SCHUURMAN 58 jaar Roepnaam: Gerrit Voornamen: Gerrit Jan Geboren: 01-09-1886 te Winterswijk Overleden: 28-03-1945 te Winterswijk Begraven: Ouders: Gerrit Schuurman (30-07-1853 te Winterswijk-overl.10-12-1936 te Winterswijk) en (getr.02-04-1880 te Winterswijk) Everdina Walvoort (19-10-1860 te Aalten-overl.27-10-1920 te Winterswijk) Partner:Christina Wilhelmina te Selle (16-09-1886 te-overl.18-09-1967 te) Trouwdatum:14-07-1911 te Winterswijk Kinderen: Beroep:Gemeentewegwerker, voerman, landbouwer Woonadres: Groep:Burgerslachtoffers
28 Maart 1945. De laatste dag van bombardementen. Er waren die dag veel vliegtuigen boven Winterswijk. Om 13.15 uur werden enkele bommen afgeworpen ter hoogte van de Corleseweg. Hierbij kwam Gerrit Jan Schuurman bij om het leven. Het lichaam werd over gebracht naar het Alg.ziekenhuis. Ook nabij de “Puls’ werden bommen gegooid, waarbij een Duitse munitietrein werd getroffen. Diverse explosie’s volgden. Duitse baanwachters hadden 4 wagons kunnen afkoppelen.
SCHREURS 20 jaar Roepnaam: Herman Voornamen: Herman Lute Geboren: 10-05-1924 te Winterswijk Overleden: 03-05-1945 te Dachau Begraven: Ouders: Herman Schreurs (06-05-1893 te Winterswijk-overl.01-02-1961 te Winterswijk) en (getr.05-04-1918 te Renkum) Lutje Menting (03-07-1890 te Oosterbeek-overl.09-09-1947 te Winterswijk) Partner: Johanna Lena Hol Trouwdatum: Beroep: Pluimveehandelaar Woonadres: Groep: Dwangarbeid
Johanna Hol, echtgenote verloor in slechts enkele maanden tijd zowel haar kindje als haar man Herman Schreurs (20 jaar). Johanna is later naar Rotterdam vertrokken, hertrouwd en kreeg 3 kinderen.
Dachau Het concentratiekamp Dachau was het eerste grootschalig opgezette concentratiekamp van de SS in Nazi-Duitsland. Het lag op 20 km. afstand van Munchen, de hoofdstad van de nazi-beweging. Het was in gebruik van 22 maart 1933 tot aan de bevrijding door Amerikaanse troepen op 29 april 1945. Er hebben 1935 niet- Joodse Nederlandse mannen en 200 niet- Joodse Nederlandse vrouwen gevangen gezeten. De meeste gevangenen in Dachau werden ingezet als dwangarbeider. Dachau had 169 buitencommando’s en leverde arbeidskrachten aan 197 firma’s, vooral in de wapenindustrie. Gerenommeerde bedrijven als BMW en Messerschmitt maakten gebruik van deze goedkope krachten. Veel dwangarbeiders stierven door honger en uitputting.
SCHREURS 38 jaar Roepnaam: Albert Voornamen: Albertus Geboren: 10-04-1906 te Winterswijk Overleden: 07-12-1944 te Winterswijk Begraven: Ouders: Jan Berend Schreurs (10-04-1865 te Winterswijk-overl.29-04-1917 te Winterswijk) en (getr.01-11-1889 te Winterswijk) Anna Gesiena Goorhuis (17-01-1870 te Winterswijk-overl.28-03-1944 te Winterswijk) Partner: Hendrika Engelina Teunissen (30-09-1910 te Steenderen-overl.17-10-1954 te Winterswijk) Trouwdatum::22-10-1932 te Winterswijk Kinderen: Beroep: Agent Brouwerij Woonadres: Oostervoort 12 te Winterswijk Groep:Burgerslachtoffers
5 December 1944, St. Nicolaasdag, zullen de Winterswijkers ook niet licht vergeten. In plaats van het vreugdevolle gezinsfeest van de aangename verrassingen, durfde men den geheelen dag zijn neus niet buiten de deur te steken. Overal vielen bommen, en schrik en angst waarden in ieder huis rond.
Een bom kwam terecht op het perceel Wooldscheweg 1, hetwelk grootendeels verwoest werd. De heer J.F.Goorhuis, wonende aan de Kottenscheweg 66, bevond zich juist voor genoemd perceel, en werd op slag gedood, terwijl de heer A. Schreurs, wonende Oostervoort 12, zwaar gewond werd. Op 7 Dec is dit slachtoffer aan de bekomen verwondingen overleden
SCHIGT 2 jaar Roepnaam: Grada Voornamen: Grada Johanna Geboren: plm.1943 te Winterswijk Overleden: 24-02-1945 te Winterswijk 1 Begraven: Ouders: Herman Schigt en Grada Johanna Poelhuis Woonadres: Keizerstraat 2 Groep:Burgerslachtoffers
Zaterdag 24 Febr. ’45 was een zwarte dag voor onze gemeente. ’s Avonds om ongeveer kwart voor tien werden boven het dorp 8 brisantbommen afgeworpen, waarschijnlijk bedoeld voor het Stationsemplacement. Deze bommen misten echter verre hun doel, hetgeen treurige gevolgen had. Twee projectielen kwamen terecht op en voor het pand van den heer Timmer, bakkerij in de Wooldstraat 55. De verwoesting was verschrikkelijk. Ook belendende winkelpanden werden practisch totaal vernield. Onder de puinhopen werd het lijk van Jan Timmer gevonden, waarmede het leven van een flinke jongeman plotseling werd afgesneden. Voorts kwamen 3 bommen terecht op de perceelen Keizerstraat 2 en 4, welke geheel werden vernield. De bewoners, die zich in den kelder bevonden, werden door het vallend gesteente bedolven, en volkomen geisoleerd.
’s Nachts, ongeveer 1 uur, gelukte het aan het personeel van den opruimings- en herstellingsdienst, na koortsachtig werken, de kelder vrij te maken. Twee kinderen werden levenloos aangetroffen, t.w.:
Grada Schigt, oud 2 jaar, wonende Keizerstraat 2, en
Hendrik Oortgiesen, oud 8 jaar, wonende Keizerstraat 4.Bovendien werden een 5-tal bewoners van deze perceelen nog zwaar gewond.
RÖMER 22 jaar Roepnaam: Gerrit Voornamen: Gerrit Jan Geboren: 01-05-1918 te Aalten Overleden: 13-05-1940 te Rhenen, Grebbeberg Begraven: Militair Ereveld Grebbeberg, Rij 5, graf 1. Ouders:Gerrit Jan Römer (12-11-1890 te Aalten-overl.09-03-1972 te Winterswijk) en (getr.20-12-1917 te Aalten) Maria Elisabeth Jansink (12-08-1897 te Aalten-overl.20-09-1961 te Winterswijk) Beroep: Bakker Woonadres: Scholtenenk 29 te Winterswijk Groep:Koninklijke Landmacht Soldaat 2-III-8R.I Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.1401, no.2.
Op 18 mei 1940 gevonden in het bos tussen de noordelijke gedeelte van de roggeakker en Ouwehand’s dierenpark.
Monument Grebbeberg. Het 8e Regiment Infanterie. Gerrit Jan Römer
RIJSSEN VAN 10 jaar Roepnaam: Annie Voornamen: Annie Johanna Geboren: 20-05-1934 te Winterswijk Overleden: 21-03-1945 te Winterswijk Begraven: Alg.Begraafplaats te Winterswijk Ouders:Hendrik van Rijssen (05-02-1897 te Lichtenvoorde-overl.05-06-1953 te) en (getr.30-04-1929 te Winterswijk) Antje Peppelman ( 20-11-1899 te Zelhem-overl…-..-.. te) Broer:Hendrik Johan van Rijssen (22-3-1931) Woonadres:Kotten 61- (Esman)- Kottenseweg 172 te Winterswijk Kotten Groep:Burgerslachtoffers
In de namiddag vallen er een aantal bommen achter het feestgebouw. We kunnen ze naar beneden horen gieren en even later een zware slag.
Het feestgebouw wordt niet geraakt, ofschoon dit waarschijnlijk wel het doel is geweest. Er liggen hierin namelijk veel militairen. Ik spring vlug op de fiets om te kijken, hoe het is afgelopen. Op de grintweg tegenover het feestgebouw ligt Annie van Rijssen door een bomscherf dodelijk getroffen. Ze is elf jaar oud en had juist bij W.ten Pas brood gehaald. Ik kijk weer hoe het bij Ten Pas is afgelopen. Enige ruiten er uit, maar dat zijn de daar wel gewend. Er vliegen nog steeds formaties over.
Jan Bennink , Juni 1945
Ja, Annie was het zusje van mijn man, die helaas ook niet meer leeft. Ja, toen ze Annie vonden in kotten, toen ze brood wilde halen, heeft aannemer Schreurs haar gevonden. Op een ladder gelegd en naar mijn schoonouders gebracht. Mijn schoonvader heeft het zijn hele leven moeilijk mee gehad en mijn man ook.
RAUWERS 24 jaar Roepnaam: Willem Voornamen: Wilhelmus Johannes Geboren: 25-11-1915 te Winterswijk Overleden: 11-05-1940 te Barneveld Begraven: Alg.Begraafplaats te Barneveld, 1e vak 3, militair graf nr.2 Werd aanvankelijk op 15 mei 1940 begraven op de Alg.Begraafplaats te Barneveld Herbegraven op de R.K.begraafplaats te Winterswijk Herbegraven 2010 op de Grebbeberg Ouders:Johannes Bernardus Philippus Rauwers (08-11-1867 te Winterswijk-overl.20-08-1937 te Winterswijk) en (getr.20-06-1913 te Winterswijk) Aleida Christina Bekker (01-10-1886 te Winterswijk-overl.20-06-1944 te Winterswijk) Beroep: Woonadres: Inslagstraat 7 te Winterswijk Groep:Koninklijke Landmacht Soldaat 3-1 R.H. Erelijst van Gevallenen 1940-1945,pag.1397. no.5 Oorlogsherinneringskruis
Gesneuveld toen een peleton, uitgezonden ter opsporing van gemelde parachutisten (vals gerucht) bij De Mheen (noord van Barneveld)op 11 mei 1940 om ca.18.00 uur in een hinderlaag liep
Sinds 2010 herbegraven Militair Ereveld Grebbeberg
PRINSEN 48 jaar Roepnaam: Gerrit Voornamen: Gerrit Jan Geboren: 27-10-1894 te Winterswijk Overleden: 19-11-1942 te Soesterberg (vliegveld) Begraven:Gem.Begraafplaats te Almelo Vak D9, rij 2 , nr.871 Ouders: Jan Hendrik Prinsen (07-03-1866 te Winterswijk-overl.12-03-1928 te Winterswijk) en (getr.01-08-1890 te Winterswijk) Hendrika Wilhelmina Nuijs (08-09-1861 te Winterswijk-overl.15-03-1946 te Winterswijk) Partner: Clara Franciska Bakker (14-03-1901 te Doesburg-overleden 20-02-1999 te Almelo) 1 kind Trouwdatum::27-09-1926 te Leiden Beroep: Banketbakker Woonadres: Ze wonen eerst in Delft en vanaf 19-03-1930 in Almelo, Grootestraat 77 Groep:Verzet Erelijst van Gevallenen 1940-1945,pag.651. no.4
Gerrit-Jan Prinsen Verzetsman van het eerste uur, Gerrit-Jan Prinsen geboren in Winterswijk, banketbakker aan de Grotestraat 77 te Almelo. Samen met Hendrik Gerritsen uit Hengelo was hij de leidende figuur van de Verzetsgroep Het Oranjevendel
Zij hielden zich o.a. bezig met spionage, het terugbrengen van Engelse militairen en het verplaatsen van Joden. Door samenwerking in oktober 1941 met een in Nijmegen werkzame verzetsgroep o.l.v. M.C. Cavalje ging echter alles fout. Via infiltratie en het daarop volgende verraad door Willy Kramer en Sophie Maschkov-Menso, bij het overbrengen van militairen naar Engeland, kwam een einde aan het verzetswerk en worden velen gearresteerd in het voorjaar 1942. Deze twee verraders bestelen samen met Untersturmführer Blaese ook alle militairen en Joden van hun bezittingen.
In Almelo worden velen gearresteerd welke werkzaamheden verrichten voor Het Oranjevendel. O.a.familie Braam, dokter Silvergieter Hoogstad, dokter de Gruyter, familie van der Aa, familie W. Nauta, familie J. Meesters en familie Hermelink. 26 februari 1942 wordt Gerrit Jan Prinsen door SD’ers opgepakt. Samen met o.a.Gerritsen, Meesters, Hermelink, Braam, de Gruyter en Silvergieter Hoogstad worden zij opgesloten in “Oranje Hotel”, de beruchte gevangenis in Scheveningen, en daar veroordeeld op 5 oktober 1942 tot de doodstraf. Velen zullen later gratie krijgen, voor vier leidinggevenden geldt dit niet. Gerrit Jan Prinsen is op 19 november 1942 te Soesterberg gefusilleerd samen met M.C. Cavalje, C.W.R. Wilmink en H.M. Moquette.
Vele anderen werden gezonden naar kampen in Duitsland. Jan Meesters uit Almelo overlijdt op 15 oktober 1943 te Neuengamme. Albert Hermelink uit Almelo overlijdt in de nacht van 5 op 6 september 1944 tijdens transport van kamp Natzweiler naar Dachau. Dokter W.A. de Gruyter uit Almelo overlijdt op 11 december 1944 in Siegburg. Gerard Hemmer uit Geesteren overlijdt op 5 februari 1945 in Dachau W. Nauta maakt de bevrijding mee, maar overlijdt op 2 mei 1945 in Dachau. Hij was zeer verzwakt door de typhus en had hongeroedeem. Op 3 september 1960 is hij op het ereveld in Loenen herbegraven. De heer Silvergieter-Hoogstad is een van de weinigen die het gevangenschap overleefden.
De vier gefusilleerden van Oranjevendel, waaronder Gerrit Jan Prinsen werden pas na de oorlog gevonden in een massagraf in Soesterberg. De slachtoffers lagen in een Engelse bomkrater van 10 -12 meter diep. Het graf was overdekt met bomen en andere materialen. Na het openen van het massagraf zijn 33 stoffelijke overschotten gevonden van verzetsstrijders, welke later onder de naam ‘De 33 van Soesterberg’ bekend werden.
VERZETSGROEP ORANJEVENDEL
MARTINUS CORNELIS CAVALJÉ
HENRI HERMAN MOQUETTE
GERRIT JAN PRINSEN
GERRIT WILLEM EDUARD WILMINK
DE 33 VAN SOESTERBERG
‘HIER WERDEN VELE VADERLANDERS DOOR DUITSE HAND GEFUSILLEERD 1940-1945’
Kort na de tweede wereldoorlog werd een onderzoek gedaan naar de stille fusillade tijdens de bezetting door de Duitsers op 19 november 1942. Onderzoek naar het massagraf is uitgevoerd door majoor W.J. Siedenburg, Hoofd Dienst Identificatie en Berging Massagraven. De slachtoffers lagen in een Engelse bomkrater van 10 -12 meter diep. Het graf was overdekt met bomen en andere materialen. Het graf lag niet precies op de locatie van het kruis. Het graf is gevonden in augustus/september 1945. De slachtoffers zijn op diverse begraafplaatsen herbegraven. In het najaar van 1945 is een eenvoudig houten kruis bij de heuvel ter hoogte van de Duitse inschietbaan geplaatst op initiatief van de heer Pasman van de gemeente Soest in samenwerking met de Vereniging van Oud-Illegale Werkers te Soest. De herdenkingen hebben vanaf 1946, op initiatief van de Politie-inspecteur Scholtmeijer uit Soest, met onderbrekingen plaatsgevonden De vliegbasis Soesterberg is in 1951 opnieuw operationeel geworden.
De 33 van Soesterberg die jaarlijks op 19 november worden herdacht zijn door de bezetter uit diverse plaatsen in Nederland naar Soesterberg gebracht om daar te worden gefusilleerd omdat zij zich verzetten tegen de schending van vrijheid en verdraagzaamheid. Zij kwamen niet uit Soest of Soesterberg. De meeste waren voornamelijk afkomstig uit Amsterdam, Hengelo en Deventer. De meeste hadden beroepen als metaalbewerker, stukadoor, los arbeider, schilder, monteur, elektricien, landarbeider, stratenmaker, banketbakker en een gemeentewerkman.
Zonder meer landgenoten die opkwamen voor de vrijheid van hun medemens en hun vaderland en dit door een laffe daad van de bezetter met de dood hebben moeten bekopen.Naast het houten kruis is in een later stadium nog een stalen bordje met opschrift geplaatst
Clara hertrouwd: 23-04-1946 Hendrik Smaling Geb: 16-03-1903 Apeldoorn Ovl: 01-04-1992 Almelo
PLEKENPOL 40 jaar Roepnaam: Hendrik Voornamen: Hendrik Geboren: 18-08-1902 te Winterswijk Overleden: 11-04-1943 te Oberndorf am Neckar Begraven: Ned.Ereveld te Frankfurt Vak/rij/nummer F2 17 Ouders: Barts Plekenpol (22-08-1863 te Winterswijk-overl.19-02-1940 te Winterswijk) en (getr.09-05-1890 te Winterswijk) Antonia Antonetta Aalbers (21-11-1866 te Aalten-overl.21-05-1952 te Winterswijk) Partner: Frieda Filip (16-11-1905 te Buer (Dld)-overl…-..-..) Trouwdatum: 29-01-1927 te Winterswijk Kinderen: Beroep: fabrieksarbeider Woonadres: (1920 Vredenseweg 29) te Winterswijk Groep:Arbeidsinzet
De stad Oberndorf am Neckar besloot in 2005 een gedenkteken te bouwen als herinnering aan de vele buitenlandse dwangarbeiders die hier tijdens de oorlog 1940-1945 zijn omgekomen.
Uit Winterswijk zijn hier omgekomen: Johan Fintelman en Hendrik Plekenpol Ook wordt door Dhr.Willemsen gesproken over Berenschot.
H.J.W.Willemsen (Roelvinkstraat) verteld:
De heer Willemsen weet zich nog te herinneren dat op 17 november 1942 ‘s ochtends de Duitsers bij de directie van Meijerink en zonen kwamen en te kennen gaven dat ze meer arbeiders naar Duitsland wilden hebben en mannen van 18 tot 45 jaar vorderden. ‘De directie heeft nog van alles geprobeerd om ons te houden, maar dat lukte helaas niet. We moesten binnen een week naar Oberndorf am Neckar in Duitsland om daar oorlogsmateriaal te maken. op 24 november 1942 ‘s middags werden wij met 24 personen met de trein naar Oberndorf am neckar gebracht. Dat ging met de Nederlandse trein naar Arnhem en vervolgens met de Duitse trein over Keulen naar Stuttgart. In de ochtend van 25 november kwamen wij in Stuttgart aan. De groep van 24 personen werd verspreid over verschillende plaatsen in een grote fabriek, die de naam Manser Werke had. Toen wij er een week werkten, constateerden we, dat er nog achte personen van Willink-Blijdenstein en nog een aantal Winterswijkse bouwarbeiders in die fabriek werkten. Alles bij elkaar waren wij met een groep van 45 tot 50 Winterswijkers. Er werkten wel tien-tot twaalfduizende mensen. Van alle nationaliteiten. Russen, Italianen, Fransen, Polen en Hollanders. Als we na het werk uit de fabriek kwamen, moesten we wel een half uur lopen een berg op, naar een cafe-restaurant, dat leijenhof heette.Daar was een aardig meisje en die zorgde voor het eten. Dat was toen nog wel aardig goed. Daar was ook een slaapvertrek.
We sliepen met vijftien personen op één vertrek. De één boven, de ander onder. We waren daar toen een maand of zes en het eten werd er niet beter op. Zodat er geleidelijk aan wat van onze vrienden ziek werden. Ze werden dan opgenomen. Rechts van die fabriek was een groot gebouw met vooraan de kantine en achteraan kamers voor zieken. Kan mij nog goed herinneren hoe Johan Fintelman, die was opgenomen er aan toe was. Deze is daar ook overleden. Ook mijn vriend de Winterswijker Berenschot is er gestorven. ‘We waren daar een goed half jaar’, toen die vreselijke ziekte typhus uitbrak. Het werd steeds erger met de zieke mensen. Het gebeurde wel dat er in één week acht personen overleden. Het eten werd ook steeds slechter. Een beetje koolsoep met ongeschilde aardappelen , daar moest je de hele dag op werken. Op zekere dag werden we overgeplaatst naar de barakken, die nog maar een kwartier weg lagen van de fabriek. In de tijd dat de barakken werden opgezet, zijn wij één keer met verlof geweest in Winterswijk, voor een periode van negen dagen. We moesten weer terug naar Oberndorf. Daar aangekomen kwamen wij in die barakken en daar was het eten nog slechter geworden. Als we in de nacht moesten werken, kregen we ‘s avonds in de kantine een klein bordje pap.Daar moest je de hele nacht op werken. We waren zo’n drie maanden in de barakken, toen we zo’n last kregen van ongedierte. de wandluizen liepen ons ‘s nachts over de lichamen. Het werd één vieze troep. In Februari 1945 gooiden van die grote Engelse bommenwerpers de hele machinekamer en het ketelhuis kapot. Nadien zijn we niet veel meer in de fabriek geweest. Onze Winterswijkse vriend Jan Wieskamp lag in maart 1945 in het ziekenhuis, daar in Oberndorf, met een vreselijke ziekte en hij is daar begin april 1945 overleden. Een half uur lopen van het stadje Oberndorf was ook een straflager, concentratiekamp. Daar stierven wel tientallen mensen. We hebben daar in Oberndorf veel met angst en verdriet moeten leven en veel ondervonden en meegemaakt. Wat waren we blij toen we op de twintigste april 1945 door de Fransen werden bevrijd.