oudwwijk
Digitaal erfgoed

Willy Lengwenus

Kotten

Een leven tussen voetbal en accordeon

50 + KRANT, uitgave 25 januari 2018

Door Erik Meinen

Zelfs Abe Lenstra kon Willy Lengwenus niet overhalen om prof te worden

De jaren ’50 zijn de hoogtijdagen van de voetbalvereniging W.V.C.
Bij thuiswedstrijden passeren duizenden bezoekers de toegangspoort aan de Morgenzonweg.
Speciale aandacht gaat uit naar de smalle en behendige linksbuiten van de geelzwarten. De speler met de dunne beentjes, die het heel ver had kunnen schoppen- velen spraken al van het Nederlands elftal – als niet een andere liefhebberij dit in de weg had gestaan.
Zijn naam: Willy Lengwenus

Accordeon

Als na de Eerste wereldoorlog het verdrag van Versailles en de daaruit voortvloeiende herstelbetalingen Duitsland in een diepe economische malaise storten, zoekt de uit het Ruhrgebied afkomstige Hans Lengwenus zijn heil over de grens in de Winterswijkse buurtschap Kotten. Daar ontmoet hij zijn vrouw Marie die ook uit Duitsland komt. samen bouwen ze een boerderijtje aan de Bekeringsweg. Op 19 december 1924 wordt hun eerste zoon Willy geboren.
Het blijkt een jochie met meerdere talenten te zijn. Op 13-jarige leeftijd begint Willy te spelen op een trekharmonica. Hij schakelt al snel over op accordeon en neemt les bij prive-leraar Ab Peters. Als in 1940 de Kottense muziekvereniging Concordia haar 20-jarige bestaan viert, wordt in de krant reeds het virtuoze accordeonspel van de jeugdige Willy gememoreerd. Vanaf 1940 speelt Willy in het viermansorkest van Peters.
Elk orkest moet in de oorlog lid zijn van de Kultuurkamer en beschikken over een goedgekeurd repertoire om in het openbaar op te mogen treden. Met deze zogenaamde ‘stijlvergunning’ wordt het onmogelijk Engelse of Amerikaanse muziek uit te voeren.
Alleen beroepsmusici kunnen over zo’n vergunning beschikken. Willy, die werkt in de naaizaal van weverij Meijerink aan de Beuzenes, mag alleen invallen als beroepsmuzikanten verhinderd of elders bezet zijn.
Gelukkig voor hem gebeurt dit regelmatig. Met de accordeon op de bagagedrager van zijn fiets begeeft Willy zich naar bruiloften en feesten, die vaak op de deel van een boerderij worden gegeven.

‘Alle belle nao Willy’

Tegelijk met het musiceren ontwikkelt Willy zich tot een groot voetbaltalent.
Al voor het uitbreken van de oorlog is de dan pas 15-jarige boerenzoon de doelpuntenmachine van voetbalvereniging Kotten.
‘Alle belle nao Willy’ luidt het motto bij de club. Gedurende de oorlogsjaren komt de voetbalcompetitie vanwege de Arbeitseinsatz, vervoersproblemen en het gevaar voor oorlogshandelingen steeds verder in de verdrukking. Er worden alleen nog wedstrijden gespeeld tegen verenigingen uit de directe omgeving. Het leidt tot de oprichting van clubs in Ratum, Meddo en het Vosseveld en het ontstaan van een boerencompetitie.
‘In het Woold zijn korte tijd zelfs twee clubs actief: Voor-Woold (blauw-wit) en Achter-Woold (Wooldsche boys).
Voor Willy Lengwenus heeft de oorlog een verschrikkelijk einde.

Zijn jongere broer Frits, die af en toe als drummer meespeelt op bruiloften en partijen, komt op 17-jarige leeftijd om het leven als hij aan het werk is in Sudlohn en dit Duitse stadje net als vele andere dorpen en steden in de grensstreek, in maart 1945 door de geallieerden wordt gebombardeerd.

Behendige linksbuiten

Om zijn voetbaltalenten beter tot zijn recht te laten komen vraagt Willy in 1947 overschrijving aan naar voetbalvereniging WVC. Deze club is op dat moment actief in de tweede klasse van de KNVB, de op een na hoogste afdeling in ons land.
Vanwege zijn vele verplichtingen als muzikant traint Willy vrijwel nooit mee met WVC. Voor de elftalcommissie van WVC is dit geen enkel probleem, men weet de kwaliteiten van Lengwenus als voetballer op juiste waarde te schatten. Thuis op de boerderij in Kotten oefent Willy op een afgebakend veldje met doel. Het ‘afwerken’ – met links of rechts, dat maakt niet uit- is zijn specialiteit. Vanuit alle standen knalt Willy de bal tussen de palen tegen het varkensgaas, een bezigheid die hij uren kan volhouden.
Bij WVC valt de linksbuiten met een ‘neusje voor het doel’ al snel op.
Bij thuiswedstrijden – vaak door zo’n 2000 tot 3000 toeschouwers bezocht – wordt ‘unzen Willy’ ook door vele Kottenaren aangemoedigd.
Willy komt al snel uit voor het Oostelijk Elftal en het Zwaluwenelftal ( een soort Jong Oranje) van de KNVB.
Een grote schare Winterswijkse fans reist met hem mee. In de sportverslagen van de krant steekt men de loftrompet over Lengwenus, wiens naam overigens steevast foutief gespeld wordt.
Langwenus, Langwenes of Lengwenes.
Als hij met het Oostelijk elftal tegen Noord speelt schrijft ‘Het Vrije Volk’:
‘Een klein pittig kereltje, een tweede (red;Kees) Rijvers, maar nog kleiner en lichter. Zo licht dat zwaargewicht Jan Lenstra (red.de broer van Abe) hem telkens langs zich heen zag glippen’

In april 1949 wordt Willy zelfs geselecteerd voor het Nederlands bondselftal als deze een vriendschappelijke wedstrijd speelt tegen het Engelse Middle-sex Wanderers. Het bondselftal verliest teleurstellend met 2-5. Alleen de snelle en behendige linksbuiten Lengwenus kan de kenners, aldus de verslagen in de diverse landelijke dagbladen, bekoren.
Ondanks zijn vaak uitstekende spel bij de vertegenwoordigende elftallen speelt Willy er niet graag. Hij vindt het bij WVC allemaal veel gemoedelijker. Tussen al die vreemde gasten kan Willy niet aarden.
Hij mist bovendien zijn ‘aangever’ Wim Pennings, de linksbinnen die hem bij zijn club steeds laat excelleren door hem van afgemeten passes te voorzien.

Orkest Lenwenus

Tussen alle bedrijven door richt Willy in 1950 zijn eigen band, het orkest Lengwenus op.
Het orkest speelt in verschillende samenstellingen. Willy speelt accordeon en neemt waar nodig de zangpartijen voor zijn rekening.
Drummer in het orkest is Chris Slats, tevens een begenadigd kunstschilder en tekenaar.
Slats is ook paukenist bij het Gelders Orkest. Hij drumt ook vaak bij strijkje Schepel, het bekendste dansorkest van Winterswijk en het orkest dat het langst heeft bestaan.
Twee leden van de familie Schepel, Geert en Roelf, spelen vandaag de dag nog in het Orkest van het Oosten, onlangs nog te zien in het populaire tv-programma Maestro.
Latere drummers in het orkest Lengwenus zijn Toon Toebes en de uit Groenlo afkomstige Hennie ‘swing’ Nieuwenhuis.
Jan Kolthof en Ab Peters zijn de pianisten in Willy’s orkest en de trompet is in goede handen bij Henk Oonk.
Oonk maakt later plaats voor saxofonist Alfred Hahne uit Vragender.
Omdat het repertoire van de Winterswijkse dansorkesten elkaar voor een groot deel overlapt kunnen muzikanten gemakkelijk elders invallen.
Bandleden van het orkest Lengwenus zien we ook terug bij de Lawikeha’s, de W-Boys en het strijkje Wieskamp.
Vanwege zijn bekendheid als voetballer verdient Lengwenus een prima boterham als muzikant.
Het orkest verzorgt onder andere dansavonden bij de harmonie.
Tijdens het volksfeest en als rond de Jacobskerk de ABH-beurs plaats vindt is men present bij cafe Konings op de markt.
De zaken gaan zo voor de wind dat Willy op zondagmiddag na een wedstrijd van WVC alweer in zijn muzikantenpak staat, klaar voor een volgende klus, als de rest van zijn elftal de kleedkamer nog moet opzoeken.
Bij wijze van spreken dan.

Geen profvoetbal

In het seizoen 1953-1954 wordt Bas Paauwe de nieuwe trainer van WVC.
Paauwe heeft jarenlang bij Feyenoord geboetbald en kwam vele malen uit voor het nationale elftal.
De ervaren trainer zorgt voor groot enthousiasme bij de club en onder zijn bezielende leiding wordt WVC kampioen.
Helaas wordt in de nacompetitie promotie misgelopen. Door een herindeling van het competitiemodel promoveert WVC het jaar daarop alsnog naar de eerste klasse van de KNVB.
Paauwe verlaat na twee seizoenen de club. Midden jaren ’50 doet het betaald voetbal zijn intrede in ons land. In een bewogen vergadering op 8 februari 1955 besluit ook WVC zich onder voorbehoud aan te melden voor deelname aan een profcompetitie in het seizoen 1955-1956.
Als later de voorwaarden die door de KNVB gesteld worden, in detail bekend zijn, ziet men hier om financiele redenen uiteindelijk toch van af.
Andere clubs die de gok wel wagen, nemen een kijkje bij WVC, waar op dat moment vele goede voetballers rondlopen.
Willy Lengwenus is de absolute sterspeler van de geelzwarten, maar ook Ben Kist, Wim ten Damme (de vader van zangeres/ actrice Ellen), Ben Renskers, Ap Reessink, Johan ‘Broer’ Aalbers, Frits Paule, Wim Pennings, Ben Polak en Wim Aarnink zijn beroemde spelers. het is echter aan Hennie ‘Bartje’ Oonk de eer om de eerste Winterswijkse voetballer te zijn die in 1955 semi-prof wordt.
De centrumspits die bekend staat om zijn harde schot en zijn kopkracht wordt geschrikt door Sportclub Enschede, dat in dat jaar ook Abe Lenstra (Heerenveen) -Willy’s grote voorbeeld- aan zich weet te binden.
Op voorspraak van Abe wordt ook getracht Lengwenus van WVC los te weken, maar deze hapt niet toe. Lenstra wordt in een laatste poging Willy over te halen op pad gestuurd. De Fries bezoekt de Winterswijker op zijn boerderij in Kotten, de twee voetballen wat, gaan samen kievitseieren zoeken, maar Willy is en blijft onvermurwbaar: vijftig gulden voor een gewonnen wedstrijd, de helft bij een gelijkspel…nee, met zijn orkest kan hij veel meer verdienen.
Willy ziet bovendien erg op tegen het vele reizen en wil hoe dan ook in zijn vertrouwde Kotten blijven wonen.

Voetbalknie

In het seizoen 1957-1958 maakt de bekende voetbalknie, een scheur in de meniscus, een abrupt eind aan de voetballoopbaan van Willy Lengwenus.
Het orkest musiceert mog tot 1960 door. Daarna gaat Willy met Hennie Nieuwenhuis als duo verder. Later maakt Nieuwenhuis plaats voor Hendrik Schurink, die daarvoor in Meddo het dansorkest Spiekerman leidde.
In de loop van de jaren ’70 neemt de populariteit van de traditionele dansorkesten zienderogen af, met name onder de jongere generatie.
Bij veertig- en vijftigjarige huwelijksfeesten blijven de Duitse polka’s , veleta of Spaanse wals nog in trek, maar steeds vaker zit Willy gewoon thuis in Kotten, met zijn geliefde accordeon op schoot.
De muzikant en wellicht beste voetballer die Winterswijk ooit heeft voorgebracht overlijdt in 1991, amper 66 jaar oud.

Erik Meinen is medewerker van het Poparchief Achterhoek en Liemers.
In 2009 eindredacteur boek Popmuziek in Winterswijk




Willy Lengwenus


Ouders:
Willy Lengwenus
August Johann Lengwenus
Geb: 07-08-1900 Stoppenberg (Dld)-
Ovl:01-03-1987 Winterswijk
Echtg: 26-05-1922
Anna Maria Hartmann
Geb: 15-12-1896 Wermelskirchen (Dld)-
Ovl: 24-01-1973 Winterswijk
Woonadres:Kotten 21-II (Lengwenus)-Bekeringweg 7 te Winterswijk Kotten

Kinderen:
WILLY LENGWENUS
Geb: 19-12-1924
Ovl.1991
Echtg; 1957
A.Wassink

Broer:
Frits Lengwenus
Geb: 30-08-1927 Winterswijk
Ovl: 22-03-1945 Borken

Lees verder