oudwwijk
Digitaal erfgoed

Gerhard en Mina Bent

Onderduikadres Sientje van Gelder en dochter Engelina

11 januari 1979 de Yad Vashem onderscheiding

De brief

Het was herfst 1942 toen de veedrijver van Aron van Gelder mijn vader aanhield om hem te vragen of mevr.van Gelder en haar dochter bij ons konden komen omdat het voor deze niet meer veilig was in Winterswijk. Van Gelder zelf was al een jaar ondergedoken bij een landbouwer en zijn zoontje die toen ruim 4 jaar was zou dan bij zijn vader komen. Mijn vader had het ondertussen met mijn zuster bepraat en hadden besloten dat dit voor de fam. v.Gelder op dat moment het beste was.
Toen ik ‘s avonds van kantoor in huis kwam hoorde ik deze beslissing. Het was wel even schrikken maar het drong toen nog niet tot ons door wat het allemaal inhield. Mevr. en dochter moesten boven op onze kamer slapen, Van daaruit hadden we een soort deur gemaakt, zodat ze bij gevaar onder het hooi in de hilde konden kruipen.
Wij (mijn zuster en ik) gingen in de ongebruikte bedstee beneden.
Nadat alles in orde was gekomen ging het leven weer verder, maar wel een beetje moeilijker.
Eerst ging alles goed. We hadden een paar keer huiszoeking maar dat was omdat de N.S.B.-ers dachten dat er een clandestine radio zou zijn.Deze was er wel maar niet bij ons en is ook nooit door de N.S.B. gevonden. We wisten wel waar het toestel verstopt was en de buurt ging daar ‘s avonds in het donker luisteren. Zo bleven we nog een beetje op de hoogte van de toestand. Verder waren er nog veel dingen waar je rekening mee moest houden, o.a. de kinderen van de buren die normaal bij ons in en uit liepen, vonden het toen zo raar dat al onze deuren altijd op slot waren.
We hadden ook nog een jongen uit het westen, maar die is toen op een adres in Miste gekomen.
Op een keer werden wij midden in de nacht wakker door gerommel aan het kelderraam. Deze keer waren het een stel Duitsers.
Ze konden het kelderraam niet open krijgen en sloegen toen met de geweren op de voordeur.
Als we niet opendeden zouden ze de deur eruit slaan. We hebben de deur toen maar open gedaan.
Mijn vader en ik moesten op het trapje naar de opkamer gaan zitten en een soldaat stond voor ons met z’n revolver in de hand.
Ik wou nog wat zeggen maar moest ‘Maul halten’. na een half uur ongeveer werd het weer stil en waren alle Duitsers weg, maar ook onze voorraad vlees en spek die we op zolder in de spekkast hadden.
Alles wat eetbaar was hadden ze meegenomen. Dat was wel erg maar we waren blij dat het zo gelopen was zonder geweld.
Na nog enkele avonturen zijn we de oorlog toch doorgekomen. de fam.van Gelder is de dag na de bevrijding direct weer in hun eigen huis gekomen nadat ze de N.S.B-ers er uit hadden gezet.

Dochter Bent

—————————–

Aanvulling uit boek Dr.Bos:
Kooy schrijft, dat Bos in sommige gevallen actieve steun verleent aan de Joden. Hij heeft A.D. van Gelder uit de Ratumsestraat die in Meddo zat ondergedoken, laten waarschuwen, dat daar een razzia dreigde. Zijn vrouw S.van Gelder- Weiler gaf hij eveneens tijdig de raad onder te duiken, hen allebei daarmee het leven reddend.
Bij zijn proces hebben ze ten gunste van hem getuigd. nadat haar man was ondergedoken (18 oktober 1941) , verklaart mevrouw S.van Gelder-Weiler in juni 1948 “waren de heer en mevrouw Bos de enige Christenen, die mij dikwijls op klaarlichte dag kwamen bezoeken, voortdurend trachtend mij te bemoedigen.”