oudwwijk
Digitaal erfgoed

Herman Mom 24 jaar

MOM                                     24 jaar
Roepnaam: Herman 
Voornamen: Hermanus Hendrikus Bernardus
Geboren:  11-04-1920 te Winterswijk
Overleden: 06-06-1944 te Overveen
Begraven: Eerebegraafplaats Bloemendaal te Overveen, vak 23     
Ouders: Hendrikus Bernardus Johannes Mom (27-01-1892 te Oosterbeek -overl…-..-..te) en (getr.23-05-1918 te Renkum) Helena Johanna van Dijk (27-04-1887 te Den Haag-overl.23-05-1951 te Eibergen)
Beroep: Smid Bankwerker
Woonadres: (1920 B.H.Heldtstraat 55 L)  te Winterswijk 
Groep: Verzet
Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.997.no.2

Herman Mom woonde bij zijn ouders in Eibergen en werkte als smid-bankwerker en elektromonteur bij de NV Heemaf in Hengelo. In de loop van de oorlog werd hij, in het kader van de verplichte arbeidsinzet, gedwongen in Duitsland te gaan werken. Begin 1944 weigerde hij na een verlofperiode terug te keren en dook hij onder op de boerderij van de familie Walterbos in Beltrum, gemeente Eibergen. Hier kwam hij in contact met de KP-Aalten onder leiding van C. Ruizendaal (‘Zwarte Kees’), die de boerderij als onderkomen gebruikte. Mom sloot zich aan en werd uit hoofde van zijn beroep de wapenmeester van de groep. Zo verzorgde en repareerde hij geweren, karabijnen, revolvers en mitrailleurs. Nadat J.H. Sonderen een boardgun uit een neergeschoten Engels vliegtuig had gehaald, maakte Mom hiervoor een standaard, die gemonteerd kon worden in een auto. Als gevolg van het verraad van provocateur W. Markus werd Mom op 20 april 1944 door de Sipo gearresteerd, naar kamp Vught overgebracht en in één van de bunkercellen opgesloten. Na in ’s-Hertogenbosch ter dood te zijn veroordeeld, werd hij, op 6 juni 1944 gefusilleerd in het duingebied Overveen, gemeente Zandvoort

Achtergrond

Herman Mom woonde bij zijn ouders in Eibergen en werkte als smid-bankwerker en elektromonteur bij de firma Heemaf in Hengelo. In de loop van de oorlog werd hij, in het kader van de verplichte arbeidsinzet, gedwongen in Duitsland te werken. Begin 1944 weigerde hij na een verlofperiode terug te keren en dook onder op een boerderij in Beltrum bij Eibergen.

Verzetsactiviteiten

Mom kwam op zijn onderduikadres in contact met de knokploeg Aalten die de boerderij als onderkomen gebruikte. Hij sloot zich aan en werd vanwege zijn beroep als smid-bankwerker de wapenmeester van de groep. Hij verzorgde en repareerde de geweren, karabijnen, revolvers en mitrailleurs. Toen een groepslid een boardgun uit een neergeschoten Engels vliegtuig had gehaald, maakte Mom hiervoor een standaard, die gemonteerd kon worden in een auto.

Arrestatie en moord

Als gevolg van verraad door V-mann (= een Vertrauensmann die infiltreerde in verzetsgroepen om deze te verraden) W. Markus werd Mom op 20 april 1944 door de Sicherheitspolizei gearresteerd en overgebracht naar kamp Vught, waar hij in één van de bunkercellen werd opgesloten. Na ter dood te zijn veroordeeld, werd hij op 6 juni 1944 met 28 anderen, onder wie leden van zijn knokploeg, in het duingebied bij Overveen gefusilleerd en daar in een massagraf provisorisch begraven.

De verrader Markus werd in 1945 gearresteerd en kreeg een gevangenisstraf van achttien jaar opgelegd. In 1956 werd hij vrijgelaten.

Erelijst van Gevallenen 1940-1945


Lees verder

Hendrik Moes 40 jaar

MOES                                       27 jaar
Roepnaam: Hendrik
Voornamen: Hendrik
Geboren:  03-11-1917 te Emmen
Overleden: 13-12-1944 te Neuengamme
Begraven:       
Ouders: Geert Moes (16-07-1877 te Emmen-overl.29-01-1959 te Apeldoorn) en (getr.04-07-1899 te Emmen) Margje Bloemberg (06-07-1873 te Emmen-overl…-..-..te Emmen.)
Beroep: Metselaar
Woonadres: te  
Groep: Verzet
Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.996.no.3



Aangekomen in Neuengamme Hoofdkamp op 10-09-1944 vanuit Amersfoort. Kampnummer: 48749
In de bewaard gebleven dodenboeken van Neuengamme (de registratie van overleden gevangenen) staan verschillende ziekten waaraan gevangenen zijn gestorven: enteritis, tuberculose, dysenterie, hartfalen, enz. Dat is verhullend. De ware doodsoorzaak zijn vrijwel altijd de abominabele omstandigheden in het kamp geweest. Bovendien zijn de gegevens volledig onbetrouwbaar. Vaak werd er in de registratie maar wat opgeschreven. (Bron: Nederlanders in Neuengamme)

Erelijst van Gevallenen 1940-1045


Lees verder

Herman Mengers 40 jaar

MENGERS                          40 jaar
Roepnaam: Herman
Voornamen: Herman
Geboren:  02-06-1904 te Winterswijk
Overleden: 27-09-1944  te Winterswijk
Begraven:       
Ouders: Jan Willem Mengers (04-12-1863 te Winterswijk-overl.05-02-1949 te Winterswijk) en (getr.08-03-1889 te Winterswijk) Aleida Wilhelmina Schreurs (26-02-1866 te Winterswijk-overl.20-03-1908 te Winterswijk)
Partner: Grada Johanna Wiggers (29-05-1904 te Winterswijk-overl.24-09-1994 te Monnikendam?).
Trouwdatum:28-08-1934 te Winterswijk
Kinderen:
Beroep: Landbouwer
Woonadres: 1924-Walienseweg 29- (Nieuw Hemink)  te Winterswijk en vertrekt in 1928 naar Renkum. 
Groep: Burgerslachtoffer



Op 27 Sept. ’44 hield de Landwacht een van de vele razzia’s op onderduikers. Ook de buurtschap Huppel werd bezocht. Bij deze gelegenheid werd de Landbouwer Herman Mengers door een lid van dit illustere verraders gezelschap doodgeschoten.
De dader is thans ontmaskerd en zit in afwachting van het vonnis, dat over hem geveld zal worden, veilig in het bewaringskamp “Vosseveld” alhier opgeborgen.
Doodgeschoten door Joh.van Buuren (Jan van Buuren?)
Destijds geevacueerd op de Plataanlaan.
Uit Beusichem? (Krantenbericht 11-09-1945)

Aangifte overlijden gem.Winterswijk 29 september 1944

Herman Mengers zat gevangen in Kamp Amersfoort tussen 21 juli 1944 en 11 augustus 1944 zat Herman Mengers gevangen in Kamp Amersfoort.


Lees verder

Albert Meerdink 39 jaar

MEERDINK                           39 jaar
Roepnaam: Albert
Voornamen: Albert
Geboren:  04-11-1905 te Winterswijk
Overleden: 02-03-1945  te Bocholt
Begraven:Alg.Begraafplaats Winterswijk       
Ouders: Jan Willem Meerdink (28-09-1866 te Winterswijk-overl.13-12-1942 te Winterswijk ) en (getr.03-05-1895 te Winterswijk)  Janna Hendrika Pasman (12-10-1866 te Winterswijk-overl.19-07-1959 te Winterswijk)
Beroep:Timmerman
Woonadres: Jan Stienstraweg 6 te  Winterswijk
Groep: Burgerslachtoffer

Albert Meerdink, werkzaam tijdens verplichte ‘arbeidsinzet’ in de gemeente Bocholt, werd tijdens een bombardement op de stad zwaargewond en overleed  op 2 maart 1945,
Adres: Schonenbergstraat 3 Tijd: 22.30 uur
Albert Meerdink, 39 jaren, ongehuwd, timmerman.

Albert (Appie) Meerdink als bakker op de ‘Kattenberg’
Bezorgde brief van familie over behandeling Albert Meerdink
Aangifte overlijden gem.Winterswijk 19 maart 1945


Lees verder

Arend Jan te Loo 19 jaar

LOO TE                         19 jaar
Roepnaam: Jan
Voornamen: Arend jan
Geboren: plm.1926  te Aalten
Overleden: 08-04-1945  te Winterswijk
Begraven:       
Ouders: Jan Roelof te Loo (11-10-1902 te Winterswijk-overl.03-05-1974 te Winterswijk en Aaltjen Oonk (..-..-..te-overl…-..-..te)
Beroep:Monteur
Woonadres  Freule van Dorthstraat 23 te Winterswijk
Groep: Burgerslachtoffer

Aangifte overlijden gem.Winterswijk 09 april 1945

Kwam om na de bevrijding op 8 april 1945

Lees verder

Henk van Lith 19 jaar

LITH VAN                                 19 jaar
Roepnaam: Henk 
Voornamen: Hendrikus Marinus Maria
Geboren: 30-01-1925  te Winterswijk
Overleden: 03-12-1944 te Hamburg Neuengamme
Leliestraat 24
Begraven:Husum Ostfriedhof     Vak/rij: S.O.96. Gedenkboek 34       
Ouders:Bernardus van Lith (10-03-1883 te Beesd-overl…-..-..te.) en (getr.24-11-1911 te Winterswijk) Johanna Berendina Konings (16-09-1884 te Winterswijk-overl…-..-..te )
Beroep:Scholier
Woonadres: Jonenstraat 3 (1920) te Winterswijk
Groep: Verzet
Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.988, no.5

Reden arrestatie: Verzet

Gearresteerd in Amersfoort. Tot 08-09-1944 kamp Amersfoort
Aangekomen in Neuengamme:10-09-1944 vanuit Amersfoort
Kampnummer:9314
Kamp: Husum-Schwesing, Schwesing (Engelsburg)

In de bewaard gebleven dodenboeken van Neuengamme (de registratie van overleden gevangenen) staan verschillende ziekten waaraan gevangenen zijn gestorven: enteritis, tuberculose, dysenterie, hartfalen, enz. Dat is verhullend. De ware doodsoorzaak zijn vrijwel altijd de abominabele omstandigheden in het kamp geweest. Bovendien zijn de gegevens volledig onbetrouwbaar. Vaak werd er in de registratie maar wat opgeschreven. (Bron: Nederlanders in Neuengamme)



Lees verder

Tobias te Lintum 21 jaar

LINTUM TE                                  21 jaar
Roepnaam: Tobias
Voornamen: Tobias Albertus
Geboren: 30-07-1918  te Winterswijk
Overleden: 11-05-1940 te Rhenen Grebbeberg
Begraven: Militair Ereveld Grebbeberg, rij 5, graf 41.
Ouders:Tobias Hendrik te Lintum (03-08-1888 te Winterswijk-overl.26-03-1956 te Winterswijk) en (getr.16-03-1917 te Winterswijk) Johanna Wilhelmina Samberg (13-01-1895 te Winterswijk-overl.27-09-1980 te Winterswijk)
Beroep: Landbouwer
Woonadres: Ratum 9- (Dunnewijk)-Wesselerweg 1 te  Winterswijk Ratum
Groep: Koninklijke Landmacht dpl.Soldaat 3-III-8R.I 2e Sectie.
Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.1366, no.4


Op 18 mei 1940 gevonden in een boomgaard aan de Haarweg, ter hoogte van de boerderij Anna’s Hoeve.
Rappor:Sellies/Verhoeven

Erelijst van Gevallenen 1940-1945

Jan, Bertus en Hendrik probeerden ze nog tegen te houden…………


Jan te Kulve, Bertus te Lintum en Hendrik Bruntink 
Het weekend van 4 en 5 mei was Jan nog met verlof geweest en maandagavond 6 mei was hij weer in Wageningen.

Zij waren alle drie Winterswijkse militairen gelegen op de Grebbeberg en daar zouden we de Duitsers tegenhouden. Jan, Bertus en Hendrik zaten tussen Wageningen en Rheden.

Donderdagavond 9 mei om 21.00 uur werd er alarm geslagen. Ze moesten zich klaar maken in volledig tenue en zo mochten ze nog op bed liggen. Zelf hadden ze ook het gevoel dat het nu wel eens menens kon zijn. 

Vrijdag 10 mei om 01.00 kwam het grote alarm. Ze moesten direct naar hun stellingen. 
Even later hoorden ze al dat de Duitse troepen de grens waren gepasseerd en nu was het afwachten. 
Toen het licht begon te worden, kwamen drommen vliegtuigen over en de luchtdoelartillerie wist verschillende Duitse vliegtuigen neer te halen. 

Nu was het wachten tot de Duitsers te voorschijn zouden komen. 
Ze plaatsen nog een aanwezige kraan dwars over de weg en hakten nog een kersenboom om die in hun schootsveld stond. 
De burgerbevolking werd die vrijdagmorgen snel geëvacueerd over de Rijn.
Die dag bleef het echter verder betrekkelijk rustig. 
‘S avonds gingen ze beurtelings slapen in de slaapplaatsen achter hun stellingen. Echter van spanning en nervositeit kwam daar weinig terecht.
Ze hoorden dat Wageningen al bezet was. Vanuit de schietgaten van hun stellingen hielden ze de Haarweg in de gaten. Deze moest verdedigd worden om te voorkomen dat de Duitsers zo verder konden trekken naar het Westen. Jan, Bertus en Hendrik zouden Nederland wel verdedigen. 

Opeens kwam er een grote kudde koeien aan wandelen. Waarschijnlijk door de Duitsers hun kant op gedreven om hen van de wijs te brengen. 
Netjes hebben ze de koeien nog naar het erachter gelegen weiland gedreven. 
Even later zagen ze de eerste Duitsers door de sloot richting de stellingen kruipen. 

Direct werden ze onder vuur genomen door de Nederlandse mitrailleurs.
Maar de Nederlandse stellingen waren slecht. Ze waren voor de Duitsers makkelijk te herkennen met hun schietgaten van verre al te zien. 
De schietgaten werden dan ook zwaar onder vuur genomen. 
Jan te Kulve was al een poos aan het schieten en Bertus te Lintum vulde achter in de nissen de patroonhouders.
Bertus kwam naar voren om de patroonhouders te brengen en zei tegen Jan: 
“Kijk, daar zitten er ook een paar. Geef mij eens even”……………….
Bertus nam de mitrailleur van Jan over en schoot in de richting van de Duitsers.
Hij schoot nog geen twintig keer en toen zat de oorlog er voor Bertus op. 
Jan was zwaar aangeslagen en emotioneel. Vlak daarna raakte ook Hendrik zwaar gewond, maar leefde nog.

De Luitenant kwam kort daarna vertellen dat ze omsingeld waren en er niets anders overbleef dan hun over te geven.
De witte vlag werd getoond en de Duitsers schreeuwden: . “Heraus! Heraus!”.
Met de handen omhoog verlieten ze hun stellingen. 
Vlak daarna hoorden Jan dat ook Hendrik was overleden. 
Er was niets in te brengen geweest tegen deze superieure tegenstander. 

De Duitsers waren heel goed op de hoogte geweest hoe de verdediging in elkaar zat. 
Alles stond gedetailleerd op hun kaarten. 
Jan moest met zijn overgebleven kompanen eerst de kraan verplaatsen, zodat de weg vrij kwam voor de doortocht. Daarna moesten ze helpen gewonde Duitse soldaten weg te dragen.

Jan’s legeronderdeel werd naar Wageningen gebracht en opgesloten in een gebouw met een groot bord: “Kriegsgefangenen Sammelstelle”. Overal hadden de Duitsers aan gedacht.
Ook in deze buurt stonden zware kanonnen waarmee de Duitsers de Grebbeberg beschoten. 
Arme Jongens daarginder, zei Jan. Waaronder ook veel Winterswijkers. 
Het moet daar vreselijk geweest zijn. 
Jan: “Wij waren nog beschoten met mortieren, maar hun met bommen”.
Vanuit Wageningen marcherend werden ze via een pontonbrug naar Westervoort gebracht. 

Daar kreeg Jan de kans om een briefkaart naar huis te sturen met de mededeling dat zijn beide vrienden Bertus en Hendrik waren omgekomen.
Van daaruit werden ze na enige dagen weer naar hun eigen Kazerne De Koehoorn in Arnhem gebracht. 

De inwoners van Arnhem hadden in de gaten dat deze helden die ons land probeerden te verdedigen nu krijgsgevangenen waren. 
Van alles reikten de inwoners aan over de omheining, waar ze opgesloten waren: “sigaretten, zeep, tabak, scheerzeep, mesjes,handdoeken, etc.etc.
En er kwamen steeds meer gevangenen. 

Jan kwam ook de broer van Bertus, die ook op de Grebbeberg gevochten heeft hier tegen en moest hem het tragische nieuws van zijn broer vertellen.
Het verhaal ging dat ze naar Duitsland werden overgebracht en op een gegeven dag moesten ze marcherend in grote dikke rijen richting Zevenaar. Duizenden Arnhemmers stonden langs de kant van de weg en zagen hun eigen Nederlandse militairen afgevoerd worden. 
In zevenaar stond een trein met veewagons, waar in iedere wagon 60 man gestopt werd. 

De reis ging de hele nacht door en ze kwamen terecht in een Durchgangslager in Soest bij Dortmund. Daar zijn ze ongeveer een week geweest en hoorden hier tevens dat Nederland ‘kapituliert’ had, Er werd nauwelijks op gereageerd. De fut was er compleet uit. 
Van daaruit werden ze naar Neu-Brandenburg gebracht, een heel groot kamp boven Berlijn gelegen. 
Daar kregen ze te horen dat ze spoedig naar huis mochten, aangezien de oorlog “voorbij was”. 

Dit duurde echter nog een hele tijd. Sommigen konden daar bij de boeren werken, maar een Duitse bewaker zei dat ze zich daar vooral niet voor moesten melden, aangezien ze snel naar huis zouden mogen.
Iedereen wilde naar huis. Alleen maar huis, naar huis. 
En plotseling op een maandagmorgen mochten ze marcherend naar het station waar een trein klaar stond. Met banken erin en er hoefden er maar 40 in een wagon. 
Eindbestemming: Enschede. 

In het Volkspark werden ze even medisch onderzocht, kregen hun achterstallig loon uit de krijgsgevangenschap (11 gulden) en mochten naar huis.
De jongens uit Oost-nederland op eigen houtje. 
Dus Jan kon gewoon met de GTW-bus richting Winterswijk .
Wat zal hij gedacht hebben turend door het raam deze rit?
In Winterswijk aangekomen werd hij bij Cafe De Zwaan getrakteerd op een flinke maaltijd en vertrok daarna snel naar huis. 
Daar waren ze op de hoogte door de briefkaart van zijn krijgsgevangenschap en het sneuvelen van zijn beide kameraden, Bertus en Hendrik. 

Jan’s vader had beide familie’s helaas het trieste nieuws al moeten brengen.
Jan was verzwakt en oververmoeid. Het heeft een hele tijd geduurd eer hij hersteld was. 
Drie weken later is hij met vrienden op de fiets naar Wageningen en de Grebbeberg geweest. Naar zijn stellingen en uiteraard naar het Ere-kerkhof op de Grebbeberg, waar hij zijn gesneuvelde vrienden heeft bezocht.

Bertus te Lintum en Hendrik Bruntink

Bron: Willem Wilterdink

Foto: Hans Tenbergen
Monument Ratum 2020
Foto: Rita Wassink
2022
Hans Tenbergen


Lees verder

Marinus Ligtenbarg 24 jaar

LIGTENBARG                             24 jaar
Roepnaam: Marinus
Voornamen: Marinus Lambertus
Geboren: 29-01-1921 te Laren
Overleden: 09-03-1945 te Winterswijk
Begraven: Begraafplaats Deugenweerd Borculo 
Ouders: Willem Ligtenbarg (27-05-1896 te Ruurlo-overl.20-09-1966 te Borculo) en (getr.24-09-1920 te Laren) Tonia Wilhelmina Schutte (31-01-1899 te Laren-overl.28-05-1981 te Borculo)
Partner:Hanneke Lammers (verloofde)
Beroep: Chauffeur
Woonadres: Iepenstraat 20 te Winterswijk
Groep:Burgerslachtoffer/Verzet

Anneke Lammers

Anneke Lammers woonde op Iepenstraat 20 samen met haar ouders, zus en kleine broertje Gerritje Lammers van 10 jaar.
Ook haar verloofde Marinus Ligtenbarg, 24 jaar woonde bij hun in huis.

16 Februari 1945 gaat haar broertje Gerrit met zijn moeder melk halen en Gerrit wordt op de Oostervoort dodelijk getroffen door een brisantbom.
Gerrit was niet meer herkenbaar en Marinus heeft voor de familie de identificatie op zich genomen.Aan de hand van het rood-geblokte jasje kon de conclusie getrokken worden, dat het Gerrit betrof.

Twee weken later, op 9 maart 1945 wordt Marinus (zie Ligtenbarg), die zich bezig hield met ondergrondse activiteiten, zelf door een bom getroffen bij het spoorwegemplacement en kwam daarbij om het leven. Anneke raakt dus binnen een maand haar broertje en verloofde kwijt.

Enige tijd later loopt Anneke ‘s avonds in het donker van de Iepenstraat richting de Vredenseweg.Uit de andere richting komt in het donker, een voor haar onbekende man met hoed op, haar tegemoet lopend.
Hij spreekt Anneke aan en zegt: “Bun ie Anneke Lammers? “ , wat zij bevestigd met: “Ja, ik ben Anneke Lammers”. Hij reikt haar een leren buideltje aan en zegt:
“ Dit is voor de grafsteen van Marinus, van zien Kamerö ”. Draaide zich om en verdween weer in het donker.

Het leren buideltje bevatte allemaal goud en zilverstukken voor het grafsteen.
Anneke is nooit te weten gekomen wie die man met de hoed was, die in het donker verdween.

Marinus heeft een mooie grafsteen gekregen.

Aangifte overlijden gemeente Winterswijk 10 maart 1945

Bij een luchtaanval op het Spoorwegemplacement op 9 Maart 1945 , ’s namiddags plm. 14.00 uur, kwamen bommen neer op de Parallelweg en op Keizers. De verwoesting was groot. Deze aanval kostte twee slachtoffers. 

Gedood werden:
E.H.W.Weenink, 41 jaar, Keizersdwarsweg 6 en
Marinus Lambertus. Ligtenbarg 24 jaar, Iepenstraat 20.

Genoemde Weenink was een S.D.-agent en had zich juist ingewerkt in een illegale strijdersgroep met het doel de zaak “op te rollen”.

Bron:W.Lelieveld

Lees verder

Frits Lengwenus 17 jaar

LENGWENUS                              17 jaar
Roepnaam: Frits
Voornamen: Frits
Geboren: 30-08-1927  te Winterswijk
Overleden:22-03-1945  te Borken
Begraven:
Ouders: August Johann Lengwenus (07-08-1900 te Stoppenberg (Dld)-overl.01-03-1987 te Winterswijk) en (getr.26-05-1922 te) Anna Maria Hartmann (15-12-1896 te Wermelskirchen (Dld)-overl.24-01-1973 te Winterswijk)
Woonadres:Kotten 21-II (Lengwenus)-Bekeringweg 7 te Winterswijk Kotten
Groep:Burgerslachtoffer

Broer: Willem Lengwenus (19-12-1924)

Je eigen zoon zoeken

22 Maart 1945
Bocholt wordt zwaar gebombardeerd, maar ook Stadlohn en Südlohn.
Frits Lengwenus, 17 jaar uit Kotten, moest in Südlohn werken en…………..
’s Avonds kwam hij niet thuis en zijn vader Hans Lengwenus uit Kotten ging op zoek naar hem en vond hem tussen de slachtoffers. Hans vond ergens ‘ne wanne’ en zeulde achterop de fiets het stoffelijk overschot van z’n zoon mee. Aan de grens bij Kotten overgenomen door de buurman die het lijk met paard en wagen naar z’n huis bracht.
Frits Lengwenus werd slechts 17 jaar

Aangifte overlijden gem.Winterswijk 27 maart 1945
Lees verder

Gerrit Lammers 10 jaar

LAMMERS                                10 jaar
Roepnaam: Gerrit
Voornamen: Gerrit Engelbartus
Geboren: 08-07-1934  te Winterswijk
Overleden: 16-02-1945  te Winterswijk
Begraven: Algemeene Begraafplaats te Winterswijk
Ouders: Bernard Willem Lammers (04-02-1895 te Winterswijk-overl.07-06-1978 te Winterswijk) en (getr.12-10-1920 te Winterswijk) Gesiena Theodora te Kronnie (29-11-1894 te Winterswijk-overl.07-12-1976 te Winterswijk)
Woonadres:Iepenstraat  20 te Winterswijk
Groep:Burgerslachtoffer

Op vrijdag 16 Febr. 1945, ’s middags ongeveer 13.15 uur, werden door twee Amerikaansche bommenwerpers een 30-tal brisantbommen boven onze gemeente afgeworpen, 14 splinterbommen van zwaar kaliber kwamen in de omgeving van perceel Oostervoort 48 terecht. Dit had tot noodlottig gevolg, voor twee kinderen die daar net liepen.
Gerritje Lammers 10 jaar, Iepenstraat 20, die met zijn moeder onderweg was om melk te halen en Johannes v.d. Ende, 12 jaar, uit Gouda welke alhier geevaceerd was op Berkenstraat 32.
Enkele andere menschen werden gewond.

Foto: Hans Tenbergen, 2020
Aangifte overlijden gem.Winterswijk 17 februari 1945

Anneke Lammers

Anneke Lammers woonde op Iepenstraat 20 samen met haar ouders, zus en kleine broertje Gerritje Lammers van 10 jaar
Ook haar verloofde Marinus Ligtenbarg, 24 jaar woonde bij hun in huis.
16 Februari 1945 gaat haar broertje Gerrit met zijn moeder melk halen en Gerrit wordt op de Oostervoort dodelijk getroffen door een brisantbom. 
Gerrit was niet meer herkenbaar en Marinus heeft voor de familie de identificatie op zich genomen.Aan de hand van het rood-geblokte jasje kon de conclusie getrokken worden, dat het Gerrit betrof.
Twee weken later, op 9 maart 1945 wordt Marinus (zie Ligtenbarg), die zich bezig hield met ondergrondse activiteiten, zelf door een bom getroffen bij het spoorwegemplacement en kwam daarbij om het leven. Anneke raakt dus binnen een maand haar broertje en verloofde kwijt.
Enige tijd later loopt Anneke ‘s avonds in het donker van de Iepenstraat richting de Vredenseweg.Uit de andere richting komt in het donker, een voor haar onbekende man met hoed op, haar tegemoet lopend. 
Hij spreekt Anneke aan en zegt: “Bun ie Anneke Lammers? “ , wat zij bevestigd met: “Ja, ik ben Anneke Lammers”. Hij reikt haar een leren buideltje aan en zegt: 
“ Dit is voor de grafsteen van Marinus, van zien Kamerö ”. Draaide zich om en verdween weer in het donker.
Het leren buideltje bevatte allemaal goud en zilverstukken voor het grafsteen.
Anneke is nooit te weten gekomen wie die man met de hoed was, die in het donker verdween.

Foto: Hans Tenbergen, 2020


Lees verder