Hendrik Plekenpol 40 jaar
PLEKENPOL 40 jaar
Roepnaam: Hendrik
Voornamen: Hendrik
Geboren: 18-08-1902 te Winterswijk
Overleden: 11-04-1943 te Oberndorf am Neckar
Begraven: Ned.Ereveld te Frankfurt Vak/rij/nummer F2 17
Ouders: Barts Plekenpol (22-08-1863 te Winterswijk-overl.19-02-1940 te Winterswijk) en (getr.09-05-1890 te Winterswijk) Antonia Antonetta Aalbers (21-11-1866 te Aalten-overl.21-05-1952 te Winterswijk)
Partner: Frieda Filip (16-11-1905 te Buer (Dld)-overl…-..-..)
Trouwdatum: 29-01-1927 te Winterswijk
Kinderen:
Beroep: fabrieksarbeider
Woonadres: (1920 Vredenseweg 29) te Winterswijk
Groep:Arbeidsinzet
De stad Oberndorf am Neckar besloot in 2005 een gedenkteken te bouwen als herinnering aan de vele buitenlandse dwangarbeiders die hier tijdens de oorlog 1940-1945 zijn omgekomen.
Uit Winterswijk zijn hier omgekomen:
Johan Fintelman en Hendrik Plekenpol
Ook wordt door Dhr.Willemsen gesproken over Berenschot.
H.J.W.Willemsen (Roelvinkstraat) verteld:
De heer Willemsen weet zich nog te herinneren dat op 17 november 1942 ‘s ochtends de Duitsers bij de directie van Meijerink en zonen kwamen en te kennen gaven dat ze meer arbeiders naar Duitsland wilden hebben en mannen van 18 tot 45 jaar vorderden.
‘De directie heeft nog van alles geprobeerd om ons te houden, maar dat lukte helaas niet.
We moesten binnen een week naar Oberndorf am Neckar in Duitsland om daar oorlogsmateriaal te maken. op 24 november 1942 ‘s middags werden wij met 24 personen met de trein naar Oberndorf am neckar gebracht. Dat ging met de Nederlandse trein naar Arnhem en vervolgens met de Duitse trein over Keulen naar Stuttgart.
In de ochtend van 25 november kwamen wij in Stuttgart aan. De groep van 24 personen werd verspreid over verschillende plaatsen in een grote fabriek, die de naam Manser Werke had.
Toen wij er een week werkten, constateerden we, dat er nog achte personen van Willink-Blijdenstein en nog een aantal Winterswijkse bouwarbeiders in die fabriek werkten.
Alles bij elkaar waren wij met een groep van 45 tot 50 Winterswijkers.
Er werkten wel tien-tot twaalfduizende mensen. Van alle nationaliteiten. Russen, Italianen, Fransen, Polen en Hollanders.
Als we na het werk uit de fabriek kwamen, moesten we wel een half uur lopen een berg op, naar een cafe-restaurant, dat leijenhof heette.Daar was een aardig meisje en die zorgde voor het eten. Dat was toen nog wel aardig goed. Daar was ook een slaapvertrek.
We sliepen met vijftien personen op één vertrek. De één boven, de ander onder.
We waren daar toen een maand of zes en het eten werd er niet beter op. Zodat er geleidelijk aan wat van onze vrienden ziek werden. Ze werden dan opgenomen. Rechts van die fabriek was een groot gebouw met vooraan de kantine en achteraan kamers voor zieken.
Kan mij nog goed herinneren hoe Johan Fintelman, die was opgenomen er aan toe was.
Deze is daar ook overleden. Ook mijn vriend de Winterswijker Berenschot is er gestorven.
‘We waren daar een goed half jaar’, toen die vreselijke ziekte typhus uitbrak. Het werd steeds erger met de zieke mensen. Het gebeurde wel dat er in één week acht personen overleden. Het eten werd ook steeds slechter. Een beetje koolsoep met ongeschilde aardappelen , daar moest je de hele dag op werken.
Op zekere dag werden we overgeplaatst naar de barakken, die nog maar een kwartier weg lagen van de fabriek.
In de tijd dat de barakken werden opgezet, zijn wij één keer met verlof geweest in Winterswijk, voor een periode van negen dagen.
We moesten weer terug naar Oberndorf. Daar aangekomen kwamen wij in die barakken en daar was het eten nog slechter geworden. Als we in de nacht moesten werken, kregen we ‘s avonds in de kantine een klein bordje pap.Daar moest je de hele nacht op werken.
We waren zo’n drie maanden in de barakken, toen we zo’n last kregen van ongedierte. de wandluizen liepen ons
‘s nachts over de lichamen. Het werd één vieze troep.
In Februari 1945 gooiden van die grote Engelse bommenwerpers de hele machinekamer en het ketelhuis kapot. Nadien zijn we niet veel meer in de fabriek geweest. Onze Winterswijkse vriend Jan Wieskamp lag in maart 1945 in het ziekenhuis, daar in Oberndorf, met een vreselijke ziekte en hij is daar begin april 1945 overleden.
Een half uur lopen van het stadje Oberndorf was ook een straflager, concentratiekamp.
Daar stierven wel tientallen mensen.
We hebben daar in Oberndorf veel met angst en verdriet moeten leven en veel ondervonden en meegemaakt. Wat waren we blij toen we op de twintigste april 1945 door de Fransen werden bevrijd.