Jaantjen Bannink (12-06-1863), eveneens uit Laren. In 1886 getrouwd en rond 1895 verhuizen ze naar Winterswijk. Zij hebben dan 1 dochter, Janna(1894) en in Winterswijk krijgen ze nog twee zoons. Hendrik in 1896 en Arend in 1901. Hendrik Bannink trouwt in 1923 te Winterswijk met Antonette Schiks. Sinds 1919 was hij werkzaam bij de politie.
In Zwolle was hij ten tijde van de oorlog Inspecteur van Politie en was tevens lid van het verzet.Hij maakte deel uit van de Ordedienst en de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij onderhield nauwe banden met de illegaliteit en fungeerde als contactman tussen de politie en het verzet. Hij zorgde ervoor dat de Zwolse OD wapens ontving die Nederlanders verplicht op het politiebureau hadden moeten inleveren. Tegen Bannink bestond bij de Nationaal-socialistische leiding van de Zwolse politie en de SD wantrouwen. Hij werd nauwlettend in de gaten gehouden, maar met een tip van een NSB-er deed de baas van Hendrik, de Zwolse politiecommissaris Mr.Willem de Bouter in het najaar van 1944 niets.
Op 18 februari 1945 ging het echter toch fout en werd hij bij de Nieuwe Havenbrug gearresteerd en overgebracht naar het huis van bewaring in Zwolle. In de nacht van 28 op 29 maart 1945 werd een aantal mannen geboeid de gevangenis van Almelo binnengebracht. Vier van hen kwamen uit Apeldoorn en elf uit de gevangenis van Zwolle. Nog vijf, die al in Almelo waren werden aan de groep toegevoegd.
De meesten waren verzetsmensen. Om 06.30 uur in de morgen werd de groep in twee vrachtauto’s geladen. Bij de fabriek van Ten Bos aan de Almelosestraat te Wierden stopten de wagens en moesten tien mannen uitstappen en op een rij op het fietspad gaan staan.
De tien mannen werden onder het oog van toevallige voorbijgangers en de tien overgebleven mannen, waaronder Hendrik, uit Zwolle gefusilleerd.
Vervolgens vertrokken de vrachtauto’s in de richting van Rijssen en bij ‘Grimberg’ werd opnieuw gestopt. De overige tien, waaronder Hendrik Bannink, moesten nu uitstappen en werden na een kort commando door de SD-ers doodgeschoten.
Op bevel van de bezetter moesten de lichamen van de slachtoffers op beide plaatsen tot twaalf uur ‘s middags blijven liggen.
Klaas van der Weerd ( oud-politieman en leider van het verzet) wist het volgende over de fusillade te vertellen:
Op donderdag voor Pasen, 29 maart 1945, fiets ik ‘s morgens omstreeks halfacht van mijn tijdelijke adres bij de familie Buitenweg in het Zuidbroek naar het bureau. Bij de fabriek van Ten Bos aan de Almelosestraat zie ik een oploop van mensen. Als ik dichterbij kom, hoor ik al van enige omstanders wat er daarvoor is gebeurd. Tien mannen zijn door een Duits vuurpeleton doodgeschoten. Ik zie de lichamen van de tien op het fietspad liggen.
Tegen twaalf uur ‘s middags komt de gemeente-opzichter Rutgers; samen overleggen we hoe de lichamen het best naar de EHBO-post in de oude openbare school kunnen worden gebracht. Rutgers gaat nu naar het gemeentehuis om te regelen dat er met spoed twintig houten kisten worden gemaakt.
Aan Schipper, die de leiding heeft, zeg ik dat alles wat gevonden is, schoenen, ringen, kleding, enz., in aparte genummerde zakken moeten worden gedaan; de kist met het lichaam van wie dat dan is, krijgt hetzelfde nummer. Dat moet gebeuren om later te kunnen vaststellen om welke personen het hier gaat, want van de meesten weten we niet wie het is. De nabestaanden van vier of vijf die we wel kunnen identificeren, krijgen onmiddellijk bericht. Tot diep in de nacht wordt er op de post gewerkt.
Op een gegeven moment komt de Wierdense NSB-commandant vertellen dat de SD bijzonder kwaad is dat de twintig nog niet in een massagraf begraven zijn, wat ze wel bevolen hebben.
Voor de volgende morgen zes uur, voor zonsopgang, moet dat gebeuren. In alle vroegte vindt de begrafenis op het kerkhof plaats, bij elk graf wordt een paaltje met een nummer erop geplaatst.
Na de bevrijding wordt het speurwerk naar de identiteit van de overige slachtoffers voortgezet. Op één na kan van allen worden vastgesteld wie het zijn. Pas veel later komt een moeder met twee zoons op mijn bureau; ze zijn op zoek naar hun vermiste zoon en broer. Uit de overgebleven bezittingen en een stuk stof, blijkt het inderdaad hun zoon en broer te zijn.
Hendrik Bannink mocht maar 48 jaar oud worden. Hendrik’s vader is overleden in 1942 en Hendrik’s moeder op 10 oktober 1945. Ook Hendrik’s goede vriend J.H.Roël, 49 jr. kwam bij de fusillade om het leven.
Bronnen: Herinneringen in steen – Een tocht langs de oorlogsmonumenten in Wierden van Gerrit van Loevezijn (Wierden, maart 1995) Sta een ogenblik stil… Monumentenboek 1940/1945 van Wim Ramaker en Ben van Bohemen. (Kampen, Uitgeversmaatschappij J.H. Kok Matrijs, 1980). ISBN 90 242 0185 3. Bewogen jaren: Zwolle in de Tweede Wereldoorlog-Kees Ribbens
BALINK 21 jaar Roepnaam: Harry Voornamen: Henricus Bernardus Marie Geboren:26-08-1921 te Winterswijk Overleden:28-07-1943 te Kassel, Stadtkreis Kassel Begraven: Nederlands Ereveld te Frankfurt am Main, Oberrad. Vak D, Rij 3, No.:26 Ouders: Johannes Albertus Balink (06-05-1884 te Winterswijk-overl.12-10-1973 te Winterswijk) (getr.29-05-1914 te Winterswijk ) Johanna Maria Elschot (08-02-1891 te Lichtenvoorde-overl.22-03-1986 te Winterswijk) Beroep: Magazijnbediende Woonadres: Leliestraat 25 te Winterswijk – Baansingel 41-B te Alkmaar Groep: Arbeidsinzet Monument:
Veel Nederlanders werden door Rijkscommissaris Seyss-Inquart begin 1943 naar o.a.Kassel gezonden voor arbeidsinzet in de vliegtuigfabrieken van Henschel en Fieseler. Velen kwamen hier om door de erbarmelijke omstandigheden of door de bombardementen door de geallieerden op Kassel. Het zwaarste bombardement was op 22 oktober 1943, waarbij in één nacht meer dan 10.000 mensen omkwamen.
BAKKER DEN 21 jaar Roepnaam:Jacob Voornamen: Jacob Geboren:03-02-1924 te Klundert Overleden:11-05-1945 te Winterswijk Begraven: Nationaal Ereveld Loenen Vak D 307 Ouders: Roeland den Bakker en Adriana Catharina van Bezooijen Beroep: Landarbeider Woonadres: Huppel 77 te Winterswijk Groep:N.B.S Monument:
Jaap den Bakker was geboren in een boerengezin te Klundert (Noordschans). Om aan de tewerkstelling in Duitsland te ontkomen is hij ondergedoken sinds 25-06-1943 bij een boerengezin aan de geheel andere kant van Nederland. Bij de familie T.L. Vreeman te Winterswijk (Huppel).
Daar heeft hij 2 jaar als onderduiker zoveel als kon deel uitgemaakt van het gezinsleven. Eind maart werd Winterswijk bevrijd van de Duitsers.
Jaap bleef nog in Winterswijk en sloot zich OP 05-04-1945 aan bij de Binnenlandse strijdkrachten (N.B.S.) In die hoedanigheid ging hij ruim een week na de bevrijding van Winterswijk mee om ‘foute’ Nederlanders op te pakken. Daarbij viel een schot en werd hij dodelijk getroffen. Zo werd het feest van de bevrijding een periode van rouw.
Door collega N.B.S.-er R, getroffen door haperend geweer. Een ongeluk.
BAARSCHERS 24 jaar Roepnaam: Henk Voornamen: Hendrik Geboren:05-08-1920 te Winterswijk Overleden:05-09-1944 te Vught Begraven: Asputten Kamp Vught Ouders: Hendrik Bernard Baarschers (21-11-1875 te Winterswijk -overl…-..-..) en (getr.18-10-1912 te Winterswijk) Harmina Kappers (16-12-1882 te Winterswijk -overl.20-08-1977 te Winterswijk) (Vader ere-lid Ver.Volksfeest) Beroep: Boekhandelaar Woonadres: Meddosestraat 6 te Winterswijk Groep: Verzet Monument: Erelijst van Gevallenen 1940-1945 pag.902,no.9. ‘Deppner-executies’
‘Het gehele verzet opgerold’
De drie zonen van Boekhandel Baarschers in de Meddosestraat verafschuwen de bezetting van Nederland door de Duitsers en willen zich hier dan ook niet bij neerleggen. Ze raken dan ook betrokken bij het Winterswijkse verzet en zullen hier dan ook voor inzetten. Johan is de oudste van de drie en ten tijde van de aanvang van de oorlog (1940) 22 jaar, Henk is dan 20 en Herman 14 jaar. Ook hun zus Titia, dan 16 jaar, laat zich niet onbetuigd. Johan werkte in Amsterdam bij een drukkerij en zat ten tijde van de inval aldaar. Henk als dienstplichtig militair en gelegerd te Valkenburg. Na de capitulatie op 15 mei van Nederland, verloor Johan zijn baan en kwam terug naar Winterswijk, waar hij eerst te werk kwam op het distributiekantoor. Echter dit werk beviel hem, buiten het achteroverdrukken van bonnen, niet en ging hij werken bij zijn oude schoolkameraad Wim Demkes, welke een drukkerij had in de Misterstraat. Henk, was ongeschonden uit de strijd gekomen bij Valkenburg en kon zijn werk hervatten in de boekhandel van zijn vader. Wim Demkes had contacten met de illegaliteit en daardoor rolde er ‘s avonds ook wel ander drukwerk van de pers dan familiedrukwerk. En ook Johan was daar niet vies van. Hij specialiseerde zich in ‘Rückkehrscheine’ ten behoeve van afgekeurde dwangarbeiders. Maar daarvoor had hij stempels nodig. Toen Johan met zijn vriendin Koos Hallewas, verpleegster in het Alg.ziekenhuis, op bezoek ging bij haar ouders in Wageningen, ontdekte hij achter Hotel De Wereld, linoleumtegels welke uitstekend geschikt waren om stempels uit te snijden. Johan vervaardigde hiervan in Winterswijk stempels van ‘Arbeitsambt’ Leipzig en Dresden. Op zijn broer Henk werd getest of dit ging werken. Na zes weken onderduik in Eibergen, kwam Henk terug uit ‘Leipzig’ met vals papieren en stempel.’Afgekeurd’. Het werkte. Henk meldde zich bij het arbeidsbureau en werd nu te werk gesteld bij textielfabriek Meijerink. Johan kan nu verder met zijn illegale activiteiten en weet samen met stempelfabrikant Verhees uit ‘s Hertogenbosch meerdere stempels te produceren, om zo nog meer onderduikers en dwangarbeiders te kunnen helpen. De groep waar ook Mevr.Kuipers-Rietberg van de Landelijke Organisatie voor Onderduikers zich inzet. Maar ook Johan werd opgeroepen voor werk in Duitsland en wordt tewerkgesteld bij de firma Ahlers in Bocholt. Maar na enkele weken koos Johan voor de onderduik en al snel kwam er een opsporingsbevel met de aantekening ‘Beim antreffen zu erschiessen’ Een groot deel van 1943 zwierf hij door Nederland. Soms thuis in Winterswijk, maar ook in Wageningen en Amsterdam. De jacht op Johan was echter geopend en Johan dook onder op een boerderij in Rekken, welk adres hij had gekregen van zijn broer Henk. Via Henk duikt hij hierna onder in Hengelo Overijssel als ‘Gerard Veldman’ en heeft werk in een drukkerij, waar hij zich wederom bezighoud met illegale activiteiten.
Broer Henk, die tewerkgesteld was bij Meijerink, krijgt van deze ruimte om zich bezig te blijven houden in Winterswijk in het verzet. Samen met vele anderen, waaronder Wim Koenen,Joh. Jansen, J.W.Baretta en H.Th.Bekker. Om aan onderdelen te komen voor een geheime zender, wordt op 3 januari 1944 een inbraak gehouden bij Radio Woordes op de Wheme voor twee versterkers en op 1 maart 1944 diefstal van een telefoonhoorn op het postkantoor door Henk en Joh.Jansen. Veel was er mogelijk in Winterswijk, aangezien korpschef Feberwee beslist geen held was en al helemaal niet in het donker. Maar waar de verzetsgroep waarschijnlijk geen rekening mee had gehouden was, dat deze zou vertrekken per 1 april 1944 en zou worden opgevolgd door Jean Francois Velle, die vanaf 1 maart zijn intrede deed. Op 21 maart wordt er echter alweer een inbraak gepland en dit keer de bioscoop in de Meddosestraat. Ook daar worden onderdelen buitgemaakt voor de zender en tevens brand gesticht om sporen uit te wissen. Daar laat Wim Koenen echter zijn fiets voor het pand van Gijsbers staan en dat zal de verzetsgroep opbreken. De volgende dag al, 22 maart 1944 wordt Wim gearresteerd. Ook meester J.W.Baretta (hoofd School O) en Mej.Schutte (onderwijzeres School O) worden gearresteerd i.v.m. in het bezit hebben van gestolen goederen, maar deze beiden worden op 25 maart 1944 alweer vrijgelaten. Ook werd er nog gezocht naar Joh.Jansen, die werkzaam was op het arbeidsbureau, maar deze was inmiddels ondergedoken. Wim Koenen wordt door J.F.Velle bij het verhoor bloedig mishandeld en op vrijdag 25 maart overgebracht naar Zutphen.
Nu wordt het echter heel spannend in Winterswijk. Als Wim Koenen gaat praten, dan kan het zeer grote gevolgen hebben voor het gehele verzet in Winterswijk. Wim houdt echter zijn mond stijf dicht en daardoor blijft het in eerste instantie vrij rustig.
Wel wordt ook het 20-jarige vriendinnetje van Wim gearresteerd en op advies van haar ouders geeft zij de S.D.en J.F.Velle informatie over het verzet om repressaillemaatregelen te voorkomen. Zij zal de naam van Henk Baarschers in deze genoemd hebben, want de SD en J.F.Velle besluiten over te gaan tot de arrestatie van hem. Het 20-jarige vriendinnetje van Wim wordt hierbij ingezet om hem in de val te lokken.
Dinsdagavond 23 mei 1944 is het zover. Het vriendinnetje moet Henk een revolver overhandigen, zodat ze een reden hebben om een inval te doen en Henk te arresteren. Om 22.40 uur is zij bij de fam.Baarschers en om 23.00 uur komt Henk thuis van illegale activiteiten die avond. In het magazijn van de boekhandel overhandigd zij Henk het revolver en vertrek daarna alweer snel. Direct daarna vind de inval plaats. Zoon Herman, inmiddels 18 jaar, die de deur opent, krijgt van politie-agent Luijsterburg direct een pistool onder zijn neus gedrukt. De boekhandel bleek al vanaf 21.30 ‘s avonds omsingeld te zijn. Henk en Herman worden beide gearresteerd en ook werd gezocht naar Johan. Zus Titia en vader en moeder Baarschers worden met rust gelaten. Beide worden ze naar het politie-bureau gebracht dat toen gevestigd was onder het oude Raadhuis op de Balinkes. Op de hoek van de Torenstraat weet Henk Luijsterburg nog een flinke trap te verkopen. Die nacht worden ze verscheidene keren verhoord en ‘s morgens om 05.30 wordt Herman weer vrijgelaten. Henk heeft hiervoor gepleit, dat hij er niets mee te maken heeft. Die nacht worden er echter meer van hun bed gelicht: B.Walvoort, W.Lelieveld, Meynen en Mej.Gerda Nijland. In ‘s Hertogenbosch wordt L.Verhees gearresteerd en ook hij zal overgebracht worden naar Winterswijk. Titia Baarschers weet woensdagmorgen 24 mei 1944, via een vriendin de KP in Aalten te waarschuwen wat er die nacht gebeurd is. Woensdagmorgen wordt Henk door J.F.Velle zwaar mishandeld om hem tot praten te dwingen..Daarbij moet hij op gegeven moment de naam noemen van Lelieveld, als leverancier van de bij hem gevonden bonkaarten. Lelieveld op zijn beurt moet daarna de namen noemen van ‘Tante Riek’ en Piet Kuipers, maar intussen weet hij dat deze al gewaarschuwd zijn. Waarschijnlijk door politie-agent K. Gunnink, maar kan ook Renshof of Odink geweest zijn. Mej. Gerda Nijland wordt die dag echter weer ontslagen, maar moet zich wel beschikbaar houden voor de S.D. Mevr.Kuipers en haar man maken aanstalten om onder te duiken en besluiten de trein van 19.00 uur te nemen. Echter worden ze om 15.00 uur gewaarschuwd, dat de arrestatie al om 16.00 uur gaat plaats vinden, waardoor zij besluiten de trein van 16.00 uur te nemen. Donderdag 25 mei wordt ook L.Verhees uit ‘s-Hertogenbosch overgebracht naar Winterswijk en wordt B. Walvoort ontslagen uit gevangenschap. W.Lelieveld en hij hadden daarvoor nog geprobeerd te vluchten.Ook de twee kinderen van Mevr.en Men.Kuipers worden gearresteerd, P.H.en H.G.Kuipers. Vrijdag 26 mei wordt Meynen ontslagen, maar worden Henk Baarschers, J.J.A.Verhees en W.D.Lelieveld op transport gesteld naar Arnhem, onder begeleiding van Luijsterburg. Maandag 28 mei worden de broers Kuipers weer vrijgelaten op last van de opperluitenant v.d. brandweerpolitie. Woensdag 23 mei heeft Herman Baarschers zijn broer Johan, middels een brief al helemaal op de hoogte gesteld van de arrestatie van zijn broer.
Daarna wordt het stil in Winterswijk. Het verzet is rake klappen uitgedeeld. Wim Koenen (gearresteerd), Henk Baarschers (gearresteerd), Mevr.Kuipers-Rietberg (ondergedoken) P. Kuipers (ondergedoken), W. Lelieveld (gearresteerd) en Jaq.Verhees (gearresteerd). Op 1 mei was ook al de mede-oprichter van de L.O., Ds.Slomp gearresteerd bij Ruurlo door twee marechaussee’s. Deze wordt echter alweer op 11 mei bevrijdt uit de Koepelgevangenis door de div.knokploegen. Op 11 juni wordt er weer een overval gepleegd, maar dit keer op het Huis van Bewaring te Arnhem, om zeker Eef Zwarts te bevrijden. Daarbij worden 54 gevangenen bevrijdt. Henk Baarschers en Jaq. Verhees zouden geen gebruik hebben gemaakt v.d. deze bevrijding. Dezelfde avond wordt tevens een overval gepleegd op het Huis van Bewaring te Zutphen, waar Wim Koenen bevrijdt dient te worden. Ook deze overval lukt. Zelfs met Knokploeg-leden, welke ook die dag in Arnhem betrokken waren bij de overval. Wim Koenen houdt zich enkele weken schuil in het Korenburgerveen, waar hij ook nog bezoek heeft gehad van zijn vader en broer. Op 28 juli wil hij verhaal gaan halen bij zijn vriendin te Nijmegen, welke het verraad heeft gepleegd. Hij wordt dan direct gearresteerd en overgebracht naar kamp Amersfoort (of Vught- niet helemaal duidelijk). Op 18 augustus 1944 wordt het echtpaar Kuipers gearresteerd op hun schuiladres te Bennekom en overgebracht naar Arnhem. Dhr. Kuipers wordt na een paar dagen vrij gelaten, in de hoop dat ze door zijn wandelgangen meerdere verzetsstrijders in beeld krijgen. Hij duikt echter snel onder bij de familie Tolkamp in Ratum. Mevr.Heleen Kuipers-Rietberg wordt op 25 augustus naar kamp Vught gebracht. Op 2 september wordt ook Henk Baarschers naar Vught gebracht. Rond Dolle Dinsdag (5 september 1944) leek Nederland ieder moment bevrijdt te worden door de geallieerden en werden op kamp Vught vele maatregelen genomen en diende Kamp Vught zo snel mogelijk ontruimt te worden. Wim Koenen werd op 4 september 1944 gefusilleerd en Henk Baarschers op 5 september. Mevr. Kuipers-Rietberg werd op 7 september overgebracht naar vrouwenkamp Ravensbrück in Duitsland, waar zij kwam te overlijden op 26 of 27 december 1944. September 1944 werd ook J.Jansen, 19 jaar en werkzaam geweest op het Arbeidsbureau naar Neuengamme overgebracht en op 13 oktober 1944 ook Jaq.Verhees en W. Lelieveld. J.Jansen komt op 2 december 1944 te overlijden, maar Jaq. Verhees en W. Lelieveld weten de ontberingen te doorstaan en keren in april 1945 weer terug. 15 Oktober 1944 was ook nog ‘Ome Jan Wikkerink’, groot verzetsstrijder uit Aalten en behorende tot de groep L.O., gearresteerd, maar deze wordt na enkele uren bevrijdt en weet onder te duiken. Jean Francois Velle, de Korpscommandant te Winterswijk vanaf 1 april 1944, had in slechts enkele maanden het gehele Winterswijkse verzet opgerold. Op 1 augustus 1944 werd hij ontslagen in Winterswijk en moest 21 augustus 1944 verlaten
AANTEKENINGEN:
Bij zijn arrestatie aanwezig: Gerrit Willem Adolf Jansen geb:05-03-1895 -automobielhandelaar- Monteur