BANNINK 48 jaar
Roepnaam: Hendrik
Voornamen:Hendrik Gerrit Willem
Geboren:28-10-1896 te Winterswijk
Overleden:29-03-1945 te Wierden
Begraven: Gem.Begraafplaats Kranenburg te Zwolle, Vak A, nr.19
Ouders:Willem Bannink (17-01-1853 te Laren- overl.08-05-1942 te Zwolle) en (getr.09-07-1886 te) Jaantjen Bannink (12-06-1863 te Laren-overl.10-10-1945 te Zwolle)
Partner: Antonette Johanna Maria Schiks Geb: 24-02-1900 Breda. Overl:..-..-..)Komt met haar ouders vanuit Haarlem op 12-02-1906 naar de 2e Gasthuisstraat 28
Trouwdatum:07-06-1923 te Winterswijk
Kinderen: Jaantje 1927, Antoinette 1933.
Beroep: Inspecteur van politie
Woonadres te Zwolle
Groep: Verzet
Monument: Rijssensestraat Wierden
Erelijst van Gevallenen 1940-1945, pag.412, no.2
Verzetsherdenkingskruis
Hendrik Bannink was een zoon van landbouwer/spoorbeambte Willem Bannink (17-01-1853) uit Laren en Jaantjen Bannink (12-06-1863), eveneens uit Laren.
In 1886 getrouwd en rond 1895 verhuizen ze naar Winterswijk.
Zij hebben dan 1 dochter, Janna(1894) en in Winterswijk krijgen ze nog twee zoons.
Hendrik in 1896 en Arend in 1901.
Hendrik Bannink trouwt in 1923 te Winterswijk met Antonette Schiks.
Sinds 1919 was hij werkzaam bij de politie.
In Zwolle was hij ten tijde van de oorlog Inspecteur van Politie en was tevens lid van het verzet.Hij maakte deel uit van de Ordedienst en de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij onderhield nauwe banden met de illegaliteit en fungeerde als contactman tussen de politie en het verzet. Hij zorgde ervoor dat de Zwolse OD wapens ontving die Nederlanders verplicht op het politiebureau hadden moeten inleveren. Tegen Bannink bestond bij de Nationaal-socialistische leiding van de Zwolse politie en de SD wantrouwen. Hij werd nauwlettend in de gaten gehouden, maar met een tip van een NSB-er deed de baas van Hendrik, de Zwolse politiecommissaris Mr.Willem de Bouter in het najaar van 1944 niets.
Op 18 februari 1945 ging het echter toch fout en werd hij bij de Nieuwe Havenbrug gearresteerd en overgebracht naar het huis van bewaring in Zwolle.
In de nacht van 28 op 29 maart 1945 werd een aantal mannen geboeid de gevangenis van Almelo binnengebracht. Vier van hen kwamen uit Apeldoorn en elf uit de gevangenis van Zwolle. Nog vijf, die al in Almelo waren werden aan de groep toegevoegd.
De meesten waren verzetsmensen. Om 06.30 uur in de morgen werd de groep in twee vrachtauto’s geladen. Bij de fabriek van Ten Bos aan de Almelosestraat te Wierden stopten de wagens en moesten tien mannen uitstappen en op een rij op het fietspad gaan staan.
De tien mannen werden onder het oog van toevallige voorbijgangers en de tien overgebleven mannen, waaronder Hendrik, uit Zwolle gefusilleerd.
Vervolgens vertrokken de vrachtauto’s in de richting van Rijssen en bij ‘Grimberg’ werd opnieuw gestopt. De overige tien, waaronder Hendrik Bannink, moesten nu uitstappen en werden na een kort commando door de SD-ers doodgeschoten.
Op bevel van de bezetter moesten de lichamen van de slachtoffers op beide plaatsen tot twaalf uur ‘s middags blijven liggen.
Klaas van der Weerd ( oud-politieman en leider van het verzet) wist het volgende over de fusillade te vertellen:
Op donderdag voor Pasen, 29 maart 1945, fiets ik ‘s morgens omstreeks halfacht van mijn tijdelijke adres bij de familie Buitenweg in het Zuidbroek naar het bureau. Bij de fabriek van Ten Bos aan de Almelosestraat zie ik een oploop van mensen. Als ik dichterbij kom, hoor ik al van enige omstanders wat er daarvoor is gebeurd. Tien mannen zijn door een Duits vuurpeleton doodgeschoten. Ik zie de lichamen van de tien op het fietspad liggen.
Tegen twaalf uur ‘s middags komt de gemeente-opzichter Rutgers; samen overleggen we hoe de lichamen het best naar de EHBO-post in de oude openbare school kunnen worden gebracht. Rutgers gaat nu naar het gemeentehuis om te regelen dat er met spoed twintig houten kisten worden gemaakt.
Aan Schipper, die de leiding heeft, zeg ik dat alles wat gevonden is, schoenen, ringen, kleding, enz., in aparte genummerde zakken moeten worden gedaan; de kist met het lichaam van wie dat dan is, krijgt hetzelfde nummer.
Dat moet gebeuren om later te kunnen vaststellen om welke personen het hier gaat, want van de meesten weten we niet wie het is. De nabestaanden van vier of vijf die we wel kunnen identificeren, krijgen onmiddellijk bericht. Tot diep in de nacht wordt er op de post gewerkt.
Op een gegeven moment komt de Wierdense NSB-commandant vertellen dat de SD bijzonder kwaad is dat de twintig nog niet in een massagraf begraven zijn, wat ze wel bevolen hebben.
Voor de volgende morgen zes uur, voor zonsopgang, moet dat gebeuren. In alle vroegte vindt de begrafenis op het kerkhof plaats, bij elk graf wordt een paaltje met een nummer erop geplaatst.
Na de bevrijding wordt het speurwerk naar de identiteit van de overige slachtoffers voortgezet. Op één na kan van allen worden vastgesteld wie het zijn. Pas veel later komt een moeder met twee zoons op mijn bureau; ze zijn op zoek naar hun vermiste zoon en broer. Uit de overgebleven bezittingen en een stuk stof, blijkt het inderdaad hun zoon en broer te zijn.
Hendrik Bannink mocht maar 48 jaar oud worden.
Hendrik’s vader is overleden in 1942 en Hendrik’s moeder op 10 oktober 1945.
Ook Hendrik’s goede vriend J.H.Roël, 49 jr. kwam bij de fusillade om het leven.
Bronnen:
Herinneringen in steen – Een tocht langs de oorlogsmonumenten in Wierden van Gerrit van Loevezijn (Wierden, maart 1995)
Sta een ogenblik stil… Monumentenboek 1940/1945 van Wim Ramaker en Ben van Bohemen. (Kampen, Uitgeversmaatschappij J.H. Kok Matrijs, 1980). ISBN 90 242 0185 3.
Bewogen jaren: Zwolle in de Tweede Wereldoorlog-Kees Ribbens