Hemelvaartsdag 20 mei 1909
De gereformeerde gemeenschap komt samen op het Laarberg aan de Corleseweg.
Het is een hoogtijdag en ook alle kinderen horen erbij.
Alleen de 13-jarige Hendrik Geurkink v.d. Kottenseweg is er niet bij.
Hij heeft straf van zijn vader Johan en moet thuis blijven.
Hij is na schooltijd niet alle klanten aan gegaan met de melkwagen en hij moet maar eens leren dat hij niemand vergeten mag.
Familie Geurkink is een groot gezin van zes jongens en een paar meisjes.
Maar kleine Hendrik is een avonturier.
Als er ergens kattenkwaad werd uitgehaald, was Hendrik altijd haantje de voorste.
Hij had al eens tegen zijn neefje Gerrit gezegd:
„Ik loop nog een keer van huis weg. Ik wil naar Amerika. Ga je mee?”
Alleen thuis pakt Hendrik het geldkistje en haalt er f 50 uit.
Reisgeld had hij nu.
Hij pakte een stukje papier en schreef erop:
‘Ik ga over zee naar Amerika, ik wens vader en moeder het beste toe en zal later de f 50 terug zenden’
‘s Avonds als de familie Geurkink terugkomt van de Laarberg is Hendrik niet thuis.
Vader Johan heeft al direct een bang vermoeden en slaat een blik in het geldkistje. f 50,- weg en het briefje: ‘Ik ga over zee naar Amerika’ .
Vader springt gelijk op zijn fiets richting Borken, want hij heeft het vermoeden dat hij daar Hendrik zal vinden.
Hendrik echter zit dan al in een logement in Deventer.
Hij was met de trein van vier uur ‘s middags vertrokken.
Zover is hij die eerste dag gekomen.
De volgende dag wil hij namelijk naar Hamburg om daar een boot te kunnen krijgen naar Amerika.
De logementhouder vertrouwt het niet en stelt voordat hij de politie wil waarschuwen Hendrik een aantal vragen.
Maar Hendrik krijg je maar niet zo te pakken.
Hij vertelt de logementhouder dat zijn vader veehandelaar is en morgen naar de veemarkt komt in Deventer en dan samen met zijn vader weer naar huis gaat.
De logementhouder is gerustgesteld.
De volgende morgen, vrijdag pakt Hendrik de trein naar het noorden en weet zelfs de havenstad Bremen in Duitsland te bereiken.
Vader Johan zit intussen niet stil.
Hij kent zijn zoon Hendrik als geen ander en vermoed dat Hendrik naar Hamburg is vertrokken,
Hendrik had namelijk al vaker thuis gezegd dat hij een wereldreis wilde maken en noemde dan vaak de grote stad Hamburg.
Kleine Hendrik kijkt inmiddels zijn ogen uit in de grote havenstad Bremen. Zoiets had hij nog nooit gezien.
Zijn f 50 heeft hij inmiddels op en met het beetje Duits dat hij kan informeert hij hoe hij naar Amerika kan komen.
Dat zal niet zo makkelijk gaan.
Niet omdat hij pas dertien is, een jongen van dertien kan al flink aan het werk gezet worden.
Maar hij heeft geen papieren en dat is de grote moeilijkheid.
Hendrik loopt alle schepen af, maar overal schudden ze ‘Nee’.
In een zeemanskroeg probeert hij het opnieuw en ze zullen voor hem uitkijken.
Om aan eten en een slaapplaats te komen gaat hij helpen in de kroeg.
De volgende dag heeft Hendrik meer geluk.
De matrozen vertellen hem dat hij zaterdag 29 mei mee kan met een koopvaardijboot als lichtmatroos, voor acht maanden naar Australie.
De dagen wachtende op vertrek in het matrozenlogement vult Hendrik met het bedienen in de kroeg.
Vader Johan is inmiddels in Hamburg, maar de pogingen om Hendrik met hulp van de politie te vinden in de havenstad blijven vruchteloos.
Dan komt de melding dat er een jongen dood gevonden is in het water en vader Geurkink krijgt angstige uren te doorstaan.
Echter het blijkt niet zijn Hendrik te zijn.
Ook begint de politie te informeren in Bremen en dan opeens komt er een politiebeambte binnen dat ze waarschijnlijk Hendrik hebben gevonden.
In Bremen is een jongen die zich Heinrich noemt en zelfs is er een photographie van gemaakt.
Bij het tonen van het portret zegt vader Geurkink met blijdschap dat deze Heinrich zijn Hendrik is.
De politiebeambte vergezelde vader Geurkink naar Bremen naar het matrozenlogement en bij het tonen van de photo zeggen de matrozen:
‘Ja, dat is onze Heinrich’
Heinrich wordt dan opgehaald en ineens staat hij oog in oog met zijn vader. De moed zakt hem daarbij in de schoenen, hij had zo uitgekeken naar zijn komende wereldreis van acht maanden.
Hendrik vind het ook weer niet erg de thuis reis naar Winterswijk te moeten aanvaarden, alhoewel hij liever de zeereis had ondernomen.
Donderdagmorgen, een week na Hemelvaartsdag, twee dagen voor zijn vertrek, zat hij ‘s morgens om zes uur weer aan de keukentafel aan de Kottenseweg.
Zijn werk als melkbezorger moest weer hervat worden.
Heinrich heeft geen straf gekregen, zijn ouders waren veel te blij dat ze hun Hendrik weer terug hadden.
Maar hij heeft er wel een bijnaam aan over gehouden.
Zijn kameraden waar hij altijd kattenkwaad mee uithaalde noemden hem voortaan: Heinrich von Bremen.
Toch kreeg Hendrik zijn zin.
Twee jaar later emigreerde het gezin Geurkink naar Amerika.
Op een boerderij.
Maar ja, Hendrik kennende was het hem daar te stil en samen met zijn zus Siena trok hij naar Chicago voor avonturen.
Allerlei werk heeft hij daar verricht. ‘Ik was ook nog een tijdje cowboy’
Maar dan opeens zijn zijn Wilde Westen haren verdwenen.
Hij is getrouwd, gaat studeren, wordt leraar en zal 35 jaar, tot 1961, onderwijs geven in Duits (‘Hendrik = Heinrich’) en Europese geschiedenis (‘Bremen en Hamburg zijn havensteden’) aan de Hogeschool in Michigan.
In 1966 gaat, hij kan het niet laten, toch weer even op wereldreis.
Naar Winterswijk.
En even naar Velp, want daar woont een meisje waar hij vroeger een beetje verliefd op was.
Hans Tenbergen, 2022
Genealogie
Ouders:
Johan Geurkink
Geb: 18-05-1868 Winterswijk-Miste
ovl: 06-07-1927 Pease Minnesota
Echtg: 06-11-1891
Hanna Fredrika Kuenen
Geb: 07-11-1865 Winterswijk-Kotten
Ovl.03-07-1949 Pease Minnesota
Kinderen:
1.Maria Gesiena Geurkink 22-07-1892 – 08-07-1979
2.Jan Hendrik 1893 (ovl)
3.Jan Willem Geurkink 03-07-1894 – 25-03-1978 Baldwin USA
4.JAN HENDRIK GEURKINK (‘Heinrich’) 06-01-1896 -Brownsville 1982
5.Frederik Jan 12-09-1897
6.Johanna Fredrika Geurkink 30-08-1898
7.Frederik Jan Geurkink 07-06-1900 11-07-1900
8.Johannes Geurkink 05-11-1901
9.Frederik Jan Geurkink 12-04-1903
10.Gerrit Frederik Geurkink 10-09-1904
11.Gerrit Willem Geurkink 30-06-1906
12.Jan Abraham Geurkink 01-11-1907